Oden en gedichten.
Vcrfchriklijk is uw wraak, o God! .
In uwe wolken wankt het lot,
't Onzeker lot der fidd'rende aarde!
Nog éénen wenk! —- en 't gansch Heel-al Schudt op zijn' as, en neigt ten val!
Verwoesting maaide ons neer! zoo gij ons niet bewaarde! —
Neen, Vader! zelfs in uwe wraak, Is uwe goedheid ons een baak ,
Waarheen onze eerfte zugten zweven;
O ja! gedugte Memel-Heer!
Hier Haat gij wel een fterv'ling neór;
Maar gindsph fchenkt uwe gunst aan duizenden het leven ! —
Daar klatert de eerfte (lag | mijn geest!
Eerbiedig Hem, wien de afgrond vreest!
Aanbid-j en zing hem lof-gezangen!
Misfchien zal nog des wrekers hand Zich wenden; en mijn Vaderland
Uit de armen des verderft Gods zegening ontvangen.' .
1782.