8o LEERREDEN
natuurelijk konden voortvloeijen. En dus zou deezë iiaam ook iemand kunneti uitdrukken van een hoog bewind én gezag ; meh zoude denzelven zelf kunnen vergelijken met het Latijnsch woord Namen, hetwelk niet alleen van de Godheid, maar ook van de Keizeren gebruikt wierd; iemand, qui nutu juo om*< Ma guhernat, die alles door zijn w*»* regeéru — ■ Dif denkbeeld koomt hier ook zeer wel te pas , en ftrookt vólköomen met den naam vart Sterke God^ den naasten in deezen lijst der eernaamen. Het is immers bekend, hoe de naam van Goden aan de Koningen, Vofften en Regtèren oudtijds Wierd gegeven ^ niet alleen met eèn ander gelijkluidend woord in het oorfpronglijk , (ƒ)■ maar ook met het zelve , he'H welk hier gelezen wordt, en het welk eigen. lijk kragt, fterkte en fteunzel uitdrukte Hét wordt
niet
(ƒ) ÏDTt^tf en koomen dus beide voor Vfs LXXXII. i ba:tiV XI. 36. fchijnl men ^tf ook in deezen zin "te moeten neemen. Dit is bij de Grieken ook bekend geweest. iEfchyl. Perfis. V. 157. wordt Atosfa genoemd q«0v ïuïostmj» U.t^ü-j , ©aeu S\ ko,1 ufixmi Daar de Scholiast aantekent, tjuV (èxtrthu; Gso'us **Xcu<r«v oi nse<f«i« Zie daar ook de aantek. van Stanley.' En ibid. V. 646 noemt men Darius n^vol* "Zovc-iyivy Qwi Plutarch. de fe ipfo absque invid. iaud. Opp. tom. IL p. 364. edit; Steph. Tw» f&xsihiut tov« f*jj StoZi a-^H **ïUt '«txycpiiffS-m 9-«aovta«. Zie ook Saflk Bochart. Opp. tom. I. p. 1006.
Stinstra, Joannes, "Oude voorspellingen aangaende den Messias en deszelven openbaaringe [...] in eenige leerredenen. : TWEEDE DEEL". "Tweede deel". Plaats, Volkert van der Harlingen, 1768-1801, 1779. Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=dpo:9727:mpeg21:0004