'i Gravenhat)», 26 December. H. M. de Kostaf in en Z. K H. de Prics begaven zich op den (en K'rstdag dei namiddags te balf vjjf uren »»r de Grthische Zaal achter het paleis op dei Kneuterdijk alwaar, op uitnoodiging van d« Konirgin, eaamgokomen waren de kiode ren Insschen den 6 en 12-jarigen leeftjjd v* 1 Hr. Mc. dienstpersoneel met hun ouders. Id gen re rede zaal was aangericht een l^ge tifel waarop 3 groote keretboomen in ^llen lichtplans waren geplaatst. Rechts v n die tafel stonden al de meisjes, links al jonfivs geschaard, de oudera achter |od kinderen. Op de tafel aan den rechterkan'waren ger*nprchikt de voor de meisjes bes*mde kerst(trehenken, welke door H. M. ie Koningin persoonlijk aan haar werden overhandigd en links de cadeaux voor de jongens, die deie ,wassingen alt handen van den Prins ontogen. te kerstboomen waren behangen met al< leriei versnaperingen en lekkernijen, welke n oitdeellng der gesshenken, eveneens door Koningin en Prins aan het jonge volkje wer* in gegeven. Bg den aanvang «n na afloop van dit kinfafeest, door H. M. aan de jeugd bereid, mrdeo door een koor van dames, onder leivan Mevrouw Hoeufft van Velien, echtpneote van den intendant der koninklijke paleizen, gezongen fragmenten uit de Kerstadats v»n Gath. van Rennes, waardoor op dezen dag aan dit feest tevens een stiohte1e wijding werd gegeven. - H. M. de Koningin-moeder, 'die op ien Kerstdag de Koningin en den Prins b\j zich 1« dineeren had, was heden aan tafel by het Kotinklijk Echtpaar, let spoorwegongeluk bij Bodegraven. Ter »anvulling van het reeds medegedeelde e*«r dit errstig ongeluk in He Loc. vao 21 dezer, ontleenen wy nog het «olgende aan le siste ra vond ontvangen mailbladen. Een medewerker van de JS. li. G., die bet terrein van de ramp bezocht, schrijft o,a,: •Hedenochtend (23 Dec.) had de brug«tebter zich verslapen, naar h\j verklaart, ondat zijn wekker niet is afgeloopen. De tolegraf hlsche vraag of de weg veilig was, bleef dos onbeantwoord. Tech liet men den trein git Bodegraven vertrekken. De machinist reed in mist en schemering door het onveilige tin, waarin geen licht brandde, en toen gebaarde ket onheil. De brugopening tusscben hoofden, over het water gemeten, is zeven Hueter. Over dezen afstand sprongen de mashiae met tender, een bagagewagen en twee fcrde klaase-rjjtulgen heen ; een rijtuig eerstetweede klasse zakte precies tusschen de iootden in, eo bleef daar, van achteren ruad op de buffers, hoven het water hangen; overige wrgtns bleven op de rails voor '• trog stian. De loeomotief, losgebroken v den tender, stoomde nog een honderd eter door, en sloeg toen van den dyk, waar j Mderstboven kwam te liggen, met de 'ieltn in de hoogte, vlammen en stoom uitrende. Een veertig meter daarvóór, vlak 1'Bovtr het wacbtershuis maakte de tender een omzwaai in de lacht en viel toen, *>et den voer kunt naar achteren, een einddiep in het zand van het talud; de 'fifcewagen sprong daar bovenop, de brug»tebter«woning dreigerd te verpletteren, J" f PMstopt tegen dit gevaarte stopten de klasse ryluigen stil, tot aan de assen " »«t tand dringend. 'Vfcrfcjjsterd schrikt de brugwachter van w gedaver uit zyn bed;hij zag de reuzenwee van verpletterd hout en ijzer z : ch hoog 1 ?.' en de vensters van zün buisje verheffen, 'ï *»g den feilen vuurgloed, hoorde 't gesis 'oden stoom en 't water ... Ik dacht de wereld verging" — zei hy. Half gei 'loog hy ajjn woning uit, wilde om P 'einen, maar het blokhuis aan den ^rkant «as weggeslacen. En toeu snelde door naar station Woerden om de ramp Wellen." Nieuwe Ct. zegt o, a.: m y dit ongeval in onze oogen ven zulk, !«? ..ekecis maakt, is de omstandigheid 1 h <«r wederom ten duidelijkste bleek, hoe °>®et gevaren vertrouwd, daarvoor iJ 8 . worden. We hebben hier toeh ■ te doen met één afikel ebeis van één «on. doch de resultante van di ieérlei fout. lo - Heeft de wissel wachter, die dezen |«len d»g met onverschilligen blik de * ta gadeslaat, volgens eigen verklaring ® **rslapen". Volgens alleszins betrouwR'tmgen had de man 's avonds nog la»t • kroeg gezeten, hetgeen zelts geen zeld* ■M 4a ' , Beeft men van het station Bodegraven ,? 8«geven signalen niet het antwoord M ' afwacht. ■ Is da machinist, die zich verontschuldigt , ,deo mist, doorgereden en, hoewel h\j * '.'ebt ia het ' wachtershuisje zag en het »W ? P ,® nwili 8 ■ tond * »rka!yk t onverantwoordelijke toestan'^an het raizend publiek zich heeft m. Wr t®ouweo, en die een zeer gestreng o«k dringeed wanschalijk maken l" I ^Pde l'weo begratenisecn. ® # '8««eene begraafplaats te 's-Graven* ^ (Wiiv ^ ter aarde besteld het ["'• t« D ° versch ot van den viee-admiraal Van ! id " en «"«"leden, in tegenwoordigJ D« Te oud-,viag-an d«k officieren. tV® 00 ,"'-benacht Van Rossom huldigde I verdiensten.
Op dezelfde begraafplaats werd daarna ter nrde besteld baron Snouckaert van Schauburg, gepens, majoor der cavalerie en arehiraria van H, M. de Koningin. De stafmuriek van het derde regiment huzaren, waarvan een deputatie officieren mede aanwezig vres, voerde treurmuziek uit. In den stoet volgden vertegenwoordigers van de Koninklijke familie. De Koninginnen en Prins Hendrik zonden kransen. Bijna alle leden van de hofboorftoft de ambtenaren van het arohief en de inspecteur der cavalerie, met vele officieren Dr. T. Zaayer. Men meldt uit Leiden van 25 Deeember: Heden-namiddag werd het stoffelijk overschot van den hoogleeraar Dr. T. Zaay;r op de begraafplaats aan de Groeaesteeg ter aarde besteld. Te 12 uren ging de lijkkoets, gevolgd door zeven volgkoetsen, van het sterfhuis aan het Rapenburg. De kist lag als bedekt met kransen en bloemstukken, waarbij van het Collegium en van leerlingen en oudleeriingen. Een groote schare deelnemenden uit alle standen stond ondanks het gure weder om de groeve geschaard. Daaronder waren vele hoogleeraren, medici en studenten. Tevens zag men er den waarnemenden burgemeester, den Heer H. G. Juta, den gemeente-secretaris en vele leden van den Raad. Aan het graf werd het eerst het woord ge* voerd door den Praeses der Medische Faculteit, prof, Dr, W, Enthoven : Diepe weemoed vervu't ons — zei deze spreker o. a. — nu wy staan aan de geopende groeve van onzen Zaayer, Onverwacht en piotreling is hy heengegaan, terwijl wy neg meen' den, dat vele jaren levers hem waren toege^ dac t; dat hy eerst nog zou mogen arbeiden, en dan genieten van een lange, Welverdiende rust. Hij heeft een werkzaam leven geleid. De overledene was een sieraad van den Leidsche Senaat, een vraagbaak in de faculteit der geneeskunde, een zeer gewaardeerd lid van den gemeenteraad, een nauwgezet curator van het Leidscbe gymnasium, een geleerde van naam, en allermeest nog een geliefd, een op de handen gedragen leermeester. Spreker bracht in herinnering, dat reeds de eerste colleges, die prof. Zaayer op 28-jarigen leeftijd gaf, door helderheid Uitmuntten en zoowel sloor vorm als inhoud baeiden. Voor zyn studenten koesterde hy een warme belangstelling. Hy kende allen persoonlijk. In latere jaren «as er menig student, wiens vader ook reeds Zsayer's leerling was geweest. Hij kende bun geschi^detis en de omstandigheden waarin zjj verkeerden, Hy gaf hun menig m al goeden raad en was voor velen, behalve een leermeester, eok een vaderlijke vriend. Een vaderlijke vriend was hy ook voor zijn jongere collega's. Zyn geheele persoonlijkheid boezemde sympathie en vertrouwen in en talrijk zyn degenen, die om zyn raad en hulp kwamen vragen. Zy kwamen nojit te vergeefs. Na dezen spreker, wiens warm woord grooten indruk maakte, trad Mr. B. M. Vlielander Hein, lid der Eerste Kamer, naar voren om als een der oudste vrienden van den overledene een woord te spreken. Ook hy schetste den overledene als een man van groote gaven van geest en karakter. Ook uit naam der weduwe iracht hy den braven echtgenoot een laatsten hartgrondigen groet. Nadat bloemen waren gestrooid in het graf ledankte de zoon namens zyn moeder en zusters diep geroerd voor de la&tste eer zyn onvergetelyken vader bewezen. Ter beschikking geeteld. De minister van koloniën heeft den Heer J. J. A. De Groot gesteld ter beschikking van den gouverneur-generaal van NederlandschIndiê, om te worden benoemd tot adjnnctingenieur by de exploitatie der Staatsspoorwegen alhier. Oproeping. De erfgenamen van den op 14 Februari II. te Kalgooi lie (West-Australië) overleden myn' werker J. Brouwer worden uitgenoodigd zich vóór 1 April 1903 te wenden tot het departement van buitenlandsche zaken te 's Hage. Vrijgesproken. 24 Dec. deed de Raad van Tucht voor de toopvaardy te Amsterdam uitspraak in de zaak der Admiraal Tromp, kapitein Kuiper, wegens het verongelukken van vyf schepelingen, waarvan 1 overboord was geslagen en 4 dezen waren gaan opsporen, naar de beschuldiging luidde, in een onzeewaardige boot. De tweede beschuldiging was, dat het schip zelf geen voldoenden tijd in den omtrek van de plaats des onheils vertoefd heeft om naar de uitblyvenden te zoeken. De Raad van Tucht, de overtuigiog erlangd hebbende nit eoderziek en verklaringen, dat de uitgezonden boot in uitmuntenden staat was en dat het schip eerst de reis vervolgd heeft, nadat de gezagvoerder en alle opva renden aan boord, een langer toeven, tot opneming der uitgezonden manschappen, van geanerlei nut achtten, is van oordeel, dit den gezagvoerder geeaerlei blaam kan treffen en spreekt hem mitsdien vry. Wel betreurt de raad, dat op het schip niet aanwezig was een behoorlyke reddingsboot, doch dit geldt meer een nalatigheid der reedery, dan een des gezagvoerders. Ton tweede deed da Raad uitspraak in de zaak va# het barkschip Geertruida Gerarda, kapitein H. Duit Di., dat op 1 Mei in de Javaiee verlaten is door den gezagvoerder en de bemannicg, minus drie man, die niet in de Benig aanwezige bjot kunnende worden opgenomen, vrijwillig op hst schip achterbleven, Het schip was met slechte ballast (modder) vai. Si>erni)aja vsrtrokkjn, welke ballast vloeibaar gevtorüeo, was gaan werken en het scbip had doen overzy^a an, in die mate, dat geen maatregel^ het vaartuig weder bestuurbaar konden maken. De opvarenden in de boot en ook da drie achter t eb'even n op het schip, zijn na eenige dagen door voorbystooiaende schapen gered. De raad van tucht kan niet billijken, dat de gezagvoerder te Soarabaja de gevaarlijke ballast als lading heeft ingenomen en aanvaardt niet de verontschnldiging, lat aldaar geen zand als ballast te krijgen was, indien men zieh een klein tijdverlies en eenige meerdere kosten had willen getroosten, Maar de raad neemt aan, dat de kapi'eio zich niet bewust is geweest van het groote gevaar, waaraan hij diensvolgens het leven vao zichzeivenen van de bemanning blootste/de, het geen ook blijkt uit het feit, dat de gezagvoerder zyn vrouw aan boord had. Een ernstig verwijt maakt da raad den kapitein van het achterlaten op het schip der scheepspapieren, welk verzuim echter kan worden verklaard uit den angst en de spanning, waarin hij da* gen lang op het onttakelde schip heeft ver» toefd. Een en ander doet den raad verklaren, dat de toedracht der zaak geen genoegzame bezwaren oplevert tegen den gezagvoerder om dezen in zyn bevoegdheid te tr« ffen en spreekt hem mitsdien vry. Ook hier wordt betreurd, dat geen reddingboot op het schip amwezig was, welk feitechtsr ter verantwoording komt der reedery. De minister vaa «vort en fatogratieea. Amsterdam, 23 December. Wie de heer Dudik de Wit wel eens ontmoet heeft, weet hoe mededeelzaam hij Is. In zoover is hy het tegenbeeld van des stillen, in zich zelf gekeerden Hollander. Geen wonder dat hy over zyn reis doir Ned. Indie niet uitgepraat raakt, waarby dan nog komt de behoefte dii hij heeftom anderen te doen dealen in het genot, dat hy daar gesmaakt heeft en ook wei de bewondering voor dat sehoone land, die hem dwingt er onzs belangstelling voor op te wekken, meer dan zjj tot heden by velen bestaat. Nu weêr heett de heer De Wit in een daar toe bij uitstek gesehikta zaal in Coneordia, zetel van het Nieuwsblad voor Nederland, een collectie foto's van bij de 600 stuks ter bezichtiging gesteld, al'e betrekking hebbende op zijn verblijf > n Ned. Indie: Java, Sumatra eiiz,, welke een zeer boeiend overzicht »even van het land, de mensohen, de zeden an gewoonten. Uit allee blijkt, dat de heer Dudok de \yit uitnemende aanbeveliqgsbrie«en heeft gehad, want na snige plaats, nes'r omgeving, die voor den Envopeaan ontoegankelijk is, was voor hem geopend, bijv. aan de hjven van inlandsche vorsten, waar de Wit ontvangen is als ware hy met een ko* ninklyke zending belast geweest. Een bezoek aan de tentoonstelling, tot SO dezer gratis toegankelijk van 10 tot 3 uur, is wel aan teraden. Zij is nuttig en leerzaam omdat z ij de belangstelling in one Indie ver» hoogen zal en er de karakteristieke schoonheid van opnieuw in het licht stelt. kis n voor eoldaat-scfcrUver In Indie. Een nieuw voorschrift ia gegeven betreffende bet examen van soldaatechryver, bestemd voor het leger in Ned.-Indië: Het examen voor soldaatschry ver, bestemd roor het leger in Ntd -Indiè, wordt op den eersten en derden Woensdag van elke maand gehouden aan het departement van koloniln. Tot dit examen worden toegelaten allen die zich daartoe by het dep. van koloniën aanmelden, onder overlegging eener schriftelijke verklaring van den plaatselyken ommandant to 's-Gravenhage. Hef examen omvat: o. het schrijven van een vaardige en duidelijk leesbare hand; b. het maken van een opstel over een eenvoudig onderwerp in de Nederlandse!» taal, zonder zinstorende taal- en stijlfouten; e. het vlug en. zonder grove zinstorende fouten schrijven onder eenvoudig Hollandteh dictée; d. het vlug en verstaanbaar lezen van gedrukt en geschreven schrift; e. de vaardige toepassing van da vier hoofdregels der rekenkunde, met gebruik van tiendeelige breuken. De commissie van examen bestaat uit twee of meer, door den minister van koloniöa aan te wyzen officieren of gepensionneerde officieren van het leger in Ned.India. Slagvaardig. Eenige genoeglijke oogenblikken verschafte een oud vrouwtje op de zitting eener reehtbank in Schotland. Zy moest als getuige den eed afleggen en de v voorzitter verzocht baar de voile af te doen; anders kon hij haar niet verstaan. »Dat gaat niet zender dat ik myn hoed afzet", wierp het oudje tegen, »Welnu, neem dan ook uw hoed af',, merkte de rechter op. Maar nu riep de vrouw bits uit, dat geen wet haar verplicht blootshoofds den eed af te leggen. Nu werd de rechter ongeduldig en zei: •Beste vrouw, u moest maar hier op myn plaats gaan zitten en de wet uitleggen". Waarop het oudje, onder uitbundig gejuich van de aanwezigen, antwoordde: > Wel nean, daar zitten al genoeg oude wyvenl" Vondel In Amerika. Een Nederlander vao Ntw-York schrijft vandaar: In 1896 begaf zich Leonard Charles van Noppan uit Amerika nair Utrecht, om daar aan de universiteit te stndeeren. Zyn grootouders waren Hollanders geweest; Holland had voor hem, als voor zoovelo Amerikanen, iets eigenaardig aantrekkelijks, zoodat by niet alleen het volk en het land ging bestudeeren, maar z ch ook dieper inwerkte in de letterkun» de. Vondel, (ade Hollandsche Shakespeare," zooals van Noppen hem hierin Amerika heeft geïntroduceerd), ja Vondel moest niet alleen voor de Nederlanders blijven, zoo'n groot dioater moest alom in Amerika bekend wor den. Met dese gedachte begon hy eenigo regels uit Vondel's »Lucifer" te vertalen. Die paar regols werden bladzijden, Hy zettozich nu met allen ijver aan het werk en na een I f paar jaren kwam de vertaling van het geheele werk te New-York uit. De Amerikaansche bladen e. s. de New ■ York Herald, de Sun en andere bladen wijdden er verschillende kolommen aan. By Vondel's Lucifer voeerde de heer van Noppen een ver taling van Vondel's Loven. Dit alles was voor den heer van Noppen echter nog niet voldoende. Vondel moest nop meer bekend worden. Spoedig daarna werd van Noppen op universiteiten verzocht, om lezingen over Vondel en Holland te houden en vooral op die, welke hy dezer dagen in het Brooklyn Iostitute hield, behaalde hij zeer veel suecès. Op het programma kwamen o. a. voor Vondel's Lucifer, A*am en Samton, Binnenkort sullen de vertalingen van Samson en Adam in ballingschap het licht ïien. Verder wordt door een der bekende jonge Amerikaansche componisten, Arthur Had ey, Vondel's Lucifer op mu iek gezet en reeds heeft een der schouwburg-directeuren op zich genomen, voor de opvoering te zullen zorg dragen. Een komiek Incident bij de Grieksehe rageeringsvaranderig: Da ambteraren vao Theotokis weigerden de sleutels van het Parlement, de Boe!è, over te geven. Delyannis liet zo '■ nachts langs gerechte Ijken weg in beslag nemen en zoo kon 23 Dec. de Kamer toch mot de gebruikelijke troonrede in tegenwoordigheid der koninklijke familie en het corps diplomatiqae geöpend worden. Hlsdryren tegen de zeden. Alle Duitsche kranten tegen walka een instructie was geopend, wegens smaadschrift ten nadeele van Krnpp, zyn thans buiten vervolging gesteld. Daarentegen heeft het open» baar ministerie van de reehthank te Napels niet alleen tegen den verantwoordelijken relacteur van de sociaal-democratische Pro paganda, maar ook tegen den verantwoordelijken redacteur van de claricale Croce wegens het wekkea van openbare ergernis door het verhalen van da vermeende afdwalingen een aanklacht ingediend. Deze vervolging kan niet oaeer gestuit worden, want Sotari, de rechter van Instructie, he»ft ook tot vervolging geconeludeerd, en da kamer van strahaken beeft reeds den redacteur van ie Propaganda gedagvaard. Onafhankelijk hiervan zal voor i d^rde kamer van strafzaken te Napels de strafzaak dienen vau d*n voort vluchtigen schilder en te*k*n«a;' Christen Ailers uit Hamburg, diezichz%t moeten verantwoorden wegens misdrijven tegen Je zeden met minderjarigen. Toespraak van den Paus. Rome, 23 Dec. By de ontvaBgst van het H. College der kardinalen dat zyn Kerstwens hen kwam aanbieden, hield de Paus een toespraak waarin by gewaagde van de voort* durende bewyzen van genegenheid uit de kat iolUke wereld, maar tevens van sociale ge benrteniseen die al te smartelijk zya voor het hart van den H. Vader. De Paus betreurde de indiening van een wetsontwerp op de echtscheiding, die een ineenstorting is van de Ctiristelyke orde en een terugkeer tot den stiat op den grondslag van het heidensche naturalisme. Vervolgens wees hij op het belang s aa de christelyk-democratische actie, waaraan hy stuwkracht en wijding gaf; tal van Italianen en vreemdelingen werken er aan met vurigen ijver en flinke resultaten. De Paus moedigde de geestelijkheid aan, dat veld van actie te betreden, want de democratische gedachte stemt in zeker opzicht samen wet de geopenbaarde leer en de godsdienstige overtuiging, daar zy werd geboren nit het Christendom. Parallel da trmede bestaat de oproerige beweging der goddeloozen; bittere dagen zyn in aantocht voor de staten die baar aanmoedigen. De christelyk-democratische actie, het terrein betwistende aan de sociaal-democratie, bewijst a'leen daardoor reeds een te waardeeren dienst aan het wereldlijk leven.