Aardrykskunde des bybels.
jo4 AARDRIJKS-KUNDE
heel waarfchijnlijk Kana in Afers Stam jos. XIX,' 28. hetwelk daar nevens Zidon, en de vesting van Tyrus, genoemd wordt.)
Rama (II. Deel. Bladz. 321.)
De vaste Stad Tyrus. (Dus heeft de gewoone vertaaling jos. XIX: 29. Doch de Stad Tyrus was ten dien tijde nog niet in wezen, maar een Kasteel of eene bevestigde rots met dezen naam kan er geweest zijn in de nabuurfchap, daar naderhand het vermaarde Tyrus gefticht is, hetwelk Van die bevestigde rots zijnen naam zal ontleend hebben. III. Deel. Bladz. 30. Van Tyrus zelf fpreken wij elders.)
Hofa (onbekend.)
Achzib. (III. Deel. Bladz. 120.)
Umma (onbekend.)
Jfeh (111. Deel. Bladz. 206".)
Rechob ( boven de voorgaande Bladzijde.)
NAFTHALI
pntving het zesde lot, bij de verdeeling des lands, zijnde zijne erf bezitting geheel in het noorden van Kanadn gelegen, en zich uitftrekkende tot aan of liever in het gebergte den Libanon. — nafthali, de Stamvader, was de zesde van jakobs zoonen, geboren uit zilpa, rachels dienstmaagd; zijn nagedacht, bedroeg, bij de telling des volks in deMoabitifche vlakten, num. XXVI: 50. 45,400 mannen.
^ De grensbefchrijving van dezen Stam ftaat jos.
32"39- „ De grenzen der Nafthaliten, „ naar hunne geflachten, begonnen van Helef, „ en den Terpentijnboom te Zadnannim", (de gewoone vertaaling : „ van Allon tot Zaanannim) „ over Adami, Nekef, JabneU, tot aan Lekkum,
„ ein-