io3 DE JONGE REIZIGER
Maatfchappy en Zeevaart, van e^.ne hoogte, dat zy byna vyfhondert Scheepen jaarlyks ter Haringvangst in zee bragt, heeft moeten dsalen tot maar vyf - en - veertig.
Ik zeide myn vriend, dat ik gehoopt hadde den 15 reeds hier te zyn, ten einde de zogenoemde buizen Bededag by te woonen. En verzocht hem my daarvan eene korte befchry-
ving meedetedeelen. Zie hier wat hy 'er
my van verhaalde.
Gemeenlyk, zeide hy, wordt den zeildag
op den 15 of 16 Juny bepaald, tegens dien „ tyd koomt ook hier het Haringvlootje van
de Ryp. 's Daags voor den zeildag
M wordt 'er plechtig bededag tot God gehou„ den, om zynen zegen over de aanftaande „ visfchery aftefmeeken. Dan leggen alle bui„ zen zeilvaardig, voorzien met vlaggen, en „ de vreugd der Burgery is op aller aangezichte te
leezen. Alle neering en handteering
„ ftaat dan ftil, men woont in 't algemeen den s, Godsdienst met zeer veel ernst by, maar de. „ zelve geëindigd zynde, is bet even eens als „ kermis. *t Gewandel en gewoé is dan groot, „ de blydfchap algemeen, en overal vindt men
vrienden gezelfchappen, d e een gul vermaak „ opleeveren, en niet zelden tot diep in den
nacht duuren. —— Den volgenden dag re-
95 geit
Backer, Jan A., "De jonge reiziger door Nederland. : III. DEELS, I. , II. EN III. STUK". "Iii. deels, i. , ii. en iii. stuk". Langeveld, Dirk Meland Amsterdam, 1784-1796, 1789. Geraadpleegd op Delpher op 25-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:8198:mpeg21:0005