440 OTRECHTSCHE FORMÜXIERB. EN MANIER VAN PROCEDEEREN. . II. Deel
d^^M^^-'fl d° wiI confcntccren, neemt hy
woorZfthrerencn tifchorcr, mitsgaders dag, om daar op teant-
Maar de gedaagde fuftineerende, dat geene Voegiw «laar* l-™ hg», «c,,^ dcn vooucl„m„ca ^«^X ^
„ Overveft over en dag te drie „ weeken op verftek, zonder „ de Ffegag metpartyeteadvou„ ceren,
s*
terTX^cfc^f dC **** wiI deb3tteercn> Iaathv^
Overveft , _ T , .,
5. Gedaagde Contra A. » ^ do0r debattee-
Impetrant en c. Pre- »» rende de voeging by Jm-
tenfe gevoegde. Te zeg. » perrinentie, concludeert tor
gen tegens de voeging. „ re-jectie van dezelve cum Ex-
„ pen fis, op alles <5cc. „ Diedenhoven door de Wys^ct„ fifteerde voor repliek by zyne „ voeging.
„ Overveft voor Dupliek by zyn ant„ woord.
„ 'T *%ƒ admitteert of reiecteert de voej» ging,
6. Doch
Hessen, Willem, "Judicieel formulier-boek, van allerhande schriftuuren [...] gebruikelyk voor hoogere en laagere rechtbanken, in de provincien van Holland en Utrecht [...] dienende tot een supplement van de Papegaay of Formulierboek van mr. Willem van Alphen. : TWEEDE DEEL". "Tweede deel". Rossum, J. van Utrecht, 1784-1796, 1788. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:1935:mpeg21:0005