Verhandeling weegens eene noodzaaklyke verbeetering der kleeding, waar in betoogd word, dat de oorzaak der zedelyke en lichaamlyke verbastering des menschdoms in het draagen van broeken gezogt moet worden.
C 61 ■)
toebrengen tot verbetering, welzijn en geluk van onze onderdanen: en daarom zullen wij 'er met den grootften ernst en de uiterftc zorgvuldigheid op letten, dat hetzelve in ons geheele land op het allerftiptfte door elk en een ieder worde nagekomen.
s-1.
van alle kinderen moet veranderen, fpreekt van zeiven. Stukswijze of naar tang moet deeze groote hervorming •worden ondernomen. Met de kinderen der landlieden moet men een begin maaken: want i. maaken de landlieden in getal op verre na den grootften ftand uit; wel drie vierde gedeelte van de geheele bevolking van eenen ftaat. 2. Verfchaffen zij den ftaat brood, fol» daaten en veiligheid; de ftand der landlieden, waarop, bij flot van zaaken, alles berust, is dien volgens 4e eerwaardigfte ftand; 3. voor den landman, die arbeiden moet, en die zoo weinig goeds , zoo weinig vreugde geniet, is gezondheid, gepaard met fterkte en werkzaamheid , het eerfte noodzaaklijkfte goed, wanneer hij bij zijn kommerlijk leven zelf gelukkig zijn, en voor den Staat een Maximum zal voortbrengen; en 4. wordt door het invoeren van eene nieuwe kleedinge, bij de kinderen der Landlieden, de allerrainfte ftoorenis en verandering in de productie , in handel en wandel veroorzaakt. Bij de kinderen der landlieden, dus moet de hervorming van de kleederen beginnen. Eerst broed, dan fpel. Eerst veroetere men de boeren, dan de burgers.