Al stond'er de galg op! Of De verydelde tooneelkomparitie; blyspel.
S2 AL STOND 'ER. DE GALG OPi
eerryk de vader. Wie? Betje van der Mollen?
geurs.
Ik bragt haar t'huis en ach! ze is gantsch
Emilia!
eerryk de vader, verdrietig. Ze mag Emilia zyn of niet...
geurs.
Ik kuschte haar en zy omhelsde my: nooit, riep
zy uit theatraal: nooit, nooit zal me
iemant u uit bel myne armen rukken. Nooit... hoe veel zorge en fmart en angst en ongelukken, heb ik gevoeld!... hoe veel!... hoe vecle traanen , ach ! heb ik vergooien, fints dien aHcrwreedften dag die ons vanéén fcheidde! En thans u hier vveèr te ontmoeten, aan uwen boezem thans myn hartelust te boeten!... Welk eene vreugd!... Zy maakt my ipraakloos,..
eerryk de vader fchud het hoofd.
Neem niet kwalyk, mynheer Geurs, uwe buitenfpoorigheden...
geurs, ah vooren. Ach! riep ik uit: ach! had ik ooit zulk eene uitkomst , als dit heilryk oogenblik zo onverwacht my fchenkt, wel immer durven hoopen, dat me een vooruitgezicht van 't zaligst heil zet open! ö Myne EmÜia! Cott-