Gysberti ten haafren Teums Vonk, M». Scheepenen Y 5 Uo
R.OT-
rER.-
DAM.
Publ. rakende Vtoedmeefters.
»
t l I
*
»
»» I
S
»
f»
Rotterdam.
345 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Cornelis van Cappcllen en Willem Ockhuyfen, Mannen,
In kennisfe van My, Cfungeerende als Secretaris")
P. KATZWEYLER.
Verfchnklyk was de oproer, van een vernielenden Brand gevolgd, omtrent het midden der jongstverloopene maand Maart, te • Smirna ontlhan. Een aanzienlyk Huis van Koophandel binnen deeze Stad ontving deswegen een echt berigt, 't welk wy hier wel wilden overneemen-
EXTRACT MISSIVE uit SMIRNA, in dato 17 Maart 1797*
Cedert veertien dagen arrivee/de hier [een party ^ Koordedanfers : die voorleden Zondag, volgens gewoonte, derzelver exercitiën willende verrigten, daarin verhinderd werden door dat eenige Xantiotten en Corfiotten begeerden toekykers te zyn, zonder er voor tebetaaien. De Janitzaaren van de Keizerlyke en Venetiaanfche Ccnfuls wilden hun zulks beletten, wyl zy by den ingang gefteld waren, om de deur te bewaaken ; de Kei. zerlyke fchoot een piftoól af, om de famengerocte meenigte te verfchrikken en uit den ander te dry ven; waarop daadelyk een aantal dier bloed' dorftigen verzamelde, en op de Janitzaaren begonnen te fchieteD, waar door de Venetiaanfche Janitzaar dood ter aarde geftrekt wierd. Alle de in de ingeflootene plaats vergaderde toezienders waaren in 't uiterfte gevaar, hun leeven door de alom rondvliegende kogels te verliezen. Was er
by
JAARBOEKEN, May, 1707. 347
bv ongeluk ergens een voornaam Turk , als de Zoon der Mollah, die er ook tegenwoordig was, gedood geworden, dan zou er geen Christen ziel fn 't leeven zyn gebleeven. Men was ged won gen over de muuren, die de plaats omringen, te vlugten»
De Janitzaaren van Otius-Bir, of het 31 Regiment , eischten üitdruklyk, dat men hun den moordenaar zou overleveren en prys geeven; bier op bleeven zy aanhouden; hun ultimatum was den 15 deezer, wanneer zy in cas van weigering een Han van de Cadi zouden vragen, om zich te wreeken op alle en een iegelyk der Ongelovigen. De Venetiaanlche en de Rusfifche Conful verontfchuldigdea zich, met te zeggen, dat hy hun niel toebehoorde. Op den derden dag, 'smiddags, hadden zxh de Janitzaaren vergaderd , en gavet de Confuls nog één uur beraad. Toen ook niei aan hunnen eisch voldaan wordende, en zy reedt by duizenden voor bet Venetiaansch en Keizerlyl JBÓtel famengerot zynde, hadden eenige Xantiot ten en Corfiotten of Sclavoners de roekeloosheic gehad op hun te fchieten , daar eenigen in dei Chan der Sciotten wilden indringen , om aldaa vuur aan te leggen. Toen fpaarden zygeen mensch Grieken en Franken, en wie hen maar te gemoe kwam, werden neê'gehouwen; de lighamen lagei verfttooid op de ftraaten: het vuur werd op dri of vier plaatfen te gelyk aangelegd: de hu:z?n de Heeren Maltafs, Gtwanelli, Curtovich, Girau en Lea werden een prooy der vlammen; men kond niets als het leven, eD zelfs dit ter naauwernooc redden ; een ieder vlugte naar de fchepen, dat intusfchen een harde zuidewind de vlam aanblies en dezelve geftadig verder verfpreidde: het g< fchreeuw der rebellen, het gekerm der arme ve; latene Kinders en Moeders , de vreeze van bu ten 'shuis te gaan om zich te redden, eene alg< meene wanorde, en de verwagting van onvoorziet
Rotterdam.
1
1.
>
c 1
r
i s
i ■ r
te
348 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Rotterdam.
gebeurtenisfen, leverden een tooneel op, dat on« der de alierysfelykften te tellen is.
Alle Franken huizen, «uitgezonderd dat van Wukmfon, Dragalizza , Rarker en Rofs) het fonario Mahala of nieuwe Straat, tot aan Doctor Auner toe, en de geheele reeks tot aan Fazola Is een roof der vlammen geworden. Efcalon heeft alle zyne Erandvrye Magazynen , met alles wat hy daarin had , verboren. Die van Franel eh Heyis zyn opengebrooken. De Sclavoners en XantKten met fnaphaanen (trombons) gewaapend?, dwoügen met geweld af, het geen de Brand gefpaara had- Aan redding en bluschmiddelen was niet te denken, wyl een ieder voor de zwaarden der Turken en de fnaphaanen van het janhagel bevreest was.
De brand heeft van Woensdag morgen ten 9 uuren to: donderdag 's morgens ten 6 uuren geduurd, en men rekend, dat byna drie duizend huizen verbrand zyn; meer dan 300 menfchen zyn vermoord, en 1500 k 2000 door de vlamme omgekomen; de febade is onnoemlyk; er zyn Franfche en Engelfche Kooplieden, die van 100,000 tot 200,000 verlies hebben; de doodfehrik zit op ieders lippen, duizenden van menfchen zyn geruineert. Ik ben met gevaar myns levens gevlugc aan boord van Kaptein Sjerk joekers, voerende het Deensch Schip Klein Azia, zoo als ik ga en fta. meer dan honderd ongelukkige voorwerpen bevinden zich met my daarop, Alle de fchepen zyn opgepropt met vlugtende zielen; en kleine vaartuigen, beladen met flachtoffers dezer g,uwelyke misdaaden, leggen agter aan de fchepen vastgebonden.
Er is een Courier afgezonden na Cara Osman Oglow, om hem te verzoeken, zich ten eerften alhier in perfoon te willen begeeven, om de goede orde en de algemeene rust te berftellen, en ons leven te .willen befchermen. Tot op dit moment
JAARBOEKEN, May, 1797» 349
ment is deeze Courier nog niet terug gekomen, en men begint te gelooven, dat hy zich niet naar herwaard zal begeeven, voor en aleer hy een expresfe order van de Porte daar toe zal bekomen hebben,
FRIESLAND. Leeuwarden.
Belastingen te heffen, die, terwyl zy naar de vervulling van 's Lands behoeften zyn berekend, den Burger en Ingezeten niet bovenmaate drukken, mag wel onder de moeilykfte deelen van het Staatsbeftuur betrokken werden. Impofuien, op Goederen en Koopwaaren, van elders binnen dit Gewest ingevoerd, dienden, tot nog toe, onder andere, ten middel om 's Lands Kas van noodige penningen te voorzien; middel, evenwel, 't welk, om verfcheiden redenen, thans ontoereikende wierdt bevonden. Een ander, ten bedoelden oogmerke beter toereikende, moest dan dat middel vervangen. Daar toe kwam men op den inval, om, met affchaffing van, indien niet alle, althans de voomaamfte Impofitien, de nodige penningen te vinden uit eene jaarlykfche belasting , op de Inkomften of Gewinnen van ieder Huisgezin, naar evenredigheid te vinden. Zonder voor als nog de zaak vast te ftellen, bragt het Provinciaal Beftuur, langs den weg eener Proklamatie, dit Ontwerp ter kennisfe van het Volk, met verzoek om het zelve te beoordeelen, en de
aanmerkingen daar op mede te deelen.
ö PRO-
R
TER dam
350 NIEUWE NEDERLANJ3SCUE
Leeuwarden.
Procl.
rakende een Plat van Belastinge
PROCLAMATIE.
TTet Provinciaal Beftuur van Fiiesland , lan AJ- hec Volk van Friesland!
MEDEBURGERS!
t
Gaven Wy by onze Publicatie van den q8 > April laatstleeden, ter provifioneele continuatie van de loopende Lasten, te kennen, dat Wy meermalen bedagt geweest waren , eene verandering omtrent de belastingen en Impofitien te kunnen invoeren, — dan dat Wy iot nog toe geen toereikend Stelzel, op het welk met grond konde gereekend worden, en dat aan de noodzakelyke vereischtens beantwoorde , gevonden hadden; Wy verzekerden UI. toen ook plentig, dat Wy met de meest mogelyke oplettenheid zouden blyven werkzaam zyn , om in deezen de nuttig bevondene verbeteringen en veranderingen in te kunnen voeren.
Gewisfelyk ook moet het groot en eenig doel van getrouwe en eerlyke Befhiurders zyn, om het Volk , wiens belangens aan hun ter behartiging zyn toevertrouwd, zoo gelukkig mogelyk te maaken; — hetzelve van drukkende en onëvenredige Lasten te ontheffen, zoo veel den tosfland van het gemeene Vaderland toelaat; —zodanige maatregelen te nemen, als welke gefchikt zyn om Revolutien door nuttige verbeteringen te doen opvolgen, en alzoo in zegeninge te doen blyven; — de belangzugtige overtreedingen en ondeugden tegen te gaan , en getrouwheid , eerlykheid en belanglooze Vaderlandsliefde, aan re kweeken; — de Wet voor allen gelyk te doen zyn, en den woeker de gelegenheid te beneeuitn , om zich ten koste van het algemeen welzyn te bevoordeelen; — die barbaarfche hiltellingen te doen ophouden, volgens welke de bedryvers van gelyke misdaden
■ de
JAARBOEKEN, May, 1797. 35*
de eenen met geld kunnen afkopen, het geen de anderen , (uit onvermogen) met het Lyf moeten boeten, voor misdaaden tegens de publieke welvaart.
Het is daar en tegen maar al te k^nnelyK, Medeburgers', hoe veele fchandelyke misbruiken in de tegenswoordige heffing des Impofitien in dit Gewest plaats hebben , misbruiken en fraudes, die van dag tot dag fchynen te vermee nigvuldisen, na maate de mjsdaad meer en meet gelegenheid gevonden heeft om het waakzaam oog van de Opzieners over 's Lands Gerechtigheden te ontduiken, — of door andere weger en middelen, Goederen en Waaren , onbezwaarc in de Provintie te voeren, die even duur ver kogt worden, al waare er den Iir.post van betaald ; door welke handelingen niet alleei 's Lands kas onberekenbaare nadeelen moet ly den, maar de Ingezetenen daar te boven me lasten worden bezwaard , die enkel en alleei komen in de beurfen van in fchelmery ervaren Woeketaars! — Echter ontbreekt het niet aa: een genoegzaam getal beamten van allerleyei aard, om op de richtige invordering van d Impofitien en Middelen toe te zien: eene aar zienlyke Som der Penningen, welke uit di middelen worden opgebragt, moet befteed woi den voor Traktementen en verdere uitgaaven om er de inkomften van te verzekeren. —
Het is waar, dat elk Ingezeten het zyne, n maate van verteering uit noodzaakelykheid, e tot vermaak of gemak, ongevoelig in de lm posten en Middelen van Confumtie bydraagt.
Maar, het is ook eene fmertelyke waarheid dat een gedeelte van dien opbrengst in fchraat zug^ige handen vervalt, — dat een gedeeli daar van ftrekt om de ondeugd aan te kwei ken, en dat eerlyke Kooplieden, die 'sLand Gerechtigheden niet willen benadeelen, als hi ware, gekromd moeten gaan onder een juk
d:
Leeuwarden.
Precl. rakende een Plan vn Belastinge.
t
L
t 1
1 1
5
I
k
I
i
»
e
t
:t »
it
352 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeuwarden.
Procl. rakende een Plan yan Belastinge.
dat anderen onbefchaamd weeten af te fchudden-
Zo lange een Stelzel van Belastingen , het welk de vrye vervoering der Goederen van het eene gedeelte der Republiek naar het andere ftremd en bezwaard, in wcezen is, zullen ook natuurlyk de Commercie, Fabrieken en Handwerken kwynen; — of ten minften niet die voortgangen kunnen maken, welke i eene onbelemmerde Circulatie van Waaren alleen kan doen gebooren worden , en een bezwaar op de buitenlandfche Werkftoffen , te gelyk met eene gemakkelyke Uitvoer van onze eigene Producten , kan verzeekeren. Elk Gewest ftaat op zich zeiven , als een afzonderlyk Land : men wil het uitfluitend voordeel van zyne Provintie behartigen; — en daarom word het algemeen belang, de begunftiging namelyk van de bronnen van beftaan en welvaart van het Gemeenebest, verwaarloo d. — Warn eer dus de Bataaffche Republiek zal één en onverdeelbaar zyn, zo wel met betrekking tot haare inwendige gefteltenis, de bevordering van den bloei en welvaart haarer Fabrieken , Trafieken, Handwerken , Landbouw en Scheepvaart, — als ten aanzien van haar Beftuur; — dan ook zullen alle die fchutsboomen zyn opgeheeven, en de Nederlander, onverfchillig in welk Oord van het Vaderland woonagtig, zal zwarigheden van zelve zien verdwynen, die in een Fmderatif, of op het denkbeeld van afzonderlyk belang der Provintien fteunend, Staatswezen, onoplosbaar fchynen.
Dit gedeelte van de Bataaffche Republiek, door zyne eigenaartige ligging van zelve gefchikt om alle de voordeelen van eenen vryen handel te eeniet°n, — zal als dan zich niet meer belemmerd bevinden door lnftellingen en Wetten, die jaloerfche Nabuuren in het zelfde Vaderland begunftigen: het zal zich zeiven eenen werr gebaand
JAARBOEKEN, May, i?97> 353
baand zien , om ook Pakhuizen op te vullen met Waaren, welke thans uit eene tweede of derde hand fchaars op haaren grpnd worden gebragt, en even maar toereikend zyn voor zynen nooddruft.
Dit alles, Medeburgers! heeft ons genoopt, om bedagt te zyn op een Ontwerp, het welk in de plaats van zoo veele ftrydigheden zoude kunnen worden ingevoerd, terwyl het teffens evenredig , zeker, en zo min mogelyk bezwaarend voor de Ingezeetenen zoude moeten zyn: want, aan hoe veele zwarigheden het tegenswoordig Stelzel der Impofitien, hier boven afgefchetst, ook onderhevig zy, hetzelve brengt niet te min eene aanzienlyke Som aan tot flyving van'sLands Fmantien ; en de omftandigheden kunnen niet toelaate.i , Voor als nog verminderingen in te voeren, zal Friesland getrouw zyn aan de plichten, die hetzelve aan Nederland verbinden; zal hetzelve met dezelfde vrymoedigheid het hoofd kunnen opfteeken, zo als het zulks in het verloopen Jaar heeft mogen doen.
Veertig Millioenen zyn door de Nationale Vergadering bereekend om de noodwendigheden goed te doen, die het belang van dit Gemeenebest vereifchen: waar van de afbetaling nog volgens de Quota zal moeten gefchieden; zo dat byna vier Millioenen alleen dit Jaar ten laste van Friesland komen. , ,
E!k uwer bezint dus , dat Wy wel verandering mogen invoeren, maar geene Verligting m den opbrengst kunnen daarftellen : die alleen zal kunnen komen door de vestiging van eene algemeene Vreede , — waartoe de vooruitzigten nochtans van dag tot dag gunftiger.worden.
Wy hebben evenwel, Medeburgers! üwl. een bewys willen geeven , dat Wy onze verzeeke. ring , van Werkzaam te zyn tot uitvinding var verandering in het dragen der gewoone tasten, ter goeder trouwe gedaan hebben.
2 Eeni
Leeuwarden.
Procl,
rakende ten Plan van B.' lastinge.
Leeu-
war.* den»
ProcL rakende een [Plat, van Belastinge.
S54 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Eene Commisfie, tot dat einde uit onzer midden benoemd, heeft ons een Plan voorgedragen , door welkers invoering zy oordeelde dat alle Impofitien en Middelen zouden kunnen worden opgeheven, en eene evenredige Quotifatie op de Inkomften ingevoerd, waardoor eene gelyke of grootere Som Penningen in 'sLands Cas zoude komen, dan die, welke de gewocne middelen en Impofitien hebben opgebragt, — op eene zekerder, evenrediger erj minder drukkende wyze.
Hetzelve Plan, overwogen en daarin eenige verbeteringen gemaakt hebbende, is by ons Waardig gekeurd om aan UI. ter beoordeeling te worden voorgefteld, zo als Wy by deezen zullen doen.
Vocraf willen wy U nog eerst eene optelling doen van de Impofitien en Middelen, welke by de invoering van dat Pian zouden worden afgefchaft.
Zy zyn: den Impost op de Lakens en Krameryen; de Havenfpeciën; den Impost op de Azyn makeryen ; op de Zoete-waren, Vrugten, Speceryën ; op de Zeep en vette Waaren ; op de Zeepziederyen; op de Zoete Wynen, de verhoging der VVynen en Uirheemfche Bieren; op de Coffy en Thee; op de Tabak; op de Uitlandfche Brandewyn en gedisteleerde Wateren ; op de Inlandfche gebrande Wynen en Distelatiën; op het Zout; op het Gemaal, zo Infandsch als Buitenlapdseh; op de Gortmakeryen; op 3e Pelmolens,- op de uitvoer van Gott; op de Stokeryen; op het Beestiaal; op de 1 urf en het Brandhout; en eindelyk het Hoofd- of Familie-geld.
Alle deze Lasten en de tot invordering van dezelve benodigde Beampten, zouden in eens kunnen worden afgefchaft, wanneer het volgend Ontwerp uwe goedkeuring mogt wegdragen.
NIEUW
JAARBOEKEN, May, 1707. 355
NIEUW PLAN van belasting voor het FRIESCHE VOLK, door welkers Introductie de tegenwoordig plaats hebbende IMPOSITIEN worden vernietigd.
Art. I. Deeze Belasting zal gcheeven worden van de Inkomften of Gewinnen, welke een iegelyk in een Jaar maakt.
II. Er zullen 58 Clasfen zyn, verdeeld als volgt: \
Clasfen. Mom., Gewinn. &c* FournisfemenU
1 qoo 15 : 0:0
2 250 20 : o : a
3 300 25 : oio
4 35o 3o : 0:0
5 40a 35 : o : a
6 4'o 40 : o : 0
7 500 45 • 0:0
\ der Inkom, en Gewinnen.
8 700 - 525 - 5a : 10 : a
9 800 600 60 : 0:0
10 900 675 07 : 10 : a
11 icoo 750 75 : ó : o ia 1100 825 82 : 10 : a
13 1200 9C0 90 : 0:0
14 1300 JT5 97 : 10 : o
15 I400 1050 105 : 0:0
16 1500 1125 112 : 1© : o
17 1609 1200 120 : 0:0
18 1700 1275 127 : 10 : a
19 . 1800 1350 135 : 0:0
20 1900 1425 14a : 10 : o ai gooo 1500 150 : 0:0 33 22c0 1650 165 : 0:0
23 2400 1800 180 : 0:0
24 2600 19^0 195 : 0:0
25 2800 a.00 aio : 0:0
Z a *6
Leeuwarden.
Procl rakende een Plan van Belastinge.
Leeuwarden.
Procl. rakendi een Pla van Belastingt
356 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Clasfen, Inkom,, Gewinn. &c. Fournisfement.
26 3000 2259 225 : 0:0
27 34CO 2550 255 : 0:0
28 3800 2850 285 : 0:0
29 4200 3150 315 : 0:0
30 4600 3450 345 : 0:0 n 3j 5000 3750 375 : 0:0
3*, 5600 £200 420 : 0:0
'• 33 6200 4800 465 : 0:0
34 6800 5100 530 : 0:0
35 74°° 555© 555 : 0:0
36 } 8000 6000 600 : 0:0
37 9ooo 6750 675 : 0:0
38 10,000 750a 750 : 0:0
III. De Huisgezinnen, in de zeven eerfte Clasfen begreepen, zullen voor de by hun in huis zynde Kindeten, voor de Zoons beneden de twaalf, en Dogters beneden de veertien Jaaren oud, kunnen korten, in maniere als volgt :
A. De eerfte Clasfe , voor elk dier Kinderen een tiende gedeelte van het geheele Fournisfement,
B. De tweede Clasfe, een twaalfde gedeelte voor elk Kind,
C. De derde Clasfe , een veertiende gedeelte voor elk Kind.
D. De vierde Clasfe , een zestiende gedeelte voor elk Kind.
E. De vyfde Clasfe , een agttiende gedeelte voor elk Kind.
F. De zesde Clasfe, een twintigfte gedeelte
voor elk Kind.
G. De zevende Clasfe, een vyf-en-twintigfte gedeelte voor elk Kind
IV. Die boven de zeven eerfte Clasfen komen , zuilen van £ gedeelte van hunne Inkomften , Gewinnen en Vtrdienften contribueer en: welk % ge, deelte de Som zal uitmaken, waarvan het Fournis-
fi'
JAARBOEKEN, ü^v, 1797- 357
fement overeenkomftig de gefielde Clasftficatie in Art. 2, zal moeten gefchieden; blyvende dus het overige i gedeelte onbezwaard. .
V Prygezels, welkers Inkomften en Gewinnen niet'zoo hoog zyn , dat zy onder de Clasfen zyn begreepen, zullen contribueer en op den voet zo als in de Clasfen is bepaald, te-weeten van | gedeelten van hunne ver dienst of inkomst, den tienden Pen.
VI. De Diemtbooden, die 30 Guldens en daar hoven, tot 50 Guldens incluis, verdienen, zullen van elke Gulden een halve Stuiver Jaarlyks contribuëeren; en die boven de 50 Guldens Jaarlyks verdienen , zullen van elke Gulden een Stuiver aan den Lande opbrengen.
VII. De voorfchreeven Quotifatte zal op omfchryving van de refpeStive Gerechten , in Termy'nen nader te bepaalen, worden betaald, aan den geenen, welke van wegens de Gerechten daar tot zullen worelen gequalificeerd.
VIII. Foor de Omfchryving en Ontvang dei Penningen , zal 2 Gulden pro Cento worden be-
'*l'x' Dat de bereekening van een ieders Inkom ften ,' Gewinnen ' en Verdienften , zal gefchiedet na beste geweeten, over een geheel Jaar, aanvang neemende met den dag, dat de Quettfatu zal weezen gearrefteérd, en hopende tot aan dw zelfden datum van het eerstvolgend Jaar.
Zullende die Ingezeetenen, dewelke bezwaarlyi de bereekening kunnen doen. verpligt zyn tn ge moede de Quotifatie te maken volgens hunne be voorens genoten gewinnen en tegenswoordtg bc
ftaan. . . „
X. Dat het dan'elk Ingezeeten vry zal ftaa om zig zeiven, ingevolge de gefielde Clasfftca tie , te quotifeeren ; mits daaromtrent ter goe der trouwe en met de meeste accuratesfe te wer, gaande. x
Leeuwarden.
Procl.
rakende een Plan van Belastinge.
! !
t
ï
358 NIEUWE NEOERLANDSCHE
Leeuwarden.
Procl. rakende een Plan Van Belastinge.
XL Dat ten dien einde de Gerechten, bin> nen zekeren korten tyd na het arrefleeren en afkondigen van het voorfz Plan, aan elk Ingezeeten (die niet uit Arme-Kasfen bedeeld word) zullen doen rondbrengen een gedrukt Billet, waarin, een ieder verpligt zal zyn in te vullen in welke Clasfe hy ziek zelve in geinoede vermeend te moeten quotifeeren.
XII' Dat het gemelde Biliet: binnen zekeren tyd, namens dj Gerechten wederom zal worden afgehaald, en alsdan ingevuld en ondertekend docr elk lngezeeten) zal moeten terug gegeeven worden.
(Alles op zekere poene , nader tegens de nalatigen te bepaalen.)
XIII, Dat elk Jngezeeten getrouwelyk, ingevolge de Casfen, waarin hy zig opgegeven heeft-, binnen de bepaalde Termynen het verfchuldigde in deeze Jlffir-g zal fourneer en.
(Meeele Z 4 *
Leeuwarden.
ProcL
rakende een Plan van Belastinge.
3öo NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeu-
war» ' den.
Procl.
rakende een Plan von Belastinge.
Ziet
XXIV. Dat de Gerechten zullen aanftollen ten hunnen pericul, eenen Ontvanger en de noodt ga Coileéfeurs, tot de invordering der Penningen op de gefielde Termynen.
'XXV. Dat alle vierendeel Jaars, voor het verhop van de Maand, die op de invordering der hoogde Clasjen volgt, de Gelden zullen moeten >vergebragt worden in 'x Lands Comptoiren.
XXVI. Dat van de Resten , Cedullen zullen geformeerd, en met dezelve zal gehandeld worden even zo als zulks thans ten aanzien van die der Speciën gefchied.
XXVJI. Dat het Fournisfement voor de Dïcnsibocd'.n en Vrygezels, die niet in de Clafen begreepen zyn, zal gefchieden om het half jaar; en dat de geenen, by welke de Dienstbooden woonen , voor de betaalinge van het halfjaarig Fournisfement zullen aanfprakelyk zyn,
XXVIII. Omtrent Weduwen of Huisgezinnen dewelke door verfierf yan de geenen, die voornamentlyk voor derzelver beftaan moefien zorgen, binnen het Jaar aanmerkelyk nadeel lyden , zal tenen regel worden gefteld tot verlichting of geheele exemptie in deéze Quotifatie.
Wanneer het opgemeld of dierge\yk Plan van belastingen word in werking gebragt, zullen daar door niet alleen de posten van Opzigters en Cherchers, maar van Commifen , gencraale Collecteurs, en verdere in de tegenswoordige middelen geëmploieerende Ambtenaarcn, vervallen.
Wy hebben billyk geoordeeld, elezelve, in dat geval, eenige gratificatie, of dedommagement toe te leggen: by voorbeeld, -voor de Commifen en generaale Collecteurs elk f 250 in eens, zonder. wyders; aan da oude Ofzigttrs, die 'geheel buiten dienst worden gefteld, elk f 100 jaarlyks; en verders aan jongeren, die nog in ftaat zyn hun Brood te winnen, en welke zich in hun post wel hebben gekweeien, elk f 100 zonder wyders.
JAARBOEKEN, May, 1797. 361
Ziet daar, Medeburgers! een fchets van eene belasting aan Uwlieder oordeel voorgedraagen, dewelke, wanneer dezelve aan Onze gisfingen beantwoord, niet minder in 's Lands Kas zal kun nen oplc-everen, dan de hier vooren gespecificeerde Impofitien en Middelen ,-tot hier toe geheeven; en dewelke Wy vertrouwen over het algemeen evenrediger, min drukkender, niet aan die menigvuldige fraudes'onderhevig te zullen zyn, die, ondanks het toeverzigt en de ftrenge wetten op het Stuk der Middelen, hebben plaats gehaa.
Wy zullen geene bereekening maaken, van dt voordeelen, welke de Ingezeetenen in het alge meen, en elke Huishouding in het byzonder, me' de affchaffing van Impofitien mogen vcrwagten Elk die weet, dat de Waaren een zesde of vyf de gedeelte van de waarde zyn bezwaard; dat di Commercie is geftremd en aan de befchikkmg vai andtren overgelaaten, zo lange het Stelzel van d tegenswoordige Belastingen aanwezig is, zal zie eewisfelyk mogen vleyen dat de Goederen en wa ren aaumerkelyk zullen moeten daalen, wannee die groote bezwaaren zyn opgeheeven ; en me zal op dien grond kunnen bereekenen , dat een in de plaats gefielde Quotifatie, op lange na zo drukkend niet zal zyn, vooral voor Huishouoii gen, die uit eenige Perfoonen beftaan , en di veel confumeeren tot leevensondefhoud. De mm vermogenden zullen er, onzes eragtens, veel b profiteeren : het bezwaar der Kinderen zal hu door de korting worden verzagt.
De Gelykheid in het dragen van Lasten z< veel mogelyk te bevorderen, is Ons doelwit deezen. , .,
Wy hoopen, dat zodaanig heilzaam oogme zal kunnen bereikt worden, en dat de goede trou en braafheid der Ingezeetenen daar voor meer t waarborge zullen ftrekken , dan tallooze Ambi naaren en omflagtige voorzieningen bevoorens ne ben kunnen doen. t Z j *
Lgetj-
WARDüN.
Proef rakende een Plan van Belaitinge»
1 1
r
a e 0 1sit
y
n
10 in
■k w ;n eb-
et
3<5i NIEUWE NEDERXANDSCHE
Leeuwarden.
Procl.
rakende een Plan van Belastinge,
\
\ 1 i
8 d
Het in deezen vermeld PJao, Medeburgers! word aan Uiieden ter overweeging eD beoordeeling voorgedraagen, geduureDde den tyd van drie weekeo na afkondiging deezes: beoordeel en onderzoek het zelve met bedaardheid , bebngeloos voor uw zei ven , maar met in ooghouding van het algemeen btlang en hec heil der Maatfchappy. Vind Gylieden er bedenkingen op, ontdekt Gy er zwarigheden tegen. komen U verbeteringen voor, geef dezelve aan Oos binnen dien tyd op: Wy zullen mee alle omzigtigheid en onpartydigheid dezelve overweegen, en daar van zodanig gebruik maaken , als de gegrondheid en het gewigt derzelve in onze oogen verdienen.
Heil en Broederfchap!
Aldus gedaan op 't Landfchapshuis binnen Leeuwarden , den 19 May 1797, liet derde Jaar der 3ataa//che V^ylieid.
Het Provinciaal Beftuur van Friesland,
A. A. BA CKER, Vt. Ter Ordonnantie van het zelve ,
CORN. GODSCHALK.
By een Belluit van 21 April jongstleden, hadt et Provinciaal Beftuur den maatregel beraamd, olgens welken van de geweezeoe Staatsleden, Laaden des Hofs en anderen, die in den jaare 787 in het bewind waren, eene fchadewroeding van ƒ 700,000 zou worden gevorderd, :n behoeve, onder andere, van de zulken, ie by de Omwenteling van dat jaar hadden
ge-
JAARBOEKEN, May, 1797- 3«3
1 geleeden. De daar by belang hebbenden, do r [ dien eisch, zien in hunne regten beleedigd s agtende, en bovendien denzelven met regt 1 en biliykheid onbeltaanbaar keurende, wier don gezamentlyk te raade , daar tegen eene Dedu&ie in te leveren, van den volgeni den inhoud.
MEDEBURGERS!
Tndien ooit eene Regeering zig beyverd heeft. * om, aan hunne Medeingezetenen, te belooven het volle genot dier Rechten en Vryheeden, welke de menfchen, en in het afgetrokkene. en ah Leden eener Burgerlyke Maatfchappy befchouwd, toekomen; zoo zyn het voorzeker die geene, wd ke, zedert tde Staatsomwenteliug van .795 , dt Provincie van Friesland, onder verfchnlende bena mingen, beftierd hebben
En, naar maate die beloften m fterker bewoor dingen vervat zyn, naar mate dezelve meer duidelyk, als de Souveraine en onveranderlyke wi, van het Volk zelve, zyn voorgedragen; naar ever die zelfde mate word Ook ontegenfpreeklyker hei .Recht van elk Ingezeten, om die burgerlyke Vryheid, op zyne byzondere omftandigheden toegepast, voor zig te reclameeren, we'ke elk Inge zeeten genieten moet, zal het Volk zelve gezegc kunnen worden, waarlyk vry te zyn, en zullen d< zoo plechtig geproclameerde Rechten van det l Mensch en Burger, niet in ydele klanken , maai in daadzaaken beftaan.
En het is op dezen grond , dat de Ondergefchrevene, welke vermeenen, dat die Rechten ter hunnen opzigte niet alleen miskend , maar zelfs regtftreeks tegengegaan worden, zig ten volle be voegd rekenen, om hier over gepaste vertogen t< 0 doen
Leeu>
warden.
I
364 NIEUWE NEDER.LANDSCHE
LeeU'
warden.
Deductie van oude Staatsieden.
doen, by die geene, aan we'ke het maintien dier Rechten thans is aanbevooien.
Zy bedoelden Uüeder Decreet van den 21 April dezes Jaars 1797, luidende volgens het Dagblad aldus:
,, Dat van de geweezene Staatsleden, Raaden ,, 'sHofs enz., welke in den Jaare 1787 in ,, Bewind waren, zat gevorderd worden 700,000 s, Guldens; dat Zevenendertig hunner zullen ge„ roepen worden voor eene \.te benoemene') Com„ misfii , en van hun afgevorderd de gemelde „ fomma in swee Termynen, het eerfte voor den eer„ ft en Juny en het tweede voor den eerften Augus„ tus 1797 op te brengen,behoudens het recht,om „ met. de overige Medeplichtigen onderling eene
regeling te maken , mits dat die regeling eerst „ moet gelegd worden ter approbatie of revi/ie
der flraks te benoemene Commisfi ; als mede, „ dat van de onwillige» , zoo veele hunner goe,, deren zullen verkogt worden, als tot de fcha„ devergoeding zal verdicht worden, En zyn f, tot deeze Commisfie benoemd, de Burgers Mie,, dema, Keuning, Fokeles, Visfer en Hobbema,
met last en authorifatie , om deeze gewigtige „ zaak ten fpoedigflen te effeduceren, door 37 „ der geweezene Staatsleden enz. hoofd voor hoofd „ voor zig te ontbieden, en genoemde fomma van
hun te requireeren."
Welk Decreet, eerst door de Citatie aan de Ondergeteekende geè'xploicteerd, en het voorleggen der bewuste Acte van verbintenis: en nu, na de weigering der deducenten om te tekenen; door de Sommatien, op den 23 May gefchied, is begonnen uitgevoerd te worden.
De Burgerlyke Vryheid. (en dit zal niemand tegenfpreeken.) is voornamelyk gelegen in de veiligheid van Perfoonen en Goederen, dat is, dat geene Perfoonen kunnen worden geftraft, dat geene Goederen kunnen worden ontnomen, dan wegens
daa-
JAARBOEKEN, May, 1707. 365
daaden die Afte die de Wet verbied , en volgens formaliteiten by de Wet bepaald. Indien derhalven de Ondergefchreevenen kunnen aantoonen, dat Ulieder gemelde Decreet met deeze beginfeien ftrydt, vertrouwen zy, dat Gylieden geene zwaarigheid zult maaken, het zelve buiten effect te Rellen, en van dit oogenblik af ook alle deszelfs gevolgen te doen ophouden
Tot bereiking van dit oogmerk , zal men zig enkel bepaalen, tot een Daauwkeurig en allereen voudigst betoog van de twee navolgende Hellingen.
i°. Dat de voorige Regenten en Raaden in det Hove geenzints verpligt zyn, tot het vergoedet van eenige fchaade, aan die geene, welke door d< troubles van 1787 eenig verlies geleeden, of per foneele onaangenaamheeden ondervonden hebben.
20. Zoo al eens eene zodanige verplichting kon de plaats hebben,, dat dan nog de form, naa welke die Schadevergoeding gevraagd wordt, tei eenemaal wederrechtelyk is.
Voor eerst zegt men; de gewezen Regenten e Raaden in den Hove zyn tot geene Schadevet goeding verplicht.
De verplichting tot Schadevergoeding brengt 1 de eerfte plaats meede, dat er fchade is toege bragt;-en vervolgens, dat die fchade wederrech lelyk is toegebragt.
Een Rechter, die een Gedaagden wegens een gewoone misdaad ftraft, brengt hem zeker fchad toe, doch naar Rechte, en bier denkt nieman ■om Schadevergoeding.
Deeze komt alleen dan te pas, wanneer aa iemand tegens Rechte fchade is toegebragt,
Gevolgelyk moet die geen , die Schadevergoi ding vraagt, bewyzen, dat die fchade hem w< derrechtelyk is toegebragt, door die geen, va wien hy die Schadevergoeding vordert.
Dit bewys niet zynde bygebragt, zoude .zul op zig zelve reeds voldoende zyn, om dep ewcl
Leeuwarden.
Deductie van oude Staatsleden-
1 1
r' 1
I
3
e e d
n
n
:s 1, 1
36*5 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeü.
WARDüN.
Deductie van oude Staatsleden.
in dezen gedaan wordende, geheel en al te ontzeggen.
Doch de ^ndergefchreevenen , volkomen vertrouwende op de rechtvaardigheid hunner zaake, [ ian hier een ihp ^erder, en zullen, hoe zeer ook ongehouden , zelve gaan bewyzen , dat zy aan niemand weder rechtclyk eenige fchade hebben toegc bragt.
Wat is iemand wederrechtelyk fchade toebrengen? Immers: iemand fchade toebrengen tegens die Rechten, die in kracht zyn , ten tyde , dat de fchade word geleden.
Zoo derhalven de vorige Regenten, na de onlusten van 1.787, niemand tegens de hechten van dien tyd fchade hebben aangedaan, is hunne zaak, by eiken onparty iigen beoordeelaar , voldongen.
Het komt hier niet in a nmerking , op welke principes die Wetten zelve berusteden; of ze met de thans anders begreepene Souverainiteit des Volks al of niet nVookten; het is genoeg, dat ze toen in vigeur waren f het is genoeg, dat de StaatsLeden tot derzelver maintien by hunne Procuratien als Volmachten gelast, en by plechtigen Eede verbonden waren. Het zoude de ongerymdheid zehe zyn, de later aangenomene principes op vroegere tyden te willen doen terug werken; en derhalven behoeft dit geen betoog
Maar, wat is nu na de Revolutie van 1787 gefchied? of liever, wat is er gefchied na de Troubles van 1787? want, als men eigent lyk fpreeken wil, heeft er geene Revolutie plaats, daar en de form van Regeering, en de Perfoonen van de Regenten, dezelfde blyven.
De openbaare rust en veiligheid is bewaard gebleven; plunderingen en andere ongeregeldheden, die in dien tyd, in zommige Gewesten, hier en daar hebben plaats gehad, zyn in Friesland, door de waakzaamheid der Jufticie - belet.
Men zal naauwlyks een eenig vocrbeeld van
po-
JAARBOEKEN, May, 1797. 367
politieke Dispofitien, met vcorbygaaD der ordinaris Jcftitie, ten nadeele van een eenig Ingezeeten, kunnen bybrengen.
Er zyn geene nieuwe Verklaaringen afgevorderd , geene nieuwe Wetten , ten bezwaare van iemand, ingevoerd geworden.
Maar de Wetren, dfe zedert onheugelyke ty den fubfifteerden , en naar welke, nog^gevonmst word, zyn uitgeveerd geworden»
Deeze Wetten haaren loop laatende, zyn de Staaten getrouw gebleeven aan bunnen Eed , waarby ze zig verbonden hadden, om 't Hof te zullen laaien by de adminiftratie van de Juftitie.
Die Wetten uitvoerende , zyn de Raaden in den Hove gebleeven, 't geen ze zyn moeten, Uitvoerders der Wetten, en hebben zig niet tot Wetgeevers verheven.
Bei Je overtuigd, dat de vereenigicg der Wetgeevende en Rechterlyke Macht, wel dra , het verlies van alle Burgerlyke Vryheid zoude na zig fleepen , heeft ieder dier als toen Geconftitueerde Machten, zich tot deszelfs eigen Departement zorgvuldig bepaald.
De Titel in 'sLands Ordonnantie:^» Oproer, was in volle werking, en het principe, dat in ,, zommige gevallen de opftand de heiligfte van „ alle plichten is," had toen nog niet de Adminiftratie der Crimineele Juftitie tot een zoo moeilyk Ambt verheven, dat, om het zelve waar te neemen, een zoo fijn oordeel van onderfcheiding nodig was, als door de onvolkomenheid van hes menfcheiyk verftand maar zelden bereikt wordt.
Die Titel Van Oproer is ook nog in werking, zoo als uit het geen, na de beweegingen, te Colium in deezen Jaare 1797 hebbende plaats gehad, is voorgevallen, ten volle gebleeken is.
En, even zoo zeer, als de Raad van Juftitie, thans zullende beoordeelen, wat oproer is, zig regelt naar de orde van zaaken, nu plaats hebben'
de;
Leeuwarden.
Deductie van oude Staatsleden»
Leeuwarden.
Deductie van oude Staatsleden,
368 NIEUWE NEDERLANDFCHE I
de; zoo moest ook de in 1767 vigeerende Con« ftitutie uiewy^en , wie toen ais Oproermaakers behoorden gelirafc te worden.
Dus is de fchade, by veele Lieden in 1787 en vervolgens geleden , niet wederrechtelyk , maar volgens de Rechten van dien tyd, ondergaan; en zy, die toen fchade geleden hebben, moeten zulks wyten, niet aan de Staaten, of Raaden in den Hove; maar, aan de ongelykvormigheid van hunne daaden met de Conftitutie en vastgefleldé Wetten van dien tyd.
Ja zelfs, met hoe veel weerzin de Staaten van Friesland de Crimineele Wetten , tegen zoo veele Lieden, hebben zien werken, is uit bun gedrag van den tyd af te neemen.
Gedachtig aan het zeggen van een Oud Rechtsgeleerde: ,, Dat in Burgerlyke-oneenjgheeden, op „ verre na, niet alles, wat tegen de vastgefteldrf ,, form van Regeering ondernomen wordt, juist ,, gefchiedt, met een boos opzet, om.de Repu,, bliek te onder te brengen," hebben zy een Placaat van Amnestie gegeeven , waar by de geftrengheid der Wetten van een groot aantal hunner Médeburgeren is afgewend, en 't Hof in ftaat gefteld, om eens, aan zoo veele ftrafoeffeningen, een einde te z;en
En, indien de kwaadwilligheid of het vooroordeel, in dat Piacaat van Amnestie, eene wreede barmhartigheid meent te ontdekken, door enkel het oog te wenden naar hen, die daar by worden uitgeflooten: zoo zal, in tegendeel, een ieder, die de Amnestie in derzelver verband met 's Lands bezwooren Conftitutie en de vigeerende Wetten befchouwt , in dezelve, zoo veele Brieven van Pardon en Aboütie ontdekken , als er Perfoonen zyn, die door dezelve van alle Crimineele te recht fteliingen bevryd worden ; terwyl omtrent die geene, die daar by worden uitgeflooten, geene nieuwe Wetten gemaakt, maar alleen de oude Wetten in vigeur gelaaten worden.
Ein.
JAARBOEKEN, May, 1797. 365
Eindelyk , om Uüeder aandacht niet met te veel zaaken op te houden, zal men nu nog maar, met één voorbeeld, ophelderen, de wettigheid van de Suflenue der Ondergefchreevene , dat hunne daaden niet, naar laatere Wetten of laater aangeiioomene principes, kunnen beoordeelt worden,
Het is te vermoeden , dat by de Conftitutie voor 't Volk van Nederland wel eenige Principes zullen worden aangenomen, welke 'tot hier toe niet in gebruik zyn, by voorbeeld , de volledige affcheiding van Kerk en Staat, in een veel ruimer zin, dan dezelve, tot kort na de Revolutie, heeft plaats gehad.
Zou het nu billyk zyn, dat de Reprefentanten des Volks van Friesland in 1798 tot fchade vergoeding wierden opgeroepen, om dat dezelve ia 1795 iets gedaan hadden, 't geen met dat nieu« principe niet flrookte?
En zullen dan de Regenten van 1787 tot Schadevergoeding worden genoodzaakt \ om dat ze toen niet wisten, wat in i7y5 omtrent de Souverainiteit des Volks zou worden bepaald; om dat ze niet wisten, welke daaden din niet meer voor oproerig zouden gehouden worden?
Laat hier het derde artikel van de Rechten van den Mensch en Burger antwoorden: „ Doe niet ,, aan een ander, 't geen gy niet wilt , dat aan „ u gefchiede;" en laat eens eindelyk de beoetfeDing van die uitmuntende les de Burgerlyke Maatfchappy, aan het waare geluk van derzelver Leden, dienstbaar maaken.
En hier mede dan betoogd zynde, dat de Oude Regenten en Raaden in den Hove tot geene Schadevergoeding gehouden zyn , gaat men tot het tweede Stuk over; om, nameatlyk , aan te toonen - dat, byaldien er al om zoodanig eene Schadevergoeding kon gedacht worden , dan nog de form, volgens welke dezelve geëischc worde, geheel en al wederrechtelyk zyn zoude.
A.a De
Leeuwarden.
Deduc' tie van oude Stdats* leden.
Lebu-
warden.
Deductie van oude Staats? leden,
i
370 NIEUWE NEDERLANDSCHE
De Rechten van een Mensch beftaan in de veiligheid van ons leven, enze vryheid, eigendom, en de rechten door verdragen verkreegen; en het behoort onder de aanzienlyke voortitelen der Burgerlyke Maatfchappy, dat wy, omtrent één dier rechten beledigd zynde,. niet ons z"!"en rechten, maar daar toe de hulp vfm den Kechter inroepen, die, na een bedaard cndeizoek der za?ke , na beide parthven gehoord te hebben, een ©nzydig oordeel vellen moet.
Meent dus de eene mensch, dat de ander hem Ichaade heeft toegebragt, zoo tracht hy zelve die fchade vergoed te krygen. Maar , oordeelt de eece Burger van den anderen Burger fchade geleden te hebben, zoo roept hy hem voor den bevoegden Rechter, aan wiens uitfpraak beide gereekend worden hunne zaak-verbleeven te hebben, door dien ze Leeden van ééne Burger Maatfchappy geworden zyn ' •. -
Maar in ons geval, zyn zy , cie fchade vergoed willen hebben, en zy, van wie die vergoeding gevorderd wordt, Leden van ééne BurgerMaatfchappy; 'dus moeten de eerstgeraelde immers de laatstgemelde voor hunnen bevoegden Rechter aanfpreeken. - _
En deeze uitoeffening van Civile Juftitie moet aan 't Hof gelaaren worden, ingevolge de Inftructie voor de Provifioneele Reprefentanten de* Friefchen Volks. fJ,
Het is op deeze voorwaarde ('t zy metbefcheidenheid gezegd) het is op deeze voorwaarde, en op geene andere, dat Gylieden , als derzelver Opvolgers. het Volk van Friesland beftuurt ^ en, zoo dra dit poincl; wordt uit het oog verloo'ren, houdt ook de Opdragt van Volksvertegenwoordigingop, door het Committé Revolutionair gefchied.
Is dus de zaak, waar van wy fpreeken, uit haaren eigen aart, een object van de ordinaris Juftitie - en niet van politiek onderzoek, zy kan ook,
in
JAARBOEKEN, May, 1797. 37!
in de tweede plaats, by geen politiek onderzoek worden afgedaan
Immers, hier komen zoo veele verfchillende en moeilyke questien voor, dat dezelve de naauwkeurigheid van een Rechterlyk onderzoek volftrekt noodzakelyk maaken, ais daar zyn:
l° Is er fchade geleden, en we'ke?
a9. Is die fchade wederrechtelyk geleden?
3°. Wie- zyn ze, die Schadevergoeding eisfchen? en wat eisfchen zy ? - ^
40. Van wie wordt het geëischt, bepaaldelyk van welke perfoonen, en op wat grond ?
5°. Blykt het , dat die Perfoonen de fchade hebben toegebragt?
6». Is die fchade door hen toegebragt, rnet een doleus opzet, of door zoodanig eene grove onwecenheid, die genoegzamen grond tot zoo eene aétie van fchade oplevert?
Wat het eerfte. Poindt betreft: Is er fchade „ geleden en welke?"
» Dat er fchade geleden is, ftemt men toe, maar waar uit blykt, dat «die fchade juist zeven tonnen Gouds bedraagt, niet meer of niet minder ? of is dit uit de opgaave der eisfchers zelve blykbaar? en hoe worden deeze dan partyen en getuigen tevens?
Ten Tweeden: Is die fchade wederrechtelyk geleden ?
Wy hebben hier boven het tegendeel bewezen, maar, zoo men al eens van de kragt dier bewyzen nog niet ten volle overtuigd mogt zyn, zal men zelfs dan niet moeten toeftemmen, dat hier veel vóór kan worden bygebragt?
Of zal het eene Gelykheid van Rechten zyn, dat in het zelfde La'd, daar aan de ergitebooswigten hunne defenfie volledig word overgelaten, daar aan iemand, die, na A7ader en lVioeder vermoord te hebben, zulks halftartig blyft ontkenAa a nea
Leeo»
warden.
Deductie van oude Staatsleden*
Leeü-
WARDEN.
Deductie yan oude Staatsleden.
372 NIEÜWE NEDERLANDSCHE
Den, op 'sLands kosten een Advocaat wordt toegevoegd ; dat daar Lieden, die ter goeder naam en faam ftaan, en gezegd worden in hun Officie iemand te hebben benadeeld, zelfs niet eens gehootd, nog veel minder tot het bewyzen hunner onfchuld, zullen worden toegelaaten?
Ten Derden: Wie zyn ze, die Schadevergoeding eisfchen?
Zyn er niet veele'onder die geene, die na 1787 fchade geleden hebben, die van geene Vergoeding fpreeken? zyn er hier niet onder, die beer dan de overige omtrent hunne Maatfthappelyke Rechten gerekend moeten worden verlicht te zyn? willen dan deeze Lieden niet hebben, 't geen bun toekomt? of begrypen zy, dat hunne daaden, hoe overeenkomftig ook met hunne [eigen politieke beginzels, egter met de orde van zaaken in 1787 weinig ftrookten?
Verder, zyn er ook, onder die géere, die veel van Schadevergoeding fpreeken , niet de zodanige, die door de troubles van 1787 geene fchade ge» leeden hebben, dog die begreepen, dat de verwarring van ditn tyd hun de beste gelegenheid aan de hand gaf, om de berooidheid hunner boedels te bedekken , en naderhand, als ongelukkige flagtoffers van Jiunne Vaderlandsliefde, op den wettigen eigendom van anderen aanfpraak te maaken?
Ten Vierden : Van welke Perfoonen, en op wat grond, wordt het geeischt?
Waar is de Actie tegens die 37 Perfoonen , tegens welke de Citatie is uitgegaan ? en , toen naderhand die Citatie tegens zommige derzelve is opgeheven, hebben toen de Vetzoekers aan hun recht, ten opzigte van die geene, gerenuntieerd?
Ten Vyf den: Blykt het, dat die Perfoonen de fchade hebben toegebragt?
Zommige van hun zyn in het Jaar 1787 niet eens Volmachten ten Landsdage geweest.
Eén
JAARBOEKEN^, May, 179?' 3?3
E-én zelfs heeft, tot in den Jaare 1790 toe, een Comptabel Ampt bekleed. . i
Een ander heeft, uit hoofde eener Commisfie, niet op 't Landshuis mogen verfchynen.
Wederom een ander is, maanden achter een, uit de Provincie afwezig geweest; en deeze alle hebben gevolgelyk, als toen, geene deliberatien van de Staaten kunnen bywoonen.
Drie van de geciteerde Raaden in den Hove hebben over geene zaaken, de troubles van 1787 betreffende, mede gezeten, uit hoofde van verwantfchap met den een of ander der Gedaagden.
Ka, zoo zy, die er dan overblyven, niet even als zommige der bovengenoemde Perfoonen, van de onmogelykheid, dat zy fchuldig zyn, kunnen doen blyken, zullen zy dan voor fchuldig gehouden worden, alleen, om dat zy kunnen fchuldig zyn?
En genomen eeus, dat zy fchuldig zyn, zyn zy dan alleen fchuldig ?
Als een Coliegie iemand benadeelt heeft, houdt men dan het gantfche Collegiê voor fchuldig , of die geene alleen, die er in geftemd hebben?
In het eerfte geval, waarom zyn dan de On. dergefchreevene alleen geciteerd?
In bet laatfte geval, waar geblykt dan van de Advyzen, die zy op 't Landshuis, of in den Raad hebben uitgebragt? of is dit maar by gis* fing opgemaakt?
Ten Zesden: Heeft, in het geen door hen gedaan is, een doleus opzet, of grove onwetenheid plaats?
De Volmachten ten Landsdage waren Gelastigden door de Stemgerechtigde Ingezeetenen, en wel zodanige Gelastigden, die des nopds tot het op zig neemen van dien last konden genoodzaakt worden; zy moeften hunnen last uitvoeren ter goeder trouw, en waaren voor een doleus opzet, ef zeer grove onkunde, aanfpraakelyk.
Maar, zoo zy nu eens iemand fchade hadden toegebragt, zonder doleus opzet, zonder eene Aa 3 zeet
Leeuwarden»
Deductie yan oude Staatsleden t
374 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeu-
war-
din,
Deductie Vs.n oude S:aalslede/i.
zeer groove dwaaling, doch, die met nog groef* ter kunde, met een nog fcherper doorzigt, had kunnen verhoed worden , en zy hadden dit ter goeder trouw gedaan, zal cr dan een AcYie van fchade tegeas hen geinftkueerd worden? Waar wil dit heen?
Wanneer dan eens eene Sententie van 't Hof in groot Revys wordt gereformeerd , om dat er blykt in de toepasfi/'g van 't een of ander rechtsprincipe erreur begaan te zyn , zal dan de Succumbant ter eerfter jnftamie Schadevergoeding van 't Hof eisfchen, om dat hy niet al aanftonds getriumpheerd heeft?
Of zal hy ook verkiezen,, eenige Raaden er uit te kippen , die hy gist dat tegens hem geftemd hebben, en die dan, ieder in Jolidu.n, willen gecondemneerd hebben?
De Ondergefchreevene meenen genoeg gezegd te hebben, tot betoog, dat deeze zaak veel te netelig is, om anders, dan na behoorlyk Rechterlyk onderzoek, te worden getermineerd.
Ja maar, zegt menjan Rechterlyk onderzoek is te langwylig; hen die fchade geleden hebben, tot de ordinaris Juftitie te verwyzen, is het zelf' de, als hun af te wyzen-
Maar, men zal immers toegeeven, dat van de wettigheid der pretenfie blyken moet; en zoo hier van blykt, waarom zou dan voor hen geen Juftitie te krygen zyn?
Het is waar, de Rechter is met geen gemoedelyiie overtuiging re vreede, maar ziet op legaal bewys.
' Eu, daar dit principe wordt uit het oog verloren , daar is geen Burgerlyke Vryheid meer, met welke het akoosduurend gevaar, van onfchu!* dig gedoemd te worden, geenzints ftrooken kan. De Wetgeever bepaalt, welk foort van bewyzen in Rechte eenen genoegzaamen trap van zékerheid opleveren.
De
JAARBOEKEN, May, 17©?. 375
De Rechter ziet flegts, of die bewyzen al of njet voor handen zyn.
Zoo handelt de Wetgeever naar ryp beraad, en in koelen bloede, zonder tte weeten, wie by zyne bepaaling winnen, wie daar by verliezen zal.
Zoo vraagt de Rechter, niet aan zig zelve, maar aan de onp'irtydige uitfpraak der Wet; wie;i hy vryfpreeken, wien hy doemen moet
Daar dit legaal bewys, deeze gewoone Rechtspleging naauwkeurig bewaard wordt, daar kan de Burgerlyke Vryheid bloeijen ; het is deeze geftrenge adminiftratie 'der Juftitie, die zelfs het beste hulpmiddel., tegen de hevigfte beroeringen van een Gemeenebest. scn d« hand geeft.
In tegendeel, daar de zaaken aan den dagelyk* fchen Reci'ter onttrokken worden; daar politieks dispofitien hei meest in zwang raaken; daar ees, ieder, die volgens ftrengheid van rechten zyne oogmerken niet bereiken kan, by de laatstgemelde heul zoekt; daar is wei dra geer. fchyn of fchaduw van Burgerlyke Vryheid meer aanwezig; duar verliest de Burgerlyke Maatfchappy alle haare Voorrechten ; eu wordt in eene zaamenwoöBing misvormd, boven welke de ftaat der natuur verre te verkiezen is.
Uit al het gezegde, meenen de Oadergeteekende, dat overtuigend blyken moet:
Dat in dezen geene verpligting tot Schadevergoeding van hunne zyde plaats heeft, en, by aldien hier omtrent nog eenige twyffel raogt overblyven, dat dan nog die Schadevergoeding van hen, door gewoone middnlen Rechtens, zal moeten worden gevorderd, en aan hen daar tegens hunne volledige defer.fie worden overgelaaten.
Zoodanig een onpartydig Rechterlyk onderzoek is alleen beftaanbaar met de veiligheid van Perïöonen en Goederen, hen door het Committé Revolutionait, op den 19 February i7stf > plechtig
beloofd. A A9«
Aa 4 Aan
Leeuwarden.
Deductie van wde Staatsleden,
376 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeuwarden.
Deductie van oude Staatsleden,
f
Aan dit Rechterlyk onderzoek durven zy zig gerust onderwerpen.
Zederc lang gewoon, de zwaarfte verliezen te lyden, en, door de gevolgen der Revolutie, van dat geen beroofd zynde, dat onder de vorige Conftitutie voor wettigen eigendom gehouden wierd; hebben zy zig reeds meerder opofferingen , dan hunne gewezen Mederegenten in de andere Gewesten van Nederland, moeten laaten welgevallen.
Zedert lang gewoon , de voorwerpen te zyn vaa de heviglte aantygingen, hebben zy zig, tot nog toe, door niemand , hoe ook genaamd, op eene wettige wyze befchuldigd gezien.
En, wat of ook ten dien opzichte, in de zaak, waar over thans gehandeld is, mooge voorvallen; zoo zul en de Ondergeteekende, in de aangenaame bewustheid, van naar hunnen Eed en Plicht gehandeld, en het nut hunner Medeburgeren, zoo veel in hun was, gezocht te hebben, zig door de gerustheid van hun geweeten genoegzaam gefterkc voelen, om den uitflag deezer zaak, zoo wel als de overige lotgeyallen huns levens, met gelaatenbeid af te wachten.
(JVas geteekend)
U. van Burmania. D. J. A. van Sylzama.
M- van Scheltinga. S. Basfeleur.
D. B. van Haersma, W. H. T. Camftra thoe
voor zig zelve, en Schwartzenberg en
als ge'astigde van den Hohenlansberg.
Oud-Raadsheer^, L. E. S. G J. van Bur-
D. van Haersma- mania Rsngers.
P. A. Btrgsma. T M. Lycklama a Nye-
ff. B. van Sminia. holt.
C. van Scheltinga. < F. J. J. van Eyfinga.
W A. P. van Sloterdyh. R.. E. van Andringa de
H. L. van Haersma. Kempenaer.
luw
JAARBOEKEN, Mdy, 1797- 377
£ A. AL, Ren gen. Beo de Wendt,
M. van Scheltinga. A. Muller.
Eifo de Wendt. Syjs Schaaf
R van Lwden. Aldert Taykes.
J. A Willinge. Herm. Cannegieter,
W. //• van Hambroick.
Het Provinciaal Beftuur , deeze Deductie gefteld hebbende in handen eener daar toe benoemde Commif fie, nam het uitgebrag e Rapport aan als het zyne, en veranderde hetzelve in een Befluit; agtervolgens het hier op volgende
EXTRACT uit de DECRETEN van het PROVINCIAAL BE STUUR van FRIESLAND.
De Commisfie tot regeling en invordering de Schadevergoeding, heeft, ter voldoening aai het Decreet van 27 May laatstleden , haar Kap port confideratien en advis uitgebragt op ee Request en Deduftie voor Ulbo van Burmam cum foc. , tendecrende tot het doen intrekke en buiten effect, te ftellen van het Decreet van de 21 April deezes jaars, betrekkelyk de perfonet le Schadevergoeding. .
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonde en verftaan, de Commisfie voor haare genomet moeite te bedanken; het Request voor Ulbo va Bui mama cum foc, bovengedagt uit te geeven m het appointement: in deezen kan niet worden g treeden i en voorts het Rapport van de Commi fie te doen drukken en aan het openbaar ter kei nis te brengen. . .
Aldus gedecreteerd op het Landfchapshuis bn Aa 5 0£
Le^u-
DüN.
t 1
1 1 1 1
D
e n it
51-
!-
n
Leeu*
warden.
/
378 NIEUWE NEDERLANDSCHE
nen Leeuwardeo, den 1 Juny 1797. Het derde Jaar der Bataaffche Vryheid.
Accordeerd met voorfz. Register.
In kennisfe van my Secretaris,
CORN. GODSCHALK.
RAPPORT van de Commisfie tot SCHADEVERGOEDING, uit het PROVINCIAAL BESTUUR van FRiESLAND; op eene DEDUCTIE van wegens eenige geweezene Leden enz. van het voorig BESTUUR , ter Vergadering van het PROVINCIAAL BESTUUR- van ERIiiSLAND ingeleverd.
ME DEBURGERS!
Uwe Commisfie, door Uiieden ter hand gefteld zynde een Request, geteekend door Pieter Wierdsma, uit orde van 97 der geciteerde en gefommeerde Leeden van de oude Staats-Regeeringe, geweezen Raaden 'sHofs van Friesland en geadjungeefde Rechters, waarin te kennen geeven, aan zich zeiven, aan het Provinciaal Beduur, en aan de Nakomelingfchap verfchuidigd te zyn, hunne onfchuld ter verplichtinge tot Schsdevergoedinge te moeten aantooneh; ten welken einde eene bygaande Deductie, door hun allen geteekend, der s Vergaderinge is toegezondea; welke meede uwe Commisfie ten narigt en om rapport is gerenvoyeerd, behelzende bet verzoek der Requestranten dat de redenen en argumenten , in gemelde Deductie voorkoomende, door het Provinciaal Beftuur
JAARBOEKEN, May, 1797. 379
ftuur in ferieufe deliberatien genomen worden. en dat, naar zulks, het Decreet van den 21 April laatstleden met de gevolgen van dien woide in getrokken en buiten ("ffect. gefteld, en geduurende de aeliberatien over dat gewigtig ftuk (zoo door haar genaamd word) de ondernomene executie van hèt gemelde Decreet mag blyven in r-aiu.
Wy hebben, Medeburgers t fchoon dit een zeer wydloopig en fijn beredeneerd Stuk is, niet geaarzeld deezen uwen last, naar ons vermogen, te volbrengen: de gronden waarop gemelde perfoo' nen hunne verontfchuldigingen in deeze Deductie bouwen, zyn: dat, indien oo;t eene Regeeringe zich beyverd heeft hunne Meede Ingezeetenen het volle genot der Rechten en Vryheden, welke de Menfchen en in het afgetrokkene , en ali Leden eener Burgerlyke Maatfchappy befchouwc toekomen, te bdooven,t.aet voorzeker de is, wel ke zedert de S'aa:som wentelingen van 1795 d< Provincie Friesland, onder verfchillende benaamin gen beftierd heeft; „ zullen nu (zeggen zy) d zoo plechtig geproclameerde Rechten van dei " Mensch en Burger niet in ydele klanken, maa, itl daadzaetkan beftaan, naar maate die be " loftcn in jlerker bewoordingen vervat zyn " en duidelyk ali de fom reine en onveranderd *' ke wil van het Volk zelve zyn voorgedragen " naar die maate heeft ook ontegenfpreekelyk ie " der Ingezeten het Hecht, die Burgerlyke Vr$ ■- held op zyne byzondere omftandigheden toe 1 " pasfen, en voor zich te reclameeren; anders zou " di het Volk niet gezegd kunnen worden waarh " vry*te zyn." Op deezen grond bcklaagen zie de Requestranten, dat de Rechten van den Mensc en Burger ten bonnen opzichte niet alleen mi; kend, maar regtftreeks worden tegengegaan ; r< kenende zich uit dien hoofde ten vollen bevoeg gepaste Vertoogen te doen by den geenen, we ken het maintien dier beloofde Rechten is aanbt voolen. Wy. kunnen, Medeburgers! die verklai
m
Leeuwarden.
Rapnort en Befluit op de De* dubt ie der eadt Staats* leden,
»
i 1 l
1
38o NIEUWE NEDERLANDSCHE
JLeeu»
warden.
Happart en Be* fluit op de Deductieder oude Staatsleden,
i i
i 1
i
] j
I
ringe, als met eene gezonde uitlegkunde inftemmende, den Supplianten zeer wel toeftaan: maar rneenen teffens, dat de toepasfinge, door haar hier uitgetrokken, zeer verre buiten het fpoor af dwaald, wanneer zy verder heweeren , dat het Decreet van den 21 April reeds gemeld, regelregt ftryd mee de beginzelen , niet alleen der rechtvaardigheid, maar vooral ook der Burgerlyke Vryheid, beftaande voornamelyk in de veiligheid van perfoonen en gaederens welke wel expresfelyk door het Committé Revolutionair, op den 19 February 1795, plegtig aan hun is beloofd; zoo leiden ze daar uit af, dat, nog hunne perfoonen geftraft, nog hunne Goederen tot Scbaadevergoedinge, wegens de gevolgen vaa het gebeurde in 1787, kuncen gereclameerd worden; dus zyn de Supplianten van oordeel, dat indien in ftaat zyn aan te toonen het Decreet van den 21 April laatstleden metv deeze belofte , en beginzelen der Burgerlyke Vryheid, op de geproclameerde Rechten van den Mensch en "Burger gegrond, ftrydig te zyn, hst Provinciaal Beftuur dan geene zwarigheid zal maaken, dat Decreet in alle zyne werkzaamheden en gevolgen, ogenblikkelyk te doen oplouden en buiten effect, ftellen; ter bereikinge van iit hun oogmerk, bedienen zy zich van twee Hellingen te betoogen, zynde, voor eerst, dat door lun aan die geenen, welke door de troubles van 1787 eenig verlies geleden, bf perfoneele onaan>enaamheeden ondervonden hebben, geene voldoeling behoort te gefchieden, en ten tweeden, dat, ndien al zodaanige verpligtinge op hun konde geëgd worden, dan echter de form op welke die Jchaadevergoedinge thans gevraagd word , ten :enemaal door hun wderrechtelyk word befchouwd.
Dat de geweezen Regenten en Raaden in den Jove, tot geene Scbaadevergoedinge verpligt zyn, vord in deeze Deductie zeer omflagtig en breedvoerig beweerd; fteunende voornamelyk op twee tellingen, de eerfte: „ dat niemand door hun eenig
», per-
JAARBOEKEN, May, 1797* 381
„ perfoneel nadeel, ftrydig met de toen plaats „ hebbende Wetten, is toegebragt; en ten twee„ den, dat, indien zulks al ] konde worden aan„ getoond, het dan nog by mogelykheid aan hun „ niet konde toegefchreeven worden, dewyl zy„ lieden zich, in het maintien der Wetten toen „ fubfifteerende, overeenkomftig hunnen plicht
hadden gedragen; zynde zulks ook.dan nog niet ,, te wyten aan de destyds fungeerende Staaten ,, ofte Raaden in den Hove, maar moet worden ,, toegefchreeven aan de ongelykvormigheid van „ de daaden der geenen welke fchaade geleedec ,, hebben met de Conjlitutie en vastgeftelde Wet-
ten van dien tyd;" waaruit ten gevolge kan en moet afgeleid worden, dat de Patriotten , welke fchaade geleeden hebben, juist daarvan zelfs en de eenigfte oorzaaken zyn geweest.
Dat de Requestranten, met hucne Complices, in die qualiteit, welke toen bekleeden, niemand eenig perfoneel fchaade hebben toegebragt,( kac uwe [Commisfie , Medeburgers! de Suppliantec niet toeftemmen: dewyl zy vermeend overtuigende bewyzen van het tegendeel te kunnen aantoonen; ook meent zy in ftaat te zyn Uiieden te kunneD berigten , dat ,niet alle dasden der Supplianten ingerigt zyu geworden overeenkomftig de toenmaals exfteerende Wetten^ Immers heeft men destyds het Verbond der Unie van Utrecht t ah een Wet, waarop men zich dikwyls beriep, befchouwd, en deeze Wet is door de Staaten van Friesland menigmaal en in ocderfcheidene deelen overtreeden: zelfs is het 8fte artikel nimmer doot Frieslands Regenten geëxecuteerd , beftaande in de monlteringe ea opteekeninge van de tusfchen de 18 en óo jaaren oud zynde Burgeren; zommige der Friefche Placaaten zyn tegen het 13 artikel ftrydende, waarin Religie zugc verboden word uil te oeffenen; ook zyn oe 18de, 24 en zyü.e artikelen van die Wet genoegzaam beftendig over treeden. Was ook in dien tyd niet het Regie
mem
Leetj- j
war* den.
Rapport en Befluit op de DeduBieder oude Staatsleden.
382 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeuwarden.
Rappor, en Be-' fluit op de Deductieder oudt Staatsleden.
ment ,Reformatoir, in' den Jaare 1748 door WiU le'a den Vierden geëmaneerd, eene Wet, weike door ieder Staatslid in Friesland wierde bezwooren, met onde/ werpinge der ysfelykfte ftraffen, welke in het 59 artikel bepaald worden? en egter is* deeze Wet, dit Reglement Reformatoir, door de Staaten van Friesland onwederfpreekelyk op Art. 1, 2,ll, 1», 17, 18,\2Z, 28 36. 46, 56, en boven a'le anderen arr. 60, misbruikt en overtreden. Was niet de wettiging, permitteeringe en aanfpooringe der Wapengenootfchappen, by Kefolutie van den 9 December 1783, eene Wet, welke de Regenten verplicht waren te bekrachtigen en in ftand te houden ? en kan dus wel anders de disfolveeringe ofte verrietinge dier Vrycorpfen, ook byzoncer het annulleerèn en disfolveeren van derzelver Gecommitteerden , zoo als willekeurig en wederrechtelyk, by Publicatie van den 25 September 1786, gebeurd is, dan eene fc'^endinge, verkrachtinge en overtreedinge der Wetten worden befchouwd? Is er ook een mensch in gantfeh Friesland, die zyn zintuigen en gezond oordeel machtig is te gebruiken , welke zal kunnen gelooven, dat de Publicatie op dien zelfden datum gearrefteérd, ter wr/chuwinge om geene Nieuwspapieren te leezen en verbod de Rcgeerirtge nog te pryzen nog te Jaaken, en dus publiek geheel ftom te moeten zyn, gegrond is op de Conftitutie en Wetten, dien tyd fubfifteerende? G^'wisfelyk niemand.
Kan men het als eene handhavinge der Wet* ten böfchouwen, dat men op den 29 September 17 86 last gegeeven heeft aan de Friefche Gecommitteerden in den Haage , meede te delibereeren over de Misfive van den Koning van Pruisfen, gefchreeven te Berlyn den tweeden dier maand, welke den 19 dito ter Vergadering van Hun Hoog Mogende was ingekomen ? zoo ook de vraag -tot antwoord aan de Staaten van Holland, terinlicfv tinge hunner Misiive, gefchreeven den eerften No-
vem»
- JAARBOEKEN, May, 1797. 383
vember 1786, en eisch van .de terugroepinge derzelve; de refcrjptië aan de Staaten van Holland, • Utrecht en Gelderland gedaan; de last aan Dockum, om de electie wegens hunne'Stad aan Willem den Vyfden over te laaten ? Was het ftrookende met de destyds fuhfifteerende Wetten, de Curatoren van 's Lands Hooge School te Franeker te anthorifeeren, om geene Studenten of Pro fesforen dier Aca'emie toe te laaten eenige Exer citiegezelfchappen by te woonen ? Was Het niet gehee! willekeurig van bet Coliegie, vier Profes foren te Franeker, 'wegens hunne patriottifche denk wyze, te dimitteeren? het welk echter dooi de Staatnn wierde goedgélfeurd. Wat anders, dan willekeurig, was de last aan de Gecommitteerden ter Generaliteit, „ geene betaalinge toe te ftaan „. aan de nieuw aangeworvece Recruten door den ,, Rhyngraaf van Salm, om dat daar onder ge* „ vonden wierden, welke patriottifche denkbeelden koeflerden V " Was het volgens de toen fubfifteerende Wetten, in de weigeringe te continueeren tot het uitloopen der Schepen naar Brest, waartoe men, uit kracht der Alliantie met eenen nabuurigen Bondgenoot, verplicht was ? Was hel wettig, en de begeere des Voiks ,< orde te gee ven, om troupen maritchvaardlg te houden, tet beteugelioge der Patriotten in Utrecht; als meede, het verbod ter invoeringe van Ammunitie te sontinuceren, by poene van ioo gouden Friefche Ryders, boven de confiscatie te verbeuren, of arbitraire correctie? En een Corps Artilleristen, iE voorzorg tegens de Patriotten, op te ontbieden , kan immers niemand, welke één greintje Vader landsliefde ö ezit, wettig.keuren ? Eene last aan dt Gecommitteerden ter Generaliteit, om,de Staatet van Utrecht, te Amersfoort vergadert, voor de alleen weitige Souverain van dat Gewest te er kennen, en de zich qualificherende (zoo als de zelve destyds met veragtinge genaamd wierden, dng.wy-seggen.mew gewettigde Staaten) teUtrech
ver
Leeuwarden.
Rapport en Be* fluit op de Deduüieder oude Staatsleden.
384 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Lbeu-
warB-.ïs.
Rappor, en BejliMt 'op de Deauctieder oudi tSsarnskden.
vergadert, te helpen weeren ? Hoe wettig was de last aan de Gecommitteerden ter Generaliteit, om het verzoek v3n Willem den Vyfden en pretenfe , Staaren van Amersfoort te accepteeren , om de door Holland verzogte mediatie van Frankryk af te wyzen ; om -de klagte van Thulemeyer, Envoyé des Kocings van Pruisfen , te appuieeren, en by derzelver eisch van den ai July I7&7 .te perfitteerenV ook nog deszelfs voorflel, ter media! tie van Pruisfen, te accepteeren v Waar was eene Wet, om eene Refolu ;ie te neemen. het exereeeren met kanon van de ïixercitiegenootfchappen te verbieden, en naderhand dezelve geheel te anbulleeren, en by Publicatie hunne Geweeren in te vorderen, met nadere bepaalinge, dezelve aan de Ammunitiemeefter op te brengen? Was, eindelyk , (dewyl alle wederrechtelyke daaden aan te flippen ons onmpgelyk, en Uiieden verveelende zoude zyn) het ook wettig, dat op den n September 1787 eene geheime last aan /*Ammoraal Joachim Johan Ringen, op voorflel eener Commisfie van Defenfie, 'beftaande uit Gecommitteerden van het Mlndergetal , Commisfarien uit de Gedeputeerden en uit de Raaden 's Hofs van Friesland, op den eerften dier maand ter Staatsvergaderinge voorgeelraagen, is gegeeven, om militaire Troupen in Friesland te brengen, het zy Staatjeke. het zy httheemfchel waaromme hy zich naar Nymegen, by haare Koningiyke Hoogheid Mevrouwe de Princesfe t'reUerica Sophia Wtlhclmu na, heeft begeeven , en naar Utrecht by zyne Doorluchtige Hoogheid Wdlem den Vyfden, als mee-ie naar . Kleef by den Hertog van Srunswyk, als Chef ven de naar Holland marebeerende Pruisfifche Troupen; en met rapport terug gekomen is, dat de Regimenten Infantery ven Waldeck en Suiljard, benevens een Detachement Cavallery van Pous, reeds op aanmarsch naar Friesland waren, dewelke ook dadelyk hier zyn binnen gerukt. Ziet daar, Medeburgers! eea Haaltje der werkzaam.
JAARBOEKEN, May, 1797* 3«5
zaamheden van de toeomaalige Regeeringe, welkt zich beroemd hunne daaden naar de Conftitutie en fubfiiieerende IVetten yan dien tyd Ongericht te hebben! Wy hebben reeds gezegd in ftaat te zyn aan te toonen, dat ook de roem der Requestranten, „ yan nimmer iemand fchaade te heb,, ben toegebragt,*' in deezen ydel is': om Uiieden hiervan te overtuigen, zullen wy ook uit de bewyzen, welke daar van voor handen zyn, een ftaaltje vertoooneo. Wat dunkt U , Medebur gers! was het ook fchade toebrengen aan de Burgers C. L. van Beyma , A. J C, de Beere, P. Breugeman, H. A. H. van Knyff, E. F. van Aylva, j. Roorda, A. yan Boelens, R. van K/effens, S. Feenftra, H. J. Attema en IV- Doogenbrugh, toen men ter Staatsvergaderinge, op voorflel door het Kwartier van Zevenwouden, decreteerde, den 14 Augustus 1707,' hunne Protesten, welke zy tegens de conclufien der meerderheid, met verbreekinge der destyds plaats hebbende Wetten, tot onderdrukkinge en overheerfchinge des Volks, waren ingegeeven en geinfe ■ reerd; f want eene Wet, van geene fchrifieiyke Protesten in de Notulen te mogen doen aanteekenen, hadde ten dien tyde plaats,) deeze Protesten , zeggen wy, te ftellen in handen van den Procureur Generaal, met last genoemde perfoonen te aftioneeren en crimineel te vervolgen? Was het ook fchade toebrengen, toen zy door vprvolginge genoodzaakt wierden het Land te ruimen ; toen men verder hunne goederen confisqueerde en verkogte? Was het ook fchade toebrengen, toen men, op het prreadvis van Gecommitteerden uit het Mindergetal, Gedeputeerden en Raadens 's Hofs van Friesland, concludeerde, over de boedels van gefufpendeerde en gedetineerde Regenten der Stad Franeker Sequesters aan te ftellen , en anderen, tnet hun gelyk in daaden ftaaode, echter vry te Bb \fpree-
Leeuwarden.
Rapport en Befluit op de Deductieder oude Staatsleden.
r
■
Leeuwarden.
Rapport en Be~ fluit op de Dedu&ieder cude Staats* leden»
386 NIEUWE NEDfi R LANDSCHE
fpreeken? dus geheel willekeurig. Wat was het anders, dan fchade toebrengen, toen men, door overheerfchinge, de Fraterniteiten in Friesland reeds bad gedisfolveerd, ook nog derzelver goederen inventarifeerde en ten prafyte des Lands reclameerde, om daar van door de Gedeputeerden zoo veele men goed vond eigendunkelyk te verkoopen ? Was het ook fchaade toebrengen, of willekeurig door overheerfching gehandeld, zonder confent der eigenaars het Fraternitcitshuis tot eene eigendom des Lands te verklaaren, fchoon de inkoop reftitueerende? Wat was het anders, dan fchaade toebrengen, confent te geeven ter Generaliteit tot fufpenfie der Officiers, welke betoond hadden het patriottisme toegedaan te zyn ? Was het geen perfoneel fchaade toebrengen , zoo veele eerlyke, braave.-Vaderlandlievende Burgeren, van hunne huisgezinnen, door vervolginge, te verdry ven; moetende door overheerfchinge, of buiten 'sLands omzwerveB, of in gevangenislèn opgeflooten zyn, waar van veelen zeer wreedaardige en allerwiilekeurigfte Sententien hebben moeten ondergaan, en veele vluchtende de confisqueeringe hunner goederen? Ook hebben drie Predikanten, op befchuldigiog van ongeoorloofde correspondentie, de deporteeringe uit hunne po«en moeten ondergaan, fchoon hun de aantyginge nimmer is beweezen, f zynde de Burgers £» Aha van Bozum, B. A. Snoek van Oosterwierum en D. van der Schaaf, van Minderfcha, welke laatfte boven dien door bet Hof buiten 's Lands is gebannen.) Zouden wy alle de particuliere fchaadens , door de toenmaalige Regeeringe en Hof van juftitie veroorzaakt , aannaaien, wy zouden misfchien een gefeee! boekdeel moeten befchryven : waarom wy ons thans, niet dit ftaaltje op te leveren, vergeHoegesa.
Wy meenen echter, ter verdere inlichtinge, nog
iets
JAARBOEKEN, May, 1797. 387
iets te moeten zeggep van algemeene fchaaclcns, . door de Regeeringe,'voor de Revolutie in 1795, (toegebragt: waar toe wy bybrengen, het verlee nen van een douceur aan militaire perfoonen, door de Staaten van Friesland uitgedeeld, en wel aan ieder Ritmeefter der Cavallerie en Kaptein der Infanterie en Artillerie, welke betoond hadden geene Patriotten te zyn, zes guldens voor een paard, en verders na advenant; en aan den LieutenantColonel Ardesch boven dien een fraay gewerkte degen met gouden gevest; de approbatie der Gecommitteerden ter Generaliteit, wegens het confenteeren tot eene petitie van 200000 guldens, ter betaalinge aan militairen. welke door de Patriotten en Regeeringe van Holland destyds waren gefufpendeert; veele andere Petitiën, waarvan de betaalingen alleen ftrekten ter vernietiginge en te onderbrenginge van het Patriottisme, zyn meede door Friesiands Regenten geconfënteerd; vooral naar de toetreedinge in den oorlog met den Prins van Oranje tegen de Franfche Repukliek, waar door onwederfpreekelyke groote , zeer groote fchaadens aan den Lande zyn toegebragt. Wy zullen, kortheidshal ven, van alle de douceurs, penfioenen , buwelyksgiften , kraamkosten enz., aan het huis van Oranje onnuttelyk uit 's Lands kasfe verfpild, mitsgaders de daarby geldverfpillende declaratien voor reiskosten, thans niet fpreeken: wy achten genoeg gezegd te hebben ter overtuiginge, dat door de Requestranten en perfoneel, en algemeen fchaaden zyn veruorzaakt en toegebragt; zouden wy ze allen ten toon fpreiden, welken wy opgefpoord hebben ? Meedeburgers 1 gy zoudt moeten betuigen, haare naam Is legiöl
Nu is ods nog overig, om uwen last, volgens ^"plicht, te volbrengen, op het tweede gedeelte der Deductie onze aanmerkingen te rapporteeren. Hier Bb 2 zeg-
Leeu-
warden.
Rapport en Befluit op de Deductieder oude, Staatsleden-
388 ' NIEUWE NEDER LANDSCHE
Leku-
WAR" DEK.
Bapprn en Bifiu . t op de Deductieder eudt Staatsleden.
zeggen de Dediicenren: „ indien ar fchaadever» goedinge gevraagd word, (ofte eigenlyk drukkènze zich uit, zoo daarom Bmde gedagt wor-'. j, den,) dan nog is de form, volgens welke de,, zetv: nu geeischt wordt, geheel en al weder5, rechtelyk/ geevettde te kennen, dat, indien men buD fchuldig konde verklaaren, zy dan moeiten ge iagvaard worden voor eenen welgeregelden ordinairen Rechtbank, zonder eenig politiek onderzoek: want (zeggen zy) in eene welingerichte Maatfchapry kan geen Burger, wanneer dooreen ander Burger beledigt, ofte fchaade toegebragt is', zyn éigen Rechter zyn. Dit is wel het recht der natuur, maar in het geheel kan zulks onder een befchaafd , en ter Maatfchappy geregeld Volk, geen plaatze hebben, moetende altoos de beledigde den belediger voor den bevoegden Rechter dier Maatfchappy aanfpreeken; en dit is (zoo als zy aantoonen) in dit Gewest alleen gedemandeert aan het Hof ofte den Raad van Juftitie Provinciaal; dus wederrechtelyk en onrechtvaardig, dat de Supplianten in deezen'volgens een politiek ocdetzoek worden behandeld. Dit heeft, wy bekennen het, oppervlakkig een groote fchyn van waarheid. Deeze onderfcheidene poincten, welke zy verders als zoo veele verfchillende en moeijelyke questicn voorffellen, worden ieder op zich zelve zoo fijn beredeneerd . dat zy ten Hotte zeggen, „ genoegzaam „ betoogd te hebben, dat deeze zaak veel te ge„ wigtig of te netelig is, dan dat dezelve anders, „ als naar behoorlyk rechterlyk onderzoek kan, mag, ofte moet worden getermineerd. Alwaar geen legaal bewys, naar rechterlyk onderzoek „ van de begaane misdaad , wordt aangetoond, ,, 'zeggen zy;, daar kan geene ftrafiè uitgeoeÊ ,, fenö worden, dan met het altoosduurend ge,, vaar, van onfchuldig gedoemd te worden: waar di-: principe uit het oog verlooren wordt, daar
I» VQ€j-
JAARBOEKEN» May, I?9?« S89
(voeren zy aan) is geen meer burgerlyke Vryheid; dan verliest de Maatfchappy alle haare „ Voorrechten, en wordt flegts in eene tezamen„ wooning misvormd boven welke de ftaat der natuur verre te verkiezen is." Owe Commisfie, Medeburgers! erkent,-dat in het bygebragte door de Deducenten, veele in het afgetrokkene en op zich zelf befchouwde waarheden zyn opgefio ten. Zv erkent, dat waarfchynlyk de öpftetlet dier Deductie niet onervaaren is in gewoone Rechtsgedingen, en middelen ter in ftandhoudinge det goede orde in wel geregelde Burgermaatfcbappyen; zy fchryft hem meer geleerdheid toe, dao iemand, welke nooit meer onderwsczen is dan in zwynec te dry ven, fchaapen te hoeden, koeyen te weiden, of paarden te bellieren; zy vind het optel zot fijn ingericht, dat het niemand behoeft te ver wonderen, of was ook Salomons. Wyéeitt daani geraadpleegd; echter vindc de Commisfie met da fl daarin ook arove misvattingen, waarfchynelyl veroorzaakt door eene te ver overgedieevepe dtir tot eigenbelang, een euvel waar meede veele men fehen, 't zy wat dom ofte geleerd, befmet zyn Het is gewis eene misvattinge , dat de Reques tranten de eisch en invorderinge tot faiadevet goc dingt, aanmerken als een particulier verfchil tus fchen de geenen die fchaade geleeden hebben, ei die dezelve hebben veroorzaakt; die de fchaade heo ben geleeden, beklaagen zich immers maar aüeei aan de wettig aangeftelde hoogfte Geconftitueerd Macht in dit Gewest, en dat nog op uitnoodtging die Macht ? Deeze vind, naar onderzoek, de klacutc ou lyk : zy fpoord de oorzaak op, en bevind, dat d Regeeringe .van dien tyd, de fchaade, welke gelet den is, door willekeurige Wetten Pn vervolging* heeft veroorzaakt; dat het Hof van Juftme, aan ut gelukkigen, wreede en eigendunkelyke vonniste heeft geveld; dus de fchuldige veroorzaakers dier toe Bb 3 8<
Leeu«
warden.
Rapport en Befluit op de Deducfieder oude Staats- , leden.
i I
i I
t
i a
390 NIEUWE' NEDERLANDSCHE
Leeij.
WARDEN.
Rappon en Be-
fluit op de Deductieder oude Staatsledetr.
gebragte fchaade ontdekt zynde, en zich verplicht achtende de ongelukkige flachtoffers voor betoonde Vaderlandsliefde, fchaadeloos te ftellen, fpreekc zy de bewerkers daarvan aan; vraagt hun gezamentlyk juist die fomma af, welke de zoo even» genoemde ongelukkigen competeerd; en dat niet willekeurig, zoo veel elk maar eischt, neen, maar naar eene rechtvaardige, onpartydige, en zoo na mogelyk juifte tauxatie. Dit is dus geen rechtsgeding tusfchen Burger en Burger ofte tusfchen lyder en overweldiger; maar het is eene recht' •vaardige eisch, door de hoogst Geconftitueerde Macht van het voorig Beftuur wordende ingevorderd, wegens de in hunne qualiteit gepleegde euveldaaden: niet als particuliere Burgers, welke hunne Meedeburgers perfoneel beleedigt hebben, worden zy hier befchouwd, (zoo als de Reques. tranten, in dien te rechte kunnen gefteld worden, hier te voorfchyn willen treeden); neen, maar als Regeeringsleeden, welke door plichtverzuim ,het volksrecht, dat door hun moesten verdedigt en befchermd worden, hebben onderdrukt en vertrapt, en die hunne Mederegenten welke dat recht des Volks, volgens eed en plicht, wilden maintineeren. door vervolginge daarin hebben belet, dus fchuldig aars Naiiefcliennis, is het eene questie tusfchen hun en het Volk, waar voor de hoogst Geconftitueerde Macht te voorfchyn treed. Wil men de wettigheid hiervan nog meer betwisten, dan zeggen wy: een groot gedeelte van het best weldenkendfte Volk, buiten die geenen welke febadevergoedinge verzoeken, dringt daarop by de hoogst Geconftitueerde Macht aan, zy verwacht zulks van het Provinciaal Beftuur, en zoude gewis, by nalatigheid in deezen, het zelve met plichtverzuim befchuldigen: maar de Supplianten beroepen zich, zoo als reeds al is aangehaald, „ dat het Com* s> raitté Revolutionair bun op den 19 February »j 1795 Plegtig beloofd heeft, veiligheid voorjhun-
>r ne
JAARBOEKEN, May, 1797- 3S»
ne perfoonen en goederen , en beklagen zich, " datdeeze handelwyze van het Provinciaal Le" fluur daar tegen inloopt, om dat men hun met " die geene, welke fchaadevergoedmge vraagen, ; Set voor het Hof ofte den Raad van ]uftit,e
te reete field:" wy antwoorden hierop, Medeburgers! dat, offchoon door gemelde Cfcmrauié Revolutionair dit is beloofd, zulks het recht aan de hoogst Geconftitueerde Macht met beneemt, om rechtvaardig te zyn, door eene billyke fchadeloosftellingeaan de flachtoffers van betoonde Vaderlandsliefde te bezorgen, en wel uit de beurfen der geenen, welken zulks hebben bewerkt, anders zoude het immers volftrekt onrechtvaardig zvn! dit ftryd niet met die belofte : geen particulier word vryheid verleend, iemand hunner, nog in perfoon, nog in goederen aan te randen; 1du word alleen aan de wettig aangeftelde hoogst Geconftitueerde Macht overgelaaten , voor welken de Supplianten verantwoordelykzyn . volgers den eisch en uitfpraak van dat zelfde Commit é Revolutionair, zeggende tot de vóór de Revolutie 10 functie zynde Landbeftierders, „ wy ontzetten TJ
wel van uwe posten , maar ontheffen U mei " van uwe verantwoordelykheid." De handelwyze, welke het Provinciaal Beftuur met de Requestranten en verdere oude Regenten, Kaader 's Hofs en geadjungeerde Rechters houd, levert, volgens het oordeel der Commisfie, geene reder van klagte op, wyl het op billykheid en rechtvaardigheid gegrond is. Wy vinden m dit geva geen befchuldigend gemoed, fcboon wv ons hei derde artikel der Rechten van den Mensch en Burger herinneren, waarop wy in de Deductie ge weezen worden, luidende: „doet niet aan eener. „ anderen, het geen gy niet wilt dat aan U ge„ fchiede!"' Recht moeten wy willen dat aan om gefchifide, indien wy eerlyk zyn; recht moetes Bb 4 w3
Leeuwarden.
Rapport en Befluit op de Deductieder oude Staatsleden,
392 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Leeu»
WAR.* DEN.
Rapport en 'BeIhiit op 'de Deductieder oude Staatsleden.
wy ook aan anderen doen, zullen wy eerlyk bly^ ven. Op het aangevoerde der Deducenten, waaruit het geblykt, dat de van hun gevorderde eisch juist 700000 guldens bedraagt, en daaruit afleggende gevolg, dat dan de fchaadevergoedinge vraagenden teffens Eifchers en Getuigen zyn, dient toe antwoord: dat dit beide zyn het Provinciaal Beftuur: en op de vraag, of die fomma, fchoon er zyn welke van de door hun opgegeene fomma ter fchaadevergoeding affland hebben gedaan , dat het echter even hoog kan blyven, betuigen wy dit te befchouwen van zeer gering belang te zyn , niet bewust zynde , dat dit meer dan door twee perfoonen is gedaan, welke beide Hechts eene kleine fomma hebben gevraagd, en misfehien door intrigue daartoe zyn geperfuadeerd ; dog de Supplianten kunnen gerust zyn , dat de Commisfie niet meer geld zal invorderen dan tot de Schadevergoedirige benodigd is. Indien het Provinciaal Beftuur der Supplianten verzoek inwilligde, met hun van de Schadevergoedinge te eximeeren, en dus, volgens de ftellinge der Deducenten, rechtvaardig handelde, zouden wy van advife zyn, dat ze zeer onrechtvaardig handelde me: hun, welke op bülyke gronden Schadevergoedinge verzoeken, en met zeer veel recht al lange mogten verwachten ; ofte indien men dan refolveerde, zulks uit 'stands casfa hun te bezorgen, dat men dan zeer onrechtvaardig zoude handelen met het gantfche Volk van Friesland. Wy zyn dus van confidératien en advis, dat het verzoek behoord te worden afgeweezen met appoinclement: in deezen kan niet worden getreden, om dat de aangevoerde redenen van genoegzaame kracht ontbloot zyn. Wy kunnen, IVIeedeburgers! niet wel nalaaten, onze verwonderinge, op nog ééne periode in de Deduclie voorKoomende, aan Uiieden te kennen te geeven: zy is, dat de Requestranten de onbefchaamdheid hebben,
JAARBOEKEN, May, 1707. 393
hen van eene gelykheid en juiste overeenkomst] te veronderftellen, tusfchen het gedrag der Patriotten in 1787 en het Koüumfche Oproer in Februarv deezes jaars 1797- Dit verfchil is immers zoo groot, dat elk, wie fleg's een greintje oordeel bezit, zulks met een opflag van het oog kan befchouwen. De dwaasheid van deeze vergelykinge, moet (onzes bedunkens) den Steller, wanneer eenigzints nadenkt, met fchaamte en grievinge in het aangezicht fpatten; wy zullen ons derhalven omtrent de gevolgtrekkingen , daaruit afgeleid, ook niet uitlaaien: zeggende alleen maar ten (lotte, dat de Wetten, welke uwe Commisfie tot Schadevergoedinge heeft kunnen opfpooren- deeze zyn: „Schadevergoedinge moet wor„ den voldaan door den geenen die dezelve ver' oorzaakt heeft, ofte door zyne erfgenaamen. De veroorzaakers van fchaaden zyn lastgeevers. toelaaters, raadgeevers en toeflemmers: ieder dei fchuldigen moet, met eene zeekere fomma geboe worden, naar meerder ofte minder meedewerkin ge tot lastgeeving, toelaating, raadgeving en toe Remming, en naar dat ieder in ftaat bevondet word te kunnen boeten, mits dat de fchaade ver oorzaakt is door oproer, religieoorlog, regeenngs oorlog, ofte'ftaatsomwentelinge: De ftr.afte tei deezen opzichte geldboeten zynde, moet,of doo de Juftitie, by weege van proces, van de onwil ligetuhy zy buiten of binnen batden , ingevoi dert worden , of door een Commisfie Revolutie nair, zonder form van proces, of door een Con misfie tot onderzoek, van de Regeeringe daartc aangefteld. _
Particulieren hebben het recht van aanlpraa ook op de fchaade veroorzaakers, en deezen hel ben dan cok het recht van defenfie en exceptie De hoogst Geconftitueerde Macht moet, wannei de fchaade niet wel gefteld is, dezelve tauxeerer , Bb 5 '
VAROEN.
Rapport en Befluit op de Deductie . der oude Staatsieden.
t
1 r
e
k i«
T
É
394 NIEUWE NEDERLANDSCHI
Leeuwarden.
Rappori en Befluit op de De. duEtie der oude Staatsleden.
Leeuwarden, den 31 May 1797, het derdejaar der Bataaffche Vryheid»
STAD
en uit hun naam, van de veroorzaakers der fcha* de, invorderen, zonder eenige form van proces. Wanneer het tantum bepaald is, word die fomma door een Commisfie Revolutionair geeischt by citatie; en by weigeringe, door parate executie in* gevordert, met de kosten van dien. Zie daar, Medeburgers! onze confideratien, berichten pra;advis, ten rapporte op het Kequest en bygaande Deductie van Ulbo van Burmania, cum fociis.
Hoopende hiermeede aan Owen last en intentie voldaan te hebben, fchoon niet alles is gezegd het geen daarop konde worden aangemerkt; naar toewensch van Heil , zyn wy, uwe beveelen geboorzaamende Medeburgers, de Commisfie tot regelingeen invorderinge van Schadevergoedinge voor particulieren.
{Was geteekend)
A. A. BAKKER. W. A. VISSER.
D. FOKELES.
E. MIEDEMA.
JAARBOEKEN, May, W 3?5
STAD EN LANDE.
Groningen.
Gaarne, zoo dikmaals zich de gelegen» heid aanbiedt, doen wy hulde aan de werkzaamheden des waardigen Kerkleeraars H. D. Guyot, door het vermelden van den uitflag zyner poogingen, ten behoeve van een medelydenswaardig gedeelte des menschdoms, de Daof Stommen , aangewend. Zie hier een berigt, wegens het jaarlyksch onderzoek omtrent de Kweekelingen van het Inftituut, door hem opgericht. Men fchreef van hier onder de dagteekening van 4 deezer.
Heden namiddag ten twee uuren , hadden wy het genoegen, dat de Doof- en Stomgeboorc* tien, die op het Inftituut alhier onderweezen worden, voor de zeevendemaal de openbaare proet hunner uitfteekende vorderingen afleiden , onder een grooten toevloed van menfchen, die de goede eedagten wegens de belangrykheid deezer Inftelhng herwaard had uitgelokt. De Inftituteur H. D. Guyot, opende deeze aandoenlyke plechtigheid met een zeer gepaste aanfpraak, waarin hy handelde over de algemeene oorfpronklyke taal des menschdoms, de taal der teekenen, die ook de taal der
Do*
Gro»
[«hoen
3P6 NIEUWE NEDER.LANDSCHE
Groningen
Doven en Stommen is. Hierop werden de Schriften der Kwtekelingen vertoond , en zy rekenden eenigè fonsraen , . die hun werden opgegeeven , waarop de de Inftituteur en de overige Önderwy* zers hun verfcheiden vr?gen en volzinnen voor dicteerden, weike ue Leerlingen gedeeltelyk op* fenreeven, gedeeltelyk uitfprasken en beantwoorden, terwyl slle het door teekens overlaazen, too» nende hier door, dat zy den zin derzelver wel begreepen handen. Nu liet men tot verwondering der toehoorders eenige leerlingen op het gezigt van een ander fpreeken, waarop dezelve zoo gevat waren, dat, toen men een ander woord opfchreef dan men uitgefprooken had, en zeide dat men het opgefchreevene gezegd had; de Kweekelingen dit woord dat uitgefprooken was, ook ukfpraaken, zeggende dat hun Leerroeeiter het ópgefebreevene ■■woord niet had Uitgefprookeb ; dit verbaasde de toehoorders zeer, en niet minder dat eenige der verstgevoidenden met eikanderen een duidelyk en verfta,;nbaar gefprek, enkel op het gezigt van de trekken des monds hielden. De Leerlingen brag" ten vervolgens verkeerde opgaven te re^,t, ondervraagden en dicteerden eikanderen, terwyl de eene het verkeerd gefchreevene van den ander verbeterde; en hun nog vragen over verfcheiden onderwerpen gedaan werde;;. Hier op lazen zy de Courant en gaven den inhoud derzelver door teekens te kennen; zy leiden verfcheiden woorden uit, en fchreeven geheele zinnen, die nun door een enkel teeken werden voorgedicleerd , met groote naauwkeurigheid op, ook hierin toonende dat hunne vermogens vry ontwikkeld waren en ieder zyn eigen gang in het opftellen hield , waarin hunne vaardigheid uitblonk; eindelyk bewezen allen, door het vertoonen van hun onderfcheiden werk, hunne bedrevenheid in de Ambachten cn Handwerken
JAARBOEKEN, May, 1797. $9)
ken die zy oeffenen; en er werden aan allen Pre rnien en aan fommige extra Prsmien , voor hly ken van naarftigheid - zedigheid en oplettendheid u'-gedeeld. Hier op bedankte de Inftkuteur de ! «dteuren en Contribueerende Leden, voor hurfr z>rge en onderfteuning, beveelende het Inftituut verder in derzelver bezorging en mecschlie* 1' vendheid aan; en deeze aanbeveeling zal niet zonder kracht zyn: wie toch y die dit alles zag en hoorde, voelde geen gemengde aandoening van blydfchap en dankbaarheid? Wie die dit leest zegent niet in zyn hart de edele poogingen van den waardigen Inftituteur, en de menschlievende deelneeming der menfchen, door welke dit ailes tot ftand kwam ? en ieder , wiens omftandigheden ten minften het toelaaten, jaarlyks vyf Gulden vyf ftuivers, het welk de gewoone' toelage is, tot onderfteuning van zyn ongelukkige Natuurgenpoten te beft eden ieder zal zich verplicht rekenen . het zyne aan zulk eer: weldadige inrichting toetebrengen en de ! te krygen aan dat goede, het welk dezelve fticht., aw. hst geluk van ongelukkigen, de dankbaarheid der Kweekelingen, en de bewustheid van dit alles mede verrigt te hebben. Zy die zich verplicht vinden , om het ongeluk dei Doof- en ütomgeboorene Nederlanders te verzagten, en ieder word hier toe verzogt, kunnen zich by den Renttneefter van het Inftituut D. Hes/é. link, te Groningen, en in de overige Departementen by derzelver Directeuren aangeeven.
Nog word by deezen bekend gemaakt, dat op gisteren den 3 M;;y , door de zaamgeroepene contribueerende Leden, Ha aanhooring van het jaarlyks verflagen nazien der rekening, hetwelk alles gedrukt word , en aan alle Leden in de Departementen verzonden zal worden, in plaats van den afgaanden Directeur L. T. van Basfeit,
Gro-~*
398 NIEUWE NEDERLflNDSCHE
HINGEN
JH I E ü-
feit, wederom is ingekozen de Oud-Directeur P. de Gavere, Raad in het Provinciaal Hof vau Juftitie van Stad en Lande, welke de twee eerstkoomende jaaren den post van Secretaris zal waarneemen, in plaats van den 'Directeur j. R. van Eerde, die als Secretaris afgaat.
NIEUWE
399
NEDERLANDSCHE
JAARBOEKEN,
Juny. MDCCXCVII.
HOLLAND. 'sGravenhage.
Eane Commisfie, tot het vervaardigen van een Ontwerp van Conftitutie, voor het bataaffche Volk, reeds in den voorleeden jaare benoemd, en zints dien tyd daar aan werkzaam , hadt haare taak volvoerd, en de vrugt haarer werkzaamheden ter Nationaale Vergaderinge ftaatelyk ingeleverd. Thans was 't de zaak dier Vergaderinge, het Ontwerp ftukswyze te beoordeelen, het geen de goedkeuring der Leden wegdroeg , gaaf aan te neemen , of elders de noodig geoordeelde veranderingen of verbeteringen daar te ftellen. Een werk, voorwaar, daar de Vergadering uit een groot aantal Leden beftondr,
van
400 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra.
VENHAGE.
i
van langen adem, en wsar aan, uit hoofde der zomtyds wyd uit een loopende begrippen, veel tyds hefteed wierdt. Eindelyk wterdt men het in zoo verre eens, dat het Ontwerp ter drukpersfe gelegd, en rer kennisfe van het Volk gebragt wi*fdt, met uitnodiging aan het zelve, niet om in het zelve eenige veranderingen te maaken, maar om, by meerderheid van ftemmen , met een eenvoudig Ja of Neen, het zelve aan te neemen of te verwerpen. Hoewel dus de Stemme des Volks het lot des Reglements moest beflisfenj voor zoo veel het egter, gelyk de uitkomst leerde, door verre de grootfte Meerderheid wierdt goedgekeurd , hebben wy dienftig geoordeeld, nevens de voorafgaande Proclamatie der Nationaale Verg-ideringe, gedagteekend 2 deezer, het Ontwerp, der. Conftitutie hier in te lasfehen.
G E L T K II E I D , V R f H E I Z>, BROEDERSCHAP.
PROCLAMATIE.
De NA TI' NAALE VERGADERING , reprefenteerenae het Vulk van .NEDERLAND, aan het zelve VOLK.
BATAVEN!
^oudt gy nog kunnen twyfelen, dat de Zon " der Vryheid in uw midden is opgegaan ? zoudt gy nog .kunnen twyfelen , dat gy u in
den
JAARBOEKEN, >«j, 1797» 4<«
den kring der vrye Volken hebt gerangfchikt? ziet hier een ontwerp van Conftitutie, op uwen jast door ons ontworpen dat aan uwe overwe ging, aan uwe beflisiing, wordt voorgefteld! beurt dan met fierheid het hoofd om hoost, en zegt tegen zo veele Volken, die u omringen : „ Gy „ ongelukkigen! die moet gehoorzamen aan den „ wil uwer Beftuurders ; wy zullen voordaan „ naar onze eigen Wetten leeven; wy zyn •• vry!"
Hoe allerbelangrykst is derhalven het tydvak, dat wy beleeven? konden onze Voorvaderen uit de ftille grafkuilen der ruste opzien; konden onze Voorvaderen , die om de Vryheid reeds voor meer dan twee Eeuwen met het magtig Spanje geworfteld hebben, die fints onafgebroken, in zoo veele afwisfelende omftandigheden van vooren tegenfpoed, op haar bleeven ftaaroogen, konden de duizende Vaderlandfche Helden, die voor de Vryheid geftorven zyn, wier Asfche in onzen grond bewaard wordt, ons bezif zien aan het groote werk, om ons aan. ons zeiven eene Conftitutie re geeven! ó hoe zouden de vreugde toonen der Voorvaderen, die dit tydvak gehoopt, maar niet beleefd hebben, zich veréénigen met het gejuich der gelukkiger Nakomelingen , die eindelyk de gewenschte vruchten ftaan te plukken van al hun poogen; die eindelyk de Grondwetten zullen vast ftellen, waar op zy zich zeiven , door hunne Vertegenwoordigers , zullen beftuuren !
Hier zwyge de onverftandige aankleever van het voorige Staatsbeftuur. Welke hevige Volkstwisten tot heden ons gefchokt hebben; 't is nu geen ftryd meer over een Ariftocratifche Staarsregeering met, of ponder Stadhouder; *t is nu geen ftryd meer tusfchen heerschzugtige Grooten, die malkander den roof betwisten, dien zy op de rechten der Burgeren gemaakt hebben; maar het geldt hier het algemeene Volksbelang;
Cc da
's Gra-
VENHA-j SE.
Ont- f werpvan Conftitutie.
U
VENHA» GE.
Oni-
werpvan
Confii*
tutic.
[oi NIEUWE NEDERLANDSCHE
le zank van allen, het geldt hier de daadelylte uitoeffening dier Rechten, die den Mensch zyrt aangebooren. Eeuwige Rechten! die Tyrannen miskennen; maar die onder den invloed der gouden Vryheid genoten worden.
Het is hier te doen, om dat groote Volksverdrag met den anderen aantegaan, en voor het Altaar der Vryheid te bezweeren, dat de ééne Burger met den anderen gerechtigd is te fluiten: een Volksverdrag.' dat den eenigen wettigen grondflag geeft aan al wat regeering is, in welks grootheid zich alle nietige Partyfchappen verliezen, daar de Vryheid zonder onderfcheid allen omarmt, die haar liefhebben, die haar hulde en trouwe zweeren, die geen flaaven en afhangelingen moedwillig blyven willen, maar die zich zullen betoonen een vry Vaderland waardig te zyn, en de Rechten, dien zy als Menfchen van den oneindigen God ontvangen hebben , wenfchen te genieten en uit te oeffencn
Of zoude net in tegendeel kunnen geacht wordt n, voorde Bataaffche Natie wenschlyker te zyn, geen zodanig Volksverdrag aan te gaan, geene'Conftitutie te bezitten?
Dat zy, die in verwarring en onrust hun heil zouden mogen zoeken, zich Bataven noemen; zy zyn het niet. Dat zy, die het wankelend Tusfehenbeftuur zouden mogen wenfchen te doen voorddumen, zich vrienden noemen van hun Vaderland; ook deeze zyn het niet. Hoe! zullen het vrienden zyn van hun Vaderland, die inwendig allen Beftuur flegts op losfe fchroeven zien rusten , die gemor en ontevredenheid by den dag zien aangroeien, die by gebrek aan éénpaarige Grondregels, tegen ftryd igheid op tegen- * ltrydigheid zien frapelen, die hier de Vryheid zien eerbiedigen , en ginds het geweld en de cttde misbruiken zien voorddmiren: zullen het vrienden zyn van het Vaderland, die dezen ramp*
za-
JAARBOEKEN, Juny, 175?. -03
I 'zaligen ftaat wenfchen te verlengen ; die niet Vtiuiig hoopen, om denzelven, boe eer zon beter, met een vast eu geregeld Beftuur verwisfeld re zien; waar in de kragt der Regeering alle deeze oraffcheidbaare onheilen van een altyd in zich zeiven los en wankelend Tusfehenbeftuur zal doen verdwynen en ophouden, waai by ieder met rust en kalmte de vruchten van zyne Nyverheid zal mogen genieten, en hem dal genot beflendig zal verzekerd worden ? Zullen het vrienden zyn van het Vaderland , die hel Bataaffche Volk wel eer onder de aanvoering van een de Ruyter, den glorieryken handhaavei der vrye Zee; den vuist, die Engelands Oorlogs vlooten vermelde , en Chatliam heeft in vuur ge zet! wel eer, onder het Staatsbeftuur van eei de Wit, dat Volk, dat den magtigften der Lode wyken dwong ftil te ftaan op zyne gloriebaan • dat den Sleutel, in zyn hand droeg, die de Zom ontfloot, dat Europa verbaasde, en door haa ontzien wierdt! Zullen het vrienden zyn vai het Vaderland, die kunnen dulden, dat datzelf de Bataaffche Volk langer blyve in de diepti van vernederihg, waar in het thands gezonkei ligt? Neen zeker! de vrienden van *t Vaderlant reikhalzen naar eene Conftitutie., die op goed Kepublikeinfche gronden met wysheid is geves tigd; op dat de Bataven, hunnen ouden rani onder de Volken herneemende, hunne Broeders de vry geworden Franfchen , den Broederku met dankbaarheid aanbieden voor de Vryheid die zy van hunne hand ontvingen ; op dat d Bataaven, ook huu hoofd met krygsloof vei cierd hebbende, hunne belangen z;en gelden by het bepaalen van den voet, op welken Eu ropa de Vreede zal gefchonken worden.
Dit ailes moeten de heilryke gevoigen zyn Medeburgers! van eene goede Conftitutie. D was het, dat gy buiten twyfel beoogd hebt toen gy ons last gaaft, U een Ontwerp das Cc 3 va
'sG*A-
VBNHA* GE.
Ont> werpvan Conftitutie*
L
t 1
1
» »
>
t ,
r tl
4«4 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venha' ge.
Ont-
werpvan Conftitutie.
\
i 1
<
1
1 i
- ]
van voor te draagen. Verre van ons , dat wy in den lof van het Ontwerp, dat wy U thands aanbieden, zouden uitweiden. Verre van ons, dat wy voor uw kiesch oor ons eigen werk zouden roemen en verheffen. Neen zeker; wy laaten het in zyn waarde en onwaarde, en geeven het U ter beflisfing, zoo als het is. Ons was de taak opgelegd tot ontwerpen; het is nu uwe zaak geworden te overwegen, te beflisfen over onzen arbeid. Wy geeven U de uitkomst van onze lange, van onze moeilyke en verdrietige Raadpleegingen; 't is nu uwe zaak gewor. den, ons werk te toetzen aan uw waarachtig belang, aan de beginzelen, waar op eene goede Conftitutie moet gebouwd zyn, en aan het algemeen Volksheil, 't Is nu uwe zaak geworden, na een ongeftoord onderzoek, in uwe Oppertnagt te beflisfen, of gy ons Ontwerp aanneemt of verwerpt. De natuur der zaak gedoogt niet, bedenkingen op byzondere poincTren tè ontvangen. Het Reglement, waar naar wy hebben moeten werken , laat ons niet toe te ienkeo, dat gy iets anders U hebt voorbehouden, dan eene bloote goedkeuring of verwer3ing. Geene veranderingen kunnen dus in dit Dm werp , gemaakt worden; maar een duidelyk Ja of Neen, eene ronde verklaaring van goedceunng of verwerping zal het lot van dit Ontverp, m zyn geheel genomen, moeten beflisen. Inmiddels kunt gy met de volkomenfte ,-ryheid uwe Raadplegingen en beoordeelingen im ons werk voortzetten; deelt malkander daar >ver uwe gedagten meede, zo rond, zoo openyk, als Gy zult goedvinden.
De dag van den 8 Augustus is by ons be>aald, om deeze z?ak af te doen. En het is >p dien dag, op Dingsdag den 8 Augustus aantaande, dat wy alle Stemgerechte Burgers opoepen , om elk , in zyne Grondvergadering. :yiie befhsiende ftem uit te brengen, 't Is op
dien
JAARBOEKEN, Juny, 1797- 4<*5
dien dag, dat het getal der ftemmen, zo voor : %tegen\tt Onlwerp in de Grondvergaderin-, gen uitgebragt, door de hoogst, Geconftitueer c de Magt in elk Gewest zullen ingezameld, en binnen veertien dagen daar na ons worden toe-1 gezonden. , , ,, ..r i
Medeburgers! dat wys beraad, dat kloeKzin- i niaheid,uwe Raadpleegingen beftuuren;dat on-* ftuimige driften aan onbreekbaare ketenen ge. boeid blyven, ën eene bedaarde befchouwing van het geen U, ua alles in de weegfchaal van het onzydig oordeel gewoogen te hebBen, te kiezen ftaat, uwe keuze bepaale! gy beleeft een tydvak, dat in de Hiftorie der Volken zal aangeteekend worden. ,
Het raadpleegen over eene Conltitutie is net sewigtigst werk, dat ooit door een Volk kan ondernomen worden. Gy zult dat gewigt voelen; en waarom zouden wy U onze hoop verbergen? Gy zult O in deeze overweeging zodaanig gedraagen, dat Tydgenootea en Nakomelingen van de Bataven zullen getuigen: „ Zy „ waren waardig , na zo lange en zoo duu„ re worftelingen, naar hunne eigen wetten te „ leeven; zy waren waardig vry te zyn.
Aldus gedaan en,gearrefteérd ter bovengemelde Vergadering, in den Haage .den a Juny I?97, het derde Jaar der Bataaffche Vryheid.
(Was geparaphcerf)
G. W. van MARLE, Vt.
(jOnderftond)
Ter Ordonnantie van dezelve,
(Was geteekend)
C. BYLEVELD. Cc 3 ONT-
8 Gra*
renha*
:e.
)nt-
'erpvan
■onfti-
'/tie.
406 NIEUWE f NEDERLANDSCHE
'«Gra-
VENHAGE.
ONTWERP van CONSTITUTIE voor het BATAAFSCHE VOLK.
Ont. werpvan Gonftiiutie.
Het Bataaffche Volk verklaart, de volgende beginzelen der Rechten en Pligten vau den Mensch en Burger te erkennen en aanteneemen als den grondflag, waar op het zelve zyne Conftitutie vestigt.
Art. 1. Alle Menfchen zyn , als Menfchen, aan eikanderen gelyk, en hebben, als de zodanigen, ook gelyke Rechten. *
U. Het voornaam oogmerk der Burgerlyke Maatfchappy, is de verzekering en beveiliging van Gelyklieid, Vryheid, Perfoon en Eigendom.
III. De Mensch ftaat in de Maatfchappy van zyn<ï natuurlyke Rechten niets meer af, dan voittrekt noodzaakelyk is, ter bereiking van het hoofddoel der burgerlyke maatfchappy.
IV. Gelykheid in den Burgerftaat beftaat hier in; dat alle de leden der maatfchappy, als de zodanigen, zonder eenig onderfcheid, aanfpraak hebben op dezelfde Rechten, en gehouden zyn aan dezelfde verpligtingen; dat de Wetten, het zy dezelve befchermen, het zy dezelve ftraffen, eenerlei zyn voor allen en een ieder, en dat hier omtrent aan niemand , uit hoofde van geboorte of bezitting, eenig voorrecht kan toegekend worden.
V. De Natuurlyke Vryheid beftaat in het vermogen van den Mensch, om over zich zeiven en zyne eigen daaden, naar zyn goedvinden, te befchikken , voor zoo verre zulks de Rechten van een ander niet benadeelt.
VI. De Vryheid in den Burgerftaat beftaat in het vermogen van den Burger , om over zich zeiven en zyne eigeu daaden, naar zyn goedvinden, te befchikken , voor zoo verre zulks met den uitgedrukten wil der maatfchappy, dat is de Wet, niet ftrydig is; onder die daaden behoort
JAARBOEKEN, J*nf> 1797. 4°7
hoort mede de openbaaring van zyne gedachten en gevoelens by monde en gefchrifte, of door middel van de Drukpers.
VII. Het Recht van Eigendom is het vermogen, om raar welgevallen te kunnen befchikken over zyne wettige bezittingen5, inkomften en de vruchten van zynen vlyt en arbeid.
VIII. De Oppermagt berust by het geheele Volk, en is één, ondeelbaar en onvervreemdbaar. Geen gedeelte van het Volk kan zich de Magt van het geheele Volk aanmatigen.
IX. De Oppermagt is het vermogen, om Wetten te maaken en te doen uitvoeren.
X. De Wet is de openlyke afgekondigde Verklaaring van den wil des Volks. Hy, die zich daar tegen verzet, of dezelve, openlyk of bedektelyk, overtreedt, beledigt de maatfchappy en is ftraf baar. Hy, die de wet door list of flinkfche ftreeken verydelt', ondermynt het algemeen belang, en maakt zich den naam van een braaf man , en de achting zyner Medeburgeren on-
XI. Geen Lid der Maatfchappy kan aangehou' den worden of in hechtenis genomen worden, dan ingevallen door de Wet bepaald, en naar de wyze, door dezelve voorgefchreeven. Niemand kao veroordeeld worden, zonder te vooren behoor lyk opgeroepen te zyn, en alle middelen var verdeediging, by de Wet bepaald,.gehad te heb
^XII. De Wetten kunnen alleen daaden en handelingen gebieden of verbieden, doch nimmer ge dachten en gevoelens
XIIL De gezamentlyke Leden der burgerlyk Maatfchappy, voor zich een famenftel van con ftitutioneele grondwetten vastgelfeid hebbende, ei by aanhoudendheid niet werkzaam kunnende zyn om de toepasfing derzelver te bepaalen, en de al aemeeBe belangen en orde der Maatfchappy t handhaaven, verkiezen daar toe, ea tot het maa Cc 4 ke
's Gravenhagen
OnU werpvan Confiitutte.
1 >
a
*sGra-
VENHACE.
Ont-
werpva,
Cvhfts-
tuiie.
4©8 [NIEUWE NEDERLANOSCHE '
ken der wetten, Vertegenwoordigers, die ten alJen tydê aan het gantfche Volk verantwoording fchuldig zyn.
XIV. Buiten deeze Vertegenwoordigers of de wettig aangeftelde uitvoerende magten, mag nie-
1 Rand zich eenig openbaar gezag aanmaatigen noch uitoefenen.
XV. Het ftaat aan een iegelyk perfoonlyk vry, om voorftellen of verzoeken aan alle vastgeel de Magten te doen.
XVI. De Ambten en Bedieningen in de Burgermaatfchappy zyn geene Eigendommen, niet erflyk , noch vervreemdbaar, noch byzondere voorrechten van hun, die dezelve bekleeden; het zyn lastgeevingen,, van wegen de maatfchappy aan leden van dezelve opgedraagen.
XVII. Alle Magt, door het Volk aan zyne Vertegenwoordigers toevertrouwd, is flegts by volmagt en geleend, en de uitoeffening daar van voor eenen bepaalden tyd, niet als een Recht, dat hun toekomt, maar als een pligt, hun opgeld» en derzelver gezag houdt op, wanneer het Volk zyne magt herneemt.
XVIII. De Maatfchappy, eerbiedigende de erkentenis van het beftaan van een Opperweezen, en den heilzaamen invloed hier van op deugd en goede zeden, handhaaft de vryheid van een ie der, om God naar de overtuiging van zyn hart te dienen, en verleent aan allen, ten deezen op» Z,gveiY rheid en oefcherming.
XIX. De eenvouwigfte zedelyke grondregel van pligtsbetrachting jegens eenen anderen is, zulk een handeiwyze omtrent denzelven te houden , als men biijyk begeeren zoude, dat hy, in gelyke orrflandiiheden, omtrent ons zeiven hieldt.
XX. Zonder huislyke deugden kan niemand een goed Burger zyn,
XXI. Tot het vestigen van een raaatfchappelyk Verdrag, wordt de algemeene toeftemming, althaus die der meerderheid van alle .de leden der
Maat-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 409
zulks noodig is, eene nieuwe verdeeling, overeenkomftig het hier boven bepaalde. Maatfchappy, door de Stemgerechtigden uit te, brengen, gevorderd.
XXII. Vreemdelingen , die de weldaaden der Vryheid vreedzaam wenfchen te genieten , ontvangt de Maatfchappy in haaren fchoot, en hun ne perfoonen en bezittingen worden door haare wetten beveiligd en befchermd: Zy, die kunften of handwerkeg invoeren of aankweeken, worden in het byzonder daar toe aangemoedigd.
XXIII. De Maatfchappy maakt inftellingen, waar door haare werkzaame of onvermoogende leden arbeid of onderitand vinden; maar lediggangers henben geen aanfpraak op onderftand.
XXIV. De Maatfchappy heeft het recht, haare Conftitutie te veranderen en te verbeteren.
T I T ü L I.
Van de Oppermacht des Bataaffchcn Volks.
Art. r. Het Bataaffche Volk is één en ondeelbaar.
2. De Oppermagt berust by'het geheele Bataaffche Volk.
3. Het Bataaffche Volk verkiest Vertegenwoordigers of Reprefentanten ter uitotffening zyner oppermagt , en tot beftuur der algemeene helangen, naar het voorfchrift der Conftitutie.
4. Tot het doen van verkiezingen wordt het Volk gedeeld in Grondvergaderingen, Diftriden, Ringen en Kwartieren.
j. Een Diftrict bevat een getal van, zo na mogelyk, vyftien duizend Zielen.
6. Twee naastgelegen Di ft rieten maaken éénec Ring, twee naastgeleegen Ringen één Kwartier uit.
N 7. Naar de toe- of afneemende bevolking in de refpedtive Diftriéten, Ringen en Kwartieren, bepaalt het Wetgeevend Ligchaam, zoo dikwyls Cc j zulks
's Gra-
VENUA3B,
OntwerpvastConftitutie»
*s Gravenhagen
Ont•aerpvanCo n (li* tutte»
410 NIEUWE NEDERLANDSCHE
T I T ü L II.
Van het Stemrecht, beneyens de Grond' en Kiezersvergaderingen.
EERSTE AFDEELING.
Van het Stemrecht.
8. Tot het uitoeffenen van het Stemrecht zyn bevoegd:
a. Dre binnen de Bataaffche Republiek geboren zyn, perfoonlyk in dezelve, geduurende de twee laatfte jaaren , hunne vaste woonplaats gehouden en den vollen ouderdom van tweeentwintig jaaren bereikt hebben, of getrouwd zyn: ten aanzien van de leden der gewaapende Burgermagt, zal de ouderdom van twintig jaaren vo doende zyn, wanneer zy, geduurende den tyd van één jaar, onafgebrooken de wapenen gedraagen hebben.
b. Vreemdelingen, die perfoonlyk hunne vaste wbonpiaats binnen de Republiek , geduurende de laatfte zes jaaren, onafgebroken hebben gehouden.
c. Een Vreemdeling, die met eene Bataaffche Vrouw getrouwd is, kan voiftaan, wanneer hy, geduurende de drie laatfte jaaren, binnen de Republiek zyne vaste woonplaats gehad heeft.
d. Die zes jaaren, na de invoering der Conftitutie, den gemelden vereischten ouderdom komen te bereiken, moeten,alvoorens in het Stemregister in te tekenen, de nederduitfche 'taal kunnen leezen en fchryven.
9, Van het Stemrecht zyn uitgeflooten;
a. Die zich met er woon buiten 's Lands hebben begeeven; doch terug keerende, kunnen zy, na wederom twee jaaren hier te Lande gewoond te hebben, op nieuw in
het
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 4»
het Register der Stemgerechtigden wordtn aangefchreeven. l>. Die om verkwisting, wangedrag, of ge ( brek aan verftandelyke vermogens, onder curateele ftaan.
c. Bankbreukigen, mitsgaders die geenen, wel-: ker boedel infolvent verklaard is, en allen, die het beneficie van cesfie hebben geob-. tineerd, zoo lange zy hunne crediteuren derzelver achterweezen niet ten vollen zullen hebben voldaan.
d. Die door een rechterlyk decreet in ftaat van befchuldiging gefteld zyn; mitsgaders die, welken in rechten voor eerloos worden gehouden.
e. Allen, die in eed of bediening zyn van ' eenige vreemde Mogecheid , de gewoone
Leeneed uitgezonderd; of die van zodanige Mogenbeid eenig penfioen of gagie geil AUe Leden van eenige buitenlandfche Corporatien , tot welker Lidmaatfchap, het zy onderfcheiding van geboorte, het zy de aflegging van eenige zogenaamde Godsdiefr ftige gelofte, vereischt wordt. s. Allen, die in Wees- , D acome-, Arm; huizen of andere Gedichten , als behoefti"en, onderhouden worden.
h. Allen, die in het laatstverloopen jaar, tol den dag der oproeping te rekenen , uit d< Armenkasfe eenige bedeeling hebben ge noten.
i, AUen, die overtuigd worden, voor geiüo geldswaarde, één of meer ftemmen beko men of verkogt te hebben.
to Eenieder, die de vereischten tot het Stem recht bezit, is gehouden, in een da» toe by he «laatstlvk Beftuur zyner woomnge aangelegd Ke gS^ÏÏ-nie te fchryven, of te toten m
s Gra-
ï&bHA*
:e.
DntvsrpvattConfti' tune*
1 t
t
41* NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra»
venha* ge.
Om-
werpvan Conftitutie.
i i i
1
I
i
I 1 i
j s >
X
r
91 j: »• >) ï> «j
dc tv,
fchryven, binnen drie maanden, na dat de Conftitutie door het Bataaffche Volk is vastgefteld, en by Publicatie de Burgers tot het inteekenen in het Stemregister zyn opgeroepen.
11. Zy, die de vereischten tot het Stemrecht hebbende, zulks binnen geftelden tyd niet gedaan hebben, zonder wettige reden van verhindering te kunnen bybrengen, noch ook. binnen drie maanaen, na dat hunne verhindering zal zyn opgehouien, zullen daadelyk van het publiek Ambt, Beilening of Penfioen , het welk zy mogten hebben )f genieten, zyn vervallen.
12. Ook wordt aan niemand, die de vereischen tot het Stemrecht hebbende, in het Stemre'Met niet is ingefchreeven, een publiek Ambt of iediening opgedraagen.
13. Een ieder Stemgerechtigde is gehouden, by iet infchryven in het Stemregister, in handen van iet plaatslyk Beftuur zyner wooninge afteleggen Ie volgende belofte:
„ Ik belove vrywillig trouwe aan het Bataaf, fche Volk, en dat ik in alle myne verrichtin> gen, als Stemgerechtigd Burger, alle de voor, fchnften van de Conftitutie getrouwelyk zal , opvolgen. Voords beloove Ik, dat , wanneer , Ik, als Stemgerechtigde, iemand tot Kiezer, of wel in myne betrekking als Stemgerechtigde of Kiezer, iemand tot eenig publiek Ambt of Bediening, moet benoemen, ik niet 'zal benoemen zulk eenen , denwelken ik in gemoede houde te zyn een voorftander of aankleever van eenig Stadhouderlyk Beftuur.
,, Dit belove ik op myne Burgertrouw."
Deeze Belofte, voor zoo verre betreft de te ene benoeming, zal plaats hebben, tot dat-er ec jaaren, na den algeraeenen Vreede van den
Staat
JAARBOEKEN, Juny, 1797» 4*3
Staat met deszelfs tegenwoordigen Vyand, zullen zyn verloopen. . , . ,
14. Hy , die in het Stemregi er infehryft of zich laat infehryven, erkent daar door, van alle andere Volksbetrekkingen af te zien, en tot geene andere dan de Bataaffche Natie te behooren.
TWEEDE AFDEEL ING.
Van de Grondvergaderingen»
15. Ieder Diftrict zal worden onderfcheiden in gedeelten, welke elk in het algemeen beftaan zullen uit vyf honderd Zielen, waar uit dan Stemgerechtigden zullen worden opgeroepen, en ééne Grondvergadering uitmaaken.
16. Voor elke vyf honderd Zielen zal gewoon* lyk eeri Kiezer verkoozen worden ; doch in eene Gemeente, waarin boven de vyf honderd tallen een overfchietend van meer dan twee honderd en vyftig, fchoon beneden de vyf honderd Zielen bevonden wordt, zal voor dat overfchot nog een Kiezer benoemd worden.
17. Ook zat voor eene Gemeente, geen vyf honderd Zielen, doch echter meerder dan twee honderd en vyftig bevattende, insgelyks een Kiezer benoemd worden.
18. In eene Gemeente, waarin boven de vyf honderd tallen een overfchietend getal is van niet meer dan (twee honderd en vyftig Zielen , zal door het plaatslyk Beftuur dat overfchot over de Grondvergaderingen verdeeld worden.
iy. Wanneer eene Gemeente niet meer dan twee honderd en vyftig Zielen bevat, zullen haa> re Stemgerechtigden met die van eene andere na> bygelegen Gemeente veréénigd worden.
20. Wanüeer in eene Gemeente, verfcheiden vyf honderd tallen bevattende, zodanige omftandigheden plaats hebben, dat eene Grondvergade. ring over vyf honderd Zielen geen genoegzaam ge>
tal
'sGra-
wsnhage.
OntwerpvanConftitutie»
's Gra-
VttïHA CE,
Out-
werpvai 'Confif
41* NIEUWE NEDERXANDSCHE
tal van gequalificeerde Stemgerechtigden zoude or> leveren, zal net Plaatslyk Beftuur, onder goedkeunng van het Wetgeevend Ligchaam, de Stemgerechtigden over een grooter getal Zielen tot eene Grondvergadering mogen veréénigen , des -nogthands, dat de Gro«dvergaderingen nooit beItaao over meer dan twee duizend twee honderd en vyftig. en dat over elke vyf honderd Zielen altyd een frezer benoemd werde.
af, Het plaatslyk Beftuur van elke Gemeente maakt in tyds de vereischte fchikkihg op al het bovengemelfte, en geeft daar van, uiterlyk veertien dagen voor de ftemming, kennis aan het Departementaal Beftuur * ter beoordeeling, of de fenikking met het voorfchrift der Conftitutie overeeokome, of aan het Wetgeevend Ligchaam in het geval, by het voorig artikel bepaald; doch m allen gevalle zullen de éénmaal gemaakte fchik. kingen, zoo omtrent de plaatzing der Stemgerechtigden in de onderfcheiden Grondvergaderingen, als der Grondvergaderingen by derzelver Diftricten, niet, dan met goeakeuring van de Wetgéevende Magt, veranderd worden.
22. Het Beftuur van de Plaats, alwaar de byeenkomst der Grondvergaderingen bepaald is, zal ook de onderhoorige Stemgerechtigden, ingevolge het Register, ten minften agt dagen te vooren, op de daar toe gefchikte plaats of plaatzen, by gedrukte Billetten, oproepen.
23. Niemand zal gewapend, of met eenig uniformof teeken van eenig Ambt, Bediening of Waardigheid in de Grondvergadering mogen verfchynen. 0 fe
24. In de Grondvergaderingen zal geen voörftel mogen gefchieden, veel min geraadpleegd worden over eenige andere zaaken , dan die by de Acte van Conftitutie uitdrukkelyk aan dezelve zyn bevoolen, en waartoe zy, ingevolge die Aöe. zyn byééngeroepen.
25. In elke Grondvergadering zal provifiooeej
de
JAARBOEKEN, Juny, 1707. VS
de oudfte in jaaren voorzitten, en de jongftehet' Ambt van Secretaris waarneemen, waar van zy zich nogthandsom redenen, door de Vergadering Voldoende geoordeeld, zullen kunnen verfchoonen en als dan worden opgevolgd door den naastvol eenden in jaaren. ;
26. Tot het onderzoek , wie de oudfte en de jongfte zyn , zal in ieder Grondvergadering door het plaatslyk Beftuur een Stemgerechtigde, tot die Grondvergadering behoorende, worden verkoozen; welke daadelyk, na dat dit onderzoek zal zyn afgeloopen, zal hebben gede-
27. De veranderde Stemgerechtigden zullen zich zoo dra de werkzaamheden beginnen , op daar toe gefielde zitplaatzen, zoo veel mogelyk, nederzetten. ' , ...
e8. Men zal by meerderheid en mondelinge Remming viei' Stemopneemers, en uit dezelven éénen tot Prefident en éénen tot Secretaris ver-
29. Zo haast de Prefident en Secretaris benoemd zullen zyn, zal men niemand, onder welk voor wendfel ook, in de Vergadering toelaaten: ook zal niemand der aanweezenden dezelve mogen verlaa ten dan na dat de Prefident verklaard heeft, dal bet'werk, waar toe de Grondvergadering byéén gekomen is, afgedaan is-
00 In elke Grondvergadering zullen, door del Secretaris de naamen der opgeroepen Stemgerech tigden geleezen , de agtergebleeven ,aangetee kend , en het getal der aanweezigen opgemaak worden.
nu Ieder Stemgerechtigde zal zyn Item in ei een perfoon uitbrengen ter piaatze, welke voor d Stemgerechtigden van hunne vaste woonplaats zt bepaald zyn: zullende de Guarnifoenen niet voo de woonplaatzen der Militairen gereeken worder ten zy dezelve tevens hunne vaste woonplaat
Z5n' 3a. Sten;
sGra-
itE NHA»
3e.
OntwerpvanConftitutie,
r s>
i
i
r ,
s , /
**GaAVfiNHACE.
Om-
yerpvar, Confli. " tutte,
i
i
3
i ] <
4W NIEUWE NEDERLANDSCHE
31. Stemgerechtigde Militairen zullen, om hun Stemrecht uit te oeffenen, derzelver posten niet verlaaten , noch zich uit hunne Guarnifoenen naar derzelver vaste woonplaats mogen begeeven.
33. Ieder zal een noramer trekken, waar van de Secretaris eene Lyst maaken en één der Stemopnemers eene Coptralyst zal houden, om agter elks nummer den naam des trekkers aan te teekenen.
34. De Stemopneemers zullen niet alleen niemand , of rechtftreeks, of van ter zyde , aan de Stemgerechtigden mogen aanbeveelt, maar ook verpligt zyn, omtrent de ftemming de flïptfte geheimhouding in acht te neemen.
35 De Prefident zal aan de Stemgerechtigden de vereischten van een Kiezer voorleezen , of door den Secretaris , doen voorleezen ; vervolgends zal hy alle de Stemgerechtigden hoofd voor hoofd , ieder naar zyn nommer , oproepen. v
•\6 De Stemopneemers zullen het eerst hun-, ne Item uitbrengen, zonder deswegens onder elsander eenige raadpleegingen te mogen houden.
37. De Secretaris zal in tegenwoordigheid van den Stemmer, het nommer, dat dezelve getrokken heeft, op den hoek van een briefjen aanteecenen, dien .hoek toevouwen en behoorlyk versegelen.
, "8. Hierom zal elk onder het oog van de tfemopneemers eenvouwig den Perfoon , dien iy ftemt, met uitdrukking van deszelfs naam :n toenaam , of zoodanige andere aanduiding, ils hem kenbaar maakt, op bet gezegde briefen fchryven, en dat zelf toevouwen.
39 Elk Stemgerechtigde zal zyn eigen briefien teeken in eene daar roe beftemde Busfe, die beïoorlyk geflooten is, en waar van de Sleutel, geluurende de ftemming, by één der oudfte Stem-
ge.
JAARBOEKEN, Juny, 1797* 4*7
mrcchtigden , raids geen Scemopneemer zynde,' «al moeten bewaard worden. 1 ao. Die niet kan leezen of fchryven , zal den, Perfoon, dien hy wil (temmen, aan den Secretaris en hem, die de Contralyst houdt, moeten' cpgeeven, met uitdrukking van desze fs naam. en toenaam, of zodaanige aanduiding, als hem kenbaar m^kt; zullende de Secretaris zulks voor hem ol heiStembriefjen moeten fchryven, aan hem, die de Contralysl houdt , vertoonen en ver vol gends door den Stemmer zelve in de Busfe doen
fte5ieDDe Prefident zal, na het inkomen van 'alle de Briefjens, de Busfe openen, dezelve één voor één daar uiineemen, en aan hem, die tot het opleezen der geftemde Perfoonen benoemd is, ter
ha^.ftDêeze zal gehouden zyn den naam, op iedef briefjen gefchreven,duideiyk aan.den Secretaris, en hem, die de Contralyst houdt, te vertoonèn, welke beide, ieder op zyn Stemlyst, de naamen zullen aanteekenen- . ,
Inaevalle by het opleezen van een.g Brief ierf Heek, dat iemand in de aanduiding van der Perfoon een aanmerkelyken misflag haat begaan . za het Mommer door den Prefident ontzegeld, en hy op nieuw opgeroepen worden, om zich na ih>r te verklaaren . ., _
Ia. Die de volftrekte meerderheid van Stem „en, dat is, ten minften ééne meer dan de helf vso. alle de Stemmen heeft, zal tetftond Kie
zea^yiDdienechter, ten zynenopzigte, inde Gronc vergadering eenig verfchil ontftaat, zal de mee derheid der Leden uitfpraak doen , naar dewel men gehouden zal zyn zich te gedragen: biyve. net niet te min aan hem, die oordeelen mogt ve «SLiitr te zvn vry en onverlet, zich te b Egetby herdeStshof. waar onder.hy b hcortT^Uende de geenen die van onwettige ha Dd u
s Gra-
fENHA52.
verpvan
"onfti-
tutie,
i
t'
e i-
i1-
41» NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venha sb.
OntwerpvanCotifiitutte»
! 1
i
1
l (
I
\
\
delwyze io deezen overtuigd worden, daar voor by dat Hof veraotwoordelyk zyn, en met fufpenfie, of ook wel, naar bevinding van zaaken, mee verlies van hen Stemrecht worden geftraft,
46. Wanneer niemand de voorfchreeven volftrekte meerderheid heeft, zullen de drie , welke de meefte Stemmen hebben, op nieuws worden voorgeleezen, ten einde daar uit één gekoozen worde.
47. By de tweede Stemming geene volftrekte meerderheid plaats hebbende, zullen de twee, die de meefte ftemmen hebben, tot eene derde ftemming worden voorgedraagen.
48. Wanneer in de gevalhn , by de vooren» ftaande 46fte en 47de Artikelen vermeld, uit hoofde van gelykheid van ftemmen, het niet daadelyk Jitgemaakt is, wie de drie of wie de twee zyn, h'e tot eene tweede of derde ftemming op nieuw Tioeten- voorgedraagen worden, zal zulks tusfchen ien, die gelyke ftemmen hebben, door het loc jeflist warden.
49. Wanneer by de derde ftemmiDg zich geene neerderheid voor één van beiden verklaart, zal usgelyks het lot beflisfen
.50. By elke herftemming zal men, alvoorens tot :ene tweede of andere ftemming over te gaan, le voorige Srembriefjens in een omflag verzeilen.
51. Men zal aan den benoemden Kiezer, ftaanle dezelfde Vergadering, en daadelyk na het afoopen der verkiezing , een Geloofsbrief geevea tan den volgenden inhoud:
De Grondvergadering van heeft , benoemd tot Kiezer den Burger , om zich te begeeven naar tot het
, verkiezen van een „ Aclum den
ja. Deeze Geloofsbrief moet door vier Leden,
waar
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 41»
waar onder ten minften twee Stemopneemers, geteekend worden. . _ ,
53. Na dat de keuze gedaan is, en de Geloofsbrieven zyn uitgegeeven, zullen de Stembriefjens terftond verbrand worden.
54 De Grondvergaderingen, tot het benoemen van Kiezers, worden door de geheele Republiek opgeroepen tegen den derden Dingsdag der maand April. j. , .
55. Een Burger, geduurende drie agter een vorsende Grondvergaderingen, zamengeroepen ter verkiezing van Leden tot eenig publiek Beftuur, wegblyvende, zal de reden van zyn wegblyven onderzogt en beoordeeld worden door het Gerecht, waar onder hy behoort.
56. De publieke Aanklaager zal, binnen den tyd van veertien dagen na de byéénkomst der derde Grondvergadering, waar uit, invoegen by het voorig artikel vermeld , de Stemgerechtigde afwez'g gebleeven is, zodanigen Stemgerechtigden voor bet voorfchreven Gerecht oproepen, om reden van zyn af blyven te geeven en derzelver rechtmatigheid te doen beoordeelen.
57. Indien hy geene redenen van zyn agterblyven geeft, of de gegeeven redenen onvoldoende geoordeeld zyn, wordt hy niet alleen, geduurende den tyd van drie jaaren, van zyn Stemrecht ottzet, maar ook daarteboven aangemerkt als iemand, die de belangen des Vaderlands niet in acht
neemt. , ,
58 Dien ten gevolge zal aan denzelven, geduurende dien tyd, geen Ambt opgedraagen worden, en byaldien hy een Ambt mogte bekleeden of ^eenige bediening waarneemen , voor dewelke hv uit een publieke Kas wordt beloond, wordt ny daadelyk van dat ambt of voorzeide belooning verftooken»
59. Indien deeze Burger nogthands mogte ver méenen bezwaard te zyn by het decreet van hel Gerechte ter zyner plaats, waar by de redenen, Dd a on
's Gravenha-
ge.
Ont-
werpvan Conftitutie*.
's Gra-
venha"
OE,
One yicrpvat, Conftitutie,
■»»»».-
420 NIEUWE NEDERLANDSCHE
om welke hy niet in de Grondvergadering verfcheenen is , onvoldoende verklaard zyn, heeft hy de vryheid, om van dit genomen decreet, binnen den tyd van één maand , na dat hem het zelve zal zyn ter hand gefteld, aanxhet dei partementaal Gerechtshof te appelleeren : en zal het zelve Hof, na verhoor van partyen, de plano binnen den tyd van zes weeken, daar omtrent disponeeren.
DERDE AFDEELING,
Fan de Kiezen en derzelver Werkzaamheden»
60. Kiezers moeten zyn Stemgerechtigden, die den ouderdom van dertig jaaren bereikt hebben.
61. Daar en boven,
a. Eigenaars of Vruchtgebruikers van eenig vast goed, binnen de Republiek gelegen en onbezwaard, of ten deele bezwaard zynde , voor zo verre vry , dat het, na af-
■ trek van intrest en Jasten, ten minften een jaarlyks inkoomen geeve van twintig gulden , qualificeerende in deezen de eigendommen van de Vrouw den Man.;
b. Of Huurders van eenig vast goed, meede binnen de Republiek gelegen , jaarlyks in huur doende, in eene Gemeente.
Van vyfentwintig honderd Inwooners, en daar beneden ƒ 30:0:0
Van vyfentwintig honderd tot vyf duizend 50:0:0 Van vyf tot vyftien duizend 75:0:0 Van vyftien tot vyfendertig duizend loo:o:o Van vyfendertig tot vyftig duizend ijo:o:o Boven de vyftig duizend aoo:o:o «52. 0,k kan tot Kiezer geftemd worden een
Zoon,
JAARBOEKEN, Juny % 1797- 4"
Zoon, die by zyne Moeder, Weduw zynde, in woont, indien zy de vereischte goederen in eigendom , tocht of huur bezit.
63. Kiezers moeten de nederduitfche taal kunnen leezen en fchryven
64. Niemand zal Kiezer kunnen worden, dan die by de Grondvergadering in perfoon tegenwoor-
^ó^'zo veel mogelvk, in her^midden van ieder Diftrict, wordt door'het Departementaal Beltuur een bekwaame plaats tot de byéénkomst der Kiezers van het Diftrict aangeweezen, ende Hoofdplaats van het Diftrict genoemd.
66 Zoo veel mogeiyk, in het midden vau ieder Ring, wordt de Hoofdplaats van den Ring, en, zo veel mogelyk, in het midden van ieder Kwartier, de Hoofdplaats van het Kwartier bepaald tot de byéénkomst der Kiezers van zodani«en Ring of Kwartier
67. Het plaatstlyk Heftuur der Hoofdplaats van enig Diftrict-. Ring of Kwartier draagt zorg, dat er een gefchikt gebouw, de noodige plaats oi plaatzen , tot de byéénkomft-n der Kiezers, in gereedheid gebragt, en van het noodige voorziet
W°68enHet voorfchreven plaatslyk Beftuur benoem-i twee Gecommitteerden, en, voor zoo verre at plaatslyke gelegenheid zulks toelaat, éénen Secretaris, om, ten tyde der byéénkomst van de Kiezers , dezelven te ontvangen en toe te zien , da alles, volgends de gemaakte bepaalingen , ge fchiedde. , , _ . ,
69. Het voorfchreeven plaatslyk Beftuur doe een Register houden, in het welk de Geloofsbrie ven en derzelver legalifatie geregiftreerd, en dt naamen der afwezig gebleeven Kiezers aangeteekend worden, ' , . ,
70. De aangeftelde Kiezer zal den volgende dag, na zyne benoeming, 'smiddags ten twaai uuren, zich ter bepaalder plaatze moeten beyin
Dd 3 dec
'sGra'
venhage.
Ont-
werpvan Conftitutie.
1
f
'sGra
VENHA' GE.
Ont-
vacrpvan
Confii*
tutie.
:
I i
i
I
3
1 j
c t
f
d
2
r
422 NIEUWE NEDERLANDSCHE
den: Indien zulks echter, wegensonoverkomelyke omftandigheden, naar het oordeel van het Departementaal Beftuur, ondoenyk was, zal de byéénkomst zoo veel laater plaats hebben , als noodig zal bevonden worden, mits dat de Kiezers in één en het zelfde Departement, op denzelfden dag en het zelfde uur, vergaderen.
71. Zo dra het uur, tot de byéénkomst bepaald, daar is, wordt de Vergadering door de benoemde Leden van bet plaatslyk Beftuur geopend, en zullen de naamen der afweezende Kiezers aange:eekend worden , welke echter tot de verkiezing zullen worden toegelaaten, zoo Jang de deuren niet gefloten zyn.
7«. Die in het geheel uitblyfc, verliest zyn Stemrecht, ten zy hy aan het Departementaal Gerechtshof wettige redenen kan bybrengen, of voar Jat zelfde Hof onder folemneelen eede verklaaen, dat hy uitgebleeven is om redenen, welke iy in gemoede oordeelt, voldingende te zyn, en n allen daele te kunnen beftaan met de verpligmg, waar aan hy zich als Burger onderwerpt , /olgeods welk een iegelyk, die wettig tot Kiezer ^eltemd is, ook daadelyk dien post moet waarleemen. ■
73. Geen Kiezer zal gewaapend, of met eenig imform, of teeken van ambt, bediening of vaardigheid, in de Kiezersvergadering mogen verchyneu.
74. lri de Kiezersvergaderingen mogen geene ooritelleu gedaan, veel min geraadpleegd worden ver eenige andere zaaken, dan waartoe zy weeïg zyn byeengeroepen.
75. De Gecommitteerden van het plaatslyk Berum- zullen de Geloofsbrieven examineeren, en ezelve wettig bevonden hebbende, aan de Kieers, hoofd voor hoofd, de volgende verklaamg atyraagen:
„ Ik
JAARBOEKEN, 3«"J> **»• «'3
" om ïecnerhande andere beweegredenen, " ïïs zal doen of laaten, maar den pligt, " die mv als Kiezer is opgelegd, zodanig " betrachten, dat ik my daaromtrent voor £ aeraiweët'enden God" meen te kunnen „ verantwoorden."
Tot dat er twee jaaren na den algemeenet, VrTSe v n'den Staat met deszelfs tegenwoorï£en vyand zullen zyn verloop SS^^PÏ^Ï»» afleggen * navolgende belofte :
Ik belove, dat ik tot ni? Val benoemen zulk eenen, welken * " ïoedêt? «moede houde te zyn een voo " Eer of aankleever van eenig Stadhou V, derlyk beftuur." 76, Dezelfde Commisfie zal aan de rergad i
lMZr'llt verkiezing van een Voorzitter en v« .en77SeSe.S «1Ltdeling en by ffleerdethe,
vertrekken; waar na d"n
len gefiooten en voor geene natcoomeuuc
geopend worden. Dd 4 79* 2
's Gra!
VENHA' GE.
Ont.
werpva? Conftitutie.
t 1
>
it i
1en 1-
'S
0
% Gsa-
VERH/1' GE.
Qnt-
werpvai Cotiflituite.
I 1 1
(
ó ti
a
ei
d,
424 NIEUWE NEDERLANDS CHE
.Zaa7mbe^e„dhegtm e» f
i^iXit^
e,SerSgenvoor ï tVT »verkiezing is afgeloopen. 8 ' V°°f dat de
getïke^de^ïdf'T" Rieden door
ven briefieis LVergadering ^IVe te fchryhed Ê, i„ til' ^ £ene Vol't<-ekte raeerder-
81. De leden van één en dezelfde KierrXm
KT8 2U"M zich ■"""""'«»'«-SS
het plaatslyk BÏÏ?" f?d(5 verzegeld aan deez'r voegen: Za' gPZOnden Worde« «
» Op den heeft d Kiezersveread*-
n ring van het Diftrid tot 6Vcr&acu~
„ benoemd den Burger »
83. De Kiezersvergadering zendt ook éene Ace van verkiezing, 0p de by het voorig artiozen-n? geieSalift:erd > aan den ver.
84. Behoudens nadere bepaalingen, die de ;onffltut,e maakt, zal het plaatslyk Beduur van e gevaden keuze aan zodanig Coliegie, waar >e de muitgekozene behoort, kennis geeven. .«5; £0 dra het werk der verkiezing geheel is geloopen, worden de ftembriefjens vfrbrani, 1 wordt de Kiezersvergadering gefcheiden.
j DePa»ementaal Beftuur draagt zon? it de Kiezers, die tot het doen van eenife*
keu-
JAARBOEKEN,^» 1797» 4*5
8^aakte relsk0sten"
t i t u l rn.
Van de Wetgeevende Magt.
EERSTE AFDEELING. Van het Wetgeevend Ligchaam in het gemeen.
87 De Wetgeevende. Magt wordt uitgeoeffem door"het' Wetgeevend-Kp^ ^ uittwe
88. Het Wetgeevend L»gcWaam jai a d Kamers, waar van de ééne genaama
JT,™* te', de*nfTallen"veraderen, welke ieder afzonderlyk ™"™J^&1 noch d
ü9' HlWeSe'd r nSyke Magt zie ÏKSÏ^ door gernagtigde» doen ut Set Wetgeevend Ligcha- verteg^c
v^n^r'dig\.f, iaden van het *.lye waaruit zy vt afzonderlyk, of da gedeJte waa jr^ koaen zyn of eemg ander^gede rf yo]g hoegenaamd. De L-e..eni 6 hej. q
duizend gulden,, onto w»m g we„
's Gra-
venha»
ge.
Ont-
werpvan Conftitutie.
L
6
5
e h t«
re-
er r-
5>
en ok 5eanalet-
ain Irie ien ena oeeffi-
's Graven hage.
OmWerpvanConftitutie.
ji
»5 31 3> »> 3»
de
!
3» I 3> « I
42« NIEUWE NEDERLANDSCHE
fternrning van de Kamer, waar toe de afweezige behoort, heeft plaats gehad. «weezige 03. Zy ontvangen voor transport en reisgeld
91'. Het Wetgeevend Ligchaam vergadert zo £iS !T *° «Is het zulks noodig oor¬
deelt; dan het kan, door een wettig Kt roor zekeren vasten tyd fcheiden , wellreces' ntndenn.°01t T kan ^' da« ^ "fi
94. Elk der Leden van het Wetgeevend T i»
het Departement, waar m
*yn. 97. 1
sGra'
VENHA» ge.
Or.t-
werpvan
Cotifti-
lutie.
T
n L-
;n
:n ;n o* nek
n, in
)0-
'ot
'sGpa»
VENHA" CE.
Otlt-
tverpvan
C'infti-
tutte.
42S NIEUWE NEDERLANDSCHE
97- Tot Leden van de Kamer der Oudften zyn verkiesbaar die in zich veréénigen de nt. volgende veréischten:
a. Dat zy zyn Stemgerechtigde Burgers.
b. Dat zy rten ouderdom van veertig jaaren ten vollen bereikt hebben
e. Dat zy binnen deeze Kepubliek geboren zyn, en geduurende de laatfte vvftien jaaren gewoond hebben, of, zo zy elders gebooren zyn, federt de laatfte vyfentwintig jaaren hönne vaste woonplaats binnen deeze Republiek gehad hebben.
et. Dar zy, geduurende de laatfte vyfiaaren bünne vaste woonplaats gehad hebben in bet Departement, waar in de Ring of het Kwartier dat oe verkiezing doet, geheel of gedeeltelyk geleegen is. 8
e. Dat *y in .één der Mgende Kameren of Cpllegwn auting hebben of gehad hebben, of Ministers van dezelve zyn of geweest zyn; mamJyk:
ln de Groote Kamer, r In de Nationaale Finantie of (Rekenkamer. In eenig departementaal Beftuur, of in het Beuuur van eenige Bcrgergemeenre. JJat zy geweest zyn Leden of Ministers van eenig Gerechtshof, Secretarisfen van Generaal vocaate""Fis
1
e
»
i" e c5,n
1* t.
's GrA-
VEn HAGE
Ont
werp van Conftitutie,
1 1
\ i
t
1
I
u
d
z
m
m di b<.
oe
mi
430 NIEUWE NEDERLANDSCHE DERDE A F D E E L I N G.
Van de Verkiezing der Leden voor de Groote Kamer.
tp kL T0t de vei;kieziDg van elk Lid in de Grooiri»T , Zyr Werkzaam de Kiezers van twee Di. ïtriCkn, te famen eenen Ring uitmaakeode.
eemalkr „aneder D«ftrift wordt ee"e Nominatie
L^d vno, J D/-W! B^rgers' tot de keuz« van één uid voor de Groote Kamer.
ioj. De Kiezers van ieder Diftridr, te famen gekomeo zynde, en ten overftaan van Gecommitteerden uit bet plaatslyk Beftuur, zich geconP «eerd hebbende, zoo als in art. 70 en Kende
eTvked •Z,Ch ' bv ,00tiaS, in twee
?e yke Smaldeelen , ieder beftaande u t vvfiien
rTh0^20^'"^6131' aJs> ^ Sa rnogeleT Kiezeïf ^ ™° de te famen ver^' ioö. Elk Smaldeel der Kiezers begeeft zich in
'refiaen?enr'|k eD kiest ^daar eenéS
reuaent en Secretaris,
107. Elk Smaldeel der Kiezers benoemt eenen urger tot bovengemelde Nominatie, i/hïn mogen niet benoemen iemand
el der S?el; w^Luit hec acder Smal-ei der Kiezers van hun Diftrict
109 'De benoeming gefchiedt op zodanige wvs, els art, 80. bepaald is. y
"o. Elk Smaldeel geeft, zoo dra de benoemg by het zelve gefchied is, fcbrif.elyke kennis 0 de Gecommitteerden van het plaatslyk Beftuur t de benoeming gefchied is, zonder echter den noemden perfoon zeiven op te geeven
*\eï>'£?°Jra de bTemi?g by beide de Smal-|en der Kiezers volbragtis, geeven de Gecom. «eerden van het plaatslyk Beftuur aaïbSfc de
Smal-
JAARBOEKEN, -797' 43*
cmaldeelen daar van kennis, ten einde zy in één'
de Smaldeelen benoemd is, wordt er,door a Ie de te famen gekomen Kiezers een tweede Burger be
n°U4..' In dit geval benoemen de Kiezers eenen
Bü;fcr tf ïïeïTevalle worden de beide booen. de BÏgeïs geplaltst op een tweetal , terwyl het
^^U^aK?'te famen vergaderde Kiezers, welker vergadering volgends art. 105 geconftiSdis, wotden negen Kiezers uitgeloot, om zich naar de Ringsvergadermg te begeeven
ii7 Indien één der Burgeren , of beide bur-ers welke op het tweetal geplaatst zvn . tot de E^T vin dit Diftrifl behoort of behooren , deelt of deelen dezelve niet in de lootmg, on zich naar de Ringsvergadenng te begeeven.
1.8 De afgeloote Kiezers zullen de negei uitgelootenen tot de Ringsvergadering, door geei ïvionderen last, in hunne keus bepaalen.
110. Voor de negen Kiezers , welke tot d Rmasvergadenng zyn uitgeloot , wordt de vo. gende Geloofs- en Lastbrief in gereedheid g< bragt:
De Kiezers uit vyftien duizend Inwoonei „der Bataaffche Republiek , behoorende tot c „ Diftriövergadering van crJiïK
tot de keuze van een Lid van de Groote K. " mer van het Wetgeevend Ligchaam genon '1 neerd de Burgers
en zvn voords hunne Meedekiezers, de Bu " ters uitgeloot, om zich
»» ten eind
„ begeeven naar
sGra-
itENHA3E.
Ont* werpvan Conftitutie»
1
l 1
2
■s e n i' i-
rtee, tr-
's Graven hage.
OntwerpvanConfti. tutte»
i
i t ^
\
i t
•C t
8
i \
V
43* NIEUWE NEDEJRLANDSCflE
„ overeenkomftig de Adte van Conftitutie, een „ Ud tot de Groote Kamer te verkiezen."
» Aelum den
120. Deeze Geloofs- en Lastbrief wordt door vier yan de met uitgeioote Kiezers geteekend ; vervolgends door Gecommitteerden van het plaats lyk Beftuur gelegaiifeerd en aan de uitgeioote Kiezers meede gegeeven.
121. De uitgeioote Kiezers uit beide de Diftricten , welke eenen Ring nitmaaken, komen den eerstvclgenden dag, des middags om twaalf uuren. in de Vergaderplaats van hunnen Ring te famen. Indien zulks echter, wegens onoverkomelyke omflandigheden, en naar het oordeel van het Departementaal Beftuur, ondoenlyk was, zal debvSénkomst zoo veel laater pisats hebben, ais nodig tal bevonden worden.
iaa. De Gecommitteerden uit bet plaatslyk Beftuur, welke ook deeze Vergadering, volgends irt. 71. en volgende, openen, doen den Geloofsm Lastbrief leezen.
123 Indien onder de uitgeioote Kiezers zich ernand mogt bevinden , welke op één der beiIe tweetallen geplaatst was , zal dezelve de /ergadering veriaaten en de verkiezing niet bvitoonen. 0 3
124. Indien blyken mogt, dat één of meerder ntgeloote Kiezers niet tegenwoordig was , wordt aar yan aanteekenmg. gehouden door de Geommitteerden uit het plaatslyk Beftuur, om er en fpoedigften aan den Staatsraad kennis van te eeven.
iaj. Wanneer het bepaalde uur daar is, woren de deuren geflooten en de Vergadering wordt oor voltallig gehouden, zonder dat naar de af'eezenden gewagt wordt,
126. Vervolgends zullen de Gecommitteerden
uit
SAARBOEKEN, Juny, 1707. 433
w niaatslvk Beduur alle de tegenwoordig zyn-1 de tors,hoofd voor hoofd, afneemen de navolgende verklaariog: „ Ik vetklaare en beloove, dat ik, uit de geITgetaanfS
" keuze van bet Diftrict, Waaruit ik ben afge' vaard\d %f door eenigen tast of aanzoek te l, laaten binden of beftuuren.
... Ten overftaan der Gecommitteerden uit be pU yk S-r wordt één der Kiezers^ Prefident en één tot Secretaris benoemd, waar 2ide Gecommitteerden de Vergadering ver-
laT28, De te famen S^h^%SSS^ Sendïen beWn briefjens, éénen tot Lu ht io°°dra fe= Kek^neerderhei, " ,hSnhbf de^ftemfeand *
derde ftemming over de twee, welke de meen
ftT3r DKfdan de meefte ftemmen heeft,
^S'Tndien als dan de ftemmen fteken , en i alle zódanige gevallen, zal het lot beft.sfen.
%4 Zo d?a de verkiezing volbragt is , wc den te Gecommitteerden uit het plaatslyk^
sGra«
3e.
Ont'*, perpvaa Confti* tutte.
I l
i e e
is
n
reJI
'sGha.
ge,
Ontvierpvai,Omfti* Sutie.
\
|
-> 1 J i I i
434 NIEUWE NEDERLANDSCHE ftaur^verzogt, wederom in de Vergadering te
135 Ten oyerftaan van Gecommitteerden uit het plaatslyk Beftuur, wordt de Geloofsbrief voor den verkozenen gereed gemaakt, door vier Kiezers onderteekend, door de Gecommitteerden uit het plaatslyk Beftuur gelegalifeerd , en aan den verkozenen toegezonden, en worden vervolgend» de Stembriefjens verbrand- .
136 De Geloofsbrief is van den volgenden inhoud: &
„ De Kiezers uit dertig duizend Inwooners der „ Bataaffche Republiek, behoorende tot den rins: „ van hebben tot Lid van de Groote
„ Kamer van het Wetgeevend Ligchaam verko-
" ,zen de,? ?urger, „ waar vaa*
s, deeze ftrekt tot bewys. '
„ Aftum den
VIERDE AFDEELINfl,
Van ds verkiezing der Leden voor de Kamer der Oud/ten,
137. Tot verkiezing van elk Lid voor de Ka™C^dften zyn werkzaam de Kiezers vaa Se ' tB ééD Kwartier uitmaa-
138- In ieder Diftricït wordt eene Nominatie ;emaakt van twee Burgers, tot de keuze van één Lid voor de Kamer der Oudften.
ï39. Het maaken deezer Nominatie gefchied'ïp dezelfde wyze, als hier boven art: !o5..ea rolgende bepaald is, omtrent de Nominatie voor Ie Groote Kamer.
140- Na het maaken deezer Nominatie, worden r uit alle de te famen vergaderde Kiezers negen «geloot, om zich naar de Kwartiers vergadering
ta
* JAARBOEKEN, Juny, 1707- 435
te begeeven, zender dat zodanige Kiezer of Kie-'j zers, welke op de Nominatie geplaatst mogten zyn, in deeze looting deelen, c
14.. De afgelooten Kiezers zullen de negen uitgelooten Kiezers tot de Kwartiersvergadering, C door geen byzonderen last, in hunne keuze be-i paaien.
142. Voor de negen Kiezers, welke tot de/ Kwaniersvergadering zyn uitgeloot, wordt de volgende Geloofs- en Lastbrief in gereedheid gebragt.
De Kiezers uit vyftien duizend Inwooners der Bataaffche Republiek, behoorende tot de
A Diftriüvergadering van hebben, tot de keuze van een Lid voor de Kamer der
I' Oudften van het Wetgeevend Ligchaam, genomineerd de Burgers en zyn voords
„ hunne Medekiezers, de Burgers ^ uitgeloot, om zich te begeeven naar ten einde overeenkomftig de Acte van Conftitu'ie,
'* één Lid tot de Kamer der Oudften te verkiezen." Act.um den
143. Omtrent de onderteekening en afgifte vaft den Geloofs-' en Lastbrief, heeft het zelfde plaats, sis hier boven art. iao. bepaald is.
144- De uitgelooten Kiezers uit de vier DiltnCten welke één Kwartier uitmaaken, komen deö eerstvolgenden dag, 'smiddags ten twaalf uuren, in de Hoofdplaats van hun Kwartier te famen: indien zulks echter, wegens onoverkomelyke om Handigheden, naar het oordeel van het departementaal Beftuur, ondoenlyk was, zal de byéém komst zoo veel laater plaats hebben , als noodig zal bevonden worden. ' .
14A. De verklaaring, welke van de uitgekm Kiezers uit de vier Diftriéten, hoofd voor hoofd, wordt afgenomen, is van deezen inhoud:
lk verklaar en belove, dat ik uit de genom.1 „ neerde Burgers, tot Lid van de Kamer de Ee a »> wua
iGba*
KNHA» E.
)tlt' rerpvaft ?onfii' ut iet
VENHAGK.
Ont-
v/erpvan Conftitutie.
■ I
"i
i
(
i
I
3 3
436 NIEUWE NEDERLANDSCHE
„ Oudften van het Wetgeevend Ligchaam , den „ geenen verkiezen zal, welken ik daar toe best „ gefchikt oordeele, zonder my hier in door de „ keuze van het Diflrift, waar uit ik ben afge,, vaardigd, of door eenigen last of aanzoek te ,, laaten binden of beftuuren."
146". De uitgeioie Kiezers zullen "ervolgends de Burgers, op de vier tweetallen geplaatst, famtnvoegen, en uit alle dezelven, by geteekpnde en btfioten briefjens, éénen tot Lid van de Kamer der Oudften ftemmen.
147 Zo dra iemand de volftrekte meerderheid der Stemmen heeft, is dezelve veikozen,
148. Indien by de eerfte ftemming niemand de volftrekte meerderheid heeft, gefchiedt er eene tweede ftemming uit die, welke uit de voorgeltelde nominatie zyn geftemd.
149; iDdien by de tweede ftemming niemand de volftrekte meerderheid heeft, gefchiedt er eene derde ftemming over de drie, welke de meeste ftemmen hebben,
150. Indien by de derde ftemming niemand de volftrekte meerderheid heeft, gefchiedt er eene itierde (temming over de twee, welke de-meeste [temmen hebben.
Ijl. Die dan de meeste ftemmen heeft, is vercozen.
Ij». Indien als dan de ftemmen freeken, en , n a le zodanige gevalien, zal het lot beflisfen.
ij 3- Het vervaardigen en onderteckenen van ien Geloofsbrief gefchiedt, ten aanzion der Kwarlersvergadering, op dezelfde wyze, als art. iqv, imtrent de Rtngsvergadering bepaald is; en wotlen vervolgends ook de ftembriefjens verbrand.
IJ4» De Geloofsbrief is van den volgenden inloud:
,, De Kiezers uit zestig duizend Inwooners d*r , Bataaffche Republiek, behoorende tot het Kwar, tier van hebben tot Lid voor de
, Kamer der Oudften van het Wetgeevend Digis chaara
JAARBOEKEN, Juny, mi- «7
, chaam verkozen der, Burger waar
van deeze ftrekt tot bewys. "„Aflum den
VYFDE AFDEELING.
Over de beide Kamers.
i«et Zoo dra de verkieziDg van een Lid voor ap ?;We Kamer, of Kamer der Oudften vol. £»« 2 serf"be plaatslyk Beftuur daar van. v ngWe%ngede Kiezefs, aaj den verkozenen kennis met toezending van den Geloofsbrief.
%6%ok geeft het plaatstlyk Beftuur van de eedfane keuaf, van wegen de Kiezers, kennis aan fenTaatS', welke daar van kennis geeft aan de Kamer, waar toe de verkozene behoort.
W. De verkozene tot Leden van het Wetpeeverid Ligchaam zenden hunnen Geloofsbrief, SS veeftien dagen na de gedane keuze, aan Kamer waar in zy verkozen zyn. . ,,8 Eke Kamer van het Wetgeevendi L>gohaam beflist afzonderlyk, binnen veertien dagen, SaTn ontvangst van den Geloofsbrief, over de wetSeï der verkiezing, en over de bevoegdKde?geenen, die tot haare Leden verkozen en feeft ten fpoedigften van haat: bèta. Sis aan de geenen, welken zulks aangaat. keDI59. Indren dezelfde perfoon, in meer dan één KinrTof Kwartier, tot Lid in één der beide Ka merln van het Wetgeevend Ligchaam verkozei Kt zal de Kameï , welke zulks aangaat, doo: ït lot 'doei beflisfen, uit welken Ring of Kwart.e, zod n g pSS zal gerekend worden verkozen « S 1 in gevalle bevonden werdt, dat dezelfd P&óon tot £id van deGroote Kamer en tevens va aI Kamer der Oudften verkozen was, zal jan d ged^veïkfezTng voor de Kamer der Oudften d foorkeuze worden gegeven en voor de= Groote Ka ffier eeD ander Lid moeten benoemd worden.^ ^ ü6 3
's GaA»
VENHA* 3E.
DntverpvanCori/ïitutie.
l i
43» NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra
ven hage»
Otit-
nerpvah
Confti.
mie.
ito. Indien, het zy in de verkiezing, het zy in den veikozenen eenig gebrek bevonden wordt, het geen hem, volgends de Coni'irutie. onbevoegd maakt, zitting te nemen; ot, indiendezelve om andere redenen geene zitting'neemt, geeft de Kamer, waar toe hy behoort, daar van kennis aan den Staatsraad, welke zorgt, dat, zo dra zulks zonder bena'eeling van bet recht van beklag over de keöoroeelintr der Kamer, waar van in de volgende A*mmm gefpuk ken wordt, gefchieden kan, eene nieuwe verltiez.ntr, p.'aats hebbe.
f6i. indien de Kamer, waar toe de verkozene behoort, noch in de form der verkiezing, noch in den perfoon, die verkozen is, iets vindt, itrydig teg^n de Conftitutie, zal de ver. kozene toegelaten worden, om op 4m beltem. den tyd zittiug te nemen.
162,, Indien de Kamer, waartoe de verkozene behoort, geoordeeld heeft, denzelven te moeten toelaten, en eenig Ingezeten reden van beklat tegen de wettigheid der gedane keuze meent te heoben, zal bet der.sclven vry ftaan, de redenen van dit beklag, mét dj daar tce betrekkelyke bewyzen, te brengen ter kenuisfe van het Hoog Nationaal Getechtshof, en te verzoeken , dat dezelve keuze worde vernietigd; mids dit verzoek gefchiede binnen den tyd van drie weeken na dezelve beöordeeling. £n zal het Hof, ni verhoor van den verkozen, binnen den tyd van zes weeken, na dat hetzelve verzoek zal zyn gefchied, overéénkomftig het voorfchrift der Conftitutie, in dezeive zaak moeten dispcneeren, het zy door de gedane keuze te vernietigen, het zy door het gedane verzoek te wyzcii van de hand: doch zo lang het Hof de keuze niet vernietigd heeft, zal de verkozene «kling houden.
163. Indien de Kamer, waar toe de verkozene behoort, geoordeeld heeft, den verkozenen
niet
JAARBOEKEN, >»j, W 43?
«iet te moeten toelaten, en de verkozene, of
ook de genen, die de keuze gedaan, of mede gedaan hebben, redenen mogten hebben, waarom zy vermeenen, dat de keuze wettig zoude gedaan zyn, en van kragt behoore te blyven, < 'ftaat het dezetan vry, die redenen, met de daar toe betrekkelvke bewyzeH, te brengen ter kennis van het Hoog Nationaal Gerechtshot, en te verzoeken, dat die keuze worde bevestigd, mids dit verzoek gefchiede binnen geiyken tyd, als boven.
In dit geval zal het Hof terftond van bet gedaan veizoek kennis geven aan den Staatsraad, midsgaders aan de Kamer, welke de beoordeeling gedaan heeft, en te gelyk van dezelve verzoeken opgave der redenen van derzelyet beöordeeling: de Kamer zal gehouden zijn, binnen veertien dagen, na de bekomen kennis, of, indien dezelve mogt gefcheiden zyn, binnen veertien dagen na haare eerfte byéénkomst , aan dat verzoek te voldoen: En zal vervolgends het Hof, binnen vier weeken, na hel bekomen dier redenen, overeenkomftig het voor fchr ft der Conftitutie, in dezelve zaak moeter disponeeren, het zy door de gedane keuze re bevestigen en te verklaaren dat dezelve var kragt beboort te blyven, het zy door het ge dane verzoek te wyzen van de hand.
164 In allen gevalle blyft aan den publieke! Aanklager vry en onverlet, het inihtuëerci van zodanige actie, als hy zoude vermeenen hem, wegens overtreding van de voorziemn gen, in de Conftitutie begrepen, te competee
^"igc. Zo dra bet Hoog Nationaal Gerechts hof over de ingebragte bezwearen tegen d toelating of afwyzing eens verkozenen mtfpraa gedaan heeft, geeft hetzelve daai van onverwyl kennis aan de Kamer, waar toe de verkozen beboort, en aan den Staatsraad. ^
SG RAPEN HASE.
Jutve-rpvatt"onfH* turft*
1
1 t
s
c •
i
e i.
'sGra-
VENHA' GE.
OntwerpvakConftitutie,
<
440 NIEUWS NEDERLANDSCHE
lötS. Indien by de uitfpraak van het Hof» tegen het begrip der Kamer, de keuze bevestigd is, zal de Kamer, waar toe de verkozene behoort, denzelven daadlyk toelaten: daar tegen zal, wanneer by de uitfpraak van het Hof de keuze vernietigd is, in het geval, dat de verkozene bereids zitting genomen heeft, dezelve de Kamer, waar in hy verkozen is,daadlyk verlaten; en zorgt in dat geval de Staatsraad, dat onverwyld eene nieuwe verkiezing plaats bebbe.
167. Hy, die door de flem des volks tot lid van het Wetgevend Lichaam geroepen wordt zal, geduurende de drie eerfte jaaren na het invoeren van de Conftitutie, zich van die keuze niet mogen onttrekken, dan om wettige redenen. De beöordeelingdier redenen, en de beftisfing, of dezelve wettig zyn dan niet, ftaat aan die Kamer, waar in hy tot Lid geroepen
168. Hy, die zodanige wettige redenen vermeent te hebben, zal verpligt zyn, dezelve, binnen den tyd van veertien dagen, na dat hy kennis van zyne verkiezing zal bekomen hebben, aan die Kamer, waar in hy tot Lid is geroepen, voor te dragen; de Kamer zal, ui. terlyk veertien dagen daar na, omtrent derzelver wettigheid of onwettigheid, uitfpraak doen: en zal bet belluit, die uitfpraak behelzende, de redenen moeten inhouden, welke de Kamer tot dezelve bewogen hebben.
169. Indisn de redenéh van verfchooning door de Kamer voldoende zyn geoordeeld, wordt de gekozene vry gekend, en conftitutioneel eene nieuwe keuze gedaan.
170. Indien de redenen onvoldoende verklaard zyn, zal de Kamer den gekozenen aanfchryven, om, overeenkomftig zyne verpligting, den post, waar toe hy vei kozen is, te aanvaarden, t171. Wanneer de gekozene , het zy dat hy
gee-
JAARBOEKEN, Juny, 1797- 44»
rPdenen van verfchooning heeft bygeKS net zy dat de bygebragte redenen van
wordt er eene ineu nemen,
d^dt Voo aanSyvi g der K?mer, in welke wordt op ««cn7 w| door den Staatsraad hy tot Lid l"™"^^' den Volke bekend
mein;3 Voor dat de vierde verkiezing van Le^n7f; het Wetgevend Lichaam door de Na « d^nu- ^ ^ hPr Wetgevend Lichaam bellis f5h,ff het belang Te? Vaderland vordert dat 'deze zelve "ïfpaalingen, omtrent het al o niet mogen bedanken voor het Lidmaatfchap n 3 ef Wellevende Vergadering, behooren vastge
ffis gaat een derde deel der Lede
%ïMïr&ke by de jaarlykfcr verandering nieuw verkozen zyn, nemen zittin tonen " eg eerste veertien dagen na hunne ve kiezing, en zo de Vergadering met by elkai der mogt zyn, als dan op den eersten dag d na dien tyd volgende Vergadering. "J^NleW der afgaande Leden is wede om verkiesbaar, als Lid van een der bei Smeren , dDan na verloop van twee jaaren.
«6 De jaarlykfche verkiezing van meuj Ledïn in de beide Kamers gefchiedt door K 7ers uit die Ringen en Kwartieren, in we
ÏSOTWny^ V-de! " - Ee 5 '
's Gra-
VENHA* 3B.
OntwerpvakConftitutie.
>
f t
a
e
g r1-
:r
r-
ie
ve ieke
en Ier
4*2 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's GrA-
vknha' ge.
werpvai Coitflitutte.
der Leden te regelen, worden de Diftricten eens vooral genummerd van i. tot 126 , en voords gerangfchikt in twee-en-dertig Kwartieren, aan elk van welke Kwartieren een letter wordt gegeeven , lopende van A. tot Z. en wyders van i AA. tot GG.
178. Het eerste nummer of Diftricr. begint aan het noordeinde van de Republiek, en vervolgt met vier Difbricten, of één Kwartier telkens, rechts of oostlijk om, in een cirkel, tot dat het laatste nummer eindigt in het middenpunt.
179. De nummers der Diftriclen en letters ^der Kwartieren zullen, zonder aanmerking van ■'de grenzen der Departementen , over de geheele Republiek doorlopen, zullende No. 1, 2, 3 en 4. het Kwartier A, No. 5, 6, 7 en 8, 'het Kwartier B. uitmaaken, en zo vervolgends. 'Er zal, zo veel mooglyk, gezorgd worden,' dat de Diftriéten, Ringen en Kwartieren uit niet meer dan twee Departementen faatuengefteld zyn.
1S0. liet derde deel van ieder Kamer gaat jaarlyks op de volgende wyze af:
a, By de eerste afw^feling in de Kamer der Oudften gaan die Leden af, welke in de Kwartteren A. tot L. zy„ Verkozen, en worden uit ezelve wederom anderen in de plaats der aftredende aangt fteld. Uit de Groote Kamer gaan, by de eerfte afwisfeüng, de Leden "af, welk? iu de twee eerfte nummers van ieder Kwartier van A» tot V. zyn verkozen, en worden uit dezelve wederom anderen in derzelver plaats aangeftcld.
b. By het tweede jaar, of by de tweede afwisfeüng gaan uit de Kamer der Oudften af die Leden, welke in de Kwartieren IA, tot V. zyn verkozen , en zo voords in de derde en volgende afwisfelingen.
Ia
JAARBOEKEN, Juny, 1797- 443
In de* Groote Kamer gaan in het tweede |aar 0f by de tweede afwisleling, af die Leden, welke in de twee eerfte N urnmen der Kwartieren W. tot GG , en in de twee laatfte nummer van A, t«y, 1797* 445
«n of Kwartieren, waarin, tot vervulling der opengevallen .plaatzen, eene meuwe verkiezing
«taf Geene°der beide Kameren kan over eeni«e zaken raadplegen, indien niet de meerderheid der voltallige Kamer tegenwoordig is.
188. Het Reglement van Orde voor de beide Kamers zal, overeenkomftig de magt, die aar, Se Kamer over haare Leden hier na by art. aoo. is toegekend, mede voorziening inhouden, aa? zo wei in ordinaire als extraordinaire Verdringen de meerderheid der voltallige Kamer
teg;87zodidgraZyhet vereischte getal van Leder in elke Kamer aanwezig is, en zittmg genome* heeft, geven de beide Kamers daar van aan el
""f eDekeGÏoote Kamer en de Kamer der Oud . hebben ieder een afzonderlyke Vergader "aal, en komen nooit in dezelfde' Vergaderzaa
t£ ifm.eïêdèr Kamer kiest uit haar midden, b vo lt ékte meerderheid, eenen Préfident, welk dien post geduurende één maand waarneemt.
Ieder Kamer kiest insgelyks uit haa midden, tv volftrekte meerderheid, éénen c meer Secretarisfen, voor den tyd van één maant
10De afgaande Préfident en Secretaris zy tot dezelfde posten niet wederom verkiesbaar dan na verloop van twee maanden; zodanignoj thands , dat, byaldien het Wetgevend Lichaair volgends art. 93., op reces mogt fctieiden, < als dan fu'ngeerende Préfident en Secretaris nc veertien dageu van de volgende zitting derzi ver posten zullen waarnemen.
imx. Ten dien einde zullen de beide Pré! denten en Secretarisfen, in gevalle van rece de gewoone Refidentieplaats met vermogen verlaten, maar, zonder eenige de minfte auct riteit uit te oefenen, de Adresfen, welke in J
's GRAVENti A • GE.
Ont-
werpvan
Con/iï'
tutie.
I , f
e 1 %
r
f
;i
»
Ie
I 1-
1'»
te >:hs-
'sGra-
VENHA" GE.
OnU verpvai Coufiituiie.
I
446 NIEUWE NEDERLANDSCHE
tusfcbentyd inkomen , dat het Wetgevend Lichaam niet byééo is, ontvangen, en gefamenJyk overleggen, en, by meerderheid van ftemmen, beflisfen, of'er eene buitengewoone befchryvmg van het Wetgevend Lichaam noodig tzy, In gevalle de ftemmen hieromtrent fleken, zal de Prefident voor het doen der befchryvinir concludeeren.
195. Voornoemde Prefident en Secretarisfen vergaderen daaglyks op éénen, door hun te bepaalen tyd en plaats, terontvangst van deAdres1'en, welke in dien tusfchentyd'zullen inkomen. Het Prefidium zal by hen worden waargenomen door den tegenwoordig'zynde Prefident, en ingeval de beide PrefiJenten tegenwoordig zyn', door den genen van hun, die de oudlie in jaaren is; en zal van elke Kamer iret meer dan één Secretaris deze Vergadering vermogen bv te wconen. 3
196. Aan de in de Refidentieplaats van het Wetgevend Lichaam, geduurende het reces van hetzelve, verblyvende twee Prefidenten en twee Secretarisfen wordt toegelegd een daggeld van zeven gulden, voor eiken dag, die verlopen zal tusfchen den dag van bet lcheiden en weder byéénkomen van het Wetgevend Lichaam.
197. Ieder Kamer Relt éénen Agent aan, welke de boodfchappen van de ééne Kamer aan de andere, als mede aan den Staatsraad overbrengr, den Secretaris in het houden van Notulen behulpzaam, en overéénkomftig zodanige Inftructie, als elke Kamer voor haaren Agent maakt, werkzaam is.
19». Ieder Kamer heeft de aanftelling en afzetting van Kamerbewaarders, Boden en andere Btambten, welken zy tot haaren byzonderen dienst noodig heeft.
199. Ieder Kamer heeft het recht van bevel tot handhaaving der goede orde m het gebouw, waar in zy vergadert.
1 200.
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 447
aoo. Ieder Kamer heeft het bedwang over haare f «gen leden, om te waaken tegen alle ongeregelde I gedragingen in de vergadering , en kan daar toe < zodanig Reglement van orde maaken, en zodani. ge middelen ter executie van het zelve aanwenden , als dezelve zal vinden te behooren.
201. Geen Lid van het Wetgeevend Ligchaam kan , over het geen hy in zynen post geiproken of geadvifeerd heeft, in rechten betrokkec worden. , . ..
Geen Rechtbank zal ooit een zodanige aanklagi aanneemen, of daar aan eenigen voordgang ver-
leeao^ Geen Lid van het Wetgeevend Ligchaam is tot Lid van de Uitvoerende of Rechtenyta Magt. of tot eenig ambt, hoegenaamd, verkies' baar. By de eerfte oprigting echter van den Staats raad zuilen de Leden van het Wetgeevend Lig chaam tot Leden van dezelve verkozen Runnet
W°20jD*Het Wetgeevend Ligchaam , of één de beide Kameren afzonderlyk , of eene Commisfii uit dezelve, woont nimmer eenige openbaare fees ten of plegtigheden by.
204. Het Wetgeevend Ligchaam, of één de beide Kameren, kan wel eenig gedaan vooritel « handen ftellen van eene Commisfle, uit haar rnid den benoemd, om daarop te dienen van confide ratien en advis; maar nimmer wordt eenige Com misüe benoemd, om het gezag, aan het Wetgee vend Ligchaam, of één der Kameren toevertrouwt daadelyk uit te oeffenen; noch om het Wetget vend Ligchaam, het zy binnen, het zy buitenc Refidentieplaats, te vertegenwoordigen.
205. De beide Kamers houden haare zitting* in dezelfde Refidentieplaats.
206. Geen der twee Kameren kan buiten be der toeftemming haare zittingen langer dan va drie dagen verfchuiven
Deeze bepaaling fluit niet uit de mag
•sGra-
VEMBA" GE.
OnU werpv*n Conftitutie.
1
r 1
'i
e
n
[• >t
'» I-
448 NIEUWS NEDBRLANDSCHE
's Gra-
venhace.
Ont-
werpvan Conftitutie.
welke in de volgende artikelen aan de Kamer der Oudften verleend wordt.
207. De plaats der zittingen van het Wetgeevend Ligchaam kan niet veranderd worden, dan in geval van de hoogde noodzaaklykheid.
208. Indien de Groote Kamer, van zodanige noodzaaklykheid tot verplaatzing van het Wetgeevend Ligchaam niet overtuigd zynde, deswegens geen voorftel doet, zal het aan de Kamer der Oudften alleen ftaan, de zittingen van het Wetgeevend Ligchaam naar eene andere plaats over te brengen; welk befluit nogthands rsiet za! mogen genomen worden, dsc met twee derden van alle de Leden , dewelkt als dan die Kamer uitmaaken.
209 Het befluit, om de zittingen te verplaatzen, behelst eene bepaaling van de plaatsen van den dag, waar op het Wetgeevend Ligchaam zyne raadpleegingen zal voortzetten.
210. Dit befluit is onherroepelyk.
011 Indien het befluit tot verplaatzing door de. Kamer der Oudlteo zonder voorafgaand voorftel van de 'Groote Kamer, genomen is, zal de Karoer der Oudften verpligt zyn, zo dra het Wetgeevend Ligchaam vergaderd is ter plaatze, alwaar het zd.e is overgebragt, de redenen van het befluit en de naamen der Leden, die daar voor geftemd hebben, aan de Groote Kamer op te geeven.
ai2 Alle raadpleegingen of handelingen vanéén van beide of van beide de Kamers, welke mogten plaats hebben in den tusfchentyd, tusfchen het neemen van het voorfchreven befluit en de byéénkomst van het Wetgeevend Ligchaam op de nieuw beftemde plaats , zyn kragteloos en van onwaarde.
213. Zo dra de Kamer der Oudften het befluit tot het verplaatzen der zitting genomen heeft, geeft zy daar van kennis aan de Groote Kamer en aan den Staatsraad, en gelyktydig gaat de Kamet der Oudften uit een.
al4. De
JAARBOEKEN, Juny, I7&7- 449
014. Oe kenoisgeeving van het befluit van de Kamer der Oudften, tot het verplaatsen der zit tingen, doet de-Groote Kamer oogenblikkelyk uit een gaan., en (trekt tevens, om dezelve tot de byéénkomst op de nieuw beftemde plaats en dag te befchryven.
215. De Staatsraad draagt zorg, dat alles in gereedheid gebragt worde, om het Wetgeevend Ligchaam op de nieuw beftemde plaats te ontvangen, en dat het meergemelde befluit van de Kamer der Oudften, in alle opzigten, nagekomen en ter uitvoer gebragt worde.
216. De Leden van den Staatsraad, welke zich verzetten tegen het volvoeren van zodanig.befluit, of de uitvoering daar van vertraagen, zyn fchuldig aan aanflag tegen de veiligheid van den Staat.
217. Alle de Leden van. het Wetgeevend Ligchaam zyn verpligt, volgends het befluit van de Kamer der Oudften , op den beftemden tyd eu plaats tegenwoordig te zyn.
218. Indien er Leden van het Wetgeevend Lig< chaam op den beftemden tyd en plaatsniet tegenwoordig zyn, en geene redenen hunner afwezigheid op den dag, tegen welken de byéénkomst van hel Wetgeevend Ligchaam bepaald is, aan den Staatsraad hebben ingezonden , vaardigt de Staatsraad terftond de noodige bevelen uit tot verkiezing van nieuwe Leden in de plaatzen der afwezigen: die als dan gehouden wórden voor vervallen vat hunne pos'en; doch , zo de afwezigen redenel
' van verfcbooning hebben ingezonden , zendt de Staatsraad die aan de Kamer der Oudften, en ge draagt zich overeenkomftig derzelver oordeel.
219. Indien de afwezige Leden van het Wet geevend Ligchaam geene, of door de Kamer de Oudften onvoldoende geoordeelde redenen van ver fchooning hebben ingezonden, wordt de zaak, tei opzigte van de zodanigen , door den Staatsraai gefteld in handen van den Procureur-Nationaal ten einde tegen die geenen, welken bevonden moj
Ff k
's Gravenhagen
OnU werpvan Conjli-, tutte.
I i
r
1 1 >
n
4$o nieuwe nederlandsche
's Gra-
vé'whage-
Ont•rïèfpüanConftitutie.
ten worden , ter kwaader trouwe moedwillig afwezig te zyn gebleven, by het Hoog Nationaaf Gerechtshof te procedeeren, als fchuldig aan aan^ fTag tegen de veiligheid van den Staat.
220> Aan dezelve misdaad zyn ook fchuldig allen, die zich in zodanig geval tegen 'de oproeping der Grondvergaderingen , en tegen de verkiezing van nieuwe .eden, in plaats der afwezig geblevenen, verbetten.
22 ï, Geduurende vier weeken na den dag, waar op de byéénkomst van het Wetgeevend Ligchaam in de nieuwe Refidentieplaats bepaald is, zal iéder Kamer kunnen raadplegen, fchoon de tneer" derheid der volledige Kamer niet tegenwoordig is-
ZESDE AFDEELING.
Van de Zittingen en Form yan Raadpleeging \ van het Wetgeevend Ligchaam.
cis, feder Kamer van het Wetgeevend Lig" ëhaam houdt haare Zittingen in het openbaar, en doet basre Notulen in druk uitgeeven.
223, Het ftaat aan elke Kamer, de noodige chikkingen te .jmaaken, omtrent hht getal der alaatzen voor de toehoorers, en omtrent de orde, welke sldaar moet in acht genomeo worden.
224. De toehoo erf sullen op geenerhande wyze zich ia de raadpleehingen mengen, noch door woorden, tekens of gebaarden, hunne goed- of afkeuring te kennen geeven; maar alle ftilte ea zedigheid in acht nemen.
22J. De Leden van het Wetgeevend Ligchaam siilsn zich op de toehoorers niet beroepen.
22(5. Elke8 Kamer is verpligt by het Reglement ?an Orde, het welk zy voor zich in het byzonler maakt, en by eene rigtige agtervolginq van riet zelve . zorg te draagen, dat het bepaalde in: is twee voorgaande artikelen ftiptelyk in acht ge-
b0-
JAARBOEKEN, Juny, 179?. 45-
Domerj worde; en zal daar toe gebruik maaken van de magt, by art. aoo aan haar verleend.
227. De Prefident van ieder Kamer kan dezelve in een Generaal Committé formeeren, en is verpligt dit te doen, wanneer een zesde der tegenwoordig zynde Leden zulks begeert.
2;8. Tot een Generaal Committé worden geene toehoorers toegelaaten.
229. In een Generaal Committé wordt wel geraadpleegd en beflooten over voorgeflelde zaaken, maar geen befluit tot het vastftellen eener Wet genomen.
230. In alle zaaken, waaromtrend geene uitzondering is gemaakt, wordt by de meerderheid der tegenwoordig zynde Leden , in elke Kamer, de
' copciufie opgemaakt.
231 In deoverweeging vaneenig voorftel wordt by de beide Kamers de volgende form in achtgenomen.
Eer eenig voorftel in een befluit veranderd wordt, gefchieden er drie leezingen van het. zelve, en wel op drie onderfcheiden dagen.
De tusfchenftand tusfchen de eerfte en tweede, en tusfchen de tweede en derde leezing, ie telkens ten minften van drie dagen.
232. Het doen van voordellen behoort alleen, en by uitfluiting, aan de Gróote Kamer.
233. Elk Lid, of Commisfie van de Groote Kamer, het welk eenig voorftel doet, of welk eepig rapport uitbrengt, moet daar by voordragen het ontwerp van de Wet, of van het befluit , waar toe het voorftel of rapport ftrekt.
234. De Groote Kamer kan, na de eerfte of tweede leezihg van eenig voorftel, de raadplee ging daar over tot eenen bepaalden of onbepaalden tyd verfchuiven, of bet zelve verwerpen
In het eerfte geval verklaart de Kamer:",, het ,, voorftel in advis te houden tot;"
In het tweede geval, ,. het voorftel voor alss „ nog in advis te houden;"
ln het derde geval: „ het voorftel te verwerpen.
Ff a 33J. Een
'sGra-
VENHACE.
OnUverpvttn5on/li* 'uthê
45ft NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Graven hage»
Ontwerf van Conftitutie.
035. Een gedaan voorftel, wanneer geene vyf Leden eene tweede lezing van hetzelve eifchen, * wordt gehouden voor verworpen; doch vyf of meer Leden eene tweede lezing eifchende, wordt daar toe $& dag bepaald, uiterlyk binnen agt dagen, na het doen van het voordel.
236. In alle gevallen, waarin na de "eerste lezing het voorftel niet verworpen, noch de raadpleging daar over verfchoven wordt, wordt de dag tot eene tweede lezing bepaald.
Na de tweede lezing, geene verwerping of verfchuiving van het voorflel plaats hebbende, wordt de dag tot eene derde lezing bepaald.
237. Wanneer een Lid op het vcorgefteld ontwerp eenige verbetering heeft vooriedaan, zal hy gehouden zyn, zulks, of na de eerfte, of na de tweede lezing, te doen; zullende na de derde de raadplegingen aanftonds beginnen»
238. De Groote Kamer zal, tot elke Wet of Refolutie, een afzonderlyk voorflel doen, en geen twee of meer Wetten of Refolutien in het-> zelfde voorftel famenvoegen.
239. De Groote Kamer zal, des goedvindende, voor het nemen van een befluit, de confi. deratien en het advis kunnen vraagen van de Uitvoerende Magt, en van het Hoog Nationaal Gerechtshof.
Het formulier, waar by dat advis gevraagd wordt, zal aldus zyn:
„ De Groote Kamer verlangt op dit voorftel te „ vernemen de confideratien en het advis van..
Het formulier, waar mede het advis ingezonden wordt, is aldus:
„ De Staatsraad, of het Hoog Nationaal Ge„ rechtshof, ter voldoeninge aan het verlangen „ der Groote Kamer, doet aan dezelve toeko„ men zyne confideratien en advis op het voor-
„ ftel "
240. Wanneer de Groote Kamer het voorftel in een befluit verandert, doet zy hetzelve, met
JAARBOEKEN, 1797» 453
redenen bekleed, aan de Kamer der Oudften overbrengen. , .
241. Wanneer de Groote Kamer, het advis gevraagd hebbende van den Staatsraad, of Hoog Nationaal Gerechtshof, daarop een befluit neemt, zal zy, met hetzelve, ook het advis aan de Kamer der Oudften zenden. .
242. Aan het hoofd van ieder befluit dei Gtoote Kamer moeten aangetekend zyn de dagen der zittingen , waarop de drie onderfeheiden lezingen gedaan zyn.
242,. In gevallen, waarin een onverwyld be fluit noodzaaklyk is, zal de Groote Kamer mei gehouden zyn aan den gewoonen form van dri< lezingen op drie onderfcheiden dagen.
244. De noodzaaklykheid van een' onverwylt befluit moet vooraf door eene afzonderlyke ver klaaring van de Groote Kamer erkend zyn, ee dezelve overgaat tot de raadplegingen over he onderwerp zelf.
245. Tot het erkennen van die noodzaaklyk heid wordt vereischt de volftrekte meerderhei van het volledig getal der Kamer. .
246. Indien de voorfchreven noodzaaklykhei erkend is, zal de raadpleging over het ondei werp zelf den eerstvolgenden dag voordgan kunnen hebben. ■ ,
447. Indien de by art. 245. voorgefchreve meerderheid oordeelt, dat de nood zo dringen is, dat de raadpleging tot den volgenden dj niet kan worden uitgeweid, zal op denaelfdt dag de raadpleging mogen voordgaan; doe zullen de naamen der Leden, welke hier c voor of tegen geadvifeerd hebben, in het K merregister worden aangetekend.
348. De verklaaring der noodzaaklykheid v. een onverwyld befluit moet de redenen van c noodzaaklykheid behelzen, en aan het noo van het befluit gefteld worden ■ ^
Indien de nood zo dringend geoordeeld 1 Ff 3 1
's Gra-
venuage.
Ont-" werpvan ConSitutte.
{
e
i ,
I
ï
n
d
S n h P
1.
in ie
fd
>,
lat
♦54 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra
venhage.
OtltwirpvanConftitutie.
i
1 <
i i
j I
£ I
i
I I
dat de raadpleging op denzelfden dag moest voordgaan, zal daar van insgelyks uitdrukkelyk melding gemaakt worden.,
2re bekragtiging , zonder den inhoud van het tUuM m overweging te nemen.
2j4. fa
JAARBOEKEN, >«3>, l?97' 4S5
»^4, In liet geval* by het voorig Articul be«aaid, wotdt het befluit van de Groote. Kamer terug gezonden, met dit, door den PreiiJent «n Secretaris van de Kamer der Oudften, ondertekend formulier: ■< .
„ De Conftitutie verbiedt dit pefinit m over„ weging te nemen". .
255. Indien de inleiding van het befluit behelst eene verkiaaring van de Groote Kamer , omtrent de noodzaaklykheid van een onverwyld befluit, raadpleegt de Kamer der Oudften eerst over het al of niet bekragtigen van de gemelae verklaaring. ' ;
In deze raadpleging heeft, zo ten aanzien der gevorderde meerderheid, als ten aanzien van sv, 1797- 457
264. De bekragtiging van de Kamer der Oud Men op een befluit, het welk, volgends den ge woonen form van raadpleging, genomen is,wordt te kennen gegeven, door onder hetzelve te Itellen dit behoorlyk ondertekend formulier:
„ Na drie onderfcheiden lezingen op den . . . , den . . . en den . . by de Kamer der Oud.', ften bekragtïgd."
265. De bekragtiging van een onverwyld genomen befluit wordt te kennen gegeven, dooi onder hetzelve te ftellen dit behoorlyk onderte kend formulier:
„ Na voorafgaande bekragtiging van de ver,, klaaring der noodzaaklykheid van een onver „ wyld befluit, by de Kamer der Oudften be „ kragtigd." , , ,
0.66. De Kamer der Oudften doet de bekrag tigde befluiten afzonderlyk registreeren , ei zendt dezelve, zo wel aan de Groote Kamer als aan den S'aateraad , op denzelfden dag waar op de bekragtiging gefchied is.
aó7. De befluiten van de Groote Kamer, doo de Kamer der Oudften bekragtigd, hebben krag
van Wet. ,, •
268. Een Wet, welke op eene verklaarin der noodzaaklykheid van een onverwyld beilu , genomen is, heeft niet langer kragt, dan g< duurende den tyd van een jaar, m de Wet ze ve uitgedrukt, en kan niet anders verlangd wo den, dan door hetzelve , volgends den gewoons form van raadplegen, nader in overweging
nemen. ... ,
169. Het Wetgevend Ligchaam verleent geei gratie dan na ingenomen advis van het Nati naai Gerechtshof.
»= 270. Het ftaat aan het Wetgevend Ligchaau de noodige Ambten, zo politieke als militair te creëren, de tracïementen en voordeden da van te bepaalen , en penfioenen toeteleggen; do< nimmer zal het Wetgevend Ligchaam, ot © Ff "j c
's^KflVENHAGE.
Ont•wcrpvanConftitutie. ■
1 t >
r t
■ t
l-
n
:e
ie j.
>• '■»
ir :h :n er
458 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra»
VENHACE.
Ontwerpvar.Conjlitutte.
1 r 1 ]
t i x
j
i ■
der beide Kameren, eenige militaire of politieke Ambten begeven, noch op de aanfteJling daar toe eenigen invloed hebben, anders of verder dan by de Aéte van Conftitutie uitdrukkelyk bepaald is.
273- het Wetgevend Ligchaam zal in het verleenen van penfioenen, zo aan politieke als militaire anbtenaaren, de geftrengfte fpaarzaamheid betrachten, eh boven al zorgen, dat 'sLaiids penningen nimmer, ten behoeve van onwaardige voorwerpen, worden verfpild.
272. Het Wetgevend Ligchaam zal zorgen, dat aan niemand eenig penfioen worde toegelegd, ten zy in hem de volgende vereischten vereenigd gevonden worden:
a. Dat hy, het zy in één, het zy in onderfcheiden posten, geduurende den tyd van vyf-en-twintig (aaren , den Lande getrouw'yk gediend hebbe. Een vyf-entwintig jaarige dienst zal niet gevorderd worden, wanneer hy reeds den ouderdom van vyf en zestig jaaren bereikt heeft;
b. Dat hy buiten zyn fchuld niet langer in ftaat zy, dien post, welken hy bekleedt, waar te nemen.;
c. Dat hy geene genoegzaame middelen van , beftaan hebbe, en zulks uit zyne omftandigheden aan het Wetgevend Ligchaam op eene voldoende wyze blyke.
273. Het Wetgevend Ligchaam zal aan nienand eenig penfioen toeleggen, dan op verzoek 'an hem zelf, die zulks begeert, en na ingenonen advis van den Staatsraad en de Financiekaaer.
274. Het Wetgevend Ligchaam zal aan nieland een hooger penfioen toeleggen, dan ten elope van twee derdeu van bet tractement en aste emolumenten , welke hy wegens zynen post larlyks genoot: het penfioen zat- echter in geen evai meer dan twee duizend gulden 'sjaars moen bedragen, 275, Het
JAARBOEKEN» Juny, 1797- 459
275. Het Wetgevend Ligchaam zal bevoegd' zvn, om aan een iegelyk, aan wien in den dienst van den Lande een zodanig ongeluk is , overgekomen, waar door hy buiten ftaat is gebragt , den Lande verder van dienst te zvn ,' een penfioen'toe te leggen, zonder dat de eerste ■ en derde vereischten, by art. 272. vermeld, ia ' den zodanigen gevonden worden. .i|S
276. Ook zal het Wetgevend Ligchaam bevoegd zyn, om, in zeer byzondere gevallen, aan iemand, welke zich door een uitmuntende daad aan den Lande verdienstelyk heeft gemaakt, op voordragt van den Staatsraad, een eefchenk of penfioen, ter belooning van desf.'lfs byzooder verdienstelyk gedrag,-toe te Itggen, tot tyd en wylen de zodanige in eenig ambt of bediening is geftda.
27-7. Ingevalle iemand, welke by gelegenheid van èen uitmuntende daad ten dienste van den Lande is omgekomen, naiaat eene weduw or minderjaarig kind of kinderen , of berden , en deze daar door van hunne middelen van beftaan verftoken zyn, zal het Wetgevend Ligchaam, op voordragt van den Staatsraad, aan zodanige weduw of minderjaarig kind of kinderen, of bdden, geduurende haaren weduwltaat, of zyner of hunner mtaderjaarigheid, een penfioen kunnen toeleggen.
278. Wanneer een gepenfioneerde, tot den dienst van den Lande in eenig byzoader geval geroepen zynde, zich zonder voldoende reden, rwaar van de beöordeling zal ftaan aan het Wetgevend Ligchaam) daar aan onttrekt, zal hy daadlyk van zyn penfioen zyn vervallen.
279 Het wordt aan het Wetgevend Ligchaam overgelaten, met betrekking tot gagementen van militaire perfonen, zo in den Land als in den Zeedienst, zodanige bepaalingen te maaken, als hetzelve zal vermeenen te behooren.
ZE-
sGra-J
3e.
Dnt-
verpvan
'sGbA'
va N HACE. *
OntwerpvanConfii* mie.
400 NIEUWE NE DER LANDSC HE
ZEVENDE AFDEELING.
Van de Rechtspleging over de Leden van het Wetgevem Ligchaam en anderen.
280 De Leden van het Wetgevend Ligchaam, van den Staatsraad, van de Nationale Financiekamer, van de Nationale Rekenkamer en de Secretarisfen van Staat, wanneer zy van eenig misdryf in de waarneming van hunnen post, of van eenige andere misdaad, hoe ook genaamd, befchuldigd worden, worden daar over te recht gefteld voor het Hoog Nationaal Gerechtshof.
zói. Indien iemand der gemelde perfonen op heeter daad gevat mogte zyn, of de befchnldiging anders van dien aart ware, dat dezelve tot eene apprehenfie gedisponeerd zoude zyn, worden, dezelve perfonen niettemin van wegens het Hoog Nationaal Gerechtshof by provifie alleenlyk gefteld in civil arrest. # 282. Het zy de befchuldiging van dien aart ïs, dat het Hof nodig acht, zich van den perfoon van den befchuldtgdea te verzekeren, of denzelven, na op heeter daad gevat te zyn, verder in verzekering te houden, het zy zodanige verzekering onnoodig worde geoordeeld; ïn geene gevallen worden tegen de voorfchreven perfonen eenige procedures verder aangevangen, dan nadat de befchuldigde by Decreet van gemeMen Hove in ftaat van befchuldiging gefteld is,
283 Geen zodanig Decreet kan genomen worden, dan op eene met reden bekleedde aanklagte van den Procureur-Nationaal, het zy dezelve eeniglyk ex officio doende, het zy door het Hoog Nationaal Gerechtshof daar toe gelast; en voords niet anders, dan na dat de befchuL digde daar tegens perfoonlyk in zyne verdediging gehoord is; zullende echter de ProcureurNationaal niet gehouden zyn, in dien ftaat van
za-.
JAARBOEKEN, >»y, 1797. 461
«aken, aan den befchuldigden van zyne prepa ratoire inforrnatien copie te geven, maar alleenlyk van de door hem gedane aanklagte,
384. De Procureur- Nationaal dient van zodanige aanklagte ten allerfpoedigften: en is het Hof verpligtj daar op muwkeuriglyk te letten, en vooras, zo ras mogelyk, Decreet op dezelve aanklagte te nemen.
085. Tot liet nemen van een Decreet, waar by de aangeklaagde in ftaat van befchuldiging gefteld wordt, zal 'et eenftemmigheid moeten zyn van ten minften twee derden van het volle getal der leden.
a86. Zo dra zulk een Decreet genomen is, wordt daar van door het Hof legale kennis gegeven aan het Coliegie, waar van de aangeklaagde Lid, of waar aan hy onderhoorig is; gelyk mede in alle gevallen aan den ProcureurNationaal.
387. De Procureur Nationaal is verpligt, uiterlyk binnen veertien dagen na het ontvangen van zodanig Decreet, tegen den aangeklaagden; voor het Hoog Nationaal Gerechtshof' zodanige actie te inftituëeren, als hy zal vermeenen te behooren.
288. De aangeklaagde , by Decreet van het Hoog Nationaal Gerechtshof, in ftaat van befchuldiging gefteld zynde, is daar van het gevolg, dat hy by provifie in zyn post gefuspendeerd wordt.
389. Zo dra de aangeklaagde, by eene opge» volgde deflnitive fententie van het zelve Hof, is vry gefproken, hervat de vrygefprokene de waarneming van zynen post.
290. Indien geene twee derden van het Volle getal der leden genoegzame gronden van aanklagte tegen den aangeklaagden vindeu, wordt de aanklagte voor vervallen verklaard, en h«t arrest, indien hetzelve reeds plaats hadt, daadJyfe opgeheven, met onverwylde kennisgeving daar
van
'sGra-1
VE N HARP..
OntwerpvanConftitutie,
VEN HAGE.
Ont-
•sverpvan Conftitutie,
i i
1
4
i
i
V
' ' ft
I l
46a NIEUWE KEDERLANDSCHE
van aan het Coliegie, waar van de aangeklaagde Lid, of waar aan hy onderhoorig is, en tevens aan den Procureur-Nationaal.
291. Geen Lid van het Wetgevend Ligchaam, of van den Staatsraad, kan door eenig perfoneel arrest, wegens civile zaken, worden belemmerd-; ook kan een Secretaris van Staat, wegens zodanige zaken, niet worden gearresteerd buiten de nfidentieplaats van den Staatsraad.
292. De Leden van het Wetgevend Ligchaam ;n andere, in art. 280. vermeld , kunnen, wegens civüe zaken, alleen in rechten worden vervolgd by den rechter hunner woonplaats, ofte !en genen, welke, uit hoofde van den aart der :ake, of anders, daar in is competent.; zy zulm echter, uk hjofde van zodanige contracten )f fchulden, welke zy, geduurende den tyd mnner functie, mogten aangaan of maaken , in Ie refidentieplaats van het Ligchaam of Colle:ie, waar toe zy behooren, by den ordinairen lechter aldaar in rechten , kunnen worden berokken.
T I T U L IV.
Van de Uitvoerende Magt,
293. De Uitvoerende Magt van de Republiek rordt toevertrouwd aan eenen Staatsraad, belande uit vyf Leden.
294. Tot Leden van den Staatsraad zyn al* ;en verkiesbaar, die in zich yerëenigen de naolgende vereischten:
a. Dat zy zyn ftemgerechtigde Burgers; jb. Dat zy den ouderdom van vyi en dertig
f'aaren vervuld hebben; 1 tot zy binnen deze Republiek geboren zyn,
d. En dat zy hunne vaste woonplaats, geduurende de laatste twintig jaaten, binnen dezelve gehad hebben.
*95« Uit
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 463
295. Uit een en het zelve Departement zullen geene twee Leden in den Staatsraad te gelyk Zitting mogen hebben.
296. Na de eerste aanftelling zyn de Leden s van het Wetgevend Ligchaam tot den Staatsraad niet nominabel, dan nadat zy twee jaaren te vooren afgetreden zyn.
279. De Leden van den Staatsraad zullen elkanderen niet beftaan in den vierden graad van maagfchap inclufief, het zy door bloedverwantfchap of huwlyk; ook zullen zodanige vermaag-, fchapten eikanderen in den Staatsraad niet opvolgen, ten zy 'er een tusfchenftand van twee jaaren verlopen zy.
298. Tot Lid van den Staatsraad kan nie» mand benoemd worden, die aan eenig Lid van de Kamer der Oudften beftaat in de opklimmende of nederdalende linie, of van hetzelve een broeder is.
299. Al wie tot Lid van den Staatsraad verkozen wordt en eenigen post bekleedt, wordt gehouden van denzelven afftand gedaan te hebben , zo dra hy zitting neemt.
300. Tot verkiezing der Leden van den Staatsraad maakt de Kamer der Oudften de Nominatie van een dubbeltal.
301. Ieder Lid van de Kamer der Oudften zal, alvoorens over te gaan tot het maaken der voorfchreven Nominatie, op de verklaaring, by den aanvang van zynen post gedaan, de belofte afleggen, voor de Kiezers art. 75, bepaald.
302. Ieder Lid van deze Kamer zal tot de voorfchreven Nominatie twee Burgers opgeven, door het fchryven van hunne naamen in een befloten briefjen, hetwelk hy met zyn naam heeft Ondertekend.
303. De Briefjens worden met derzelver ondertekeningen openlyk opgelezen, en de naamen van alle de geftemden op-een Lyst gebragt.
304. Zo
'sGra-
venha3e.
DntverpvatiOofi/ti■utit.
454 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
VEftHA*
GE.
O/U
w/erpvan
Cmfti
tutie.
304. Zo dra iemand, het zy by de eerfte ftemming, het zy by vervolg, de volftrekte meerderheid van ftemmen heeft, wordt dezelve op het dubbeltal geplaatst.
30V Zoo lang er geene volftrekte meerderheid der ftemmen is, heeft er telkens over de geftemden herftemming plaats, uitgezonderd alleen ten" opzigte van hem, d:e de micfte ftemmen heeft, tot dat het vereischte dubbeltal door eene volftrekte meerderheid gemaakt is.
306. In alle gevallen , wanneer de ftemmen fteeken, zal het lot beflisfen.
307. In het plaatzen der naamen op het dubbeltal zal de naam van den Burger, die het eerst de volftrekte meerderheid der ftemmen heeft, op de lyst boven aan gefteld worden, en, in gevalle van gelyke ftemmen, zal het lot daaromtront beflisfen.
308. Zo dra het dubbeltal gemaakt is , geeft de Kamer der Oudften daar van kennis aan den Staatsraad, met toezending van eene door den Prefident en Secretaris onderteekende Nominatie.
300. De Kiezers uit de Grondvergaderingen der geheele Republiek doen de keus uit het voorfchreven dubbeltal.
310. De Staatsraad geeft van dit gemaakt dubbeltal aan het Volk kennis, by eene Proclamatie, welke alomme door de geheele Republiek wordt afgekondigd en waar by de Kiezers uit alle Grondvergaderingen opgeroepen worden, om,.ingevolge bet yoorfchrift der Conftitutie, uit de twee genomineerden eenen tot Lid van den Staatsraad te verkiezen.
31De Kiezers, uit de onderfcheiden Diftrictvergaderingen te famen gekomen zynde, doen de Gecommitteerden uit het plaatslyk Beftuur aan dezelven de bovengemelde Proclamatie voorlee»
zea.
3(i- Elk der (Kiezers ftelt in een geteekend Brief jen den naam van den Burger, welken by uit
het
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 465
het dubbeltal verkiest, eo fteekt vervolgends het zelve io een daar toe gefielde busfe, overeenkomftig het bepaalde in de twee ie en derde Afdeelingen van den tweeden Titel.
313. De Briefjens opgehaald zynde, wordende ftemmen naauwkeurig -raangeteekend , en vervolhends, zonder by de meerderheid eene keuze op te maaken, wordt van alle de uitgebragte ftemmen aan den Staatsraad kennis gegeeven by een Stemlyst van den volgenden inhoud:
,, De Kiezers uit vyftien duizend Inwooners der „ Bataaffche Republiek , behoorende tot de Di„ ftricr,svergadering van hebben „ uit het geproclameerd dubbeltal, tot de ver,, kiezing van een Lid van den Staatsraad hunne ,, ftemmen in deezer voegen uitgebragt:
,, Voor den Burger ftemmen ,, en voor den Burger ftemmen „ waar van deeze ftrekt tot bewys."
„ A&um ; den
314. De voorfchreven Stemlyst wordt door vier Kiezers onderteekend, door de Gecommitteerden van het plaatslyk Beftuur gelegaüfeerd , en door het plaatslyk Beftuur ten fpoedigften , immers binnen een week, op zyne verantwoordelykheid, aan den Staatsraad toegezonden.
355. De Staatsraad doet uit alle de ftemlysten, welke, binnen veertien dagen na den dag der verkiezing , ingekomen zyn , de ftemmen naauwkeurig aanteekenen, en maakt daar uit, op, wie van de genomineerde Burgers de meeste ftemmen heeft.
316. Die de meeste ftemmen heeft, is verkozen.
317. De Staatsraad zendt aan de Kamer der Oudften de ingekomen ongineele (lemlysten met de daaruit opgemaakte verkiezing ter revifie.
Gg 318. De
'sGra-1
v £ nha'I ge.
Ont- werpvan Confti*, lutie.i j
'sGra-
VENHA-
GE,
Ontvrerpvar,Conftitutie»
4<5G NÏEOWE NEDERLANDSCHE
318. De Kamer der Oudften, de opgemaakte keus in orde bevind nde, zendt dezelve aan den Staatsraad terug ten einde den verkozenen tegen den bepaalden tyd, tot het aanvaarden van zynea post, te befchryven.
319. Vervolgends draagt de Staatsraad zorg> dat deze ftemlysten behoorlyk gefchikt, en, met de uiterfte naauwkeurigheidnagezien zynde, door den druk gemeen gemaakt, ea voor elk Bataafsch Burger verkrygbaar worden,
320. Indien de verkoozene geen zitting kan neemen, maakt de Kamer der Oudften een Dieuw dubbeltal, waaruit de Kiezers op nieuws eene verkiezing doen. ;
3,21, De gewoone jaarlykfche verkiezmge voor den Staatsraad gefchiedt door de Kiezers, in hunne Diftriclsvergaderingen famen gekomen, *s daags na den derden Diogsdag in April.
322. Op den eerften Dingsdag ra November legt de nieuwverkozene in den Staatsraad de plegtige bel )fte af, waar van bier na in art. 33Ö. gefprooken wordt.
Ï23, Jaarlyks gaat er één Lid af. 'en aanzien van de geenen, welken by de opïigting van oen Staatsraad Leden van denzelven zullen worden, zal door het lot beflist worden, wie van hun het eerfte, het tweede Jaar en zoo vervolgends, zal aftreden, welke looting drie weeken na de eerfte byéénkomst van den Staatsraad plaat» hebben zal.
334. Hy, die als Lid van den Staatsraad is afgetreden, is niet weer verkiesbaar, dan na verloop van zes jaaren.
325. Wanneer er binnen 'styds een plaats in den Staatsraad openvalt, wordt er (uitgezonderd an het geval , art. 333 bepaald) eene buitengewoone verkiezing gedaan, en de nieuwvsrkozene vervult den tyd , geduurende welken zyn voorganger nog hadt moeten fungeeren 3üö". Tot zcdauige buitengewoone verkiezing
wordt
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 467
worde de Kamer der Oudften , indien dezelve niet by een is, ten fpoedigften door den Scaa sraad befebreeven en de Kiezer doen uit het daar toe gemaakt dubbeltal de verkiezing-
337 Niemand zal zich aan de op hem gevallen keus tot Lid in den Staatsraad mogen onttrekken dan om wettige redenen ; de beoordeeling dier redenen , en de beflisfing, of dezelve we;tig zyn dan niet, ftaat alleen aan de Groote Kamer.
328 Die zodanige wettige redenen vermeent te hebben, zal dezelve , binnen den tyd van veertien dagen, nadat hy kennis van zyne verkiezing bekomen zal hebben, aan de Groote Kamer moe ■ ten voordragen, en deeze zal, uiterlyk veertien dagen daar na, omtrent derzelver wettigheid of onwettigheid uitfpraak moeten doen: het befluit, die uitfpraak behelzende, zal de rédenen moeten inhouden, welke de Kamer tot dezelve bewogen hebben.
3*9. De Groote Kamer brengt dit befluit ten fpoedigften ter kennis van de Kamer der Oudften.
330. Indien de redenen van verfchooning door de Groote Kamer voldoende zyn geoordeeld, worde de gekozene vrygekend, en er wordt QonJlUutioneel eene nieuwe keuze gedaan.
331. Indien de redenen onvoldoende verklaard gyn, zal den gekoozenen door de Groote Kamer worden aangefchreeven, om, overeenkomftig z'/ne verpligting, den post, waar toe hy verkoozen is, te aanvaarden
332. Wanneer de gekozene, het zy dat hy geene redenen van verfchooning heeft bygebragt, bet zy dat de bygebragte redenen van verfchooning onvoldoende geoordeeld zyn, halftarrig blyft weigeren, den postte aanvaarden, wordt er eene nieuwe keuze gedaan , en hy, die 's volks dienst niet op zich wil neemen, wordt, by de oprigiin? van den Staatsraad, door het Wetgeevend Ligchaam, en in het vervolg, op aanfehryving van het zei-
Gg 2 ve,
's GftAVfcNHA»GE.
Out'
werpvan
Confii'
tutte»
4<5S
NIEUWE NËDERLANDSCBE
's Graven hace.
Omver pv a/ Conftitutie,
ve, door den Staatsraad, by openbaare afkondiging den volke bekend gemaakt, als een, die zich den Vaderlande onttrekt, deszelfs ftemrecbt In al zyn kragt wordt voor altyd vernietigd, en hy onbevoegd verklaard, om het ambt of bene! ficie, het welk hy mogt bezitten , te blyven behouden, of in het vervolg eenig ambt of beneficie te bekomen.
333. Indien het Lid, wiens plaats binnen 'styds is opengévallen, in de eerstvolgenee maand November moet afgaan, en indien de vacature plaats heeft, wanneer reeds eene nieuwe verkiezing tot, de gewoone jaarlykfche verandering gedaan is, gefchiedt er geene nadere verkiezing; maar in zodanig geval zal de nieuwverkozene daadelyk in functie treden, en eerst buitengewoon vervullen den tyd van zynen Voorganger, 'en vervogends den gewoonen tyd, waar toe hy verkozen is.
334 Een Lid van den Staatsraad , .in funclie gemeen zynde,^zal wel zyn ontflag mogen verzoeken om goede" redenen; dan de Groote Kamer zal dit ontflag niet verleenen, dan na een geftreng onderzoek, en na de bygebragte redenen zo voldoende en zo dringende bevonden te hebben, dat zy in gemoede vermeent, het verzoek niet te mogen weigeren.
335. Een Lid van den Staatsraad, van zynen post ontflagen zynde, zal derzelven echter bly- \ ven waarneemen , tot dat zyn opvolger zitting neemt, ten waare ziekte of andere onöverkomely*
ke beletzelen zulks ondoenlyk maakten.
De Groote Kamer zal ook deeze beletzelen 6 beoordeelea.
336. De Leden van den Staatsraad zullen, by het aanvaarden van huDcen post, zich tot de getrouwe vervulling van alle de deelen hunner verpligting verbinden , door in de Vergadering van de Kamer der Oudften en in handen van den Prefident van dezelve Kamer afteleggen de navolgende plegtige belofte:
Ik B
JAARBOEKEN, Juny, 1797* 4<*9
,, Ik verbinde my plegtig, om myoen post, als . Lid van den Staatsraad, naar al myn vermo' gen getrouw en yverig waar te neemen, en ten *, dien einde my ftiptelyk in alles te gedragen, „ overeenkomftig het voorfchrift der Adte van „ Conftitutie , voor het Bataaffche Volk, den gearrefteérd.'*
Na het voorlezen van deeze Verklaaring, zal de Prefident zeggen:
„ Indien gy bereid zyt, deeze plegtige yerklaa„ ring afteleggen, zultgy, onder herinnering van , de groote pligten, tot welker vervulling gy U *, verbinden en onder bezef van de gewigtige ver*, antwoordelykheid, waar aan gy U onderwerpen ), zult, my nazeggen:
„ Hier toe verbinde ik^ray als een man „ van eer en trouw."
037. Ieder Lid zal by beurte Prefident zyn ge • duurende een maand; zullende, by de eerlte zitting van den Staatsraad , de prefidiaale beurten voor de vyf eerstvolgende maanden door het lot bepaald worden.
338. De Prefident van den Staatsraad zal zyn de bewaarder van het groot nationaal Zegel.
3*9. De Staatsraad heeft tot deszelfs adfiltentie eenen Secretaris van Staat, welke byzonderlyk aan deezen Raad en deszelfs deliberatien verbonden is, zoo ten aanzien van binnenlandfche als van buitenlandfche zaaken.
340. Door deezen Secretaris doet de Staatsraad alle Wetten en Ordres aan het Beftuur in de onderfcheiden Departementen, en door het zelve aan de byzondere Municipaliteiten in elk Departement, als mede, voor zoo verre die Wetten en Ordres van applicatie zyn in de Colonien, aan het Beftuur derzelven toezenden.
Gg 3 34i' Er
's GRAVEN HA*.
3E.
Dntverpvan
'utie*
470 NIEUWE NEDERLANDSCHE
VRX HAGE.
Ont-
verpvah
Confti-
mie.
34T. Er zullen zyn, behalven deezen Secretaris, aan de de deliberatien van den Staatsraad byzonder verbonden, nog twee andere Secretarisfen van Staat, waar van de een tot de admiciltratie der zaaken yan de Zeemagt, en de ander tot die van de Landmagt meer direólelyk beftemd zal zyn.
3 2. De Secretarisfen van Staat zullen allen op gelyken voet aan den Staatsraad onderworpen en verantwooruelyk zyn; derzelver Infrructien zullen, voor dat zy aangefteld worden door den Staatsraad ontworpen en door het Wetgeevend Ligchaam goedgekeurd worden.
343' Het Wetgeevend Ligchaam zal, op voordragt van den Staatsraad , bepaalen of er eenige, en hoedaarige Commisfarisfen of Commifen, tot adfi tentie. aan den Secretaris van de Zeemagt en van de Landmagt zullen worden toegevoegd, en derzelver werkzaamheeden by de daar toe vereichte Reglementen of Inflruftien bepaalen.
344. Van het oogenblik af, dat de Staatsraad zal zyn geconftitueerd, zuilen de thanjs fubfilfeerende Committees tot de algemeene zaaken van het Bondgencotfc^iap te Lande cen van de Marine aan denzelven onderwospen en verantwoorde* lyk zyn.
Derzelver Leden, Miniffers, en allen , die by dezelven geemployeerd zyn, zullen hunne fiicctien blyven continu eren tot zodanigea tyd, als de Staatsraad bepaalen zal.
De Staatsraad zal moeten zorgen, dat, uiter» lyk binnen den tyd van een jaar, nadat de Conftitutie zal aangenomen zyn, die Committees ontbonden zyn. /
Aan derzelver Leden, Miniflers en verdere Ambtenaaren en Bedienden zu len, by die ontbinding, geene pennoenen worden toegelegd.
345 Het Wetgeevend Ligchaam zal 5 op gelyken voordragt van den Staatsraad, bepaajen, hoetiüanige Ambtenaaren en 13edienden aan den Staatsraad
JAARBOEKEN, Juny, 1797» 47*
raad en aan de Secretarisfen van Staat toegevoegd en onderaefchikt zullen worden: de Inltruftien voor zodaanige Ambtenaaren en Bedienden zullen door den Staatsraad , onder approbatie van het Wetgeevend Ligchaam, gemaakt worden.
346. Alle uiitegeeven Ordres, Refolutien of AÖes, mitsgaders alle Misfives van den Staatsraad, worden geparapheerd door den Prefident, of door den geenen, die by deszelfs ablèntie, daar voor fungeert, en geteekend door den Staatssecretaris , of, by deszelfs abfentie , door een ander daar toe gequalificeerd Minister.
347. De Staatsraad, zulks noodig oordeelende, is bevoegd , Vergaderingen te houden, waar by dezelve den Staatsfecretaris, die anderzints aan deszelfs deliberatien verbonden is, niet toelaat: in zodanige gevallen worden de befiuiten in een byZonder register door een der Leden gefchïeven, en allen tekenen dezelve.
3,18. De Staatsraad heeft de aan e" afftelling van de Secretarissen van Staat; doch de aanftelling heeft geen effect, ten zy dezelve door de Kamer der Oudften goedgekeurd is.
De afftelling kan door den Staatsraad gefchie den, zonder voorkennis of goedkeuring van de gemelde Kamer der Oudften,
349, De Staatsraad heeft de directe aanftelline van zodanige Secretarisfen van Ambasfade , als dezelve noodig oordeelt, aan de buitenlandfche Ministers toetevoegen.
350. De bepaaling der Tradtementen, Daggeb den, Defroyementen en andere toelagen voor de buitenlandfche Minieters en voor de Secretarisfec van Ambasfade, ftaat aan het Wetgeevend Ligchaam.
351 Tot Secretaris van Staat kan niet wor den aangefteld een Lid van den Staatsraad, noch ook iemand der afgegaane i eden uit den zeiven, dan na verloop van vyf jaaren federt zy se aftreeding.
Gg 4 35** To
'sGn.4.
VETMHA> OE.
OutwerpvanConfti* tutie*.
'sGba-
VENHü GE.
Oflt-
verpva; Confli \ tune.
4?a NIEUWE NEDERLANDSCHE
„352. Tot Secretaris vaD Staat kan niet aange■ "e!d worden, die aa- een der fungeerende Leoer, ven den Staatsraad tot in den vierden graad ^fc™vermaagdfchap is door,b]oedverwanifchap
' 353 De S'aatsraad fielt niemand aan tot Secretaris van Staat , dan die den ouderdom van dertig jaaren bereikt heeft , binnen deeze RepuW ek gebooren is, en federt de laatfte vyftieu jaaren zyne vaste woonplaats in dezelve heeft.
554. De Staatsraad draagt zorg, da' de Secretarieën van Staat, zonder zich eene afzonderlyke vergadering te formeeren, hunnen post, een ieder » dat gedeelte van het Beftuur, waar in hy geplaatstis, getrouwelyk waarneemen, en dat zv zich ltipielyk gedragen, overeenkomftig het geen
5"Ü Jnuhet-ge,m^eD ^ de Conftitutie, en bepaaldelyk by oe fnftruótie, voor een ieder van hun te vervaardigen, is aanbevolen.
355' De Staatsraad zal in de Refidentieplaats van het Wetgeevend Ligchaam mede zyne refiatntie houden.
3J£. Men zal in den Staatsraad by de meerder, ueid der tegenwoordig zynde Leden refolveeren en concludeeren; en zal van de prefent zynde i.eden m I et register aanteekening worden gehouaeo : geene Vergadering echter zal wettig zyn , waarin niet drie Leden tegenwoordig zyn. j,. He. Wetgeevend Ligchaam kan, in ge¬
vallen van ten fpoedigen dood of ziekte i van meer dan twee Leden, of om derge-
lyke reden, tot de conftitutioneele vervulling toe , hieromtrent andere bepaalingen maaken. r &
357- leder Lid is bevoegd, zyn advis, met redenen bekleed, in de Notulen re doen infereeren.
35«« Er zullen geene Refolutien genomen, noch eenige ordres gearrefteérd worden,dan in de gewone Vergaderingen, of in zodanige buitengewoone, waar toe het blykt, dat alle de Leden, welke zich in oe Kefideniieplaats bevinden, geroepen zyn. ~ - Het
JAARBOEKEN, Juny, IÏ97. 473
Het bepaalde by dit artikel beneemt aan ; den Staatsraad de magt niet, om des-' zelfs Prefident, of een of meer Gecom < muteerden, het zy by een generaal Reglement van Orde , het zy by ipeciaate Kefolutien, tot de uitoeffenlng van eenige daaden van gezag te qualificeeren. 3,59. Niemand der Leden zal zich buiten de Refidentieplaats mogen abfenteeren, dan met uitdrukkelyke vergunning van den Staatsraad, waar van in het register aanteekening zal gehouden
worden. . •; r " . ' ,
<ï6o. Zodanige vergunning tot ablentie zal nooit aan meer dan één Lid ten zeiven tyde verleend worden. ,
361. De Leden van den Staatsraad zullen geen deel nemen aan eenige raadplegingen , waar in zy voor hunne perfonen of familien, tot m den vierden graad van maagfchap of zwagerlchnp ïndufief eenig byzonder belang hebben; maar zal zondanig Lid zich, geduurende de gemelde raadplegingen, van de Vergadering onthouden.
363*. Niemand der Leden zal, direftelyk of ir> direQelyk,eenig deel nemen of hebbeuin leverancien of aannemingen ten diende van de Republiek, of van eenig gedeelte van het Publiek Beifuur in dezelve.
363. Niemand van hun zal ontvangen eenigs giften, gaveu cf gelchenken van eenige.perioo ren, Corporatien , Beambten, 0econftitueerde Magten, Vorften, buitenlandfcne Mogenheden. derzeiver Ministers of Agenten, in eenigerhande manieren, direöelyk of indirectelyk.
364. De Staatsraad zal de hand houden aan de flipte uitvoering van alle Wetten en Refoltttier. van bet Wetgeevend Ligchaam , en toezien, dai
• hieromtrent, elk in zyne qualiteit, tot zyn pligi gehouden worde.
365. De Staatsraad doet de Wetten, binnen dn dagen na derzelver ontvangst, regiftreeren, zege len pürapheeren, tekenen en in de Refidentieplaat publiceeren. Gg 5 Voord
s Gn a« 711nha;e.
OntwerpvatiCunfti* uitte*
i
474 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGrA-
venha' ge
OntwerpvatCotiftitutte'
Voords draagt dezelve zorg, dat de gemelde Wetten ter verdere publicatie en affixie, op de meest gefchikte wyze, werwaards zulks behoort, verzonden worden.
366 De Staatsraad geeft aan de Wetten, met ■ weglating van het hoofd en het onderfchrift, zo verre zulks de form van raadpleging en bekragtiging der beide Kameren refpeétivelyk behelst, eene algemeene inrigting. overeenkomstig het volgend formulier:
„ De /staatsraad der Bataaffche Republiek „ doet te weten: dat het Wetgevend Ligchaam ,, overwogen hebbende , dat enz.
(Fiat infertio van de motiven)
„ befloten en geftatueerd heeft:
(Fiat infertio van het dispofitief.)
En, aangezien ten dezen in acht genomen ,, is het geen, door de Conftitutie, tot het ,, voorftellen en bekragtigen eener Wet ver„ eischt wordt, zo gelast de Staatsraad, over„ eenkomftig dezelve Conltitutie, in naam des „ Baiaaffchen Volks, dat deze alomme, daar „ zulks behoort, zal worden gepubliceerd en „ geaffigeerd."
367. De Wetten, uit welker hoofd en onderfchrift aan den Staatsraad niet blykt, dat het voorfchrift der Conftitutie daar by in acht genomen is, worden door den Staatsraad niet gepubliceerd, maar aan de Kamer der Oudften , binnen tweemaal vierentwintig uuren, terug gezonden, met aanvoering der redenen, waarom de Staatsraad zich daar toe bezwaard vindt.
368. De Staatsraad draagt zorg, dat de Geconit::uëerd€ Magten en Nationaale Ambtenaaren , tot welker toezigt of administratie de gepubliceerde Wetten , of de door het Wetgevend Ligchaam genomen Refolutien, bepaaldelyk behooren, ten fpoedigften dezelve ontvangen, ten einde daar door de uitvoering van dezelve des te beter bevorderd worde.
359. De
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 475
369 De Staatsraad is bevoegd, Ordonnantiën te maaken en te doen publiceeren, om de uitvoering eener Wet te bevorderen, en de wyze van derzelver uitvoering te regelen, voor zo verre de wyze van uitvoering by de Wet zelve niet mogt bepaald zyn, mids daar van in de Ordonnantiën melding maakende.
370. Ingevalle het Wetgevend Ligchaam niet vergaderd is, zal het aan den Staatsraad vry ftaan, met voorkennis en bewilliging van de Prelidenten en Secretarisfen der Kamers van het Wetgevend Ligchaam, furcheance te verkenen, tot dat het Wetgevend Ligchaam byeengekomen za) zyn.
Het zal echter aan het Wetgevend Ligchaam vryttatiti, te» opzigte van byzondere onderwerpen , ais van viypasporten en der^elyke, den Staatsiaad tot het verleenen van di?penfatie van Weiten, by eene formeele Wet of Relolutie, te magfigen.
371 Ingevalle de Staatsraad oordeelt, dat de verzogte fftrcheaTice door hem behoort te worden verleend, geeft dezelve daar van aan de Prefidettten en Secretarisfen der Kamers van bel Wetgevend Ligchaam fchriftelyk kennis , er vraagt daar toe derzelver bi williging, met toezending van het request, waar by de furcheance wordt verzogt, en opg've der redenen, waarom dezelve vermeent, de verzogte furcheance te moeten verleenen.
372, D. voornoemde Prelidenten en Seereta risfen.delibereeren daar over in hunne Vergade ring, en $emen hun befluit, binnen den tyc van uiterlyk drie dagen na het ontvangen de: Rukken : (geduurende welke drie dagen di Staatsraad de zaak zal houden in ftate) dei echter dat, indien de ftemmen fteken, als dai de bewilliging zal worden verftaan te zyn gege ven, en de verzogte furcheance door oen Staats raad zal woxden verleend.
372' N
's Gra-
vem1a-
:;e.
Ontwerp van Conjtitutte*
i 1 t
476 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGrA-
VENHACE.
Ontwerpva,Conftitutie,
373. Na het aflopen dier deliberatien geven \ voornoemde Prefidenten en Secretarisfen van f het doorhuti genomen befluit terftond Ichrifte- f: lyk kennis aan den Staatsraad, met terugzen» | ding van het aan hun door den Staatsraad toe- |
I gezonden request.
374. Overeenkomstig de bspaaliag der Wetten, draagt de Staatsraad zorg voor de binnenen buitenlandfche veiligheid en rust der Republiek.
375. De Staatsraad heeft de befchikking over de Krygsraagt te water en lande, en beftuurt in tyd van Oorlog, derzelver operatien.
376. Het Wetgevend Ligchaam alleen bepaalt de fterkte, aanwerving, afdankingen befoldiging der Armée te lande, gelyk mede den aanbouw, het equipeeren der fchepen en het afdanken van equipagie, doch de Staatsraad zorgt voor de uitvoering,
377. Ten aanzien der Armée te lande heeft 'er nimmer een langer confent plaats , dan voor een jaar: de Staatsraad moet de voordduuring of verandering jaarlyks aan het Wetgevend Ligchaam voordragen.
378. In geval de Republiek met vyandlykheden bedreigd of aangevallen wordt , is de Staatsraad verpligt, de magt, waar over hy befchikking heeft, tot befcherming der Republiek te gebruiken, en tevens het Wetgevend Ligchaam daar yaa kennis te geven, met voordragt tot zodanige vermeerdering van Krygsmagt, als dezelve oordeelt door de omftandigheden vereischt te worden,
379. De Staatsraad benoemt uit de Officieren in dienst of foldy der Republiek zynde , dè Bevelhebbers van de Vloot en van de Armée of van eenig gedeelte van dezelve.
380. Dit bevel wordt flegts voor een bepaa!3en tyd opgedragen, en de last daar toe kan, selfs geduurende dien tyd, weder ingetrokken vorden. 38,. Het
JAARBOEKEN, Juny, 1797- 477
381. Het algemeen bevel over de Vloot en de Armée v/ordt nooit aan denzelfden perfoon-'ge geven.
382. Nimmer zal de Staatsraad zelf het bevel over de Armée of Vloot voeren.
Ook zal dezelve het niet geven aan een van deszelfs Leden, noch aan eenig afgetreden Lid, binnen de twee eerstvolgende jaaren, na des* zelfs aftreding.
383. De Staatsraad fal in plaatzen, met gu. arnifcen van den Staat bezet, des noodig , de tydelyke Militaire Commandanten benoemen,en voords alle plaatslyke Militaire beambten aan» ftellen.
384. 'Er zyn in vredestyd vaste guarnifoensplaatzen voor de Troupen van de Republiek.
De Staatsraad maakt daar toe het Plan, waar van de approbatie ftaat aan het Wetgevend Ligchaam.
385. In tyd van vrede doet de Staatsraad geen Troupen marcheeren, dan in geval van nood, door het Wetgevend Ligchaam erkend, of op verzoek van eenig administratief Beftuur in de Republiek, wanneer de publieke veiligheid geftocrd cf bedreigd mogt zyn.
Het Wetgevend Ligchaam kan het be» paalde in dit Articnl, den dienst van den lande dit vereifchende, voor een tyd opheffen.
386. De Staatsraad heeft, onder approbatie van de Kamer der Oudften, de aanftelling van alle hooge Officieren in den dienst der Republiek, te water en te lande, bepaaldlyk van alle Officieren te water, boven den rang van Capitein, en te Lande, boven den rang van Colonel.
387. Ten aanzien van de benoeming der Officieren van minderen rang, zal de Staatsraad aan het Wetgevend Ligchaam voordragen den
' ' voat
'sGra« venha-
ge.
OntwerpvanConftitutie,
's Graven ka ge.
Ontwerpvar,Cotiftitutie.
478 NIEUWE NEDERLANDSCHE
voet, waar op de benoeming, ten meesten nutte van Jen dienst en van de gemeene zaak, naar zyne gedachten, zou behooren geregeld te worden, ten einde daaromtrent by eene uitdrukkelyke Wet de noodige fchikkingen gemaakt worden.
38 8. De Staatsraad heeft het opzigt over alle fortificatiën, magazynen, werven, tuighuizen en al het geen tót defenfie van den Staat te water en te lande behoort, met aile daar toe betrekking hebbende ambtenaaren.
389. Dezelve heeft de begeving van alie zo. danige Ambten, als in het voorig Articul vermeld zyn, doch is niet bevoegd eenigerhande Ambten te creëren, tracrementen of penfioenen toe te leggen, of de toegelegde te veranderen.
390. De' Staa:sraad drsag/ ook zorg, dat de Militie van.den Staat gehouden worde in goede Krygsdiscipiine en fubordinatie , en zal zich door aile dezelven, zo Officieren als Gemeenen, behoorlyk doen refpeJteeren ; zullende door alle Wagten en Corpfen, niet alleen aan den Staatsraad en corps, maar ook aan deszelfs Prefident, of» eenige Commisfie uit denze'ven, overal en ten allen tyde, de hoogste militaire honneurs bewezen worden.
391. De Staatsraad draagt ook zorg, dat de Militie van den Staat, ingevolge derzelver ver» pligting, aan de geconftituëerde Magten de fterke hand biede, tot bewaariug van de inwendige veiligheid en rust, en tot handhaaving der goede orde, politie en Justitie.
392. De Staatsraad is niet bevoegd, de gewapende Burgermagt, of eenig gedeelte van dezelve, buiten derzelver woonplaitzen re doen uittrekken, ten zy door eene uitdrukkelyke Wet daar toe gequalificeerd.
39-\ De Staatsraad gebruikt nimmer eenige gewapende Magt tegen de geconftituëerde Mag-
ten,
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 479
ten , dan op grond van eenig decreet van een der Gerechtshoven, daar toe competent.
394. Dezelve ftaat geen verblyfnoch doortogt toe aan eenige vreemde Troupen op of over het grondgebied der Republiek, zonder voorafgaande bewilliging van het Wetgevend Ligchaam..
395. De Staatsraad doet geene gewapende manfehappen in de refidentieplaats van het Wetgevend Ligchaam, of binnen den afltand van een uur naby de gemelde refidentieplaats vertoeves, byeenkomen of doortrekken, dan op begeerte,'of met bewilliging van het Wetgevend jLigchaam.
395. Dezelve doet ook geene gewapende manfchappïn uit de refidentieplaats van het Wetgevend Ligchaam, of uit plaatzen, binnen den afftand van een uur van dezelve refidentieplaats gelegen, uittrekken, dan op begeerte of met bewilliging van het Wetgevend Ligchaam.
397. Wanneer de Staatsraad eenige kennis bekomt van famenfpanning of aanflag tegens de inwendige of uitwendige veiligheid, doet hy zulken, die daar van verdagt zyn, waar dezelve gevonden worden, arresteeren en ondervraagen; doch is verpligt, zich voords te gedragen overeenkomftig art. 673. in den Titul der Rechterlyke Magt.
398. De Staatsraad benoemt alle Ministers, welke van wegens deze Republiek aan andere Mogenheden worden afgezonden, er* roept dezelven terug; doch de benoeming heeft geen effect, ten zy dezelve door de Kamer der Oudften zy goedgekeurd.
De terugroeping kan door den Staatsraad gefchieden , zonder voorkennis of goedkeuring van de gemelde Kamer der Oudften.
C99. De Staatsraad of deszelfs Prefident, geeft gehoor aan alle Ministers van andere Mo genheden, binnen deze Republiek refideerende, gelyk ook aan alle byzondere Gemagtigden oJ
Agen«
'sGravenha-
6e
OntwerpvanConftitutie,
'sGra-
vënhaG&.
Out-
y/erpvaiï
Confti'
tutte»
1 i
i
f
1 (
i c
'l 1 \
*8o NIEUWE NEDERLANDSCHEj
Agenten van dezelve, en ontvangt alle openingen tof Negotiatien, welke aan deze Republiek gedaan worden.
400. De Staatsraad is alleen, en by uitfluiting, bevoegd en verpligt, alle correspondentie ttpdipuden met vreemde Mogenheden, derzelver Ministers by deze Republiek, en met de Ministers, dezer Republiek buiten 's Lands refideerende; alle openingen tot onderhandelingen te ontvangen; de noodige inforrnatien in te nemen en'alle diplomatifche functien waar re nemen, zo ten aanzien van het aangaan van Traét'aaten, als van de lchikkingen tot oorlog en vrede.
401. Met betrekking tot onderhandelingen over vrede, het fluiten van Tractaaten met vreemde Mogenheden, het zy van vriendfchap &f commercie, en het aangaan van Ailiautiën , zal de Staatsraad die onderhandelingen mogen voorbereiden, beginnen, ja zelfs fluiten: doch sullen dezelve geen verbindende kragt hebben, fan na de uitdrukkelyke goedkeuüng en opgevolgde ratificatie van het Wetgevend Ligchaam.
400. Edoch, met betrekking tot het aangaan /an een oorlog, zal de Staatsraad zich daar en, in dit en het voorgaand Articul vermeld, o by de Groote Kamer, als by de Karper der iudllen, in Committé worden gemadpieegd-
404. Geenen der Leden der beide Kameren uilen van de deliberatien en befluiten, omtrent Ie hier voorengemelde onderwerpen iets hoegenaamd , zelfs niet aan hunnï Medeleden, welke et Committé ntet mogten hebben bygewoond, ermogen te kennen te geven, "zo dra namelyk
de
jÜ ar BOEKEN, I7P?. 4«ï
de Prefident aan de. Leden het ftïlzwygen _zal hebben opgelegd ; en wanneer des niettegen, ftaande het geheim wordt verraden» zal een deri Kameren of beide den Procureur Nationaal gelasten, om, zj veel mogelyir., onderzoek te doen naar dat Lid of die Leden,, welke het aan hun opgelegd ftïlzwygen fchenden; zullende gemelde Procureur, als dan tegen dezelve, op de conftitütioneele wyze, zodanige adtie inftituëefen als hy zal vermeenen te behooren.
405. De Prefi tenten der beide Kameren zullen gehouden zyn,. den Leden het houden van zodanige Committés aan te doen zeggen, op eene wyze, nader door een Reglement van orde te bepaalen. . ■
. 406. De Staatsraad tekent of doet tekenen „ in naam der Bataaffche Republiek, alle ïractaaten van vrede, beftand, alliantie, neutraliteit , koop'-iandel en alle andere overeenkomsten met vreemde Mogenheden. , .
407. Voorlopige bedingen tot neutraliteit, of overeenkomsten tot. een. ftilftand van wapenen, kan de Staatsraad aangaan en tekenen of doen
408. Indien de. dienst, van dén Lande zulke vordert, zal de Staatsraad wel kunnen verhin. deren het vertrek of uitlopen van Schepen of Vaartuigen uit. de refpective havens of van de rheden dezer Republiek, voor eenen door denzelven te bepaalen tyd; doch zal geen embargo öf beflag doen leggen op Schepen of goederen a aan Ingezetenen van eenige Mogenheid in het. byzonder toebehoorende, dan met voorkennis éu bewilliging van. het Wetgevend Ligchaam,
409. De byzondere Leden van den Staatsraad zullen'van alle Misfives of kennisgevingen , den ftaat van den Linde, deszelfs belangen of betrekkingen betreffende, welke zy van de Mimsters dezer Republiek, buiten '3Lands re.liaee,. rende, ontvangen, aan dèu Staatsraad opening
Hh ge
's-Gra°
ïe.
Onh ycrp'ian
'■utiif
.482 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra-
venhage.
Om-
werpvar*
Confti-
tutit.
geven, om op dezelve zodanig reguard te (laan als bevonden wordt te behooren.
410. De Staatsraad is bevoegd, ten allen tyde aan de Groote Kamer van het Wetgevend Ligchaam zodanige zaken ter overweging voor te dragen, als dezelve oordeelt ten dienlte van den Lande te behooren; doch zodanige voordragten moeten vervat zyn in gefchnfte, en flegts in het gemeen behelzen den voorllag van den bedoelden maatregel, maar geensfins het geheel ontwerp der Wet.
411. De Staatsraad of deszelfs Leden, als de zodanigen, verfehynen nimmer in de Wetgeven» de Vergadering.
412. De Staatsraad zendt alle jaaren tweemaalf, eens in July, en eens in December, aan het Wetgevend Ligchaam een fchriftelyk verflagvan den ftaat der buiten - en binnenlandfche zaken, zodanig, dat het Wetgevend Ligchaam betzel. ve, des goedvindende, kan doen drukken; midsgad'ers een geheim verflag, waar in zodanige raededeelbaare poincten verhandeld worden , welke voor den Wetgever van belang kunnen zyn, maar niet voor den druk gefchikt. Aan het hoofd van dit deel des verfiags moet duidelyk vermeld zyn, dat het geheim is.
413. De Staatsraad verleent paspoorten en foortgelyke Acten naar buiten 'sLands, en bedient zich, tot derzelver expeditie, van zodanigen Minister, als hy noodig oordeel:.
414. Elk der Leden vah den Staatsraad geniet een jaarlyksch tractement van veertien duizend gulden.
4ij. De Staatsraad of deszelfs Leden zullen geene politieke Ambten mogen begeven aan Burgers, dezelven tot in den derden graad van bloedverwantfchap of zwagerfchap beftaande.
416. De Leden van den Staatsraad zyn elk voor zich in het byzonder verantwoordelyk, wegens zodanige bedryven of merkelyke verzuimen,
Jaarboeken, juny, 1797. 4s3
Uien, waar door zy, of ieder afzonderlyk, of gefamenlyk, of wel de .meerderheid van hun tot daadlyk nadeel der ".veiligheid , vryhtid ., onafhaiigiykheid of welvaart van de Republiek, öf van eenig deel van dezelve, of van eenige by zondere Ingezetenen handelen, of het .vöorfchrift der Conltitutie overtreden, of daar Van af wyken ; zullende zy, in zodanig geval, voor het Hoog Nationaal Gerechtshof te recht gefteld worden. , -' , . . . ,
417. Wanneer drie of meer Leden van den Staatsraad, op gedane aanklagfe, in de waarneming van hunnen post gefuspen eerd worden, zal de Groote Kamer een dubbeltal van de hier. door ontbrekende Leden benoemen, waar uit de Kamer der Oudften een keuze zal doen, om, geduurende de gemelde fufpenfie, de plaats der gefufpendeerden te vervullen ;docli zal niemand der Leden van het Wetgevend Ligchaam hier toe nominabel zyn.
418. Wanneer alle de Leden van den Staatsraad gefuspendeer i mogten zyn , zal op gelyke wyze eene provifioneele vervulling gefchieden, en zal de Uitvoerendé Magt, tot dat deze vervulling gefchied is, inmiddels worden uitgeoefend door vyf Leden uit de Kamer der Oud ltens door de Groote Kamer daar toe te benoemen.
4 9. De verantwoordelykheld der Leden van den Staatsraad blyft drie jaaren , na derzelver aftreding uit den Raad, voordduuren, en, geduurende deze drie jaaren, zal zodanig Lid zich niet buiten de Republiek begeven, dan met: bewilliging van het Wetgevend Ligchaam.
Hha Tl»
'sGra»
ve.mhaGE.
Out-
yerpvan
Confli'.
mki'.
's Graven hage.
Ont-
•sverpvan Conftitutie.
s
!
4?4 NIEUWE NEDERLANDSCHE
T I T U L V.
Van de Financieele zaaken en het geen daar toe betrekkelyk is.
EERSTE AFDEELING.
Van de Financie in het gemeen.
420. Alle geldmiddelen van de Republiek,het zy dezelve beftaan in impofitien of belastingen, het zy in bezittingen of domeinen, hoe ook genaamd, waar van de inkomiten, vóór het ktroduceeren der Conltitutie, gekomen zyn ten profyte van de Kas der Generaliteit, midsgaders van de Kasfen der onderfcheiden Provintrn, der drie Kwartieren van Gelderland, van het Landfchap Drenthe en van Bataafsch Bra« band, refpectivelyk, worden verklaard en van nu voordaan gehouden voor Nationaale 'inkomften en bezittingen van het geheele Bataaffche Vólk.
421. De fchulden en verbindtenisfen, vóór het introduceeren der Conftitutie gecontracteerd en aangegaan, niet alleen door of van wegen de Generaliteit, maar ook van wegen de onderfcheiden Provintien, de drie Kwartieren van Gelderland , het Landfchap Drenthe en Bataafsch Braband, worden verklaard en gehouden voor Nationaale fchulden en verbindtenisfen van het geheele Bataaffche Volk.
42*.. De onderfcheiden daar van afgegeven Rentenbrieven, Obligatien, Recepisfen of andere acten . van verbindteniszullen tegen Nationale Schuldbrieven verwisfeld* en, voor zo verre de uiterlyke form betreft, zo veel mogeyk, op eenen eenpaarigen voet gebragt worden ; net dien verftande, dat by deze verwisfeling jeene verandering, noch ten opzigte der hoofdfout-
JAARBOEKEN, Juny, 1797» 4§5
fomme, noch van den intrest, welke, na aftrek der recele lasten, op de hoofdfomme gelegd, getrokken wordt, noch ook van termynen van af losfing zal gemaakt worden ; maar dat integendeel de eigenaars derzelven, ten dien opzigte, heiliglyk bewaard zullen worden by hetzelfde recht, hetwelk aan dezelven, ten ty^e der verwisfeling, daar uit zal competeeren; terwyl aan de Wetgevende Magt wel wordt overgelaten, om omtrent den precifen tyd, binnen welken, en omtrent de wyze, waar op de voorfchreven verwisfeling zal worden geëffectueerd, zodanige bepaalingen te maaken, als, ter vermyding van alle verwarring, en tér bevordering van de zekerheid der eigendommen van de byzondere Ingezetenen, zo wel als ter behartiging van het algemeen belang, best gefchikt zullen bevonden worden; doch zal niettemin de Wetgevende Magt moeten zorgen, dat deze verwisfeling, binnen het tweede jaar na de aanneming der Conltitutie, aanvang neme,en, binnen het tiende jaar na dezelve aanneming volbragt zy; voords, dat de eigenaars van meergemelde Schuldbrieven, geduurende den tyd der verwisfeling, niet zullen verftoken blyven van het genot van intrest, noch van het bezit der Schuldbrieven ontzet worden, zonder daar tegen eenig Jeuw bewys in handen te ontvangen: en dat, onder geen voorwendfel, eenige kosten of leges voor düze verwisfeling, ten laste der eigenaarsol houders dezer Schuldbrieven, zullen gebragt worden; zullende voor het overige'door de Wetgevende Magt mede gezorgd worden, dat by dezelve Schuldbrieven worden gevoegd Coupons, tegen inwisfeling van welken de intrest jaarlyks betaald zal worden.
423. De renten en intresfen, welke van d( voorgemelde Nationale fchuld jaarlyks betaalt moeten worden, zullen w rden gevonden uit zo danige algemeene belastingen, als, overeenkomltif zekere hier na te melden bepaaüogep, door di Hh 3 W<*
's Gra-
venhags.
Ontwerp va ti Conftitutie.
L
485 NIEUWS KEDERLANDSCRE
VEKHA-
GE
Ont- ■
w't rbvart
Cviifli-
iuiié.
i < I
< I
c i
i t
£ l 1
é
è t
i]
9
Wetgevende MagtN dezer Republiek jaarlyks zullen worden gedecreteerd en geheven: zullende', ten aanzien d.r beraahng van de renten en interesten., ais mede der anVfing van capitaalen, welke zoude m-gen gefchieden, de Cumptoiren van betaaling door de geheele Republiek zoo woraen verdeeld als tot het meest gemak en voordeel der ingezetenen zal bevonden worden gefchikt te zyn.
4-:4 Het montant, het welk jaarlyks, tot voldoening der renten en intresten vereisc t wordt, zal nauwkeurig worden begroot, en hier toe de noodige fómme uit de inknmtten jaarlyks worden afge/onderd , met dat gevolg: dat de penningen welke telken jaare zullen geprofiteerd worden ioor bet verderven van lyfrenten, en het teniet opeD van dertig,jaarige en andere temporaire ent^n, gebruikt zuilen werden to aflosfing van :apitaalen; waar van men jaarlyks publiek zal loen blyken.
4 5 in gevalle 'er nieuwe geldheflingen nood:akelyk mogten zyn, zai de Wetgevende Magt «ue belasting decrereeren of aanwyzen, bepaald- • yk beftemd tot het fourneren der intresfen, en er aflosfing van het alzo gecegotieerde capitaal, onder dat het provenuë van zodanige belasting ot eenig ander eiqde zal worden gebruikt.
426. De belastingen, tot betaaling der renten n intresfen, en tot goedmaaking van alle Staats ehoefeen, zullen door de Wetgevende Magt op ulk eene wyze geregeld en geneven worden, dat ezelve geëvenredigd zyn aan elks relatief vermoen, en meesr, haare wérking doen gevoelen, daar et meest vermogen is; en zullen tot dit einde, ! het formeeren van het linanciëel fysthema, de o'gende grondbeginfels in acht genomen wor;n:
Dat de belastingen op de onroerende goederen zullen blyven voordduuren, zo ais
' ''• " "de«
JAARBOEKEN» Juny, 1797- 4»7
dezelve daarop vóór den jaare 1792. reeds gelegen hebben; doch dat noch op onroerende goederen, noch op andere bezittin gen der Ingezetenen nieuwe belastingen gelegd , of de daarop reeds liggende verzwaard zullen worden, dan alleen bywege van extraordinaire heffing, wanneer zulks, uit hoofde van buitengewoone Staatsbe hoeften, mogt noodig zyn; en dat als dan deze extraordinaire heffing op de bezittingen zal moeten gepaard gaan met eene daar aan, zo veel mogelyk, evenredige extraordinaire heffing op zulke inkomften, welke niet als af komften of voordbrengzelen van bezittingen , maar uit anderen hoofde genoten worden;
b. Dat zodanige extraordinair^ heffing op de bezittingen niet geheven zal worden over eenig byzonder foort van bezittingen alleen, maar, zo veel mogelyk, over alle foort van bezittingen in het algemeen;
c. Dat in zodanige extraordinaire heffing de bezittingen der Ingezetenen over de geheele Republiek , naar derzelver oprechte waarde, aangeflagen zullen worden;
d. Dat, het zy 'er ter vervulling van buitengewoone behoeften, eene nieuwe belasting op, bezittingen en inkomsten tevens, het zy* 'er eene gewoone belasting op de inkomsten gelegd worde, in allen gevalle omtrent de wyze van heffing van dezelve, de beide volgende gronden in acht geno. men zullen worden:
(1.) dat 'er, zo veel mogelyk, gezorgd worde, dat zich daaromtrent ieder oprechtelyk van zynen pligt moet kwyten; en
(2.) dat de Staat van ieders bezittingen en inkomsten, zo veel mogelyk, geheim zal blyven. „ Hh 4 e. Dat
;
's Gua-
VENHAGE.
DutverpvanOorifii' tutte*
*s Graven hage.
Ont-
jverpvan Conftitutie*
488 NIEUWE NEDERLANDSCHE
e. Dat alle belastingen op het confumtive, indien en zo verre die plaats zullen hebben , zo , zullen worden ingerigt, dat de^ zelve geheven worden van dat gedeelte van elks verteering, het welk hy, na het genot van het volftrekt noodige, uit zyne inkomsten verkiest te bekostigen; En wel zodanig, dat, omtrent de belastingen op het cönfumtive, het relatief vermogen der Ingezetenen in de onderfcheiden gedeelten der Republiek zal moeten worden in acht genomen, en dat hy, die het meest daar van verkiest te genieten, ook het meest m die lasten draagt;
j£ Dat de middelen van eerfte noodzakelykheid, welké niet belast zyn, nimmer be» last zullen wórden;
g. Dat zulke middelen van eerfte noodzaaklykheid , welke belast zyn, zo dra de Wetgevende Magt bevinden zal, dat de opbrengst Van andere belastingen zulks toelaat, en , zo veel dezelve'zulks toelaat, van dien last zullèn ontheven worden;
h. Dat voor middelen van eerfte noodzaaklykheid ' gehouden -worden aardappelen , erwten, boonen, rogge, boekweit,gerst, zout, zeep, brandhout, turf en een geringe huishuur; welverftaande nogthand^, dat, voor zo verre onder de opgenoemde fpecieH eenige mogten zyn, welke tot ütout gebragt worden, dezelven, uithoofde dezer bepaaling, niet vry zullen zyn van den impost, voor zo veel zy tot mout gebragt worden;
En dat geen hoofdgeld, elk Ingezeten, zonder onderfcheid van vermogen, op gelyke wyze drukkend, ingevoerd zal worden; doch in tegendeel daar het zelve geheven wordt, voor zo verre het eenigsfins tot een wezenlyk bezwaar ftrekt, zo
JAARBOEKEN, Juny, 1797* 48ö
dra de Wetgevende Magt bevinden zal,: dat de opbrengst vaii andere belastingen zulks toelaat, en zo veel dezelve zulks toelaat, zal worden afgefcbafr.
427. De, voorfchreven bepaalingen zullen, als zynde de gronden der vereen iging van het geheele Bataaffche Volk tot een één ondeelbaar Volk, onveranderlyk kragt hebben en ftand houden.
'428. Het Wetgevend Ligchaam zal jaarlyks, zo dra de generaale petitie gearresteerd zal zyn, onderzoeken en, na ingenomen confideratien van de Financiekamer, beöordeeien, of de als dan plaats hebbende belastingen behooren op den voorigen voet gecontinueerd, cf verzwaard, of verligt te worden. En zal het voorftel tot continuatie, of verzwaaring, of verligting der be Jastingen, in de Groote Kamer ter deliberatie moeten gebragt worden, binnen één maand, na dat de generaale petitie by de Kamer der Oudften gefanftiöneerd zal zyn.
429. De Nationale Financiekamer zal, binnen één maand, na haare' eerfte zitting, aan het Wetgevend Ligchaam, ter goed- of afvuring, voordragen vyf Burgers, het zy uit de Letten der Kamer, het zy buiten dezelve, zo veel mo gelyk, bekend met de belangen der onderfcheiden gedeelten der Republiek, om, overeenkomftig de hier vooren gemaakte bepaalingen , hei ftelfel van nieuwe belastingen te ontwerpen, ei biDnen het eerde jaar, na het invoeren der Con ftitutie, aan het Wetgevend Ligchaam ter beöor deeling voor te dragen* - .
430. Zo dra het ontwerp der nieuwe belastin gen'aan de Groote Kamer zal zyn overgegeven zal dezelve daarop innemen de confideratien ei het advis van de Financiekamer; welke binnei twee maanden, na dat dezelve het ontwerp ont
H h j vat
s Gra-
ïENHA3E.
Ont'
wcrpvan
Confti-
tittis.
I
1 l 1
1»
»sGra-
VENHA-
ge,
Ont-
werp van
Confli-
tusie.
;
j
,1
t< P
01
di
Vi
ge ee
Jyi
zy wc
490 NIEUWE NEDERLANDSCHE
vangen za! hebben, daar op zal dienen van coafideratien en advis
■■ 43"; Zo dta het fteifel van nieuwe belastineen in train gebrast en het Wetgevend Ligchaam door de Financiekamer onderrigt za! zvn, dat de nieuwe belastingen fufficient kunnen zyn tot goedmaaking Vooral zal zy geene Ordonnantiën moli 4 gen
0- ' r-v •:•
's Gra-
vknha-
3E.
Ontverpvan'lon/li* mie.
504 NIEUWE NEDERLANDSCHE
*s Gra-
VEHHAOE.
Om*
wcrpvat
Cot?J?i-
luiie»
gen registreeren, welke niet nauwkeurig overeenkomen met het vercischte in art. 491. betrekkelyk de Nationale Finaciekamer.
533- Het £een «n art, 481., ten opzigte van de Leden en Secretaris van die Kamer, isvast1 gefteld, zal ook plaats hebben ten opzigte van de Leden en den Secretaris van de Rekenkamer.
534. De Rekenkamer oordeelende, dat, het zy door het Wetgevend Ligchaam, het zydoor den Staatsraad, het zy door de Financiekamer, maatregelen, ter bevoordering van 'sLands Financien en bezuiniging der uitgaven, zouden kunnen genomen worden , zal zy die daar aan Tespectivtlyk moeten voordragen.
53*. Zy zal ook verpligt zyn, om ten allen tyde,„des gevorderd, aan elke Kamer van het Wetgevend Ligchaam, aan den Staatsraad en Financiekamer, over alle onderwerpen, tot haaren post betrekkelyk, haare confideratien en advis en de benoodigde inforrnatien te geven, en wel met den meesten fpoed en nauwkeurigheid.
536. Het tractement van elk Lid der Reken Kamer zal zyn drie duizend gulden jaarlyks.
$$7. Het tractement en de emolumenten van den Secretaris en verdeie bedienden van de Kamer zullen, op voordragt van de Kamer, door het Wetgevend Ligchaam worden vastgefteld.
538.. Het Wetgevend Ligchaam zal voor deze Kamer formeeren eene Inftructie; doch welke mede zal moeten inhouden de bepaalingen, hier vooren vastgefteld.
539. Hetzelve zal echter, ten aanzien van de art. 528. en 529», zodanige uitzondering kunnen maaken, als het, of uit hoofde van de kleine aangelegenheid van de rekeningen der Comptabelen, of uit hoofde van het gering beloop der declaratien, zal noodig oordeelen.
J40. Voor den Secretaris en verdere bedien.
dei
JAARBOEKEN, Juny. 1797. 505
den der Kamer zal deze de Inllructie formee- • ren, doch op approbatie van het Wetgevend! Ligchaam. <
VYFDE AFDEELING.
1
Over de Rechtspleging op het ftuk der Gemeene Middelen.
541. Er zal eene byzondere judicature plaats hebben omtrent de Gemeene Middelen, waar onder begrepen worden belastingen van allerlei foort, ook inkomende en uitgaande Rechten, en alle anderen , hoe cok genaamd.
542. Alle Adien ter zake van verkorting der Gemeene Lands Middelen, zo wel crimineele als civile, midsgaders ter zake van feitelyke refiflentie, tegen 's Lands financièele bedienden ia officio gepleegd, zullen, ter eetfler inllantie, moeten geinftitueerd worden voor een daar toe voor elk Departement, of wel voor meer Departementen te famen fpeciaal Gecommitteerd Gerechtshof, in maniere, als in het volgend art. is bepaald' -
543. In gevalle 'er primario niet verder wordt geageerd, dan tot geldboete, fuspenfie of verlating van neering, zal de zaak gebragt worden ter cognitie van de vyf jongst aangekomen Leden in ieder Departementaal Gerechtshot, welke in die betrekking zullen worden genoemd Gecommitteerden ter Judicature van de zaken over 'jLands gemeene Middelen: doch, voor zo verre er primario wordt geageerd tot crimineele ftrafFe, zal de zaak ftaan ter cognitie van het volle Coliegie. ...
544. Deze Rechters zullen , by fpeciaale Commisfie, tot het cognosceeren en oordeelen over alle actiën en calangien, uit het ftuk der gemeene Middelen refulteerende , aangefteld
li 5 wor"
s Gra-
tENHA-
;e.
Int-
vcrpvan
Zonfii-
uiie.
*sGra*
VB>Hdi' GE
Ont-
Werp vat,
Co'.fii*
tmie,
i I I
i < i i
\ t c
8
13 U w
*>:
506 NIEUWE NEDERLANDSCHE
^1".' f" °°k °P dJe Comm''sfie eene byzondere belofte moeten afleggen.
545- De aétien en calangien, «er cognitie van de.e Bank gedemandeerd, zullen kunne wordeu geinftituéerd door de publieke befchuldig.rs oy de D-part-mentale Gerechtshoven of Subalterne «eclubanken, onder welker jurisdicl tie het fait, waar uit de actie gefuftineerd wordt, begaan is, of gefnsrineerd w. reit begaan te zyn; of door zodanige anaere Perfoonen, als daar toe door de wet geauthorilèerd
54oven gaat , ten opzigte v;.n den Aanklaager, :ene fomma van vyf honderd gulden, en ten anzien van den Beklaagden, eene fomma van londerd gulden (de kosten van den procesfe laar niet onder begrepen) of ook beftaat in jet a^judrceeren of ontzeggen van geêischte ufpei.lie, verlating van neering of crimineele ram ; te weten van de Sententien door de vyf mglte Leden van het Depa; remantaal Gerechtsof aan het volie Colkgie; en van de Senten;en ter eerfter inflantie by de Departementaal jerechtshoven zelve gewezen aan het Hooe ationaal Gerechtshof, en zal verder of anders Jen appél in deze materie plaats hebben ; gek ook geene revifie, dan ten aanzieu der Senntien van het Hoog Nationaal Gerechtshof, anneer de Beklaagde, in eene crimineele zaak I het Departementaal Gerechtshof vrygefpra-
ken
JAARBOEKEN, Juny, J797' S°7
ken zynde, by het Hoog Nationaal Gerechtshof is gecondemneerd.
548. Ingeval de publieke aanklaager zich by de Sententie , ter eerfter inftantie gewezen , bezwaard mogt vinden, en meende, ingevolge het bepaalde by het voorig Articul, bevoegd, en ter handhaaving van 's Lands belang verpligt te zyn, om van de gewezen Sententie te appellee. ren, zal hy zulks ter kennisfe brengtn van de Nationale Financiekamer, ten einde tot het zet-ve appèl door de Kamer, des goedvindende, gequalificeerd te. worden.
ƒ,49. Indien de publieke Aankhager, zonder quaiifica ie der Kan er appelleerenue, in appél fuccuaabeert, zal hy de k sten, waar in liy by het Hoog Nationaal Gerechtshof gecondemi.ei.-rd wordt, ten zynen byzondere:' laste uiteten dragen; doch, indien ny tot het a, pél gequa ificeerd ware, zullen zodanige kotten komen ten lasie van den Lande.
<50 In allen gevalle, indien by Sententie,op het 'tuk der gemeene Middelen 10 appél gewezen, begrepen wordt, dat doo" den Rechter', ter eerfter inftantie, wel en te rechte is gevonnisd, zodanig, dat de Sententie ten nadetie van den publieken Aanklaager, ter eerfter inftantie gewezen, geene alteratie ondergaat,.zal dezelve in de kosten van beide inftantien worden gecondemneerd; doch indien de Sententie, ter eerfter inftantie gevveze 1 , in appél eenige alteratie ondergaat, wordt de bepaaling omtrent de kosten overgelaten aan het oordeel van het Hoog Nationaal Gerechtshof.
55u Van de Sententie, by het Hoog Nationaai Gerechtshof gewezen, zal geen hooger beroep noch revifie plaats hebben; doch zal, in crimineele zaken, aan den Beklaagden middel van revifie worden vrygelaten, ingevalle de Sententie , by het Hoog Nationaal Gerechtshof gewezen, in zo verre tegenftrydig Was met die
vai
's Gravenha*
ge.
Ont-
werpvan
Confih
lutia.
's Graven HAGE.
Ont-
tv-erpvan Conltitutie.
<
]
508 NIEUWE NEDERLANDSCHE
van\het Departementaal Gerechtshof, dat de Beklaagde by het ééne Gerechtshof gecondemneerd en by het andere vrygefproken was.
552. Er zal door het Wetgevend Ligchaam eene byzondere manier van procedeeren op het ftuk der gemeene Middelen worden gearresteerd welke zodanig zal zyn ingerigt, als ter bevoor' dering van eene goede, en ook vooral expedite administratie van Justitie zal bevonden worden te behooren.
T I T U L . V L
Van de Departementen.
EERSTE AFDEELING. Fan de Verdeeling.
553- Het Grondgebied der Bataaffche Republiek beftart uit vyftien Departementen, met naamen: her Departement van Noord* èn Zuiderzee, van het T, van het Sparen, v&ndeDelf, van de Merwede, van de Maas, van de Mark, vzn de Vecht, van de Waal, van den Ryn, van ie Scheids, van den Tsfel, van de Rhees en Aa, im de Eems, van het Vlie en de Lauwers.
554. Deze Departementen behelzen in aich ie navolgende Diftricten der oude Landsverdeemg:
1. Het Departement van de Noord- en Zuiderzee bevat de Eilanden in de Noordzee, Ter Schelling, fliehnd en Texel; — de Eilanden in de Zuiderzee, Wieringen, Urk en Ma:ken; — verder geheel Westfriesland en Noordholland, met alle Heem* raadfchappen, bedykts Mee ren en de Dorpen Sc hoor/, Harge en Kamp, tot de ju. nsdictie van Breder ode behoorende, mids.
ga-
JAARBOEKEN, Juny, .797. 509
gaders het grootfte gedeelte van Kennemerland, en een gedeelte van Zuidholland tot aan Sparendam toe, hei Dorp Feiten en de Zandpoort daar onder begrepen.
2. Het Departement van het T bellaat uit Jmfterdam met deszelfs jurisdictie,
3. Het Departement van hes Sparen heeft in zich het overig gedeelte van Kerniemerland, als Sparenwoude, Spatendam, Berkenrode, Heem/lede, Benvebroek, Rietwyk en Rietwykeroort, Aalfmeer , Sloten , Sloterdyk, Osdorp en de Vrye Geer, Nienwerkerk, Zuidfchalkwyk en Vyf huizen, als mede Houtryk en Polanen. — Brederode; uitgenomen die Plaatzen, onder deszelfs jurisdictie gelegen, welke by het Departement van de Noord-en Zuiderzee behooren. — Haarlem met deszelfs jurisdictie; Amftelland, behalveu dat gedeelte, het welk onder het Departement van de Vecht is gebragt; Kronenburgs Loenen. — Het PVatcrgraaf'fchap (Voerden, geheel Rhynland, Leyden met des* zelfs jurisdictie, als mede Kudeiftaart, Thamen , den Uithoorn, Stichts Kudelftaart en Blokland', wel eer onder Utrecht behoord hebbende*
4. Het Departement van de Delf behelst in zich den Hetag en jurisdictie, Delfland, het Eiland Rofenburg, de Stad en Poortery van Delft, Schieland, Schiedam , Vlaaidingen en Vlaardingerambacht, Rotterdam , Gouda en Hcnykheden, Oudewater met des eüs Omtrek.
5. Het Departement var de Merwede beftaat uit Schoonhoven niet de Krimpenerwaard;— De Alblasferwaard, Langerak bezuiden de Lecq, Gorinchem met het Land van Arkei boven en beneden de Zouwe, het Land van Altena, het Land van Heusden,
Dar-
'sGra-
venha3e.
Ont-
werpvan Conftitutie.
VgKHACE.
Ontvet7 vver de bevoegdheid der verkozen Leden. Het departementaal Beftuur geeft ten fpoedigften kenïis van deszelfs belluit aan de daar by belang lebbenden.
569. Indien het Departementaal Beltuur geoordeeld heeft, den verkozenen te moeten.toe* aten, en eenig Ingezeten, totdat Departement jehoorende, reden van beklag tegen de wettig* ïeid der gedane keuze meent te hebben, zal het ienzelven vryftaan, de redenen van dit beklag, net de daar toe betrekkelyke bewyzen , . te
brcn*
JAARBOEKEN, Juny, 1797. '515
brengen ter kennisfe van het Gerechtshof van' dat Departement, en te verzoeken, dat dezelve keuze worde vernietigd, mids dit verzoek gefchiede binnen den tyd van agt dagen na dezel* ve beöordeeling. En zal het Hof, na verhoor van den verkozenen, binnen den tyd van vier. weeken, na dat het zelve verzoek zal zyn ge- 1 fchied, overéénkomftig het voorfchrift derCon-; ftitutie, in dezelve zaak moeten disponeeren, het zy door de gedane keuze te vernietigen, het zy door het gedaan verzoek te wyzen van de hand. Doch, zo lang het Hof de keuze niet vernietigd heeft, zal de verkozene zitting houden.
570, Indien het Departementaal Beftuurgeöor. deeld heeft , den verkozenen niet te moeten toelaten, en de verkozene, of ook de genen, die de keuze gedaan of' mede gedaan hebben, redenen mogten hebben, waarom zy vermeenen, dat de keuze wettig zoude gedaan zyn, envail kragt behoore te blyven, ftaat het dezelven vry, die redenen met de daar toe betrekkelyke bewyzen te brengen ter kennisfe van het Gerechtshof van dat Departement, en te verzoeken , 'dat die keuze worde bevestigd, mids dit verzoek gefchiede binnen gelyken tyd, als bo • ven.
In dit geval zal het Hof terftond van het gedaan verzoek kennis geven 'aan het Departementaal Beftuur, waar toe de verkozene behoort, en het welk de beöordeeling gedaan heeft, en te gelyk van hetzelve verzoeken opgave der redenen van deszelfs beöordeeling; het Departementaal Beftuur za) gehouden zyn, binnenveer-' tien dagen na de bekomen kennis, of, indien hetzelve mogt gefcheiden zyn, binnen veertien dagen na deszelfs eerfte byéénkomst, aan dat verzoek te voldoen.
En zal vervolgends het Hof binnen v>r.weeken, na het bekomen dier redenen, overéén Kk 2 kom-
s Gra-
fENHA-' 3E.
Int-
vsrpvan
?on/ii-
V
'e Graten f jack.
Ontwerp van Conftitutie*
i <
■ i 1 ] 1 I I
1 i i
\ r I
o I g
tt
Si6 NIEUWE NEDERLANDSCHE
komftig het voorfchrift der Conftitutie, in de. zelve zaak moeten disponeeren, het zy door de gedane keuze te bevestigen en te verklaaren.dat dezelve van kragt behoort te blyven, het zy door het ^edaatr verzoek te wyzen van de hand.
571- In allen gevalle blyft aan den publieken Aanklaager vry en onverlet, het inftituëeren van zodanige aétie, als hy zoude vermeenen hem, wegens overtreding van de voorzieningen, in de Conftitutie begrepen, te competeeren.
572. Zo dra het Departementaal Gerechthof, 3Ver de ingebragte bezwaaren tegen de toelating jf anwyzing eens verkozenen, uitfpraak gedaan teeft, geeft hetzelve daar van onverwyld kenlis aan het Departementaal Beftuur, waar toe ie verkozene behoort.
573. Indien by de uitfpraak van het Hof, tegen het begrip van het Departementaal BeHuur, de keuze bevestigd is, zal het zelve De. Dartementaal Beftuur den verkozenen daadlyk noeten toelaten: daar tegen zal, wanneer bv le uitfpraak van het Hof de keuze vernietigd s, in het geval, dat de verkozene bereids ziting genomen hadt,' dezelve het Departemetaal teltuur, waar in hy verkozen -is, daadlyk veraten; en zorgt in dat geval het Departementaal >eltuur, dat onverwyld eene nieuwe verkiezing Jaats hebbe. *■
574- Hy, die, ingevolge het voorfchrift'der fcte van Conftitutie, tot Lid van een DeparteBeftuur geroepen wordt, zal, geduuende de drie eerite jaaren, na het invoeren au de Conftitutie, zich van die keuze niet ïogen onttrekken, dan om wettige redenen. >e beöordeeling dier redenen, en de beflisfine t dezelve wettig zyn dan niet, ftaat aan het 'epartementaal Beftuur, waar in hy tot Lid :roepen is.
575' Hy, die zodanige wettige redenen vereent te hebben, zal verpligt zyn, dezelve
bin-
JAARBOEKEN, Juny* 1797- S-7
binnen den tyd van veertien dagen, na dat hy kennis van zyne verkiezing bekomen zal hebben, aan het Departementaal Beftuur, waar in hy tot Lid geroepen is, voor te dragen; hetzelve Beftuur zal, uiterlyk veertien dagen daar na, omtrent derzelver wettigheid of onwettigheid, uitfpraak doen; en zal het befluit, die uitfpraak behelzende, de redenen moeten inhonden, welke het Departementaal Beftuur tot dezelve bewogen hebben.
576. Indien de redenen van verfchooning door het Departementaal Beftuur voldoende zyn geoordeeld, wordt de gekozene vrygekend, en Conftiwloneel eene nieuwe keuze gedaan.
577. Indien de redenen onvoldoende verklaard zyn, is de verkozene bevoegd, zich by het Wetgevend Ligchaam te beklaagen, het welk als dan, na behoorlyk onderzoek, uitfpraak zal doen; en zullen zich de beide partyen aan dezelve gedragen.
578. Wanneer de gekozene, het zy dat hy geene redenen van verfchooning heeft bygebragt, het zy dat de bygebragte redenen van verfchooning onvoldoende geoordeeld zyn, halftarrig blyft weigeren, den Post te aanvaarden, wordt 'er eene nieuwe keuze gedaan; en hy, die 's Volks dienst niet wil op zich nemen, wordt, op het te kennen geven van het Departementaal Beftuur, door den Staatsraad, by openbare afkondiging , den Volke bekend gemaakt, als één, die zich den Vaderlande onttrekt; deszelfs Stemrecht wordt in al zyn kragt voor altyd vernietigd, en hy onbevoegd verklaard, om het Ambt of Beneficie, het welk hy mogt bezitten, te blyven behouden, of in het vervolg eenig Ambt of Beneficie te bekomen.
579. Voor dat de vierde verkiezing van Leden in het Departementaal Beftuur door de Districtsvergadering gefchiedt, zal het Wetgevend Ligchaam beflisfen, of het belang vau het Va-
Kk 3 der-
's Gra'
venha*
ge.
OntverpvaitConftitutie*
'sGra-
VEN HAGE'
Ont* herpvan Cwftitutte.
518 NIEUWE NEDERLANDSCHE
derland vordere, dat deze zelfde bepaalingen omtrent het al of niet mogen bedanken voor het Lidmaatfchap in het Departementaal Beftuur, ook in het vervolg behooren vastgefteld te blyven,
580. De gekozen Leden zullen zitting nemen op den laatften Dingsdag van Mei.
581. De Leden, tot het Departementaal BeItuur verkozen, zullen, alvoorens zitting te nemen, in handen van den Prefident afleggen de navolgende verklaaring :
„ lk verbinde my plegtig, om mynen Post , „ als Lid van dit Departementaal Beftuur, naar ,, al myn vermogen, getrouw en yverig waar,, tenemen; en my in alles ftiptelyk te gedra„ gen, overeenkomftig het voorfchrift der Aéfce „ van Conftitutie, voor het Bataaffche Volk t> den gearresteerd."
By de eerfte aanftelling zal deze verklaanng worden afgelegd , in handen van den geweest zynde Prefident der Kiezersvergadering van dat District, in het welk het Departementaal Beftuur deszelfs zitting houdt.
582- Ieder Departementaal Beftuur verkiest zich by volftrekte meerderheid, uit het midden der Leden, een Prefident, welke dien Post, geduurende één maand, waarneemt.
58?. De afwisfeling der Leden gefchiedt jaarlyks by éér/derde gedeelte, of daar naast bvkomend getal, zo dat alle drie jaaren de Leden dezer Vergadering zyn afgewisfeld; en worden de twee eerfte afwisfeljngen bepaald door het lot, daadlyk by de eerfte fesfie.
584. De Leden, die hunnen tyd hebben uitgediend , kunnen terftond weder gekozen worienj doch flegts ééne reize, zo dat dezelve looit langer dan fes agter een volgende jaaren
fan-
JAARBOEKEN, Juny, mi' 5*9
fungeeren. De afgetreden Leden zyn niet weder verkiesbaar , dan na verloop van twee jaa ren, na dat zy afgetreden zyn.
585. In geval van vacaturen , worden de opengevallen plaatzen, op de gewoone wyze vervuld door het zelfde Diftrict, dat het voorig Lid benoemd hadt, doch niet dan op den ge. woonen tyd der jaarlykfche verkiezingen.
586. Indien zy, welker plaatzen zyn opensevalien , nog langer hadden moeren fungeeren, vervullen de nieuwaankomende den tyd der zitting van hunne voorgangers; -in welk geval deze verkiezing aan de nieuw - gekozenen, wanneer zy afgaan, toegerekend zal worden, als of dezelven voor volle drie jaaren waren aangefteld.
587. Wanneer het getal der openvallende plaatzen meer dan één fesde des geheels bedraagt, zullen dezelve binnen twee maanden vervuld moeten worden; in welk geval de tyd der zitting van minder dan één jaar aan den nieuw-gekozenen niet wordt toegerekend^ maar zodanige buirengewoone verkiezing gehouden, als vervangende de gewooüe, dewelke op den eerstkomenden vasten verkiezingstyd zoude heb"ben moetea gefchieden.
5^8. De oproeping der Grondvergadèr.ingen, ter beuoeming van Kiezers, om Leden in een Departementaal Beftuur te verkiezen, gefchiedt, op last van het zelve, door de beftuuren der plaateen, alwaar de Grondvergaderingen daar toe moeten byéénkomen.
589. De Departementale Beftuuren hebben de aanftelling van de Ministers, Ambtenaaren en Bedienden, die zy tot uitvoering van de hun toebetrouwde Nationale Adminiftratie noodig hebbeu. Het Wetgevend Ligchaam bepaalt, op voorftel van die Beftuuren , derzelver getal en Tractementen.
590. De Leden der Departementale Beftuuren
Kk 4 heb'
'sGra-
VENHA3E.
OntwerpvanConftitutie,
5ao NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venhace.
OntwerpvaiConfli' tutte.
hebbeen een daggeld van zeven gulden; doch zullen deze daggelden aan hnn niet worden gevalideerd voor die dagen, dat zy de Vergadering niet by woonen: de dagen, dat zy heen en weder reizen, als mede die, waar op zy elders,op 'last der Vergadering, eenige Commisfie waarnemen , worden in hunne declaratien geleden»
591» De voorfchreven traétementen en daggelden worden van drie tot drie maanden, op declaratie van het Departementaal Beltuur,door den Prefident en Secretaris ondertekend, betaald door dien Nationalen Ontvanger, die door de Financiekamer daar toe zal worden aangewezen en geauctorifeerd.
592. leder Departementaal Beftuur maakt, nopens den tyd en de wyze van het houden der Vergadering, met al het geen plaatslyk daar toe betrekking heeft , zodanige inrigtingen, als het zelve, naar de uitgebreidheid van het Departement , en van de werkzaamheden, aan deszelfs zorg aanbevolen, in der tyd noodzaaklyk oordeelt.
593. De Departementale Beftuuren waaken, dat de Wetten in hunne Departementen ter uitvoer worden gebragt, niets ftrydigs met dezelve ondernomen worde, en zien toe, dat de Nationale Ambten en Bedieningen, mitsgaders de Adminiftratie der Nationale Goederen, naar behooren worden waargenomen.
594. Zy geven aan de Wetgevende en Uitvoerende Magten berigten en inforrnatien over alle zaken, omtrent welke die van hun worden gevraagd,
595. Tot tiandhaaving der openbare rust binnen de Départementen, befchikt het Departementaal Beftuur over de naastbygelegen Guarnifoenen of Troupes van de Republiek, en geeft daar van terftond kennis aan den Staatsraad.
596. In alle andere buitengewoone gevallen, die eene directe voorziening vereifche», ftellen
de
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 5*1
de Departementale Beftuuren daadlyk de noodige maatregelen té werk, en geven daar van terftond kennis aan de Uitvoerende Magt, om daar, in verder te voorzien.
597. Het Departementaal Beftuur ftelt buiten werking de befluiten van de Raaden der Gemeenten, binnen het Departement gelegen,voor zo verre dezelve llrydig zyn met de Wetten.
598. Het Departementaal Beftuur neemt kennis van bezwaaren, die tegen eenig Gemeentebeftuur of ander ondergefchikt Coliegie binnen derzelver Departement aan hetzelve worden ia» gebragt, en voorziet daar in, na verhoor van de beklaagden, onverminderd het recht vaneen ieder, om zyne grieven en bezwaaren te brengen voor het Gerechthof, ten dien opzigte competent, ten einde door de ordinaire wegen en middelen van Justitie daar van beteringe te er. langen.
599. Onder geen voorwendfel maakt het Departementaal Beftuur verandering in eenige Wet, noch brengt aan derzelver uitvoering vertraaging toe.
600. Wanneer een Departementaal Beftuur oordeelt, dat in ééne Of andere Wet, of dat ook in eeni«e ordre der Uitvoerende Magt voor de Ingezetenen van derzelver Departement eenig bezwaar gelegen is, zal het deswegens aan hjt Wetgevend Ligchaam, of aan den Staatsraad, vertoogen mogen inleveren, doch intusfcheu de wenking van zodanige Wet of Ordre niet opfchorten. „
601. Ieder Departementaal Beftuur maakt zodanige Statuten, Reglementen en Ordonnantiën, als het zelve, tot de befehikking van Po« litie, OEconomie en Financie zyner Departementale huishouding, noodig oordeelt.
602. Deze Statuten, Reglementen en Ordonnantiën mogen echter nooit ftrydig zyn met, noch inlopen tegen eenige algemeene Wetten,
Kk5 Or-
sGa&-
3E.
Oni: vurpvan 'Jonftiutie»
522 NIEUWE NEDERLANDSCHE
"s Gra-
ve.nhage.
Ont-
werpvM
Conjti-
tune.
Ordres of Reglementen , die voor alle de gedeelten der Republiek verbindende zyn.
603. De kosten, benoodigd, om te voorzien in alle zodanige huishoudelyke behoeften binnen de Departementen, die niet door het Wetgevend 1 Ligchaam als Nationaal verklaard zullen worden, en geene betrekking hebben tot het algemeen Nationaal belang, zullen moeten gevonden wordth uit middelen en impofitien, in ieder Depanement afzonderlyk te helfen.
004. De Departementale Beftuuren hebben de vrym- d, Om daar toe te mogan ;uitfchryven en te doen heffen alle zodanige middelen en imposten, als zy in ieder Departement hetgefciuktst, en voor cie Ingezetenen minst bezwaarend zullen oordeelen.
605. Deze uitfchryving en heffing van impos en zal nooit mogen gefchieden op eenige middelen van confumtie, die door de Wetgevende Vergadering, tot het vinden der penningen voor de Nationale behoeften, bepaald zyn, of in het vervolg bepaald mogten worden.
Cc6. De doorvoer van alle goederen van het één Departement door het ander zal met geene belatingen mogen bezwaard worden.
607, Geen Departementaal Beftuur zal den uitvoer van eenige Goederen naar een ander Depnrtent verbieden of belasten.
608. Geen Departementaal Beftuur zal den invoer van eenige Goederen uit een ander Departement ? mogen verbieden, noch door het ftellen van prémien bevoorderen.
"•< 609 Geen Departementaal Beftuur zal de producten of waa en, in een ander Departement vallende of gemaakt, met eenige belasting hooger mogen bezwaaren, dan zulke producten of waaren in het Departement zelve , waar in zy gevoerd worden, gevallen of gemaakt zynde, aldaar belast zyn.
610. De
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 533
610. De jaarlykfche vastftelling dezer Depar-' tementale middelen voor hec eerstvolgend jaan wordt te gelyk met den ftaat der Deparmentale < Casfa, en eene fummiere rekening van den gedanen ontvangst en uitgave van het laatst ver-1 lopen jaar, door den druk gebragt ter kennisfe 1 der Ingezetenen van elk Departement. 1
611. Tot vastftelling dezer gewone Departe-i mentale middelen voor ,elk volgend jaar, zal door het Departementaal Beftuur niet mogen worden befloten, als met eene meerderheid ten minften van twee derden van het vol getal van deszelfs Leden.
612. Wanneer tot een ofander onvoorzien werk van aangelegenheid, of tot het ondernemen van eenige verbetering van belang binnen eenig Departement , eene grooter fomma benoodigd zyn mogte, als uit de gewoone jaarlykfche Departementale middelen kan vallen, zal in zodanig Departement wel eenig nieuw middel mogen worden ingevoerd, doch echter niet anders, dan na dat daar toe vooraf door het Departementaal Beftuur, aan de Ingezetenen van dat Departement, ren mïnfteu fes weeken te vooren, openbare kennis zal zyn gegeven, en daar toe opgeroepen Gecommitteerden uit ieder DiftriJl.
013. Deze Gecommitteerde!1, zullen in elk Departement in getal gelyk zyn aan hst getal der iLeden, die het Departementaal Beftuur uitmaaken, en door Kiezers uit de Stemgerechtigden van zulk Departement tot deze byzondere daad gekozen worden, in alles op dezelfde wyze als de Leden van het Beftuur gekozen zyn; en zullen de gekozenen, daar en boven3 gegoed moeten zyn, als by art. 61. omtrent de Kiezers is vastgefteld.
614. Op den geftelden dag vervoegenzicli deze Gecommitteerden ter plaatze, waar het Departementaal Beftuur vergadert, en leggen in handen
sGra-
rRNHA-
;e.
vcrpvan mie.
"sGra-
VEJïHA GE
Ont-
werpvat, Conftitutie.
&4 NIEUWE NKDERLANDSCHE
den van den tydelyken Prefident de navolgende belofte af: v
„ lk belove, dat-ik in het-onderzoek der re„ denen van noodzaaklykheid der nieuw voor„ gefielde Departementale belasting, en in het „ goedkeuren of verwerpen van dezelve, my „ gedragen zal naar de infpraak van myn ge„ weten, en alleen het huishöudelyk belang van dit geheel Departement, en niet van het één of andër gedeelte van hetzelve zal voor „ oogen houden; dat ik daar by niets zal doen ,. llrydig met het belang van het geheele Ba„ taaffche Volk, noch met de Aéle van Con„ llitutie."
615. Geen Departement zal immer vermogen, eenige Negotiatie van penningen te doen, waar door ooit of ooit een Departementale fchuld zou kunnen geboren worden.
616. Dit fluit echter niet uit, dat tot einden-, als by art. 612. gemeld, eenige penningen voor eenen zekeren tyd door zulk een Departement zouden mogen worden opgenomen, mids echter daartoe vooraf de toeflemming van het Wetgevend Ligchaam gevraagd en bekomen hebbende , die zulks niet zal mogen toeflaan, dan na eene genoegzame gerustflellende aanwyzing van het fonds of de fondfen binnen zodanig Departement, uit welke de jaarlykfche renten en aflosfingen zullen kunnen gevonden worden.
617. Ingeval het Wetgevend Ligchaam zulk eene kortftondige opneming van penningen aan een of ander Departement toeflaat, is hetzelve gehouden, jaarlyks en alle jaaren aan de Nationale Financiekamer te doen behoorlyke rekening en bewys, dat de beloofde renten en aflosfiiigen des laatst afgelopen jaars door het zelve prompt zyn betaald.
618 De Ambtenaaren en Bedienden, tot deze iuishoudiyke Departementale Admioistratien
noo-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 525
noodig, worden dnor het Departementaal Beftuur aangefteld, en uit de Departementale penningen gefalariëerd.
619. Het Departementaal Beftuur heeft het oppertoezigt over alle Dyk- en Water - Collegien, Polders- of Kerspels - vergaderingen en Gemeentebeftuuren binnen derzelver Departement, voor zo verre aangaat het behoorlyk onderhoud van alle Dyken, Weerwerken, Wegen, Bruggen en diergelyke, en draagt zorg, dat de goede orde en policie door ieder derzelve worde bewaard.
620. JtJet onderhoud van Dyken, Wegen, Watertn,^ruggen en Sluizen, en al, wat van dien aart mter tot de huishouding van elk De. partement betrekkelyk is, blyft tot lasten van die, waar toe hetzelve van ouds behoort.
621. De Departementale Beftuuren zyn bevoegd en verpligt, om in alle buitengewoone voorvallen binnen derzelver Departementen, in welke de hun verleende magt niet toereikende bevonden wordt, of waar toe hunne middelen en fondfen niet fufficient zyn, de noodige voordellen en vertoogen aan het Wetgevend Ligchaam te doen.
622. Indien, vdór het invoeren van een algemeen civil en crimineel Wetboek voor de geheele Republiek, in eenig Departement een nieuwe Wet mogt noodig geoordeeld worden, zal het Departementaal Beftuur het ontwerp daar toe, met de redenen van noodzaaklykheid, aan het Wetgevend Ligchaam inzenden, en deszelfs fanctie daar op verzoeken.
623. De Uitvoerende Magt zal geene Commisfarisfen in de Departementen kunnen zenden, dan alleen om inforrnatien te bekomen, en deze.zullen zich, noch direét noch indirect, in de Departementale funétien en werkzaamheden fteken of mengen.
624. De Departementale Beftuürea zyn we¬
gens
'sGra.
vem hage.
OntwerpvanOonjïi. mie*
596 NIEUWE NEDERLANDSCHE
» Gra-
venha»
ge,
OntwerpvakConftitutie.
gens hunne Administratie verantwoordelyk aan de Uitvoerende Magt.
625. Geen Leden derzelve kunnen , onder eenig voorwendfel, in perfoon, voor de Uitvoerende Magt, tot het geven van verantwoording, worden opgeroepen.
626. Indien de Uitvoerende Magt oordeelt, dat een Departementaal Beftuur zich aan over. treding van de Conftitutie of pligtverzuim heeft fchuldig gemaakt, ftelt dezelve de bezwaaren tegen hetzelve Beftuur in handen van den Procureur-Nationaal, om het Recht van den Lande waar te nemen.
627. Het Hoog Nationaal Gerechtshof- is alleen bevoegd, in zulke gevallen te oordeelenen recht te fpreken.
i 628. De Leden van een Departementaal Beftuur kunnen in hunne Ambtsbediening niet worden opgefchort: ook kan geen decreet van fufpenfie tegen deZelven genomen worden, dan na dat het Hoog Nationaal Gerechtshof vooraf zal hebben verklaard, dat 'er redeuen van befchuldiging aanwezig zyn.
629. Tot dat de Departementale verdeeling der Republiek in werking zat gebragt wofden, worden de magt en werkzaamheden, welke by deze Afdeeling aan de Departementale Beftuuren gegeven zyn, in de Gewesten, waar uit thands de Republiek beftaat, urgeöefend door Gewestelyke Beftuuren. En zullen die gedeelten der Republiek, welke tot hier toe onder geene byzondere Provinciën behoord hebben, met de Gewesten veréénigd worden in maniere, als volgt, en met dezelve refpedttvelyk één Gewest uitmaaken: als Buuren. Culetnborg, Leer. dam, Schoonrewoerd, Acquoy, Vianen en Amey* den met het Quartier van Nymegen; de Wil* lemftad en Dinteloord met Bataafsch Braband; Isfelftein met Utrechc; Ameland en Schiermonnikoog met Friesland; de Pekel A, voor. zo
ver-
JAARBOEKEN, Juny. 1797. ja7
verre tot Wesierwolde behoort, met Stad en Lande; en het verdere gedeelte van Wcsterwolds met Drenthe»
630. De Leden van dezelve Gewestelyke ;Bsfluuren moeten dezelfde vereischten hebben, — worden op dezelfde wyze verkozen, — hebben dezelfde Rechten en liggen onder dezelfde verpligtingen, als hier boven, ten aanzien der Leden van de Departementale Beftuuren, bepaald is.
631. Het Wetgevend Ligchaam bepaalt, binnen fes weeken, na deszelfs eerfte zitting, het getal der Leden in elk derzelve Gewestelyke BeltuurenjC en geeft van de gemaakte bepaalingen kenms aan den Staatsraad, welke als dan zorgt, dat de verkiezingen onverwyld gefchie. den, en dat, binnen veertien dagen na de verkieziug, de tegenwoordige Gewestelyke Beftuuren door de nieuwe vervangen worden.
DERDE AFDEELING.
Van het Gemeentebefluur.
63a. Het Beftuur, het welk in ieder Plaats of Gemeente zyn zal, wordt genaamd de Raad der Gemeente.
633. De Leden van dit Beftuur worden door Stemgerechtigde Burgers of door Kiezers gekozen.
634. In Plaatzen, daar de bevolking kleiner is dan twaalf honderd één-en vyftig Inwopners, zal de verkiezing, of door de Stemgerechtigden uit dezelve, direct gefchieden, of door Kiezers; en in Plaatzen van grooter bevolking, zal die door Kiezers moeten gefchieden.
635. De Stemgerechtigden moeten de vereischten bezitten, welke by art. 8. en volgende, en de Kiezers die, welke by art. 60. en
vol-
's Gra-
VENHA' GE.
Ont'
werpvan
Confti.
tutte.
528 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'f Gra
venha* ge.
Ont-
verpvan Conftitutie.
volgende, bepaald zyn. Geene andere vereisen.* ten kunnen daar by gevoegd worden.
636. Elke Plaats of Gemeente zal zodanig Reglement op de wyze van verkiezing, zo door Stemgerechtigden, als door Kiezers , midsgaders op het getal en de inrigting van den Raad der Gemeente, als aldaar zal gemaakt worden, ter- fanctie aanbieden aan het Departementaal Beftuur.
637. Tot Leden van het Gemeentebelluur zyn niet verkiesbaar, die, art. 95. van den Ti' tui van het Wetgevend Ligchaam, van het Lidroaatfehap van het Wetgevend Ligchaam zyn uitgefloten.
638. Die, ten tyde der verkiezing, elkanderen^ tot 4in den derden graad ingefloten, beftaan, het zy door bioedverwantfehap, het zy door huwlyk, kunnen niet te gelyk Leden van dit Beftuur zyn, en, ingeval zodanigen te gelyk verkozen worden, zal hst lot beflisfen, wie zitting nemen zal.
639. Tot Leden van het Gemeentebelluur zyn verkiesbaar, die de navolgende vereischten in 2ich vereenigen.
t. Dat zy zyn Stemgerechtigde Burgers; - 2, Dat zy den ouderdom van vyf en twintig jaaren bereikt hebben;
3* Dat zy, geduurende de laatfte drie jaaren, in het Departement, en ten minfte één jaar in de Gemeente, waar de verkiezing gefchiedt, gewoond hebben.
640. Wanneer over de verkiezing verfchil ontftaat, zal het Départementaal Beftuur beflisfen.
641 Zy, die belast zyn met de infameling van lasten, ten behoeve der Gemeente, zullen in dat Beftuur geene zitting mogen nemen, ten
wa-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 529
ware zy, binuen veertien dagen na hunne verkiezing, volkomen afftand dóen van hunnen Post, niet aanbod, om, op de eerfte aanvraage van hunne aanftellers, van hunne gehouden directie én adminiftratie rekening en verantwoording te doen: zullende dit Articul echter geene relatie hebben tot Comptabelen, welke geeae verantwoording fchuldig zyn aan het Beftuur, waar in zy gekomen zyn.
642. Hy, die, ingevolge het voorfchrift der Acte van Conltitutie, tot Lid van een Gemeentebeftuur geroepen wordt, zal, geduurende de drie eerfte jaaren na hec invoeren van de Conftitutie, zich van die keuze niet mogen onttrekken , dan om wettige redenen» De beoordeeling dier redenen, eu de beflisfing, of dezelve wettig zyn, dan niet, ftaat aan het Gemeentebeftuur, waar in hy tot Lid geroepen is.
643. Hy, die zodanige wettige redenen ver. meent te hebben, zal verpligt zyn, dezelve binnen den tyd van veertien dagen, na dat hy kennis van zyne verkiezing bekomen zal hebben, aan het Gemeentebeftuur, waarin hy tót Lid geroepen is, voor te dragen; het'zelve Beftuur zal, uiterlyk veertien dagen daarna, omtrent derzelver wettigheid of onwettigheid , uitfpraak doen; en zal het befluit, die uitfpraak behelzende , de redenen moeten inhouden . welke het Gemeentebeftuur tot dezelve bewogen hebben.
Ó44. Indien de reden-n van verfchooning door het Gemeentebeftuur voldoende worden geoordeeld, wordt de gekozene vry gekend, en ConJlitutionecl eene nieuwe keuze gedaan
645. Indien de redenen onvoldoende verklaard zyn, is de verkozene bevoegd, zich by het Departementaal Beftuur te beklaagen; het welk als dan, na béhoorlyk onderzoek, uitfpraak zal doen, en zullen zich de beide partyen aan dezelve gedragen.
046. Wanneer de gekozene, het zy, dat hy L1 gee'
'sGra-,
VEtfHAGE.
OntwerpvaftConftitutte.
530 NIEUWE NEDERLANDSCRE
sGra-
venhace.
OntwerpvanConftitutie.
geene redenen van verfchooning heeft bygebragt, het zy. dat de bygebragte redenen van verfchooning onvoldoende geoordeeld zyn, halftarrigblyfc weigeren, den post te aanvaarden, wordt 'er eene nieuwe keuze gedaan; en hy, die 'sVolks dienst niet wil op zich nemen, wordt op het te kennen geven van het Gemeentebeftuur door den Staatsraad, by openbare afkondiging, den Volke bekend gemaakt, als één, die zich den Vaderlande onttrekt, deszelfs Stemrecht wordt in al zyn kragt voor altyd vernietigd en hy onbevoegd verklaard, om het Ambt of Beneficie het welk hy mogt bezitten, te blyven behouden, of in het vervolg eeDig Ambt of Beneficie te bekomen i
647 Voor dat de vierde verkiezing van Leden in het Gemeentebeftuur, ingevolge het voorfchrift der- Acte van Conftitutie, gefchiedt, zal het Wetgevend Ligchaam beflisfen , of het belang van bet Vaderland vordert, dat deze zelfde bepaalingen , omtrent het al of niet mogen bedanken voor het Lidmaatfchap in het Gemeentebeftuur, ook in het vervolg behooren vastgefteld te blyven.
648; De Leden van den Raad der Gemeente wisfelen jaarlyks, zo na mogelyk, voor een derde gedeelte af, en wordt by de eerfte zitting die afwisfêling voor de twee eerfte reizen door het lot bepaald. >
649. 'Er zal nimmer eene veröeniging van plaatzen, een afzonderlyk Gemeentebeftuur gehad hebbende, tot één Beftuur, noch ook eene affcheiding van een Daas van één of meer anderen, waar mede zy ver'ëenigd was, ten einde zich onder een afzonderlyk Gemeentebeftuur te ftellen, kunnen gefchieden, dan met voorkennis van het Departementaal Beftuur, en goedkeuring van het Wetgevend Ligchaam.
650. Zodanige verëeuiging of affcheiding zal dan alleen kunnen tnegeftaan worden, wanneer
de
JAARBOEKEN, Juny, 1797.
531
de Stemgerechtigden van elke Plaats, ten dien einde expresfelyk geconvoceerd en byëengekomen, te weten in het geval eener verëeniging, afzonderlyk, en in het geval van affcheiding, gefamenlyk in die verëeniging of affcheiding met eene meerderheid van twee derden bewilligen.
651. Het Gemeentebeftuur maakt zodanige keuten en befchikkingen op de Policie en Fmancie binnen deszelfs Jurisdictie, als het noodig acht, eu geeft aan deszelfs jaarlykfche Rekeningen zodanige publicatie, als by het Reglement art. 633. vermeld, zal worden bepaald.
65 s. Het maakt en onderhoudt zodanige inrigtingen, gedichten en gebouwen, als het tot bevoordering van OEconomie en Koophandel, en in het algemeen tot plaatslyk gerief, noodig oordeelt.
653. Het Gemeentebeftuur heeft de beheering over het vermelde in het voorig art., zo wel als over alle verdere Eigendommen der Gemeente; doch zal zich niec mogen aanmatigen de beichikkiog over zodanige Effecten of Kasfen, welke niet aan de Gemeente, maar aan byzondere Corporatien in wettigen Eigendom toebebooren,
654. Geene plaatslyke nieuwe belastingen zullen mogen worden opgelegd, dan na dat daar over alvoorens door Gecommitteerden uit de Stemgerechtigden van de refpective Gemeenten, daar toe byzonderlyk te benoemen, zal zyn gedelibereerd, en zulke belastingen door dezelve Gecommitteerden zyn goedgekeurd.
655. Alle nadere befchikkingen, aangaande het getal en de verdere bepalingen omtrent deze Gecommitteerden, worden aan de Gemeente zelve overgelaten: met dien verftande nogthands, dat niemand tot dien post zal worden benoemd, ten zy dezelve ten minften zodanig gegoed zy, als hier boven art. 61. omtrent de Kiezers is vastgefteld.
656. De doorvoer van alle Goederen van de
LI a ééne
's Gra-
ven haos,
Ont-
werpvan
Conftè
tutie.
53* NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra-
venhage.
Ont-
werpvai Conftitutie.
Tl*
ééne Gemeente door de andere zal met geene belastingen mogen bezwaard worden
657. Geen Gemeentebeftuur zal den uitvoer van eanige Goederen naar eene andere Gemeente verbieden of belasten.
1 658 Geen Gemeentebeftuur zal den invoer van eenige Goederen uit eene andere Gemeente mogen verbieden, noch door het ftellen van prémien bevoorderen.
6jo. Geen Gemeentebeftuur zal de producten of waaren, in eene andere Gemeente vallende of gemaakt, met eenige belastiug hooger mogen bezwaaren 3 dan zulke producten of waaren in de Gemeente zelve, waarin zy gevoerd worden,gevallen of gemaakt zynde, aldaar belast zyn.
'660. hei Gemeentebeftuur zal op de voorzeide gronden zyn ingerigt, ingevolge het Reglement art. 633, vermeld.
661. De Leden van het plaatslyk Beftuur kunnen ^ onder geen voorwendfel, immer in perfoon door de Departementale Beftuuren tot verantwoording worden opgeroepen, veel min gefufpendeerd of afgezet: zy kunnen alleen, wegens pligtverzuim in hunne bedieningen, te recht ge« lteld worden voor het Departementaal Gerechtshof.
062. Zo lange 'er geene Departementale Beftuuren zullen zyn daargefleld, zullen de Gemeentenbeftuuren aan de Gewestelyke Beftuuren even zo onderworpen zyn, als zy by deze Afdeeling aan de Departementale Beftuuren onderworpen worden.
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 53S T I T U L Vil.
Van de Rechterlyke Magn EERSTE AFDEELING.
Algemene bepaalingen.
663. De Rechterlyke Magt kan alleen worden uitgeoefend door Rechters. welke by of'ingevolge de Conftitutie vastgefleid zyn, of zullen worden. .
664. De Administratie van alle Policie or Magistratuur zal overal afgefcheiden moeten zyn van het Rechterambt. De Wetgevende Magt zal bepaalen, binnen welken tyd die fcheiding zal moeten daargefteld zyn.
6-j. Geen Rechter kan worden afgezet, ten zv dat hy 'wegens begane misdaad door den wettigen Rechter veroordeeld zy: hy kan ook in zyn Ambt niet worden gefufpendeerd, ten zy dat hy in flagranti geapprehendeerd of eene provifie van Justitie in cas crimineel tegen hem verleend zy- .
666. De genen, die by het in werking brengen der Conftitutie tot Leden van eenige Gerechtshoven zullen worden aangefLId, zyn rot geene andere dan Rechterlyke Ambtsbedieningen verkiesbaar, ten zy na verloop van twee Jaaren , federt zy van het Rechterambt af ftand zullen hebben gedaan. .
667. De Wedden, waar op de Raaden in de Gerechtshoven zyn aangeftelcf, mogen, geduurende derzelver funótien, niet vermeerderd noch verminderd worden.
668. In geen Rechtbank zullen de Deden eikanderen onderling of ook de publieke Aanklagers by dezelve den Leden mogen beftaan m de onklimmende of nederdaalende Linie, noch ook
v LI 3 als
's Gra-
VENHAGË.
Ontwerp van Conftitutie.
534 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Graven hage.
OtitwerpvanConftitutk.
i
i i
- j
< i i
y < {
i t
2
. t
i) d t v d o
als broeders, of ais oom en neef, het zy door bloed verwantfchap, het zy door huwlyk. - <
669. Alle Geconftituëerde Magten en Rechters moeten, des verzogt, de fterke hand leenen tot de uitvoering van alle bevelen, door het Hoog Nationaal Gerechtshof aan deszelfs Deurwaarders ;n andere Exploicteurs gegeven.
670. In elk Departement zullen de aldaar Ge ■ -onftituöerde Magten en Rechters van desgelyke aoeten doen, ten opzigte der beve en van het departementaal Gerechtshof, waar onder zy be jooren.
671. Alle Rechters zyn gehouden, om, des verzogt, de Sententien en Vonnisfen van elkandeen, welke in kragt van gewysde gegaan zyn, er executie te helpen ftellen, midsgaders over en veder de zogenaamde Letteren Requifitoriaal van [en éénen aan den anderen te refpecteeren; wanleer dienaangaande eenig gefchil tusfchen dezelve mtftaan mogt, ftaat de beflisfing daar over, geyk mede over alle Jurisdictie questien , wanneer lartyen onder één en hetzelfde Departementaal jerechtshof behooren, aan het Departementaal Gerechtshof, en anders aan het Hoog Nationaal jerechtshof.
672. Niemand kan, tegen zynen wille, worden fgetrokken van den Rechter, welken de Confti□tie of de Wet hem toekent.
673. Allen, die op politiek bevel gevangen ouden mogen zyn genomen, zullen, uiterlyk innen vier*en-twintig daaraan volgende uuren, 1 handen van de plaatslyke Justitie moeten woren overgeleverd, om vervolgends by d n compemten Rechter te worden geoordeeld: by gebreke an dien, zal de gevangenneming gehouden woren voor een aanflag op de vryheid en voor penbaar geweld.
Eit Articul kan door het Wetgevend igchaam niet worden opgeheven, ten zy
wan-
JAARBOEKEN, Junyr 1797. 535
wanneer de algemeene veiligheid hetzelve, in gevallen van rebellie of inva/ie, door het Wetgevend Ligchaam by een formeel j Decreet erkend, zal vereifchen, en dan nog niet anders, dan telkens voor den tyd van één maand.
674. In crimineele Zaken zal in de definitive, Sententien en Vonnisfen, ten nadeele van een befchuldigden gewezen, de misdaad moeten worden uitgedrukt, op poene van nulliteit.
6-75. Nimmer zal eenige Verbeurdverklaring van Goederen plaats hebben.
676. 'Er zal alomme door de Republiek recht gedaan worden in den naam ende van wegens het Bataaffche Volk.
677. Alle Sententien en Vonnisfen moeten in het openbaar gepronunciëerd worden.
678. 'Er zal een crimineel en civil Wetboek, misdsgaders eene algemeene manier van procedeeren in crimineele en civile Zaken ontworpen worden: Het Wetgevend Ligchaam draagt zorg, dat het een en ander ten fpoedigften in gereedheid worde gebragt.
679. Tot een noodzaaklyke vereischte m dat Ontwerp ftaat vast, het ten ééneomaale affchaffen der Pynbank over de geheele Republiek»
TWEEDE AFDEELING.
Van het Hoog Nationaal Gerechtshof.
68o- 'Er zal zyn een Hoog Nationaal Gerechtshof, beftaande uit negen Raaden, de Prefident daar onder begrepen.
681. Indien het Hof de werkzaamheden, aan het zelve by de Conftitutie opgedragen, van die uitgeftrektheid mogt bevinden, dat het eene vermeerdering van Leden noodig oordeelde, zal betzelve zulks aan het Wetgevend Ligchaam voorLl 4 - dra-
s Gba-
VENHA*
5E.
Intverpvan'Jon/li' utie%
536 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'«Gra-
VENHAGE.
Ont-
werpvan Conftitutie..
dragen, het welk in dat geval het getal der Raaden met twee zal kunnen vermeerderen.
682. De Raaden zullen zyn Inboorlingen van de Republiek, en, geduurende de laatfte tien jaaren, hunne vaste woonplaats binnen dezelve moeten gehad hebben»
683. Niemand is tot Raad verkiesbaar, dan die als Stemgerechtigd op de publieke Registers bekend ftaat, den vollen ouderdom van dertig jaaren heeft bereikt, en in het vak der Rechtsgeleerdheid gegradueerd is.
684.. By elke vacature maakt dit Hof zelf eene Nominatie van fes perfoonen, volgends eene Alphabetifche orde, en zendt dezelve aan de Kamer der Oudften, die daar uit de keuze doet. Voor de eerfte reize maakt de Groote Kamer, als het Hoog Nationaal Gerechtshof hieromtrent vervangende, de Nominatie van een dubbel getal , ten gelyken einde.
685. Het Prefidium van het Hoog Nationaal Gerechtshof is permanent in één perfoon, door de Kamer der Oudften uit het midden der Leden, hetzelve Gerechtshof uitmaakende, te verkiezen; zullende voor de meerder werkzaamheden, aan den post van Prefident verbonden, deszelfs jaarwedde één duizend gulden meerder, dan die der-overige Leden, bedragen,
68ó". Elk Lid van dit Gerechtshof zal hebben een jaarwedde van vyf duizend gulden.
687. De Prefident en Raaden van dit Hofzullen , onder geenerhand voorwendfel ofbenaaming, eenige kosten, ten hunnen behoeve, aan Partyen Litiganten berekenen, even min als aan den Lande, by gelegenheid van eenige door het' Wetgevend Ligchaam van hun gerequireerde Advifen.
688. Dit Hof zal, by uitfluiting van alle andere Rechters, oordeelen: ■,
«i Over de misdaad van hoog verraad, beftaan-
JAARBOEKEN, Juny, 1797' 537
ftaande in het verwekken van Oorlog tegen het Land, of het verleenen van daadlyke hulp aan deszelfs Vyanden;
b. Over alle klagten, welke, met betrekking tot Ingezetenen van deze Republiek, door buitenlandfche Mogenheden gedaan zouden mogen worden , over infractie van ge maakte Tra&aaten en Alliantien, of oyei andere daaden. welke door buitenlandfche
' Mogenheden geftistineerd zouden mogen worden, door iemand van dezelve Inge zetenen gepleegd te zyn tegen het rechi der Volken;
c. Over alle zaken, waarin het Gemeenebesi als Party is betrokken; 1
d. Over alle misdryven, door de Leden var het Wetgevend Ligchaam, van den Staats raad, van de Natiouale Financiekamer van de Nationale Rekenkamer; midsgader van de Leden van het Administratief Be ftuur der Oost-en West Indifche Bezit tingen, benevens derzelver refpeclive Mi nisters, en door de Secretarisfen van Staat in de waarneming van hunnen post be gaan ; midsgaders over alle andere mis daaden, hoegenaamd, door dezelven, he zy vcor, het zy ca de aanvaarding vai hunnen post, bedreven;
e. Over alle misdryven, door de Minister van deze Republiek by buitenlandfch Mogenheden, of door de Secretarisfen va Ambasfade , midsgaders de Secretarisfe van alle Ministers by buitenlandfche Mc genheden, in de waarneming van hunne post, begaan;
ƒ. Over alle gefchillen, waaromtrent ee Rechterlyke-uitfpraak vallen moet, tut fchen zodanige Departementen onderling welke niet onder het' zelve Depanementai Gerechtshof resforteeren;
LI 5 g. Ovc
's Gra» venhage.
Ont.
•werpvan Conftitutie.
>
t 1
s
i
a
i
D
,
ll
r
'sGra-
venha* ge.
Ont-
werpvan
Confli'
tutte.
538 NIEUWE NEDERLANDSCHE
g. Over alle Jurisdictie-questiën, wanneer Partyën niet reslörteeren onder hetzelfde Departementaal Gerechtshof; ' h. Over alle quéstiën, betreffende buiten en pryzen ter Zee, welke zo door 'sLands Schepen van Oorlog, als door by particulieren ter Kaap uitgeruste, en met Let. tres de Marqué voorziene Vaartuigen, genomen zyn; f. Over alle gefchillen, tusfchen Bevelhebbers, Rheders of andere Geïnteresfeerden van of in particuliere Schepen, ter éénre, en tusfchen die van 's Lands Schepen, ter andere zyde, gerezen; k. Over Piraterie of ZeerÖovery; /. Over alle misdaaden, door de Nationale Ontvangers en verdere financiëele Ambtenaaren, in de waarneming van hunnen post, begaan; - tn. Over alle misdaaden, door Leden, Ministers, Suppoosten of mindere bedienden van dit Gerechtshof begaan.
689. Dit Hof zal by préventie oordeelen: '
a. Over alle overtredingen van de voorzieningen , in de Conltitutie begrepen;
*. Over alle vervalfching van 's Lands Vivres, Munitie van Oorlogen andere Goederen ;
c. Over ver valfching of namaaking van's Lands ^ of andere gangbare Munten; a. Over Srrandroof;
e. Over alle feitelyke refiftenden aan de uit-voering der Ordres van den Staatsraad;
ƒ. Over alle geweldaadighedea en feitelyke refiftentien aan de refpective Ontvangers, of mindere bedienden van de Nationale Fmancie, in Qfficio wedervaren;
g. Over muicery en oproer.
690. Dit
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 539
690. Dit Hof zal Dimmer eenige judicatureuitoefenen, in cas van hooger beroep, dan in de gevallen, by de Conftitutie bepaald
691. Dit Hof zal niemand by defitiitive Sententie in cas crimineel fchuldig mogen verklaaren, dan by eenftemmigheid van ten minften twee derde van het volle getal der Leden.
692. 'Er zal Herziening of Revifie by dit Hof : plaats hebben van Sententiën, aldaar ter eerfter
inftantie gewezen; uitgezonderd in crimineele zaken, wanneer de Eisch aan den publieken Aanklaager is ontzegd.
693. De Adjuncten -Revifeurs zullen door de Kamer der Oudften benoemd worden uit de Departementale Gerechtshoven; het getal derzei ven zal gelyk zyn aan dat der Leden, welke de Sententie, waar van de Revifie versogt is, zullen hebben uitgebragt.
694. Het Wetgevend Ligchaam bepaalt de Orde op het ftuk der Revifie, Het Hof ont> werpt ten dien einde een Reglement,.die Orde bevattende, en doet hetzelve aan het Wetgevend Ligchaam toekomen.
695. Wanneer in materie van Gratie de confideratien en het advis van dezen Hove door het Wetgevend Ligchaam gevraagd worden, zendt het Hof, alvoorens daar van te dienen, de Kequesten aan den Rechter, in de zaak competent, en gelast denzelven, om, met overzending van alle de Stukken, daar toe relatief, en het berigt van den publieken Aanldaager, het Hof, ten fpoedigften doenlyk, daar op van zyne confideratien en advis te dienen.
696. De Advifen der Leden van dezen Hove zullen in alle gevallen met redenen moeten bekleed zyn. I
697. 'Er is by dit Hof een puoHeke Aanklaager, onder den titul van Procureur-Nationaal,
698 Het wordt geëdfifteerd door éénen Griffier met de verdere noodige Beambten.
699. De
'sGra*
VENHA» GE.
OntwerpvanConftiUt tie.
'sGra-
VliN HAGE.
Ont-
werp var, Conftitutie.
54-0 NIEUWE NEDERLANDSCHE
699. De Procureur-Nationaal en de Griffier zullen dezelfde vereischten moeten hebben, welke art 682 en art. 68?., betrekkelyk den Pre« fident en Raade van dit Hof, vermeld zyn,
700. De Procureur-JNationaal wordt verkozen door de Kamer der Oudften uit eene Nominatie van d-ie Perfoonen. door dit Hef, volgends eene £lphabetifche orde, uittehrengen.
70t. Dit Hof fieefc zelf de aanftelling van den Griffier en de verdere noodige beambten.
7C2. De Procureur Nationaal en de Griffier treden niet in functie, voor dat. ten opzigte van elk derzelven, de noodige Inftructjën door hec Wetgevend Ligchaam zullen gearresteerd zyn.
703. De ontwerper: van die Inftructien, mids. gaders van een Regi ment op de Griffie, en derze ver Lenes, moeten door dit Hof, ten fpoedigften doenlyk, geformeerd en aan het Wetgevend Ligchaam, ter beöordeeling en bekragtiging, overgeleverd worden.
704. Dm Hof ontwerpt mede een Reglement op hec Salaris van de Praftifyns, die voor het zelve postuleerën zullen, midsgaders van deszelfs Deurwaarders en verdere Expïoióteurs, en zendt dit ontwerp, binnen den tyd van fes maanden, na dat het zelve zal zyn geconftitueerd, aan het Wetgevend Ligchaam ter beöorueeling en bekragtiging.
705 De Prefident en.de verdere Leden van dit Gerechtshof, midsgaders de Procureur Nationaal en Griffier, doen ieder in handen van den Prefident van de Kamer der Cudften zodanige plegtige belofte, als by derzelver Inftrudtien voor elk in zyn reguard zal bepaald worden.
706. Het Hoog Nationaal Gerechtshof vergadert niei in het Departement, daar het Wetge» vend Ligchaam deszelfs gewoone refidentie houdt,
707. Het ftaat.aan het Wetgevend Ligchaam te bepaalen, naar welke manier van Procedeeren het Hoog Nationaal Gerechtshof zich in civile en
cri-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 541
crimineele zaken, tot dat deswegens een algemeene ftyl over de geheele Republiek zal zyn ingevoerd, provifioneèl' zal hebben te gedragen: Doch, in de beflisfiog der zaken zelve, zal dit Gerechtshof, zo lang geen algemeen Wetboek zal zyn geanesteerd, zich moeten fchikken naar de Rechten en Wetten, in de onderfcheiden gedeelte der Republiek plaats hebbende, zo lang dezelve niet zyn afgefchaft of veranderd.
DERDE AFDEELING.
Van de Departementale Gereclushoven.
708. 'Er zullen zyn Departementale Gerechts hoven.
709. Dezelve zullen zodanig geörganifeerd, en zo veel in getal zyn, als, na het arresteeren vat een Civil en Crimineel Wetboek, midsgaders een< gelyke manier van Procedeeren over de geheelt Republiek door het Wetgevend Ligchaam, na in genomen confideratien en advis van de refpectiv< Departementale Beftuuren, zsl bepaald worden.
710. ' Tot dat de Organifatie der Departemen tale Gerechtshoven zal plaats hebben, zullen di thands In wezen zynde Gerechtshoven in hunni werkzaamheden continuëeren over de geheele uit geftrektheid der Districten en Landen, welk thands aan derzelver jurisdictie onderhoorig zyn volgends de aldaar thands vigeerende Rechten ei op diin voet hunner Inftructien, voor zo verrei) dezelve Inftructien door de Conftitutie geene ver andering is gemaakt, of door het Wetgeven Ligchaam daaromtrent niet anders zal geftatuëer zyn.
711. In zodanige der thands nog fubfisteerend Gewesten, alwaar Gerechtshoven ontbteken,zul len dezelve, tot dat de Organifatie der DeparM mentale Gerechtshoven zal plaats hebben, doe het Wetgevend Ligchaam geconftitueerd worden
71a. Gee
's Gra-
VENHA» GE.
Ontwerp van Conftitutie.
> 1 l
1 i
r 5
54» NIEUWE NEDER.LANDSCuE
's Gra-
VHÏVHA* GE.
Ont-
wcrpvan Conftitutie.
i I
712. Geen Departementaal Beftuur zal zich mogen onderwinden, om in de Inftructiën van die Gerechtshoven, zonder toeftemming van het Wetgevend Ligchaam, eenige verandering te maaken, maar gehouden zyn, het geen zy vermeenen mogten tot meerder bevoordering van expeditie, en minder kostbaarheid der rechtsplegingen , te kunnen ftrekken, aan het Wetgevend Ligchaam ter beöordeeling over te zenden.
713 De tegenwoordige Leden en Ministers van de thands in wezen zynde Gerechtshoven, gelyk mede de publieke Aanklaagers by dezelven , worden by provifie, tot dat de in art. 709. vermelde Organifatie der Departementale Gerechtshoven zal plaats hebben, opgevolgd door de zodanigen, die door Kiezers, door de Stemgerechtigden, onder de Jurisdictie van elk dier Hoven behoorende, refpectivelyk benoemd, zullen worden verkozen uit een dubbeltal, het welkten dien einde door het Gewestelyk Beftuur, waar o'ïder die Stemgerechtigden behooren, volgends eene Alphabetifche Orde, zal moeten worden gemaakt.
Ten aanzien van het gecombineerd Gerechtsbof over Holland en Zeeland, maakt het Hollands Beftuur een dubbeltal van zo veele, Leden, ils 'er van wegen dat Gewest in hetzelve Hof zi ting hebben; Het zelfde doet het Zeeuwseri Beftuur, met betrekking tot de Leden, van we»en Zeeland in dat Hof zitting hebbende. Ter verkiezing van dat Lid, het welk, vermids de vernietiging van het permanent Préfidium in dat Hof, door het bepaalde by art. 719., in de jlaats van den Préfident zal moeten verkozen worden, alsmede van de Ministers en publieken \anklaager by hetzelve Hof, wordt het dubbel:ai gemaakt door het Beftuur van dat Gewest, iet welk de benoeming van den thands fungeeendeü Préfident, der Ministers en den publieken lanklaager gedaan heeft.
714» De
JAARBOEKEN» Juny, 1797. j43
714. De tegenwoordige Leden, Ministers en 'publieke Aanklaagers zyn niet te min daar in weder verkiesbaar, mids hebbende de vereischten, art. 718. Litt. b. en d, vermeld, en daarenboven vyf en-twintig jaaren oud zynde.
715. By elk der volgende Vacatures van Leden , Ministers en publieke Aanklaagers, zo in de tegenwoordige Hoven, als die naderhand. ingevolge art. 709, ^ zullen worden geörganifeerd, wordt 'er eene Nominatie van drie perfoonen, door elk Gerechtshof zelf geformeerd , om daar uit de verkiezing te worden gedaan, als vooren.
716 Geduurende het beftaan der tegenwoordige Gerechtshoven blyven de Tractementen en Emolumenten van de Leden, Ministers en publieke Aanklaagers op denzelven voet, als by de aanneming der Conftitutie plaats heeft; en zullen die Tractementen eD Emolumenten in zodanige nieuwe Gerechtshoven, a's, ingevolge art. 71, zouden worden geconftitueerd, door het Wetgevend Ligchaam bepaald wordeD.
717. De Prefident en Leden dier alzo- volgends art. 709, geörganifeerde Departementale Gerechtshoven zullen, onder geenerhand voorwendfel of benaaming, eenige kosten ten hunnen behoeve aan de Partyen Litiganten berekenen , even min als aan den Lande, by gelegenheid van eenige door het Hoog Nationaal Gerecntsbof van hun gerequireerde Advifen.
718 Tot Leden, publieke Aanklaagers en Ministers in de Departementale Gerechtshoven zyn Heen verkiesbaar:
a a. Inboorlingen van de Republiek, die, geduurende de laatfte fes jaaren, en zy, die elders geboren zyn, wanneer zy, geduurende de laatfte tien jaaren vdór hunne aanftelling, hunne vaste woonplaats gehad hebben binnen bet Rechtsgebied van dat
Hof,
'sGra-
venhage.
OntwerpvanConftitutte.
'sGrA-
VEïtlHA* GE,
OntwerpvxnConftitutie,
J44 NIEUWE N EDERLANDSCHE
Hof, waar in of by zy worden aaneefteld;
b. Die als Stemgerechtigden op de publieke Registers bekend Raan:
c. Die den vollen ouderdom van agt en twintig jaaren hebben bereikt; en
d. Die in het vak der Rechtsgeleerdheid gegradueerd zyn.
719. Zoo in de Departementale Gerechtshoven, als in die, welke fublisteeren tot dat- de OrgaDifatie der Departementale Gerechtshoven zal plaats hebben, zal ieder Lid op zyn beurt het Préfidi isn, geduurende den tyd van fes maanden, waarnemen. De oudfte in jaaren zal de eerfte Prefident zyn, en zo vervolgends. Indien nogthands een der Leden stelf om billyke reden verzoeken mogt op zyn beurt van het Voorzitterfchap ontflagen te zyn, zal dit door de overige Leden aan hem mogen worden toegeftaan.
720. De Prefident en de verdere Leden, midsgaders de publieke Aanklaagers, Griffiers en Se,, cretarisfen zullen, ieder in hun reguard, voorde eerfte reize in handen van den Prefident van de Kamer der Oudften, en by volgende Vacatures, in handen van den tydeilyken Piefident van elk Gerechtshof, of, by deszelfs ahfentie , in die van den Oudften der Raaden, by eene plegtige verklaaring, moeten belooven en aannemen, dat zy zich in hunne funcftien, zonder aanzien van perfoonen, getrouwlyk van hunnen pligt zullen kwyten, zonder daar van, om lief of leed, eenigsfios aftewyken, en dac zy zich fpeciaalykzullen gedragen naar hunne lnftructiën, voor zo verre daar in by de Conftitutie, of naderhand by het Wetgevend Ligchaam, geene veranderingen zullen gemaakt zyn.
721. De publieke Aanklaagers zullen, daar en boven, by eene plegtige verklaaring, moeten belooven en aannemen, dat zy van alle de tot
hun-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 545
hunne kennis gekomen infraftien tegen de Re* geeringsform, in de Conftitutie begrepen, en in het byzonder van de misdaad van hoog verraad, ten fpoedigften doenlyk, kennis zullen geven aan den Procureur-Nationaal, en met denzelven dienaangaande nauwkeurige correspondentie houden, zonder zich verder of anders met de vervolging van de misdaad van hoog verraad, ais op fpeciale aanfchryvmg van het Hoog Nationaal Gerechtshof, te bemoeien.
722. De publieke Aanklaagers blyven niettemin gehouden en verpligt, om, in materie, van hoog verraad , op heeterdaad apprehenfiën te doen, gelyk mede in geval 'er vreeze zoude mogen zyn, dat de fchuldigen zich coor de vlugt aan de vervolging der Justitie zouden trachten te onttrekken, mids in het laatstgemeld geval daar toe ge* authorifeerd zynde door de Hoven, by welken zy den post van publieken Aanklaager waarnemen.
VIERDE AFDEELING.
Van de Rechtbanken in de Steden en ten Platten Lande.
723. 'Ër zullen niet méér Rechtbanken, publieke Aanklaagers en Ministets zyn, dan tot eene goede Administratie van de juftitie, en tot gerief der Ingezetenen, noodig zal worden bevonden.
724. Elk Departementaal Beftuur is gehouden, om, met in achtneming van dezen hoofdgrond, en het geen verder by de algemeene.bepaalingen, betrekkelyk de Justitie, vastgefteld is, binnen zekeren voortefchryven tyd te ontwerpen, midsga. ders aan het Wetgevend Ligchaam, ter approbatie en bekragtiging, over te leveren een Plan van provifioneele Organifatie der Rechtbankenonder hun Departement resforteerende.
Mm 72^. De
's Gra»
VENHA*
OntwerpvanConftitutie.
546 NIEUWE NEDE RLANDSCHE
*sGra-
venha-
ge,
Ont*
werp var, Conftitutie.
795. De Leden in dezelve Rechtbanken worden voor den tyd van drie jaaren benoemd, zodanig, dat een derde gedeelte der Leden jaarlyks zal moeten aftreden, en wel de twee eerfte jaaren volgends loting, en ver volgends het langst aangebleven derde gedeelte; met overlating nogthands aan zulke Gemeenten, welke, uit hoofde van byzondere plaatslyke omftanéigheden, zouden vermeenen een permanenten, Rechtbank noodig tc hebben, om ten dien einde een verzoek aan het Wetgevend Ligchaam te doen, het welk, na daar op ingenomen te hebben de confideratien van het Hoog Nationaal Gerechtshof, zodanig zal disponeeren, als het zelve zal vermeenen te behooren.
726. De aftredende Leden zyn niet te min weder nominabel.
727. De Ministers in dezelve Rechtbanken worden gekozen voor een onbepaalden tyd
728. De verkiezingen der Leden gefchieden d;or Kiezers, daar toe door de Stemgerechtigde Burgers, welke onder de jurisdictie van zodanige Rechtbanken resforteeren, te benoemen.
Ter verkiezing der Ministers formeert de Rechtbank, waar toe zy behooren zullen, een dubbeltal, waar uit de Kiezers, op de zo evengemelde wyze te benoemen, eene keuze doen.
729. De finaale Organifatie en bepaaling van het getal derzelver Rechtbanken, midsgaders van het getal der Leden, waar uit dezelve zullen beftaan, zal, met voorbehouding van de hier voorgemelde gronden, door het Wetgevend Ligchaam geregeld worden,' na daar op de confideratien van de Departementale Beftuuren, midsgaders van de Departementale Gerechtshoven, waaronder de Gerechten reslbrteeren, te hebben ingenomen.
730. Aan de bepaalingen, hier boven by de 725 726. en 727. Articulen gemaakt, zalmen, 5y de inrigting van het nieuw civil en crimineel Wetboek, niet verder of anders gebonden zyn,
dan
JA ARBOEKEN, Juny, 1797. f47
dan geoordeeld zal worden, met het belangeéner riptige Adminiftratie der Juftitie over een te komen.
731. De publieke Aanklaagers by de crimineele Vierfchaaren worden van wegen de Stemgerechtigde In • en Opgezetenen, voor eenen onbepaal den tyd, door Kiezers, daar toe in de Grondvergaderingen benoemd, geëjigeerd uit een dubbel getal, daar toe door de Vierfchaar, by welke dezelve fungeeren zullen, uit te brengen.
732. Tot Leden, publieke Aanklaagers en Ministers by dezelve Rechtbanken, zyn alleen verkiesbaar : .
a. Inboorlingen van de Republiek, die, geduurende de laatfte les jaaren, en zy, die elders geboren zyn, wanneer zy, geduurende de laatfte tien jaaren, binnen bet Departement, onder het welk de Recht" bank behoort, hunne vaste wooDplaati gehad hebben;
b. Die als Stemgerechtigden op de publieke Registers bekend ftaan ; en
c. Den vollen ouderdom van vyf- en -twin' tig jaaren hebben bereikt.
733. Het Departementaal Gerechtshof, waai onder dezelve Rechtbanken behooren, draagi zorg, dat op de gefchiktfte en minst kostban wyze, den Rechters in dezelve Rechtbanken ge legenheid gegeven worde, tot het afleggen eenei plegtige verklaaring, waar by zy moeten beloo ven en aannemen, dat zy zich in hunne func tien, zonder aanzien van perfoonen, getrouwlyl van hunnen pligt zullen kwyten; en fpeciaalyk dat zy zich zullen gedragen naar de tot dus ver re ondei hun resfort vigeerende Wetten en Or donnant'en, voor zo verre daar in by de Confti tutie, of naderhand by het Wetgevend Ligchaan geene veranderingen zullen gemaakt zyn,
Mm a 734. Ai
'sGra-,
venhaOE.
Ont-
werpvan
Confli*
Wie*
u
'sGra-
VENfJACE.
OntwerpvanConftitutie»
t
i i
j
- i
1 i
]
1 I
548 NIEUWE NEDERLANDSCHE
734. Alwaar publieke Aanklaagers zyn, zullen dezelve eene gelyke verklaaring afleggen in banden van den Prefident der Rechtbank of van de Vierfchaar, waar toe zy behooren, en daar en boven plegtig moeten belooven, dat zy van alle de tot hunne kennis gekomen infractien tegens de Regeeringsform, m de Conftitutie begrepen, en in het byzonder van de misdaad van hoog verraad, zo ras mogelyk, kennis zullen geven aan den Procureur-Nationaal, en dienaangaande met denzelven, midsgaders met den publieken Aanklaager by het Departementaal Gerechtshof, onder het welk zy resforteereo, nauwkeurige Correspondentie zullen houden, zonder zich verder of anders met de vervolging der misdaad van hoog verraad, als op fpeciaale aanfchryving van bet Hoog Nationaal Gerechtshof, te bemoeien
735- De publieke AaDklaagers by de fubalterne Rechtbanken blyven niet te min gehouden en verpligt, in materie van hoog verraad, op heeter daad apprehecfien te does, zo wel van Inwoonderen als van Vreemden; en, ingeval 'er vreeze wade mogen zyn, dat de fchuldigen zich door ie vlugt aan de vervolging der Justitie zouden :rachten te onttrekken, alsdan dezelven, offchoon jok niet op heeter daad betrapt, in civile bewaaiDg te nemen.
VYFDE AFDEELING.
ran de Rechtspleging over het Folk van Oorlog.
736. Het Volk van Oorlog blyft, met betrek;ing tot alle civile zaken, alleen onderworpen ian den Burgerlyken Rechter.
737. Niet te min wordt aan het Wetgevend .ïgchaam overgelaten, om, nopens het verleenen -an kontingen op de tractementen en gagien van dihtairen, en de wyze van procedeeren dienaanaande, zodaanige Reglementen te maaken, als
het-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 549
hetzelve, ten meesten cüenrte van den Lande en overéénkomflig de regelen van billykheid, zal' oordeelen te behooren. - *
738 De cognitie over commune delicten, door het Volk van Oorlog te Lande, gelyk ook doort het Volk van Oorlog te Water, buiten bcheeps-1 boord gepleegd, blyft aanbevolen aan den bur- < gerlyken Rechter der Plaats, alwaar de Misdaa-i digers guarnifoen houden, of op heeter daad betrapt zyn. , ... ,
739. Aan het Wetgevend Ligchaam wordt overgelaten, de noodige fchikkingen en bepaalingen te maaken, voor hoedanige Rechters en op boedanige wyze de Militairen te Ladde en te Water (zo ter eerfter inftantie, als in het hooger resfort) zullen worden te recht gefteld:
1. Wanneer dezelven begaan zuivere militaire misdaaden;
2. Wanneer een begane gemeene misdaad niet aan den lyve ftrafbaar is;
3. Wanneer een militair delict met een gemeen delict gepaard zal gaan;
4. Wanneer de Militairen onderling, of de een jegens den anderen commune delicten begaan:
5. Wanneer tusfchen den Burgerlyken en Militairen Rechter verfchil ontftaat over de natuur van het begaan delict;
6. Wanneer de Militairen te Velde of op Expeditie zyn, gelyk ook wanneer dezelven binnen Scheepsboord eenigerlei delicten begaan , zonder onderfcheid van commune of militaire dslicten.
740. Ook zal het Wetgevend Ligchaam beflisfen, of, en in welke gevallen door den Militairen Rechter, met opzigt tot commune delicten, by preventie kan worden gevonnisd.
741. Éindelvk zorgt het Wetgevend Ligchaam, ' Mm 3 dat
s GRArEN HA» !E.
)nt>erpvanlonfliutie.
55» NIEUWE NEDERLANDSCHE
VENHAGE.
Ont-
werpvai C^nfti. tutte.
dat de Committés tot de zaken van het Bondge» nootfcbap te Lande en der Marine, by derzei* ver ontbinding, daadelyk worden vervangen, ten aanzien der Judicature over militaire perfoonen, thands aan dezelve, zo in cas d'Appe'., als aui dersfins competeerende, en zulks op zodanige wyze, als hetzelve, na Ingenomen confideratien en advis van het Hoog Nationaal Gerechtshof, zal oordeelen te behooren.
TITUL Vilt
yan den Godsdienst, het publiek Ondcwyi en de zorg voor de Aimen.
EERSTE AFDEELING.
Over den Godsdienst,
742. De Kerk is afgefcheiden van den Staat, en 'er zyn geene Burgerlyke voor of nsdeelen aan de belydenis van eenigen Godsdienst gehecht.
743, Alle inrigtingen, ter bevuordering van Goddienst, Deugd en goede Zeden, en alle Genootfchappen, die bier toe ftrekken, ftaan onder gelyke befcherming der Wet
744 Geene betaa ingen uit Kasfen, het zy Na ionale, het zy Departementale, het zyPlaatslyke, n,ch uit Ia?ten, door de Burgery, als zod nig, gedragen wordende, zullen aan of ten behoeve van eenig Godsdienstig Genootfchap of Genootlchappen gefchieden.
745. Alle bezittingen en inkom den der onderfcheiden Godsdienftige Genootfchar pen en Kerkgemeenten, die aan dezelve door vrywillige Disjsofitien, Donatien, Collecten, aankoop of op* bouw fedett den jaare 158 ? zyn eigen geworden, worden als derzelver wettige eigendom erkend
en
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 351
en voor altyd aan hunne vrye befchikking overgelaten.
746. Alle Kerkgebouwen en Pastoryhuizen, welke voor den jaare I58r. binnen deze Republiek aanwezig geweest zyn, met de Goederen en Foödfen, beftemd tot derzelver onderhoud, worden door de Natie erkend, te zyn Eigendommen van de gefameolyke Ingezetenen en Bewoonderen van elke Stad, Dorp of Plaats, in welke dezelve gelegen zyn, zonder onderfcheid van eenig Kerkgenootfchap.
747. Ten aanzien van het gebruik der Kerkgebouwen en Pastoryhuizen, welke , ingevolge het laatst voorgaand Articul, door de Natie erkend zyn, te wezen Eigendommen van de gefamenlyke Ingezetenen en Bewoonderen van elke Stad, üorp of Plaats, maaken dezelve Ingezetenen onderling zodanige fchikkingen, als met de rechtvaardigheid en billykheid overeenkomen.
748. De Geestelyke Goederen en Fondfen, niet behoorende tot dia, welke in den 746ften Articul zyn genoemd, maar die federt den jaare i?8i. gebragt zyn onder Nationale, Provinciale of Kwartierlyke Administratiën, worden verklaard te zyn Nationaal, en .zullen door het Wetgevend Ligchaam, vóór het einde van het derdejaar, na de aanneming der Conftitutie, gebragt worden onder eene algemeene Nationale Adminiltratie.
749. De Leeraaren der gewezen bevoorrechte Kerk, welke, by het aannemen der Conftitutie, in vasten dienst zyn, genieten, zo lang zy daar ih volharden, en door hun toedoeB daar van niet ontzet worden, de hun bevoorens toegelegde traftementen, by wege van Penfioen.
Insgelyks zal het zogenaamd Kindergeld , zo en in dier voegen, als hetzelve onder het voorig Gouvernement aan de LeeraareD der gewezen bevoorrechte Kerk is geüccordeerd, blyven voordduuren. ,
750. Alle Emeriti, als mede de Weduwen
Mm 4 vaa
'sGra-
VENHAGE.
0/3/-
werpvan Conftitutie*
'» Gra-
VENH.A* GE.
OntwerpvanConftitutie,
Sf2 NJEÜWE NEDERLANDSCHE
van Leeraaren der gewezen bevoorrechte KerlC, welke, by het aarjDemen der Conftitutie, Tractementen of Pennoenen trekken, benevens die Leeraaren, welke als dan in vasten dienst zyn, doch aan welken naderhand, om zwakheid van Ligchaam of Geest, door het Wetgevend Ligchaam, op hun verzoek, Penfioen zal worden toegelegd, gelyk ook de Weduwen van alle die iimenti en Leeraaren, behouden insgelyks hun leven lang geduurende, by wege van Penfioen, de lraöementen of Pennoenen, die zv onder het vo;ng Gouvernement zouden genoten "hebben
751- Wanneer in de eene of andere Gemeente een Kerkgenootfchap, tot de gewezen bevoorrechte Kerk behoorende, binnen den tyd van fes jaaren, na bet aannemen der Conftitutie, den Leeraar, by het zelve in vaste bediening zynde, door den icod of anderfins, mogte verliezen' midsgaders door onvermogen voor als nog buiten Haat mogte zyn, zich van eenen anderen Leeraar
le T°°rzlen ' en zich' uit hoofde der afgelegenheid met een naastbygelegen Kerkgenootfchap, dezelve gevoelens toegedaan, niet gevoeelykkonde vereenigen, zal zodanig Genootfchap zich mogen vervoegen aan het Wetgevend Ligcbaam, ten einde, geduurende en tot aan bet einde van gemelde les jaaren, aan hetzelve , by wege van lublidie, toeteleggen het bedragen van het Tractement, het welk deszelfs voorige Leeraar, indien dezelve by dat Genootfchap in dienst gebleven was, andersfins zoude genoten hebben: en zal het Wetgevend Ligchaam daar op, naar bevind van zaken, gunftig mogen befluiten.
7J2. Het geen hier vooren, ten opzigte der Leeraaren van de gewezen bevoorrechte Kerk, welke, by het aannemen der Conftitutie, in vasten dienst zyn en blyven zullen, bepaald is, zal mede plaats hebben omtrent zodanige, als dan in vaste bediening zynde Leeraaren van andere Kerkgemeenten, die aan het Wetgevend Ligchaam v zul-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. jJ5
zullen doen blyken, dat zy door het bepaalde by art. 744 of door de fuppresfie vao eenige buitenlandfche Geestelyke Corporatien in hunne ge-1 woone inkomften benadeeld zyn, en zulks enbelope van hec gemis , het welk dezelve zullen aan < «toonen, daar dpor andei fins te zullen lyden.
753. Alle Kerkgenootschappen verrigten hunne 1 gemeenfchappelyke Godsdienstoefening bini.e n oe, daar toe beftemde Gebouwen, met ODtflo.en deuren
754. Niemad za! met eenig teken van Kerklyke waardigheid of bediening, noch met de Ördensklederen van eenig Godsoienftig Genootfchap, buiten zyn Kerkgebouw, verfchynen.
TWEEDE AFDEELING.
Van het publiek Onderwys.
755' Ter bevoordering van het Onderwys in zodanige kundigheden, welke voor den vryen Burger onöntbeerlyk zyn, in kunften en wetenfchappen, "midsgaders in alles, wat tot opheldering van het verftand, befchaaving van den fmaak en veredeling van het hart dienen kan , zullen 'er zyn Grondfcholen, Taal fenolen, Academiën, en ééne Nationale fiuoge School of Univerfiteit.
7j6\ Er zullen door de geheele Republiek een genoegzaam aantal van Grondfc olen zyn, waar in de Jeugd kan worden onderwezen in net lezen, fchryven en rekenen, midsgaders in alle zulke verdere kundigheden, welke, plaatslyke omftandigheden in acht genomen zynde, de beftemming van den vryen Burger meest kunnen bevoorderen.
Elk Gemeente-beftuur zorgt, dat 'er ten dien einde de benoodige Schoolhuizen zyn.
757. De Raad der Gemeente fielt de noodige Onderwyzers aan; hy kiest daar toe de zodaniMm 5 gen,
sGra»
enh&»
jk.
Intverpvan?on/tt' ut ie.
554 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra-
VEfciHA" GE.
Ont.
werpvan
Conjii.
tune,
. i \
: ■ ! i
< i
- m
l i
3 }
gen, welke bekend ftaan voor Lieden vaneen goed gedrag, en, die van een behoorlyk getuigschrift hunner bekwaamheden door de genen,aan welken het oppertoezigt over het Nationaal Onderwys is toevertrouwd, voorzien zyn.
758. In deze Scholen wordt geen onderwys gegeven in Leerftekige Geloofsbegrippen van èénig byzonder Kerklyk Genootlchap; "ook worden in dezelve geene boeken -gebruikt, waar in dergelyke Leerftellige begrippen gevonden worden,
759- De Schoolorde zal in alle Scholen, zo veel mogelyk, op gelyke wyze geregeld zyn, en zullen de Schoolboeken, overeenkomftig de vatbaarheid der Jeugd, ter verkryging van de noodige kundigheden en vorming van het hart, ingerigt en gemakkelyk te verkrygen zyn.
760 In de Taalfcholen zullen overal, zo veel Joenlyk, dezelfde inrigting, leerörde, boeken en clasfen verdeeling wordeD ingevoerd, en. zo mo»elyk, het onderwys tot de Jeevecde taaien en mriere nuttige oefeningen worden uitgefirekt.
761- Er zullen zyn drie A,. lonale Academiën, §én te Ha.derwy:, één te Groningen, en één te Breda; op dezelve zal men aan de Jeugd geegenheid geven, ora zich in de rr,eest noodige vetenfchappen te kunnen oêfeDc-n..
712. De Na:ionaie tionge S,chool of Univerficit zal zyn te Legden : op dezelve zal gelegenleid gegeven worden tot onderwys, zo veel mo»elyk, in alle vakken van nuctige wetenfchapjen. Deze Uciveriiteit heeft alleen, en,by uitluiting, her recht van te graduëeren of promoien te verleenen, en zullen deaelve promotien 'efchieden buiten eenige kosten ten laste van iun, aan welken dezelve zullen worden verleend.
763 Het algemeen opzigt over de Nationale iooge School of Univerfiteit, Academiën , Taal:n Grondfcholen, midsgaders de zorg over het Nationaal Onderwys in deszelfs geheelen om
Ont.
verpvaa
Conjii-
tutte.
Eg )'
1
1
t
35« NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venhage
Ont-
werpvan
Confii-
lutie.
] I
i i
k e fl
P
v; d<
Tl-
dere Académiën gefchiedt door dit Coliegie en wordt bekragtigd door de Kamer der Oudften.
DERDE AFDEEL ING.
Over de zorg voor de Armen.
'7"2. De Staat befchouwt alle behoeftige Leden jer Maatfchappy, die buiten de mogelykheij tyo, om zich en hunne huisgezinnen hec noodig evensonderhoud te verfchaffen, als voorwerpen tyner byzondere zorg en oplettendheid, zonder tanzien van Godsdienst of Kerkgenootfchap, waar :oe zy zouden mogen behooren.
773. Het Wetgevend Ligchaam maakt zodanige iprigtingen, die gefchikt zyn, aan de ééne syde, óm van de behoeftige Leden der Maatchappy een voor den Vaderlacde nuttigen dienst e trekken, eD, aan de andere zyde, om dezelven van het noodige te voorzien.
774 Het Wetgevend Ligchaam draagt inzonlerheid zorg, dat, ten opzigte van 'SlJe zodanige nrigtingen, die ten voorzegden einde worden laargefteld, in het oog worde gehouden, dat het e gemoet komen der behoeftlgen altydj zo veel nogelyk, gefchiede in eene bülyke evenredigheid an derzelver waare behoeften.
775' ttet Wetgevend Ligchaam zal , binnen ;s maanden na deszelfs eerfte zitting, overeenomftig den inhoud der boven (taande Articulen. ïn volledig Plan van een welgeregeld Armenbeuur over'de geheele Republiek doen ontweren, en ten fpoedigften, immers binnen den tyd m één jaar daar na, arresteeren en in werking >en brengen.
JAARBOEKEN, Juny, 1707, 557
TITUL IX. Over de gewapende Burgermagt.
EERSTE AFDEELING.
Over de gewapende Burgermagt in het algemeen. v
776. Het voeren der Wapenen is het edelst voorrecht van een vry Burger, en eene gewapenbe Burgermagt de beste waarboorg voor de Vryheid en Onafhauglykheid van een Volk.
777. De gewapende Burgermagt maakt geen afzonderlyk Ligchaam uit in den Burgerftaat; het is dat gedeelte der Burgeren, het geen zich vrywillig heeft aangegeven of pligtmatig geroepen is , tot het doen eerbiedigen der Wetten, het beveiligen van perfoonen en eigendommen , het tegengaan van oproer en geweld, en hetbefchermen van de Vryheid en Onafhanglykheid van het Vaderland.
778. De gewapende Burgermagt is ondergefchikt aan het Wetgevend Ligchaam, het geen deszelfs inrigting bepaalt , deszelfs beftuur regelt en voor deszelfs beftaan zorg draagt.
779. Geen gewapend Burgercorps kan opge» rigt worden of beftaan, dan volgends de Wet.
-fio. De gewapende Burgermagt is gehoorzaamheid fchuldig aan de bevelen der Geconfti. tueerde Magten, voor zo verre dezelve daar toe door de Wet gerechtigd zyn.
781. Geene Burgers komen gewapenderhand famen , dan op zodanige wyze en in zodanige
I gevallen, als by de Wet bepaald zyn.
782. Gewapende Burgers, ah zodanigen, 1 mengen zich in geen onderzoek van Staatkun1 dige onderwerpen , noch pleegen daar over raad.
Nimmer doen Burgers eenig verzoek met de Wapenen in de hand.
783. Gehoorzaamheid aan de bevelen der ge¬
nen,
'sGra-
VENHAOE.
Ont. werpvan Conftitutie.
'sGra.
venhage
Ont* y/erpvan GotfJtitutte.
558 NIEUWE NBDERLANDSCHE
nen, die in den Wapendienst over hun gefteld zyn, voor zo verre zy dien dienst betreffen, is de eerfte pligt van een gewapend Burger; geen voorafgaand onderzoek of beöordeeling mag de uitvoering derzelven verrraagen of verhinderen; de verantwoordelykheid blyft op hem, die de bevelen gegeven heeft.
TWEEDE AFDEELING.
Over de verpligting tot den Wapendienst en het gebruik der Burgermagt.
74. Ieder Burger, in ftaat de Wapenen te voeren,' is verpligt, dezelve op te vatten, ten einde de Vryheid en Onaf hanglykheid van zyn Vaderland re/en binnenlandsch geweld en buitenlardfche Vyanden te kunnen befchermen.
785, Daar no;>thands niet alle Burgers gewapend, of gelyktydig ter verdediging des Vaderlands kunnen opgeroepen worden, m ;akt het Wetgevend Ligchaam hierom rent zodanige fchikkingen, uitzonderingen en bepaalingen, als hetzelve, ter bevoordering der algemeene belangen en van den Nationalen Welvaart, meest dienftig zal oordeelen,
786. De Departementale en plaatslyke Ge* confHruëerde Magten bedienen zich van de gewapende Burgermagt tegen oproer en binnenlandsch geweld.
787 In cas van nood, roepen zy de hulp van nabuunge Burgercorpfsn in, en doen daar toe als dan by het Departementaal of plaatslyk Beftuur, waar onder dezelve behooren, hetyereisch'.e aanzoek. Deze byftand mag niet geweigerd worden.
788 Tegen buitenlandfche vyanden worden geene gewapende Burgers aangevoerd, dan wan* neer de nood van het Vaderland zulks volftrekt
ver-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 559
vereischt, en geen genoegzaam aantal Vrywilligers zich heeft aangegeven.
789. Het Wetgevend Ligcnaam bepaalt, op voordragt van den Staatsraad, het tydftip van dezen nood, door te decreteeren, dat het Vader land in gevaar is; en geeft hier van by Proclamatie kennis aan het Volk.
790. Geen gewapend Burger wordt genoodzaakt , tegen zynen wil, buiten de Grenzen der Bataaffche Republiek te trekken.
791. Het Wetgevend Ligchaam doet, zofpoedig mogelyk, het Reglement op de algemeene Burgerwapening herzien, en, conform de principes der Conftitutie, veranderen.
792. Het Wetgevend Ligchaam doet zich ten fpoedigften een Ontwerp tot eene vrywillige Burgerwapening, meer bepaaldelyk ter verdediging der Republiek tegen buitenlandfche vyanden ingerigt, voordragen, en zal, binnen één jaar na deszelfs eerfte zitting, daaromtrent finaal beflisfen en een Reglement vastftellen.
793. Het Wetgevend Ligchaam moedigt deze vrywillige Burgerwapening, zo veel mogelyk, aan, en plant den lust tot den W-rfpenhandel langs alle gefchikte wegen voord.
794. De Staat erkent en beloont de uitmuntende dienden, die dpor den gewapenden Burger, als zodanig, aan het Vaderland bewezen worden.
795. De Staatsraad maakt nimmer gebruik van de gewapende Burgermagt, of eenig gedeelte van dezelve, ten zy door eene uitdrukkelyke Wet hier toe gequalificeerd.
TITUL X.
Over de Leeneti en andere zoortgelyke oude Rechten,
796. Alle Leenroerige Goederen, midsgaders
al-
'sGa&e
VENHA» GE.
OntwerpvanConftitutte.
56b NIEUWE NEDERLANDSCHli
VGra
VR»HAGE.
Ont-
werpvan Conltitutie.
alle ter Leen uitgegeven Rechten, voorjzo verre deze laatfte niet geheel mogten zyn vernietigd, het zy dan Hoofdleenen of Agterleenen, worden van den dag af der eerfte zittingneming van het Wetgevend Ligchaam, in alle plaazen en Gewesten, alwaar de Leenpligt bevoorens niet reeds is afgefchaft, gehouden voor allodi* dal, ten dien i-fftcte, dat daar over op gelyke wyze kan gedisponeerd, midsgaders daar in gefuccedeerd zal worden, als omtrent alle andere Goederen vermag te gefchieden.
797. Alle Heeren- en Hofdienften, midsgaders alle andere foortgelyke fervile verpligtingen,uit het Leenftelfel herkomftig, of op hetzelve gegrond , worden op het voorgemeld tydftip door de geheele Republiek gehouden voor vervallen en vernietigd.
798. Ten aanzien van alle zodanige Htfhoorige Rechten, wrlke meer overeenkomst hebben met EWpagt, of ander foort van Erftogtelyken Eigeitdom , (dominium utile") zo als op fommige plaatzen in de Republiek door erfwinning, opvaart en dergelyken is verkregen, zal het Wetgevend Ligchaam, na ingenomen confideratien. en advis van het Departementaal Beftuur, zodanige voorzieningen maaken, als ten nutte der wederzydfche belanghebbenden by hetzelve geöordeeld zal worden te behooren.
799. Insgelyks beftaat 'er geen Chyns- noch Thynsrecht meer, gegrond'op Souverain of Heerlyk gezag aan de ééne. en op eene fervile verpligting aan de andere zyde; zodanige Chynfen, Thynfen , Penfiën en andere dergelyke lasten, weke in fommige Gewesten thands geheven worden, worden vernietigd en afgefchaft.
800. Hier onder zyn niet begrepen zodanige Chynfen en Thynfen, welke uit een vry willig Contract haaren oorfprong hebben, noch ook Erfpagten, Uitgangen , zogenaamde Beklemming- en andere foortgelyke Rechten.
801. De
JA a RBOEKKN, Juny, 1797, 5<5j
801. De vernietiging van het Leenflelfel, art. 790". vermeld, is geensfins toepasfelyk op anterieure "Contracten, handelingen , transSétien en fententien, noch op aanhangige Procedures, noch op het recht tot vroeger verftorven Ërfportiën; welverfhande, dat in alle de voorfchreven en dergelyke gevallen, waar in het Leenrecht nog zoude behooren gevolgd te worden , geen verzoek tot verley noch prestatie van hulde of manfchap, noch ook reliëf, wegens eerig bevoorens daar omtrent gepleegd verzuim, zal noodig zyn; voorbehoudens nogthands de verpligting tot betaaling van alle bevoorens reeds 'verfchuldigde Heerengewaaden en Hof* rechten.
80a, De Eigenaars of Bezitters van Leenkamers , midsgaders aile de genen, welke vart Leen- of Dienstpligten , Thynfen, Chynfen, Penfiën of andere dergelyke lasten, als by art. 795. 797. en 799, Vervallen zyn verklaard, eenig pecuniëel voordeel genieten, zullen, by afkoop wegens het gemis deizelven, door die ge. nen, welke deze lasten verfchuldigd waren,behoorlyk moeten worden fchadeloos gdlfeld.
803. Het Wetgevend Ligchaltm zal, na ingenomen confideratien en advis der Departementale B;ltuuren, bepaalen den voet en de wyze van afkoop; byvende de afitoopen , welke reeds te vooren door de Hoogstgeconlt tuëerde Magten zyn bepaald, in voile kragt! dan, ten aanzien van den tyd en de noodzaaklykheid of verpligting van afkoop, zal hec Wetgevend Ligchaam zich naar dia generaale bepaalingen, ten dezen opzigte hier vooren gemaakt, moeten gedragen, en zorgen, dat de wyze en kosten van taxatie, zo der Hoofd- als A;hter!eenen, de manier van ontvang der af koopen, de inrigting van zodanige Leenkamers, w,-Ike geoordeeld mogten worden nog te moeten blyven fubfifleeren, en de bewaaring of overbrenging Nn deï
'sGra« venha-
ge.
Ontwerp van Conjiituiie.
5& NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
▼enha' ce.
Ont•sverpvatConfii. tutte.
der Charrres der vernietigde Leenkamers, op de billykfte en minst kostbare wyze worden gereguleerd.
J04* Na verloop van drie jaaren, na het aannemen der Conltitutie, zullen geene Trans1 porten of Hypotheeatien van gewezen Leenen , noch eenige aanbedeelingen van dezelve by erffcheiding validelyk gefchieden, dan na dat gebleken zy, dat de veréischte afkoop volbragt is.
805. De vernietiging van het Leenflelfel, met de gevolgen en aankleeven van dien, (frekt zich niet vetder uit dan tot Goederen, binnen de Republiek gelegen , en van Leenkamers of Leenhoven, binnen dezelve releveerende: en zyn dus hier onder niet begrepen Goederen, welke, fchoon binnen deze Republiek gelegen, releveeren van Leenhoven of Leenkamers, buiten dezelve gelegen; noch ook Leenen, buitelt deze Republiek gefituêerd, fchoon aan Leenhoven of Leenkamers, binnen dezelve onderhoorig; van welke laatstgemelde echter de Bezitters, dit Verkiezende, op denzelfden voet, als, ten aanzien der binnenlandfche Leenen, is geftatuëerd, hunnen Leenpligt kunnen vrykoopen, mids zich binnen agt jaaren, na de aanneming der Conftitutie, daar toe aanmeldende. Het Wetgevend Ligchaam zal, na verloop van gemelden tyd, over het al of niet prolongeeren van den voorfehreven tyd van vrykooping, zódanig disponeeren, als hetzelve raadzaam za! oordeelen.
806". Alle eigenlyk gezegde Heerlyke Rechten en Tituls, waar door aan eenig byzonder per« foon of Ligchaam zoude worden toegekend éé* nig gezag omtrent het beduur der zaken in éénige Stad, Dorp of Plaats, of de aanftelling van deze of geene Ambtenaaren binnen dezelve, worden, voor zo verre dezelve nog niet met de
daad
J A AR BOEKEN,'* Juny, 1797. 5Ö*
daad mogten zyn afgefchaft, by de aanneming der Conltitutie, voor aliyd vernietigd.
807. Ten opzigte van alle verdere Rechten, welke, by de uitgifte der Heerlykheden, aan de Heeren derzelven zyn afgeftam, of welke, voor zo verre van de uitgifte niet kwam te blyken, by de2elve Heeren of hunne Prédecesfeuren van onheuglyke tyden , mogten zyn .bezeten en uitgeoefend, zal het Wetgevend Ligchaam, na ingenomen confideratien en advis van het Departementaal Beduur, binnen agttien maanden na deszelfs eerde zitting, bepaalen, welke daar van zullen worden afgefchaft en vernietigd; en beflist het Wetgevend Ligchaam, ten aanzien van welke zodanige afgefchafte
1 Heerlyke Rechten, aan derzelver Eigenaars of Bezitters, wegens het pecuniëel nadeel, hêt welk hun door de voorfchreven sffchaffing mogt worden toegebragt , eenige fchadeioosdelling zal behooren gegeven te worden; en bepaalt in die gevallen daar van tevens den tyd en de wyze.
808. Ook bepaalt het Wetgevend Ligchaam, of, en zo fa , welke fchadeioosdelling zal behooren plaats te hebben omtrent Ambtenaarea in gewezen Heerlykheden , welke, onder eenen anereufen Titul hunne posten hebbende verkre. gen, uit hoofde van de thands aangenomen beginzelen omtrent het Volksrecht tot de aan* Helling van zodanige Ambtenaaren, van hunne posten verlaten zyn en blyven.
809. Alle Tienden, het zy groote of^grove, bet zy Smaltienden, of Mo vale-en Turftienden, Krytende- of Bloedden den , Byën - of Ganzentienden, of onder welken anderen naam die ook zouden mogen bekend zyn, welke op eenen wettigen Titul geheveu worden, zyn af* koopbaar,de Tiandfchuldigen zulks verkiezende.
810. Deze afkoop gefchiedt door byzondere
Nn s per-
'sGra»
venha* ce,
Ont*
werpvan
Confli.
mie.
564 NIEUWE NEDERLANDSCHE
's Gra«
venha"
GE.
OntwcrpvatConftitutie.
TI-
perfoonen , en door een gantsch Diftrict, Dorp of Karfpel gefamenlyk op dezelfde wyze.
8l(» Geene nieuwe of novale Tienden mogen worden ingevoerd op woeste of nieuw aangewonnen Landen, welke voordaan ter beboui wing zullen worden uitgegeven.
813. Het Wetgevend Ligchaam zal, binnen agttien maanden na deszelfs eerfte zittingneming , overeenkomftig de regelen van rechtvaardigheid, bepaalen de fomme, voor welke, en den voet, waar op de voorfchreven afkoop zal kunnen gefchieden, den tyd der opzeggingen, door de Tiendpligtigen te doen; de middelen van zekerheid voor de Verpondigen en andere lasten, waar voor de Tienden op fommige plaatzen zyn aangeflagen; en voor de Tractementen en andere bezwaaren, welke op andere plaatzen op de 'lienden zyn geadfigneerd, midsgaders het geen verder in dezen te bepaalen zoude mogen zyn.
813. Alle Nakoops- en PJaastingsrechten, onder welke naamen bekend, die gevolgen zyn van Heerlyke Rechten, worden, van het anne* men der Conftitutie af, vernietigd en afge» fchaft.
814. Insgelyks wordt afgefchaft en vernietigd het recht van Exuë, met opzigt tot verhuizingen of verval van Erfenisfen binnen de Republiek.
Het Wetgevend Ligchaam echter is bevoegd, om, by wege van retorfie, het recht van Exuë te behouden, of zelfs op nieuw in te voeren, ten opzigte van zodanige Landen of Plaatzen buiten de Republiek, waarin zodanig Recht, het zy in het algemeen,het zy tegen de Republiek in het byzonder, wordt uitgeoefend.
JAARBOEKEN, Juny, 1797. gf5s
TITUL XI.
Over het recht tot de Jagt en Visfchery.
815. Ieder Burger heeft, met uitfluiting van allé anderen, het rechtom ten allen tyde op zyn eigen grond te mogen Jaagen, en niemand is bevoegd, hem in de uitoefening van dat recht te flooren.
816. Ieder Burger heeft insgelyks, met uitfluiting van alle anderen, het recht, om in het Water, hem in eigendom toekomende en binnen zyn grond gelegen, te mogen Visfchen, zonder dat iemand hem daar in kan of mag verhinderen.
817. Dit recht van Jaagen of Visfchen is zo onaffcheidelyk van den Eigendom van den Grond of van het Water, dat het zelve door den Eigenaar wel voor eenen bepaalden tyd kan verhuurd of verpagt, maar nimmer verkogt of voor altyd weggefchonken worden.
818. De Huurder, Pagter of Gebruiker van , eenigen Grond of Water verkrygt door die
huur óf pagt het zelfde uitfluitend recht, om ^Idaar te mogen Jaagen of Visfchen, zelfs met uitüuiting van den Eigenaar, ten ware deze zich het zelve, het zy geheel, het zy gedeeltelyk, uitdrukkelyk voorbehouden hebbe.
819. Het recht van de Jagt op gronden, of van Visfchery in Wateren, welke of aan de Natie, of aan eenige Gemeente of Corporatie behooren, competeert refpectivelyk, of aan de Natie, en dus aan de Burgers gefamenlyk, of aan ieder Lid van zodanige Gemeente of Corporatie. Dit recht is onaffcheidbaar van die gronden en derzelver voordbrengzelen, of van die Wateren; en kan dus, wanneer het belang of voordeel van de Natie, of van zodanige Gemeente of Corporatie dit medebrengt, wel voor een bepaalden tyd verhuurd of verpagt, maar
Nn 3 nim-
's Gravenha-
GE.
Ont-], werpvan Qonftltutie*
566 NIEUWE NEDERLANDSCHE
VENHA«E
OntverpvatConfti* tutte.
nimmer voor altyd afgedaan of verkogt worden.
ao. Zy , die tot hier toe / in de posfesfie geweest zyn van het recht, om te moge,n Jaagen of Visfchen , en dit recht titulo onerofo wettig verkregen hebbên, zullen, by wyze van afkoop, of op eenige andere wyze, wegens het gemis van dit recht, behoorlyk moeten worden Rhadeloos gedelci; daande, in geval van verfchil, de beflisfing aan het Departementaal Gerechtshof, onder het welk die gropden of wa. teren gelegen zyn.
8ïi. Ha Wetgevend Ligchaam heeft ten allen tyde net recht, on, wegens de Jagt op, de Visfciery in Gronden of Wateren, aan dè Natie to;behoorende, zodanige Reglementen te msaken, w-ike tot confervatie, zo van de pub ieke veiligheid en eigendom , als van het Wild, en inzonderheid van de Visch, dienflig zyn.
«22. Wanneer op eenige plaa'zen het Wild zo fterk mogt vermeerderen, dat daar door de Landbouw, of de Eigenaars der naastliggende gronden rnerkeiyk benadeeld wierden, zal het V. etgev?nd Ligchaam daar tegen de noodige voorziening in het werk dellen.
TITUL XII.
Befchikkingen over onderfcheiden Zaken*
823. Het' Wetgevend Ligchaam ftrekt zyne zorgen uit tot alles, wat in het algemeen de Gezondheid van de Ingezeten kan bevoorderen,en ruimt, zo veel mogelyk, uit den weg al wat daar aan eenig nadeel kan toebrengen.
824. Het zelve houdt ten dien einde een waaiend oog op alles, wat daaromtrent van de Po:icie, zo wel in byzöndere als in algemeene ichikkingen, afhangt.
825. Ia-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 567
825. Inzonderheid beraamt het Wetgevend Ligchaam de noodige maatregelen, om in alle Departementen het onderwys in de Heel- en ^Verloskunde voor minvermogenden gemaklyk en ligt verkrygbaar te maaken.
826. Het Wetgevend Ligchaam draagt zore, dat jaarlyks, het zy door de Medicynfche Faculteit van de Nationale Hooge School of Univerfireit, of door eenig ander daar toe fpeciaal te benoemen Collede, alle Genees» en Heelkundigen uitgenodigd worden; ten einde zy, door het bydragen hnuner waarnemingen en ontdekkingen, tot meerder volmaaking der Ge» nees» en Heelkunde, in dit Gemeenebest medeweiken.
827. Het Wetgevend Ligchaam draagt zorg, dat de veering en het vertier in en van alle inlandühe voordbrengzelen, en ook inzonderheid van inlandfche Fabrieken en Trafieken, zo veel mogelyk, bevoV/derd worden.
828. Al het benoodigde voor de Land- ea Zeemagt, Godshuizen, midsgaders voor alle anderen, die van 'sLands wegen worden gekleed , of daar toe uit 's Lands of Stads Kasfen eenige onderfteuning bekomen, zal, zo veel mogelyk en [by voorkeur, uit inlandfche voordbrengzelen moeten genomen worden.
829. Er zullen in de Republiek niet blyven beftaan eenige Gilden, Corporatien of Broederfchappen van Neeringen, Ambachten of Fabrieken.
830. Het Wetgevend Ligchaam zorgt, dat Octroyen, Privilegiën en daar uit profluëerende Gildewetten, uiterlyk binnen agttien maanden na het aannemen der Conftitutie, overeenkomftig de regelen van rechtvaardigheid, zo veel noodig, zullen vervangen worden door algemeene Wetten van Policie op zodanige Neeringen, Handteringen, Ambagten, Trafieken enFabrie-
Nn4 ken,
's Gra-
venhage.
OntwerpvartCenftitutie*
's Gravenhagen
Ont.
vterpvan
Confti*
tutte.
568 NIEUWE NEDERLANDSCHE
ken, welke tot derzelver bloei en inftandhouding eenig toeverzigt vereifchen.
831. De Geconftituëerde Magten maaken zodanige inrigtingen, als tot bereiking van dit oogmerk en tot uitbreiding van den bloei der Handwerken eB Fabrieken, midsgaders ter bevoordering van de goede orde, het gemak en gerief der Ingezeienen kan ftrekken.
832. Het Wetgevend Ligchaam kan, ter aanmoediging der industrie, bevoordering der kunften en wetenfehappen, en ter belooning der Uitvinaers van nieuwe ontdekkingen of voordbrengzelen , uitfluitende Voorrechten voor eeaen bepaalden tyd vergunnen, of door premiën beloonen,
833. De uitfluitende Voorrechten , by art. 8 3. vermeld, zullen zich nimmer tot Piaatzen of Fami'iën , maar alleen tot Perfoonen, mogen uii ftrekken.
8?4- Aile Maaten en Gewigten zullen berekend en opgemaakt worden naar eene onveranderiyke grootheid, en door de geheele Republiek gelyk zyn.
' 835. De wyze, op welke die éénheid in de Maaten en Gewigten van het Bataafsch Gemeenebest zal gebragt worden, wordt door het Wetgevend Ligchaam, zo dra mogelyk, bepaald, immers binnen het eerfte jaar van desïelfs zitting.
836, Zo dra 'er een genoegzaam aantal van één foort van Maaten of Gewigten in gereedheid zal gebragt zyn, zorgt het Wetgevend Ligchaam, dat de invoering van dit foort door ia geheele Republiek gelyktydig en in ééns gefchiede; en zal de geheele vernieuwing van alle de Maaten en Gewigten , invoegen voorfchresren, binnen vyf jaaren na de vastftelling der Conftitutie, tot volkomen bèflag moeten gebragt tyn.
837. Het Wetgevend Ligchaam zorgt, dat
de
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 5g9
de bloei des Landbouws door de geheele Re publiek, zo veel doen lyk, bevoordeid worde.
838. Het zelve doet zich, ten dien einde, ten fpoedigften onderrigten van den ftaat des Landbouw^, met al het geen daar toe betrekking heeft, en ftelt alsdan zodanige wetten en inrigticgen vast, als, ter bevoordering van denzelven, en fpecial ter aanmoediging en bevoordering der Culture van de woeste gronden, het best zullen gefchikt zyn.
8 9. Het Wetgevend Ligchaam is verpligt, bedagt te zya op het maaken van alle zulke voorzieningen, wetten en itirigii igen, nmtrent den Waterttaat, door de geheele Republiek, welke, tot confervatie der integriteit van hec Grondgebied, en ter bevoordering vai de algemeene veiligheid en belangen der Ingezetenen ftrekken kunnen,
840. Het vereischte, om een bepaalden tyd in de Republiek, ofeen:g Departemenf of Plaats gewoond te moeten hebben, om het S emrecht te mogen uitoefenen, of Kiezer te zyu, of ook om eenigen publieken post te mogen beklec den, zal niet gevorderd worden, ten aanzien van dezulken, die, om vervolging ter zake van het Patriotismus te ontwyken, in en federt dtn jaare 1787. de Republiek, of Departementen, of flaatzen verlaten hebben, en in dezelve, ten tyde van het aannemen der Conftitutie, met 'er woon zyn terug gekeerd.
841. Geen Burger kan afftand doen van het Traétement of Daggeld, hem in zynen post toegelegd, het zy voor een gedeelte, het zy voor het geheel.
Nas TL
's^RAvENHAGE.
Ont.
werpvan
Curifti-
tutte.
^Gra-
VENHACE,
Cnt-
verpvan Conftitutie.
i 1
J i i *. \ < 1 t c I r
l
'c
V
570 NIEUWE NEDERLAÏ.DSCHB TITUL XIII.
Fan de Coloniên. EERSTE AFDEELING,
Fan de Coloniên en Bezittingen in America en op de Kust van Guinea.
842. De landbouwende en handeldryvende Coloniên in de West-Indien zyn zodanige Bezittingen van den Staat, welker bloei en'weL vaart op het nauwst verbonden zyn met de belangen van het Moederland; het welk uit dien hoofde verpligt is, de Eerfte zorg aan te wenden, om derzelver landfcpuw en handel op alle mogelyke wyze aan te moedigen, ten nadruklykften te befchermen, en door een wys beftuur '.n zagte wetten dienstbaar te maaken, zo wel lan het geluk der byzondere Ingezetenen van le Coloniên zelve, aïs aan de bevoordering van len luister en het vermogen van het Gemeene>est.
843. De betrekkingen , welke, overeenkomhg de voorgaande bepaaling, tusfchen hetMoelerland en deszelfs Coloniên plaats hebben, :yn dus onmiddelyk en wederkeerig. Dezelve 'loeien voord uit een ftilzwygend Contract, ?aar by, in de eerfte plaats, het Moederland len Eigendom of het gebruik van den, door etzelve befchermden grond , tot bet oefenen an den Landbouw of hef dry ven van den Hanel, afftaat of vergunt, op voorwaarde, dat de .igenaar of gebruiker zyne producten of ingeuilde koopmanfehappen , onder behoorlyke be* aaiingen, alleen in den fchoot van het Moeerland zal uitftorten; en waarby, in de tweede taats, het Moederland aan iederen Eigenaar of rebruiker de rustige en ongeftoorde oefening an zynen Landbouw of Handel, tegen alle
bin-
JAARBOEKEN, >«y, Ï797» S?i
binnen- of buitenlandsch geweld verzekert, op! voorwaarde, dat door de Eigenaars ofGebrui-kers voor deze befcherming wederkeerig een ze- i ker gedeelte hunner gemaakte producten, of eene bil'yke belasting op hunnen Handel, aan het < Moederland zal worden opgebragt.
844. Deze verklaaring der betrekkingen tus- 1 fchen het Moederland en deszelfs Coloniên, zo 1 als dezelve in het voorgaand Articul zyn uitgedrukt, moeten ten grondflag dienen van alle de bepaalingen, welke de Wetgevende Magt, omtrent de Coloniên, zo wel thands, als in vervolg van tyd, goed zoude mogen vinden ie maaken.
845. De Ingezetenen in de Coloniên bezitten het recht, om de Leden van hun huishoudelyk Beftuur, tot uitoefening en bediening der Politie en Justitie, en tot administratie hunner huishoudelyke belangen , te verkiezen en aan» teftellen; en zulks op zodanige wyze, als by het na te melden te ontwerpen Charter voor ieder der Coloniên nader zal worden bepaald, overeenkomftig de algemeene grondbeginfels, waar op dit recht aan de Ingezetenen van het Moederland door de Conftitutie wordt toegekend.
846. Alle Coloniaale belastingen van wegens het Moederland zullen, by de invoering van het nieuw te ontwerpen Chartèr, in de refpective Coloniên opgeheven zyn, uitgezonderd die, welke by art. 843. zyn gereferveerd; doch hier tegen zullen alle Coloniaale Ambtenaaren, welke tot het huishoudlyk beftuur behooren, eu welker benoeming en aanftelling dienvolgends mede alleen aan. de Colonisten toekomt, alleen befoldigd worden uit zodanige Kas, als deze door het onderling aan elkander opleggen van draaglyke lasten, tot goedthaaking hunner huishoudelyke onkosten en inrigtingen, zullen goedvinden te formeeren, en over welke Kas het
Mo»
sGra-
7enaSB.
Ont-
verpvan
ÏQttJli* UtfCm
57fe NIEUWE NEOERLANDSCHE
*s Gr a-
VENHAGE.
Ont-
werpvan Conftitutie.
Moederland zich generlei befchikking, ten zy* nen behoeve, zal mogen aanmatigen.
847. "gtervolgends de gronden in de bovenflaande Articulen vervat, zal 'er een generaal Charter, overeenkomftig de belofte, door de Staaten Generaal den it April 1795. bereids aan de Coloniên gedaan, voor ieder derzelver vervaardigd worden, door eene Commisfie, welke de volgende Wetgevende Magt gehouden zal zyn, binnen fes weken na de byéénkomst haarer Vergadering, buiten haar, te benoemen; welke Commisfie fpeciaal belast zal zyn, om den toeftand van ieder der West-Indifche Coloniên nauwkeuriglyk te onderzoeken, derzelver verfchillende omftandigheden en betrekkingen tot dezen Staat duidelyk te ontwikkelen , en dienvolgends, overeenkomftig de boven opgegeven bepaalingen, het gemeld generaal Charter, binnen den tyd van agt maanden, voor ieder derzelver te ontwerpen, en aan de Wetgevende Magt voor te dragen, zo ;.-n in dier voege, als meesr dienftig kan zyn, om het geluk ,- de arbeidzaamheid en den yyer der Colonisten, op alle mogelyke wyzen, te bevoorderen en aan te moedigen, en om tevens aan het Moederland de gewenschto gevolgen van hunnen vlyt en arbeid te doen ondervinden.
848. Het generaal Charter, voor ieder der Coloniên door de Wetgevende Magt goedgekeurd zynde, zal vervolgends op zodanige regelmatige en voegzame wyze in werking gebragt worden, als de Wetgevende Magt meest nuttig en raadzaam zal oordeelen.
849. Er zal hier te Lande een afzonderlyk admiriirtratief Beftuur, uit eenige weinige perfoonen beftaande, over alle de bovengemelde Coloniên en den West-Indifchen Handel plaats hebben; welk Coliegie direct ondergefchikt zal zyn aan de Uitvoerende Magt; zullende dezelve Uit\ voerende Magt gehouden zyn, een Plan van
Or.
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 573
Organifatie voor hetzelve Coliegie te ontwerpen, en aan het Wetgevend Ligchaam voortedragen, het welk daar omtrent zodanig zal befluiten, als hetzelve zal oordeelen te behooren.
850. Het Beduur over de West -Indifche Coloniên en Bezittingen, zo als hetzelve thands bedaat, zal direct ondergefchikt zyn aan de Uitvoerende Magt, tot tyd en wylen het nieuw administratief Beduur, in het naast voorgaand Articul vermeld, zal zyn geörganifeerd; welke Organifatie, biisnen den tyd van agt maanden na het aannemen der Conditutie, zal moeter plaats hebben.
TWEEDE AFDEELING.
Fan den Oost ■ Indifchen Handel, de Bezit* tingen en Etablisfementen.
S51. De eerstvolgende Wetgevende Vergade ring zal, uiterlyk binnen fes weeken na haare byéénkomst, eene Commisfie benoemen, orr den tegenwoordigen Staat van den Oost-Indi fchen Handel, Bezittingen en Etablisfementei nauwkeurig optenemen ; derzelver politieke. commerciëele en financiëele relatien tot dezer Staat na te gaan; het belang, zo der Natie, als der Participanten en verdere Geïnteresfeer. den in de Oost-Indifche Maatfchappy, dien aangaande duidelyk te ontwikkelen; en een vol ledig Ontwerp deswegens aan het Wetgevenc Ligchaam voortedragen: ten einde hetzelve daar omtrent zal kunnen befluiten, zo als hetzelv< ten meesten nutte en oirbaar van den Lande, des noods, onder de behoorlyke fchadeloosftel lirig of vereffening van de fchulden der boven genoemde Participanten en Geïnteresfeerden noodig zouden mogen oordeelen.
852. De bovengemelde Commisfie zal gehou den zyn, binnen den tyd van agt maanden
des
's Gravenha*
oe.
Ont* werpvan Conftitutie.
i
's Gra-
VENHA OE.
Ont'
verpvar,
Conjlé*
tutte.
§74 NIEUWE NEDERLANDSCHE
deszalfs werkzaamheden ten einde te brengen en het door haar gemaakt Ontwerp, zn aai]I gaande den Oost. fndifchen Handel, als omtrent de Bezittingen en Onderhoorigen dertegenwoordige Geöctroyeerde Maatfchappy, aan 4e Wet. gevende Magt over.eleggen.
853. Het tegenwoordig Beftuur over den Oost. Indifchen Handel, als mede over de Bezittingen en EtabHsfementen der bovengemelde Maatfchappy, zo hier te Lande,- als jn de genoemde Bezittingen en Etablisfementen zelve, zal insgelyks ondergefchikt zyn aan de uitvoerende Magt, en op den tegenwoordigen voet [met in achtneming van de meest mogelyke bezuiniging] blyven voordduuren, tot dat, agtervolgends de bovenftaande Articulen, dieH aangaande door de Wetgevende Magt nadere fchikkingen zullen zyn gemaakt.
TITUL XIV.
Over het maaken van Veranderingen in de Conftitutie.
854. Niet eerder dan na verloop van vyf jaaren, na het aannemen der Conftitutie, zal een Voorftel tot verandering in dezelve kunnen gedaan worden.
855. Dit Voorftel zal alleen mogen gedaan worden door het Wetgevend Ligchaam, in maniere hier na bepaald , of door vyf. en - twintig duizend Stemgerechtigde Burgers.
856. In beide gevallen zal het poinft of de poirj^ten , omtrent welke die verandering begeerd wordt, bepaald moeten worden opgegeven, met ie redenen der voorgeftelde verandering , en sene bygevoegde opgave der verlangde verbetering van zodanig poinct of poinclen.
857. In het eerfte geval, by art. 855. verneld, zal de aanleiding, tot het doea vtn
bet
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 575
het Voorftel, alleen uit de Kamer der Oudften ! moeten voordkomen.
858. Indien een Lid van de Kamer der Oud- , ften voorflaat, om aan de Groote Kamer een Voordragt te doen, ten einde het Wetgevend Ligchaam een voorftel doe tot verandering van één of meer poinclen in de Conftitutie, zal die voorflag niet in overweging mogen genomen worden, dan na drie voorafgegane lezingen, tusfchen ieder van welke een tyd van tien volle dagen zal verlopen.
859. Wanneer, na de eerde lezing van dien ' voorflag, geen tien Leden van de Kamer der
Oudften eene tweede begeeren, wordt dezelve gehouden voor verworpen. . 860. De dag, om des wegens te befluiten, zal zyn de tiende dag na de derde lezing.
861. Alle afwezende Leden zullen tegen dien dag worden opontboden , om tegenwoordig te zyn by die raadplegingen, en zulks op de belofte, by het aanvaarden van hunnen post, aan de Natie gedaan.
862. Het belluit zat niet anders dan met eens volftrekte meerderheid van het volle getal der Leden, uit welke de Kamer der Oudften beftaat, mogen genomen worden.
863. Indien de voorflag wordt verworpen, zal een gelyke voorflag over dezelfde zaak door geen Lid van de Kamer der Oudften, binnen het eerstkomend jaar, weder mogen gedaan worden.
864.^ Indien de voorflag, in voegen voorfchreven, wordt aangenomen, zendt de' Kamer der Oudften denzelven, ter goedkeuring, aan de Groote Kamer.
865. Aan het hoofd van dit befluit moeten aangetêkend zyn de dagen der zittingen van de Kamer der Oudften, op welke de drie lezingen gedaan zyn, midsgaders eene verklaariag, dat
het
sGra-
ïenha3e.
OntverpvattConftiutit.
576 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
ve >ha ce.
Ont
werpvai
Confli-
tutte.
het befluit met de meerderheid der voltallige Kamer genomen is,
bfió. Indien uit het befluit niet blykt, dat de voorfchreven form van raadplegen in drie lezingen in acht genomen, en de volftrekte meep% deröeid der voltallige Kamer der Oudften daar in toegeftemd heeft, als dan weigert de Groote Kamer harre bekragtiging, zonder den inhoud van het befluit in overweging te nemen.
867. In zulk een geval wordt het befluit van de Kamer der Oudften terug gezonden, met dit door den Prefident en Secretaris der Groote Kamer ondertekend formuiier:
,, De Conftitutie verbiedt, dit befluit in o„ verweging te nemen."
8C-8. Indien de Groote Kamer, over het Voorftel van de Kamer der Oudften raadplegende, de zaak zelve, by het befluit bedreld, nuttig of noodig oordeelt, maar de wyze, zo als dezelve is voorgefteld, niet kan goedkeuren, Zendt zy het aan de Kamer der Oudften terug, TTj°t dit door den Prefident en Secretaris ondertekend formulier:
„ De Groote Kamer kan het nevensgaand be„ fluit, zo als het ligt, niet bekragtigen."
869. Indien de Groote Kamer fommige Ar'ti- , culen goedkeurt, maar andere verwerpt, zendt dezelve het befluit van de Kamer der Oudften weder terug, met dit als vooren ondertekend formulier:
„De Groote Kamer kan het befluit, ten aan* „ zien van art , niet bekragtigen."
870. In dit geval zendt de Kamer der Oud* ften, binnen drie dagen, het befluit, omtrent
de
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 577
de overige Articulen, afzonderlyk, op nieuw in aan de Groote Kamer, op gelyke wyze, als boven art. 8Ó5. is voorgefchreven.
8/i. De bekragtiging van de Groote Kamer op een befluit, het welk, volgends de voorge. fchreven form, als boven art. 865. genoemd is, wordt te kennen gegeven, door onder hetzelve te ftellen dit behoorlyk ondertekend formulier:
„ Na drie onnerfcheiden lezingen op den....
,, den en den .... by de Groote Kamer
„ bekragtigd-"
872. De Groote Kamer doet dit bekragtigd befluit registreeren, en zendt hetzelve, zo wel aan de Kamer der Oudften, als aan den Staatsraad, binnen drié dagen na de bekragtiging.
873. Dit bekragtigd befluit wardt alsdan een Voorltel van het Wetgevend Ligchaam tot verandering in de Conltitutie, en wordt hetzelve alsdan door den Staatsraad verzonden aan de Grondvergaderingen, op de wyze en teneinde, als hier na is voorgeichreven.
874', Wanneer de Groote Kamer, na drie lezingen, de Voordragt verwerpt, zal de Kamer der Oudften een gelyke Voordragt over dezelve zaak , binnen het eerstkomend jear, aan de Groote Kamer niet weder ter goedkeuring mogen inzenden.
875. Behalven ieder Lid in de Kamer' der Oudlien , heeft ook elk Stemgerechtigd Burger recht, om ten allen tyde aan de Kamer der Oudften een Voorflag te doen tot verbetering van één of ander poinct der Conftitutie. De Kamer der Oudften zal op denzelven zodanig reguard flaan, als zy, ten dienfle van het geheele Volk, zal oordeelen te behooren.
876. Wanneer echter een getal van niet minder dan vyf-en-twintig duizend Stemgerechtigde
O o Bur-
's Gra-
venhage.
Ont-
werpvan Conftitutie»
VENHA-
GE.
Ont. •werpvan Cenfii-, tutie.
r
n 1
H ï
o: P
5?8 NIEUWE NEDERLANDSCHE
Burgers van Nederland, by eigenhandige ondertekening van daar roe dienende Adresfen, aan de Kamer der Oudften een Voorftel doet, tot verandering in één of meer bepaalde poincten der Conftitutie, in maniere, als by art. 855. eHSj6. is gezegd , alsdan ftaat zodanig Voorftel gelyk met dat van het Wetgevend Ligchaam, in art. 873,. genoemd.
877. Dit geval heeft plaats, als vyf en twintig Suizend Stemgerechtigde Burgers, binnen den tyd van fes agtereenvolgende maanden, of eer3er, derzelver Adresfen, tot hetzelve einde [trekkende, aan de Kamer der Oudften zullen lebben ingegeven.
878. De ftemgerechtigheid der Ondertekenaars ran die Adresfen zal onder elk Adres moeten vorden bevestigd door een Certificaat van den laad der Gemeente van derzelver vaste woonftarjts, zonder welk de Tekenaars van die Adresén niet mede zullen worden geteld; het afgeren van welke Certificaaten de Raad der Geneente niet zal mogen weigeren.
879- De Kamer der Oudften maakt uit alle de ngekomcn Adresfen het Voorftel op, zo als het elve, ter goed. of afkeuring, aan het Volk aoet worden voorgedragen.
880. De Kamer der Oudften zendt dit Voor:el aan den Staatsraad, ten 'einde alle de ïrondvergaderingen van de geheele Republiek ;gen eenen zekeren gefchikten dag, uiterlyk innen de twee eerstvolgende maanden, opteaepen, om over dit Voorftel te oordeelen.
881, De Stemgerechtigden zullen hunne ftemlen over de */ of niet noodzaaklykheid der evifie van elk voergefteid poinct van verande. ng, afzonderlyk, by ja of neen. en, zonder mige byvoeginp, uitbrengen.
88a. De ftemmen der Stemgerechtigden, voor tegen deze noodzaaklykheid, zullen op ieder )inct, afzonderlyk, door de Stemopneraers in
de
JAARBOEKEN, "Juny* 1797. 579
de Grondvergaderingen nauwkeurig worden opgemaakt, de Lysten daar van voorgelezen en door de drie oudfte Stemgerechtigden, daar tegenwoordig, ondertekend, en dan binnen drie dagen gezonden worden aan het Beftuur van het Departement, waar onder dezelve woonach tig zyn.
883 Wanneer eenige der Grondvergaderingen in gebreke blyven, derzelver ftemlyst op den bepaalden tyd intezenden, doet het Departementaal Beftuur onderzoek naar de redenen van dit agterblyven, en ftelt ordre, dat door de gebrekigen als nog, binnen zekeren korten tyd, daar aan worde voldaan.
884. Het Departementaal Bïftuur maakt een nauwkeurige Lyst van alle de Stemgerechtigden, die in de Grondvergaderingen, binnen dat Departement, voor of tegen de noodzaaklykheid der Revifie van elk poinct geftemd hebben: Het doet die Lyst ter zyner Secretarie registreeren, en zendt dezelve met de origineele Stemlysten der Grondvergaderingen, binnen de eerfte veertien dagen, aan den Staatsraad.
885. De Staatsraad maakt uit de ingezonden Stemlysten uit de geheele Republiek, by de meerderheid der Stemgerechtigden, het befluit op', of het Volk de Revifie van het ter verandering voorgeftelde poinct of poincten al of niet noodzaaklyk keurt.
886. Deze Stemlysten met het daar op gevallen befluit worden door den Staatsraad den Volke bekend gemaakt.
887. Indien het voorftel door het Volk ver« worpen wordt, mag hetzelve in de drie eerstkomende jaaren niet weder gedaan, noch aan het Volk, ter goed- of afkeuring, voorgehouden worden.
888 Indien het voorftel door het Volk wordi goedgekeurd, roept de Staatsraad hetzelve, re. gens zekeren bepaalden dag, binnen de twes O 0 2 eerst-
'sGsa-
VENBAGE.
Ont'
werpvan
Confti*
tutte,
I
'sGra.
venha' ce.
Ont-
werpva, Conftitutie.
,580 NIEUWE NEDERLANDSCHE
eerstkomende maauden, in de Grond vergaderm. gen op, om Kiezers te benoemen, tot het ma", ken van Revifeuren van het voorgeflelde poi of poincten, van verandering in de Conftitut e 889. De Kiezers der Revifeuren moeten S 1les dezelfde quahteiten hebben, en op dezelfde wyze verkozen worden, als hier voorin de derde Afdeehng van den tweeden Titul is voorgefchieven*,
890 Na dat ieder Diftrift eene Nominatie van twee Perfoonen tot Revifeurs gemaakt heeft, en de negen Kiezers uitgeloot zyn, om zich naar de Kwartiers vergadering te begeven, ontvangen
deH V°,genden
,, De Kiezers uit vyftien duizend Inwooners " ^B-w-nche Republiek, behoorende tot de „ Diflnctvergadering van , hebben,
„ tot de keuze van een Revifeur van het voor„ gelte.de poinct. of poincten van verandering in
de Conftitutie, genomineerd de Burgers „ en zyn voords hunne Medekiezers de Bur! *,» 8ers » uitgeloot, om zich te begeven
" A3lr „ ' ten einde' overeenkomftig de „ Acte van Conltitutie, een Lid tot Revifeur s, te verkiezen,"
,, Aftum den
891. De Geloofs- en Lastbrief wordt door vier der met uitgeloten Kiezers ondertekend, ee. lyk in art. 120 vereischt is. 8
89a. De uitgelote Kiezers der Diftriden, in de Kwartiers vergadering byeengekomen zynde, leggen na dat hunne Lastbrieven door de Commisfarisfen in orde zyn bevonden, hoofd voor hoofd, de volgende verklaaring af:
„ Ik
JAARBOEKEN, Juny, 1707. S«-
„ Ik verklaar en belove, dat ik uit de geno„ mineerde Burgers tot Revifeurs den zodani„ gen verkiezen zal, welken ik daar toe als
het best gefchikt zal oordeelen; zonder my „ hier in door de keuze van het DiilriA, waar „ uit ik ben afgevaardigd, of door eenigen last ,, van hetzelve te laten binden of beftuuren."
893. De verkiezing der Revifeurs gefchiedt voords op dezelve wyze, als hier voor, art. 146 tot 152. , omtrent de keuze der Leden voor de Kamer der Oudften, bepaald is.
894. De Revifeurs moeten dezelfde vereischten, om verkiesbaar te zyn , bezitten, als hier vooren art- 97. tot een Lid van de Kamer der Oudlten gevorderd is,
8pf. De Revifeurs, als boven verkozen zyn. de, ontvangen elk van hun Kwartier den volgenden Geloofsbrief, door vier Leden der Kwar. tiersvergadering getekend.
,, De Kiezers uit zestig duizend Inwoonen „ der Bataaffche Republiek, behoorende tot
het Kwartier van , hebben, toi
„ Revifeur van het voorgefteide poinci: 0; ,, poincten van verandering in de Conftitutie, „ verkozen den Burger , waar va:
,, deze ttrekt tot bewys."
„ Aftum den
896. Zo dra die keuze gefchied is, benoemet 8e voorfchreven. Kiezers van elk Kwartier ui zich één Lid, om met een dergelyk uit he naastgelegen Kwartier eene uitloting te doen uit de twee Revifeuren, in de beide Kwartie ren verkozen.
897. Tot deze uitloting begeeft zich deKie zer uit het Kwartier A. naar de Vergaderplaat;
Oo 3 va
's Gra*
VENHA* ■ GE.
Ont" werpvam Conftitutie.
! 1
l 1
'iGra.
venha se.
OrilWerpvaConftU tutie.
S84 NIEUWE NEDERLANDSCHE
van het Kwartier B., en van C. naarD. en zo . voords van elk der eerfte van twee Kwartieren naar het tweede.
898 De Kiezers, tot de uitloting benoemd, ontvangen van de Kwartiersvergadering een als n gewoon gerekenden Lastbrief, midsgaders den Geloofsbrief voor den in hun Kwartier benoemden Revifeur, welke laatfte door hun, terftond na de uitioting, aan den Revifeur of deszelfs Plaatsvervanger zal verzonden worden.
899. De uitioting van een Revifeur uit de beide verkozenen in twee naast elkander gelegen Kwartieren gefchiedt door de beide gedeputeerde Kiezers, 111 tegenwoordigheid van Gedepue-rden tift het plaatslyk Beftuur, by befloteo gelykformige briefjens, in welke de naamen der benoemde Revifeuren , afzonderiyk, gefteld zyn, en welke door hun in eene busfe gedaan zynde, door een derde, het zy één der Commislansfen, of ander daar toe te kiezen perloon, worden uitgetrokken; wordende de eerstuitgetrokken voor den fungeerenden Revifeur verklaard, doch desniettemin ook de tweede uitgetrokken, om te kunnen zien, of 'er ook eenig bedrog in de loting hadt plaats gehad.
900. Van de gedane keuze en uitloting geeft ook het plaatslyk Beftuur, binnen drie dagen, aan den Staatsraad behoorlyke kennis.
901. De Commisfie uit het plaatslyk Beftuur geeft als dan een Certificaat, midsgaders een Duplicaat van hetzelve, ten blyke, dat de uitloting, volgends de Conftitutie , gefchied is, en wie daar by als Revifeur, en wie als Plaats, vervanger moer worden aangemerkt. De beide Kiezers voegen als dan dit Certificaat by den Geloofsbrief, welke zy aan den Revifeur en 'deszelfs Plaatsvervanger verzenden.
joa. De verkozen Revifeurs zullen, binnen veertien dagen na derzelver aanftelling, door deu Staatsraad, elk afzonderlyk, worden aan-
ge-
JAARBOEKEN, Jutry, 1797. 583
gefchreven, om zich op eenen door hun bepaalden dag, binnen één maand na de aanfchryving, binnen de Stad Utrecht té fisteeren, ter zodanige plaats, als de Staatsraad zal moeten in gereedheid doen brengen.
903. Dezelve worden aldaar ontvangen door drie Gecommitteerde Leden uit het Hoog Nationaal Gerechtshof, ten einde derzelver Geloofs- en Lastbrieven te examineeren, en, ingevalle van abfentie van één of meer verkozene, over de wettigheid der gegeven redenen te oordeelen, of, in gevalle van verfchil of bezwaar, zulks aan het Hof zelf te renvoyeeren.
904. Niemand zal zich van deze keuze tot de Vergadering der Revifeuren mogen onttrekken, dan om zeer gewigtige redenen, ftaande ter beflisfing van het Hoog Nationaal Gerechtshof, op denzelfden voet en dezelfde wyze, als'om» trent de Leden van het Wetgevend Ligchaam, ingevalle van weigering, bepaald is.
905. De Revifeuren doen voor het Hoog Nationaal Gerechtshof, by den aanvang hunner raadplegingen, hoofd voor hoofd, de navolgen, de belofte:
Ik belove , my, in de aan my aanbevolen „ Revifie van het voorgeltelde poinct of poinc„ ten van verandering in de Conftitutie, te „ zullen gedragen , als een getrouw Burger, en ,, daar by zo te zullen advii'eeren, als ik oor„ deel» meest te zullen ftrekken tot heil van ,, het Bataaffche Volk; dat ik de raadplegingen , daar over met allen fpoed zal helpen voordzetten en ten -einde brengen; en dat ik my ook niet zal inlaten in eenige raadpleging „ over andere poincten, dan alleen die aan my ter Revifie zyn voorgefteld, en die daar uit „ voordvloeïen."
906. De Stratsraad zorgt, dat 'er een gea'u-
O o 4 then-
'sGra-
venuage.
Ont-
werpvan
Confli'
tutte'
GE.
Om-
werpvan Conjïi, tutte.
<
1 l
T
I
r I
d
ai P g< H
ra w
23
qi
fci orj da bo
584 NIEUWE NEDERLANDSCHS
^^^""•^ «< verandering ring der ReEren^ffift\a>n de Ver^'
ze,ver by"
^rft;„rmenev'f!nUren k!ezen' ^ rneerderheid
*«■ iïz-tS Mggg*veenien da^ 'tó^ Secretaris
isföeS Secr«ar?S° ^ ^ ««" ge-
•ntvangen voor k nnr m ' JNa!iona,e Kas
aste woonpiaa / ot de SffiT derZelver
*«- en wPeeridxe,tïe^ V00r de
en rho- ' , &U!aen<, en voor el.
•n rS. f MZy t0tdeze revjfie zullen vaceetien gulden, zonder meer.
ven of 1 . of üefll»ten aan dezelve itervotn. d6n: *y Zyn onSeh°"den, die te
'd\2"enZLa\enteSonhrH befluit aan de" Staats-
^p^ö" in hunne
tvèek™ Staafsraad zendt dit befluit, binnen
>»4« Indien de meerderheid der Stemgerech fc Burgeren dit befluit verwerpt ™ «7 Vr
gee-
JAARBOEKEN, Jury* 1797. S«5
geene verandering in de Acte van Conftitutie plaats hebben.
915. In de fes eerstkomende jaaren mag als dan geen Voorftel tot verandering van hetzclf de poinct of poincten aan het Volk gedaan worden.
916. Indien de meerderheid der Stemgerechtigden het befluit der Revifeuren aanneemt, wordt het eene Conftitutiöneele Wet.
917. Indien de Revifeurs, by hunne gemaakte veranderingen, niet tevens den tyd en de wyze van invoering der onderfcheiden poincten bepaald hebben, als dan gefchiedt deze bepaaling door het Wetgevend Ligchaam.
918. Tot aan den tyd, dat de nieuwe Wet in werking zal gebragt worden , blyft alles, zo als zulks ten dezen opzigte te vooren by de Conftitutie was bepaald*
Het Bataaffche Völk beveelt de getrouwe handhaaving dezer Conltitutie aan het Wetgevend Ligchaam , Uitvoerende , Rechterlyke , midsgaders elle verdere Geconftitueerde Magten; en verklaart, dat alle inbreuk op dezelve is een aanflag op de veiligheid van den Staat.
Aldus gedaan en gearresteerd ter Nationale Vergadering, repréfenteerende het Volk van Nederland, in deu Haag den solten Mei 1797, het derde jaar der Bataaffche Vryheid.
(Was geparapheerd) G. W. van MARLE, vt
(Onder ftond) Ter Ordonnantie van dezelve, (Was getekend)
C. BYLEVELD. Oo 5 B Y-
t
's Gra-
VENHaGE.
OntwerpvanConjlitutte.
r
5*tS NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sCra-
VEKHA" OE.
Ont.
werpvat
Confti.
tune.
1 ] t
I i I
! \ t c I d e v
P
le d< ec
B Y L A G E Ai
CONC EPT.RE GLEMENT nopens de wyze van inrigting der Financien , welke plaats zal hebben, voord na hettntroauceeren yan de Conftitutie, tot tyd en wyhn, dat het Wetgevend Ltgchaam een ander Plan van Financie, ingemge den inhoud der Acte van Conftitutie, zal hebben in werking gebragt.
Art. u Alle geldmiddelen van de Republiek het zy dezelven beftaan in ImpofitienT Belastin gen of Domeinen van w.lke ™tuur' S ? mogen zyn, zullen ftaan onder het Oroerht ftuur van de Financiekamer. "PPerbe.
2. Dezelve Kamer zal vervangen de werkzaamheden van het Committé tot de algemeene «ken Van het Bondgenootfchap te Lande "o .en aanzien van de zogenaamde Generaliteits Financien, als ten rofpecte van de Lands Tnli 7, als mede die w >net Comnutté tofde^ za.'
TwZdl^e> V00rZ° « de
ran N.sfau of andere particulieren benoorden - waar u. geene Lasten, ten behoeve derRelubhek, of van ééne der Provinciën, geheven 'orden de onmiddelyke beheering hebben omrent alle nieuwe middelen van Financie dïê ver de geheele Republiek en dus ook in die ,anden en Heerlykheden zuilen ingevoerd wo ! en. Dan het opzigt over de gewoone Lasten i Impofitien, m de Domeinen van den VoS m Nasfau tot nog toe geheven geweest za rovifioneel gedemandeerd blyven aan he Col gie van Adminiftratie over de Goederen van m Vorst van Nasfau, onder het oppertoezTgt hter van de Nationale Financiekamer.
4. Al.
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 587
4. Alle Imposten en Belastingen, in alle deeJen der Republiek fubfilteerende, blyven op den zelfden voet; met dien verftande, dat in die deelen, in welke de Middelen extraordinair ver hoogd zyn, om de lasten des Oorlogs te vin^ den, die verhoogde Middelen z.ullen w-rdeu gebragt op den voet, als die waren voor den jaare 179a; zullende dan nog het Wetgevend Ligchaam, na ingenomen confideratien van de Financiekamer zorgen, dat met het begin van 1799. de hooger Belastingen, welke m on 'crfcheiden Gewesten op fommige waaren en produtten gelegd zyn, uit hoofde van invoer uit het ééne Gewest in het andere, zodanig worden veranderd, dat de Belastingen op de Producten en Waaren, uit het ééne in het arodere Gewest gevoerd, niet hooger zyn, dan de belastingen met welke dezelve bezwaard zyn m dat rewest, in welk dezelve zyn ingevoerd, gevallen of gemaakt: in het oog hondenae, dat do-rde te maaken veranderingen geen attdnte worde toegebragt aan de overige gedeelten der Fmancieele Ordonnantiën, of dat daar door geer, al te aanmerkelyk deficit in 'sLands ir.komiten worde veroorzaakt.
c Zo echter in fommige gedeelten door verbeterde Ordonnantiën de Middelen mogten geneficeerd zyn, zullen die Ordonnantiën blyven ftand houden. .,
6. Alle Ordonnantiën, op den opheve der Middelen in de onderfcheiden rieelen der Republiek geëmaneerd, en dus ook op de manier van pro. cedeeren en de wyze van perceptie daar om trent, midsgaders de précautien tegen verkorting van 's JLands Middelen, blyven op den zelfden voet, ten ware de ondervinding leerde dat de reeds geftelde précautien met fufficien waren, om nieuwe pradyken in het fraudeerei der Middelen tegen te gaan.
7. Van de continuatie, art. 4. en 6. vastg
VRNHA3B.
OntverpvanCo'ifti' tutte.
t 1
1
588 NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venhage
Ont-
werpvan Conftitutie.
t
i i
s {
i l i 1
fteld, zyn uitgezonderd de Middelen, hierna art. 32. opgenoemd, alsmede de daar op geëmaneerde Ordonnantiën.
8. De Comptabelen door de geheele Republiek zyn, behoudens derzelver tegenwoordige ondergefchiktheid en verantwoordelykheid, onder-p worpen aan de Ordres van de Financiekamer.
Q.Zy zullen, binnen agt dagen, na dat de Financiekamer haare werkzaamheden zal hebben begonnen, aan dezelve Kamer inzenden eene Memorie, behelzende eene summiere opgaaf van de posten van derzelver ontvang en uitgaaf, geformeerd volgends de Borderellen hunner gewoone Rekeningen, en berekend naar het montant van het geen die posten, geduurende tien jaaren, het ééne jaar door het andere, hebben bedragen; met dien verftande, dat die Comptabeien, welke nog geen tien jaaren in functie zyn geweest, zullen kunnen volitaan, met die berekening te formeeren naar den tyd, dat zy in Administratie zyn geweest. En zullen de Comptabelen , daarenboven, verpligt zyn, om copie dier Memorien tevens in te leveren aan het BeHuur, in het Gewe-st geetablisfeérd, onder welk zy refpedtivelyk behooren; welk Beftuur desselfs reflectien (zo het die mogte hebben) binïen één maand ter Financiekamer zal moeten inzenden.
10. Zy zullen ten gelyken tyde inzenden eene ipgave, voor hoe veel foms zv voor hunne roede en getrouwe directie hebben borge geleid, en waar in die borgtogt beftaat.
it. Zy zullen, met het begin van elke maand, an de Nationale Financiekamer inzenden een' raat van hunne refpectiva Comptoiren. ia. Zy zullen by continuatie blyven betaalen e Intresfen van de Capitaalen, ten Jaste van unne refpective Comptoiren genegotieerd, alsJede zodanige posten, tot welker betaaling zy e vooren, by generaale Refolutien of Ordon-
nan'
JAARBOEKEN, Junjt 1797. 589
nantien, geflageti voor 1 January 1798., gequalificeerd zyn.
13. Zy zullen refpecteeren en met betaaling agtervolgen de Ordonnantiën, welke door de Financiekamer, ten laste van hunne refpective' Comptoiren, geflagen worden, mids die Ordonnantiën zyn in die form, als by de Acte van 1 Conltitutie, art. 490. , bepaald is. »
14. Zy zullen zich ftiptelyk gedragen naar de Inftructien en naar de Refolutien, op het ftuk hunner bedieningen refpectivelyk gearresteerden genomen, voor zo verre dezelve door de nieuwe inrigting van zaken niet zyn gealtereerd.
15. Zy zullen hunne Rekeningen, voor zo verre betreft derzelver ontvang en uitgave, gedaan op Ordonnantiën der Financiekamer, midsgaders die, tot welke zy door generaale Refolutien zyn gequalificeerd, met en benevens de Acquiten, daar toe fpecteerende, jaarlyks inzenden ten Bureele van de Nationale Rekenkamer om te worden geëxamineerd, afgehoorden gefloten.
16. De Financiekamer zal, zo dra dezelve zal zyn geörganifeerd, in alle deelen van de Republiek doen opnemen den ftaat der Inkomften van dezelve, als mede der Huislasten ; en vervolgends , van den ftaat der zaken geïnformeerd zynde, dezelve brengen ter kennis van het Wetgevend Ligchaam.
17. Voor Huislasten zullen worden gehouden de kosten van de Politieke Administratie, van de Justitie, van het publiek Onderwys, alsmede de Subfidiën en Remisfien , welke jaarlyks gewoonlyk moeten geaccordeerd worden wegens middelen, waar van niets te bekomen is.
18. De fommen, welke de Huislasten zullen bevonden worden te bedragen (onder welke mede gerekend zal worden een post van onvoorziene zaken, door het Wetgevend Ligchaam bepaald, naar de omftandigheden, welke in ieder
sGra-
i7enha3e.
Intverpvanlonftiutie.
'sGra.
VENrtAGE
Ont-
werpvan
Coi.fli*
tune,
" M t
i
i
. 1
i
I i i ( i t
590 NIEUWE NEDERLANDSCHE
der Gewest plaats hebben) zullen gefield worden ter dispofitie van het Be'tuur, bet welk in de Gewesten zal moeten gtëtablisfeerd worden tot den tyéi dat de nieuwe Departementen znllan zyn g?organifeerd.
19. De Rekening van uitgave der Huislasten zal door de refpeclive Comptabelen gedaan wor. den aan de Beftuuren, in het voorig Articul vermeld, of aan hun, welken deze taak door dezdve zal ?yn opgedragen.
20. Dezelve Beftuuren zullen, gefubordineerd aan de Financiekamer, toeverzigt hebben op-de rigfge executie van 's Lands Ordonnantiën en Placaaten, op het ftuk der gemeene Middelen en Domeinen fubfifteerende.
ai. Zy zullen dien ten gevolge in die deelen der Repunhek, in welke eenige Middelen ver. pat't wordeu, die verpagtingen ten overftaan Vdn den Subftituut Fiscaal, hier na art. at. vermeld, effectuëeren. *
32. Zy zullen in die deelen der Republiek, in welke de Middelen gecollecteerd worden, de •dpective Bedienden, tot dat einde geëmployeerd wordende, tot hunneu pligt houden.
53. De Calange over verkortingen van 'sLands Middelen zal blyven gedemandeerd aan hun, -veike dezelve in de onderfcheiden deelen van Ie R' puMiek tot nog toe heeft gecompeteerd; n de judicature over dezelve zal blyven aan lie Rechtbanken, welke dezelve in de ondercheiden deelen der Republiek tot nog toe heb>en uitgeoefend , of aan die, aan dewelke de« :elve by de Acte van Conftitutie zal worden oevertrouwd. — De Calange over verkortin;en van de Middelen te water zal worden gedenandeerd aan de Subftituut-Ftscaals, hier be. leden art. -5 vermeld, en de judicature over Ifczelve zai competeeren aan de Gewestelyke Geechtshoven, onder welke de refpective Gcdaagen gezeten zynj yaLende echter van de Vonnis.
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 591
nisfen, by de Gerechtshoven gewezen, Appél'
1 f aan het Hoog Nationaal Gerechtshof.
En 1 zullen ten dien einde in die Gewesten, < welker uitgebreidheid en grooter Commercie meer dan éénen Subftituut-Fiscaal vereifchen,<
i het bcnoodigd getal Subflituut-Fiscaals door het 1 Wetgevend Ligchaam worden aangefteld: wor-i dende dan nog de jndicature, zo over de ver-i korting van de middelen te Water, als over de andere Landsmiddelen in Overysfel, opgedra»
: j gen aan dat Coliegie, het welkaldaar de Rechtspleging over de gemeene Middelen uitoefent, voorbehoudens Appél aan het Hoog Nationaal Gerechtshof; en zulks tot tyd en wylen, dat aldaar mede een Gerechtshof zal zyn geëtablisfeérd; in welk geval mede in dftt Gewest de Judicature over dit poinct, aan het aldaar inte-
i voeren Gerechtshof, binnen Appél als vooren, zal worden overgebragt. En zullen geenerhande Vacantien den loop der Procedures, in cas
1 van fraude en contraventie, mogen ftremmen.
24. Van de Vonnisfen, in cas van verkorting < van 'sLands Middelen gewezen, het zy van
Rechtbanken, welke ter eerfte inftantie by arrest hebben gewezen, het zy van dezulken,aan welke dezelve van eene laagere Rechtbank, by 1 wege Aan appél, gebragt waren, valt op den l voet, by de Acte van Conftitutie bepaald, hoo1 ger beroep voor het Hoog Nationaal Gerechtshof.
25. In ieder deel der Republiek zal provifioneel worden aangefteld een Subftituut-Fiscaal
1 der Financie, woonachtig in dat gedeelte, by het welk hy wordt aangefteld, op een fortabel Tractement, door het Wetgevend Ligchaam te bepaalen, en geëvenredigd naar de meerder of minder duurte, in de Ciiderfcheiden deelen der Republiek plaats hebbende, en naar de werkzaamheden, aan dien post verknogt. 26» De Subftituut - Fiscaals zullen in de Dis-
. | tric-
sGra-
je.
~)nt»
verpvan
Confti-
mie.
'sGra>
vewha"
..ge.
Ontwerp vai Confti. tutte.
59a NIEUWE NEDERLANDS CHS
.rieten, in welke zy zyn aangefteld, toezien : dat de opheve van de middelen, in gevolge de geetaolisfeerde Ordonnantiën, rigtig gefchieden, en dat er behoorlyk worde gewaakt tegen verkorting van 'sLands Middelen. ' 27. Zy zullen niet alleen correspondentie houden met den Fiscaal van de Financie, maar ook 111 de refpective Diftricten, onder hun Departement behoorende, ten einde geinformeerd te zyn nopens het geen, omtrent de perceptie der gemeene Middelen, plaats heeft.,
a«. Wanneer zy bevinden, dat 'die, aan welken de executie der Ordonnantiën opdeoemeene Middelen is aanbevolen, nalatig zyn in je be. tracüting van hunnen pligt, zo zullen zy daar van kennis geven aan den Fiscaal der Financie ten einde dezelve tegens de nalatigen zodanig ban procedeeren, als by zal oordeelen te behooren.
; 29- Zy zullen in die deelen der Republiek in welke fommige Middelen verpagt worden die Verpagtingen bywoonen , van dezelven aantekening houden , en die aantekeningen, na den afloop der verpagtingen, aan de Financiekamer inzenden , en wyders toezien, dat die verpagtingen naar behooren gefchieden. ; 3?. Het Wetgevend Ligchaam zal de Inftructie formeeren voor de Subftituut - Fiscaals, met infertie van de voorenftaande 25. 26. 27. a8 Pn 29. Articulen. 1 "
31. Vermids de gewoone Middelen niet toe reikende zyn, om de algemeene Lasten des Lanas te vinden, zal het Wetgevend Ligchaam eene nefnng van penningen doen, welke werken zal over de geheele Republiek, naar het betrekkelyk vermogen der refpective deelen en der ingezet jen. 5 lc
32. Ten dien einde zal 'er geheven of in™, voerd worden: 6
x, Ee-
JAARBOEKEN, Juny, 1797. 593
1. Eene perfoneele belasting, gebafeerd op de huuren der huizen, door de bewooners derzelve te betaalen; , ' ,
2. Het Collateraal op de faldos der boedels, ingevolge eene nieuwe Ordonnantie, door het Wetgevend Ligchaam te formeeren;
o. Een Nationaal Zegel door alle de deelen der Republiek, insgelyks op eene Ordonnantie, als vooren te formeeren; en
4. Eene belasting op de zuivere Inkomsten der Ingezetenen:
Of flegts ééni^e van deze middelen, of wel andere daar boven, indien 'sLands behoefter zulks gedoogen of eifchen.
33. Deze inrigting zal aanvang nemen opdet eerften January 1798, en emdigen ten tyde, wanneer door het Wetgevend Ligchaam eene an Jlere en verbeterde voet der Nationale Financie ^ingevolge de A#e van Conftitutie, zai zyn inge voerd.
C Onder ftond) Accordeert met deszelfs origineel. (Was getekend) C. BYLEVELD.
Pp BY-
' Gra-
VENHA" GE.
OntwerpvanConfti-\ tutte.
1 1
3W NIEUWE NEDERLANDSCHE
'sGra-
venhage.
Ont-
Werpvar Conftitutie.
B Y L A G E B. CONCEPT-INSTRUCTIE
Voor het hoog Nationaal Gerechtshof.
Art. f. De Préfident en Raaden , in dezen Hove geordonneerd', zullen, by het aanvaarden van hun Ambt, zich refpeaive'yk by Eedemoeten zuiveren, dat zy, voor het verkrygen van hetzelve, aan niemand iets hoegenaamd beloofd of gegeven hebben, midsgaders xich verbinden, in het vervolg ook niets daar voor te zulien be» loven of geven.
a- Zullen ook, geduurende hunne natemeldene functie, geene giften of gaven van eenige Perfoonen, Collegien, Departementen of andere Corporatien, hoe ook genaamd, die zy weten eenia Proces of Rechtsvordering voor dezen Hove tef hebben, of appajrentelyk te zullen verkrygen, ontvangen of genieten mogen, zelfs niet van eenigerhande fpyze of drank, die Koopbaar is;ook niet na de uiting van bet Proces, en, zo verre zy eenige der verboden giften of gaven ontvan- gen zullen hebben van eenige Perfoonen en goede Vrienden, die zy namaals vernamen, eenig Proces voor dezen Hoye te hebben, hét welk zy, ten tyde van het ontvangen, niet hadden geweten, zullen zy gehouden wezen, den Hove daar van te verwittigen en de voorfchreven ontvangen giften of gaven, of de waarde van dien, zodanig .'ten behoeve van den Armen, of andersfins, te bekeeren, a's hun door dezen Hove zal geordonneerd worden, en daar en boven niet.mogen flian over de vifitatie van dé Procesfen, concerneerende den genen, van wien zy de voorfchreven giften of gaven ontvangen hebben, zonder daar toe by den Préfident en andere Raaden geadmitteerd te zyn: en zullen de voorfchreven
. . Pre-
I
JAARBOEKEN, Juny, 1707. 595
prefident en Raaden zich alle jaaren , den eerften Rechtdag na de Wintervacantie, gehouden zyn, tegens den anderen by Eede te zuiveren, dat zy zicg in al het geen voorfchreven is, wel envroomelyk hehben gekweten.
3. Zullen ook niet mogen hebben eenige Penfioenen of Gagiën, buiten het geen hun van wege de Natie is toegelegd ; noch ook eenige andere Ambten of Officien mogen verkryaen of blyven bezitten, direct of indirect, refpectivelyk op pceue van privatie van hun Officie.
4. Zullen provificneel hunne zitting hebben te Utrecht, of waar het anders, in vervolg van tyd, door de Wetgevende Magt, van wegens het Ba taaffche Volk, zoude mogen zyn geordonneerd.
5. Zullen ten minften viermaal 'sweeks vergaderen, uitgezonderd in de gereguleerde Vacantien; als namelyk in de Paascb- en Pinkflerweek, van half July tot half Augustus en van half December tot half January; echter zal het den tydelyken Prefident vryltaan, den Raad zo dikwyls extraordinair te convoceeren als hy zal noodig oordeelen.
6. Het Hof bepaalt de wyze, waar op de Leden, die zonder redenen, by het Hof voor voldoende gehouden, van de Vergadering afwezig zullen gebleven zyn, gemulcteerd zullen worden.
7. Zy zullen, geduurende hunne fuDÓtle, ongehouden zyn tot eenige perfoneele dienften van togten of wagten, het zy in de plaats van hun lieder refidentie, het zy elders.
8. Zy zullen Recht en iuftitie adminiftreeret in alle zaken, die by de Acte van Conftitutie aar de Judicature van het Hof zyn opgedragen, ol in het vervolg door het Wetgevend Ligchaaai opgedragen zouden mogen worden, de Juftitie daar in doen gehoorzamen en de SententiËn tei executie doen ftellen.
9 Zy zullen wegens alle misdaaden, ter hunner judicature ftaande, het zy uit hoofde van Pp 2 den
's Gra*
venha" ge,
OM'
werpvan
Confii*
tutte»
1
J9Ö NIEUWE NEDERLANDSCHE
*s Gra-
VENHAGE.
Ont-
werpvan Conftitutie.
1
1
i i
i i
den Perfoon, die daar mede beticht wordt,het'zy uit hoofde van de natuur der misdaad zelve, aan de genen, welke daar toe verzoek zouden willen doen, en zich tevens by dezen Hove gevangen zouden willen ftellen, mogen verleenen Mandament van Purge, uit kragte van het welk ter plaatze, daar de betichte Perfoon woonachtig is, en het delicï begaan zoude zyn, en wyders ter Puye van het Hof zullen worden gedagvaard alle ie genen, die zich partyen tegens dezelven zouden willen maaken, ofte eenige denunciatie van Getuigen tegens dezelven zouden willen doen; houdende het zelve Mandamen: tevens aut.horifatie op twee Leden van den Raad, die het Hof daar toe committeeren zal, om de denunciatie te ontvangen en de Getuigen te hooren; welke twee Leden vervolgends gehouden zullen zyn, al hetzelve Secretelyk aan den Hove overtebrengen, om daar óp, by denzelven Hove, ter purge of rejectie van dien, en punitie, geprocedeerd en eindelyk gedecideerd te worden naar recht; blyvende de Impetrant, hangende de voorfchreven Procedures, ia beftoten hegtenis- ten ware dat snders by den Hove zoude mogen zyn geördonteerd.
10. Zullen ook, indien eenige Partyen, byden Procureur-Nationaal voor dezen Hove in Rechten betrokken, begeerden, zich te fubmitteeren lan de arbitrage van dezen Hove, en de Procueur-Nationaal bereid was, van 'sgelyken te doen, daar in zodanig kunnen disponeeren, als aevonden zal worden, tegen de Natie en Justi:1e misbruikt te zyn: en, indien zy eenige boeten lecreteeren, zullen die aan de Nationale Kasbetoorlyk worden verantwoord; doch zal over geese misdaaden eenige compofitie, hoe ook gewamd, mogen worden toegelaten, ten ware daaromtrent door de Wetgevende Magt anders zoule mogen zyn geordonneerd.
11. Het Zegel tot de zaken van de Justie zal
be-
JAARBOEKEN, Juny, 1707. J»7
berusten onder den tydelyken Prefident, die ge-' houden zal zyn, daar mede, by advis van den Raade, te doen zegelen alle Mandaraenten en< Provifien van Justitie, die, door of van wege dezen Hove, zullen geêxpediëerd worden.
12. By noodzaaklyke abfentie ofindispofitie van den Prefident, zal