itrvA ffeerl • teren las ik het hoofdartikel „Nog gerst f' -evraagd", voorkomende in uw | M ran ^Vsfnuêert in bedoeld stuk, dat BeW" den hoogeren belastingaanslag over n'® a , _ aan nen frauduleus ver» ®i) D firma den ; n , , ° danken heeft aan een frauduleus ver te h e t aangeven harer Soerabaja branche I "liïen 1881 en 1882. I * . „ is echter minder waar. ■ alftp* van 1881 loopt over de gemid1)6 ' nst der jaren 1878,1879 en 1880, toen ^ h.;« firma nog niet bestond; terwijl in > KpïU over de gemiddelde winst der ' 1879 l 880 en 188lf aanslag ■ "!? jflhan 'dhaafd, eenvoudig omdat de SoeraI" hrarche (in Mei 1881 eerst opgericht)in I *' , 8 baanden van haar bestaan geen '' «.waardige winst afwierp. Een ieder, met I del 00 lc maar eenigszins vertrouwd, < Tat het reeds zeer mooi is, wanneer het « iaar laat staan de eerste 8 maanden, fTiUWCe'wofié onkosten, etc. worden gedekt. V,n het bestaan der firma te Soerabaja droeg ysstingcommissie behoorlijk kennis. |5 de aanslag in dit jaar over de winsten , i.,«n 1880 /1882 hooger zoude zijn, dan ■' in 1882 over de jaren 1879/1881 was ' M tuurlijk, alleen het cijfer dat de comie daarvoor vaststelde was buiten alle verding, vergeleken bij den aanslag der overige ^"vertrouw, dat u als eerlijk man, de grove ■ t door den schrijver van bovenbedoeld r k gemaakt, zult redresseeren. Hoogachtend Uw Dienaar L. H. STIBBE. "T^ldoen aan het verlaDgen van don heer Stibfce IwiSt biiéf hier op te nemen, voor hem hopende II', mi schrijven op de lezers van de Locomotief een Tieten indruk zal maken dan op ons. REDi
De locomotief
- 01-12-1883
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief
- Datum
- 01-12-1883
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Samarang
- PPN
- 400383802
- Verschijningsperiode
- 1863-1956?
- Periode gedigitaliseerd
- 27-2-1869 - 30-6-1903
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 287
- Jaargang
- 32
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BIJVOEGSEL VAN De Locomotief. ZATERDAG, 1 December 1883. Ingezonden Stuk. TOT BESLUIT.
Indische Begrooting. UIT HET VOORLOOPIG VERSLAG.
Met betrekking tot het Billiton-contract werd I:;rinnerd hoe de Minister in de zitting der liiaer van den lOden Mei 1883 verklaar1:: dat de Eegeering zich met het gevoelen V: Kamer omtrent het op 7 Januari 1882 gel LO ten zoogenaamd suppletoir contract met de I: iliton-Maatschappij vereenigde, en dat de |;owerneur "Generaal per telegraaf was uitgealles te vermijden, wat de strekking lii hebben om van die maatschappij de iialeltiig te vorderen van eenige verplichting, uit jü conti act voortvloeiende. De Minister van I aenlandsche Zaken voegde er aan toe, dat 1«cridant was dat met die aanschrijving de lui niet was afgeloopen, en het van zelf I mk dat er meer gedaan moest worden, om lm bet verlangen van de meerderheid der Karn tooveel mogelijk gevolg te geven. Sedert I ïiib de Kamer niets meer van deze zaak I top hare zitting van den 24sten September, lm de Minister met nadruk, en onder instemlinan zijnen ambtgenoot van Binnenlandsche I-iien, het vertrouwen des Konings in den l inoan van den Gouverneur-Generaal stelde I raover de afkeuriDg, door de Kamer over l et beleid der vorige Eegeering in deze zaak l ïesproken. Vrij algemeen had deze houding l ir Eegeering de aandacht getrokken, en vroeg l a om opheldering van het verband tusschen I «een in de zittingen der Kamer van 10 Mei September jl. door de Eegeering was ««gedeeld. Jé en merkte tevens op dat de Wering, door den tegenwoordigen Gouverp.'-Generaal na het gebeurde in zijn hooge '•lekking, te handhaven, een zware verautjffldelijkheid op zich laadde, en het der ■egenwoordiging ten plicht maakte op haar 8 eherper toe te zien. Intusschen ® m houding der Eegeering in deze door leden verdedigd. P'frigens wenschte men van den Minister }- e eerste plaats te vernemen, of hij der ftr.de verzekering kan geven dat door de gering, hier te lande en in Indië, werkelijk InTr'" °P Z ' C ' 1 ^ eenige uitvoering aan het 8 Kamer veroordeelde contract gegeven, let8 ' e dien aanzien gepraejudicieerd is ,,i M " e het te meer noodig dat hieromtrent v eraohaft, omdat door den Mi» L , Ue Br auw den 14den Febiuari 1883 werd, dat tal van bepalingen van het 1 °ir contract onmiddellijk in werking I ..lasQ 16 ?? 8 * n wer king waren ( Handelingen L. ' » bladz. 964); men vroeg, wat r. 1 ze mededeeling moest denken. R# i W | erC ' °P8®®erkt, dat het votum der m deze iu geenen deele bedoelde der ® en vrijbrief te verstrekken, om de ■ u 1 het «jaar 1892 te laten rusten, de strekking der ontworpen verregeling der conversie van com^ l , ® er fehjk individueel bezit kon men fo iji, »°P ver daarover uit het medegedeel f '«rdeele Van ^°l° n iaal Verslag valt 1'IH h ' ° V6r a ^8 emeei1 wel vereenigen, ij, ^ aar a P°edige vaststelling, voegde men P'nbaar * f. inder bezwaar bestaan, omdat '4bezit ? g der gegevens omtrent het " 'an ** lu ' tt 1 nc J sc ' i e bevolking, door de ' h gewestell jk bestuur in 1882 verza' '»» den COnTer sie-vraagstuk een groot %tt veel' i ° mvaL 8 ontnomen heeft, die er 1 Hen h aa J l w f r d toegekend. Gaarne be^ ® Minister dank voor de medeÏ61 niet 00 g 3t belangrijke opgaven, waar» '■ïetL. tj Kroote belangstelling had kennis '''fetret.1,1 t0Ch blijtt ' dat niet alleen ^ v e 1 er '• individueel bezeten *erd ® rool ' er is dan tot dusver onderhal' h7"? borendie n dat ook bij de •i.. z e en gronden de jaarlijksche *1\ tf ' 'enpüi' j 6r u i lz ondering dan regel is. LNttHaal h . vechoudin g van individueel « 1,390.80? r sen0eg i S al3 vau 3: 4 ' L 3 bou» ouws individueel tegen 1 ch evetd P !i- C ° m , muilaal bezit > heeft de I ! 4o ? niet c h ls °p 568,802 bouws, [. plaats t °'' e ? n derde der communale ^ won7 ljl .' 884,473 bouws of bijna iy !eiea > welk 611 ln vaste aan deelen worivirtn. v orm van grondbezit aan T#t ordeninl Zeer 1 nal)i j komt - l* 8 °nt8 slecht» K ° z derhalve aan de een vort reollt bekennen, om des01 van bezit aan te nemen,
die in hoofdzaak thans reeds met betrekking tot meer dan twee derden der gronden van Java en Madura bestaat. De paragrafen der Memorie van Toelichting gaven nog tot de volgende opmerkingen aanleiding.Uitgaven in Indis. Bij Afdeeling I wordt gevraagd of thans voorgoed is afgezien van het overbrengen der Algemeene Secretarie naar Buitenzorg, en tevens geklaagd over achterstand bij de Algemeene Bekenkamer. Sommige leden betreurden het, dat nog niet was voldaan aan den wensch der Kamer van Koophandel te Batavia, om, tot wering van kwade praktijken, aan handeldrijvende vreemde Oosterlingen de verplichting op te leggen tot het houden hunner boeken iu het Maleisch met Latijnsche karakters of wel in het Nederlandsch. Met het oog op den verderfelijken invloed van het hazardspel op Ghineezen en inlanders en de talrijke faillissementen onder eerstge-* noemden, die er mede samenhangen, zoude men er prijs op stellen te vernemen, of de Minister op maatregelen tegen de speelwoede bedacht is. Is het niet noodig, werd nog gevraagd, strafbepalingen te maken tegen lieden, die de inlandsche bevolking door valsche voorgevens of door voorspellingen in onrust brengen? Of meent de minister, dat de politieke maatregel van uitzettiüg als een voldoend middel is aan te merken, om dergelijk bedrijf te keer te gaan? Men vroeg voorts of van de Indische Regee» ring nog geen opgaven zija ontvangen omtrent den aard der misdrijven door de in Atjeh ge» detacheerde dwangarbeiders gepleegd, en welke de reden mag zijn, dat de op dit punt gevraagde inlichtingen (zie onder anderen Bundelingen 1882/1883, II, blz. 310 en 311) nog niet aan de Kamer zijn verstrekt. Ofschoon het totaal der uitgaven voor onderwijs iets lager dan ten vorigen jare is geraamd, wenschte men dezen tak van dienst onder de aandacht van den Minister te brengen als een van de vele, waarop bezuinigingen mogelijk zijn. Bij besluit van den G.-G. van 29 April 1883 no. 8 is bepaald, dat voortaan geen Vreemde Oosterlingen meer als leerlingen op de hoogere burgerscholen zouden worden toegelaten, en zulks opgrond van „financieele en andere redenen." Men wenschte te weten, welke die andere redenen zijn. Indien zij niet waren van zeer overwegenden aard, zouden de meeste leden het genomen besluit moeten afkeuren, omdat onder de zonen van Cbineezen schrandere en ijverige leerlingen kunnen voorkomen, en hun uitsluiting althans den schijn draagt eener kinderachtige bevreesdheid voor de verstandelijke ontwikkeling, door enkele Vreemde Oosterlingen te verkrijgen. Geschiedt de pensionneering van den ambtenaar J. A. Wilkens met de bedoeling, om de samenstelling vau het Javaansch-Nederlandsch woordenboek met ultimo 1883 te staken ? Sommige leden wenschten de meening van den Minister te vernemen over de verhouding der Protestantsche Kerk in Iudië tot den Staat, en vroegea of de Minister voornemens was verandering te brengen in de onafhankelijkheid der eeiste van den laatste. Ook wenschte men de zienswijze des Ministers te leereu kennen omtrent de belemmeringen, die, naar men meende, hier te lande aan het uitzenden van Boomsch-Katholieke missionnarissen in den weg gelegd worden. Opnieuw werd geklaagd over de weelderige inrichting van het krankzinnigengesticht te Buitenzorg. In de zitting der Kamer vau 18 October 1882 werd er op aangedrongen, dat het advies van den veearts Laineris, die indertijd naar Indië werd gezonden om advies uit te brengen over de veeziekte en de wijze van bestrijding daarvan in Indië, alsmede over een reorganisatie van den veeratsenijkundigen dienst aldaar, zoo spoedig mogelijk zou worden medegedeeld, en dat, indien hem nog de noodige gegevens mochten ontbrekeu om zijn advies af te wei ken, deze hem niet langer zouden worden onthouden. Tot dusver ontvingen evenwel de StatenGeneraal van de Eegeering niets anders dan weinig licht verschaffende mededeelingen. Meent de Minister dat het nut, hetwelk de dienst van het mijnwezen oplevert, opweegt tegeu de belangrijke kosten van dezen tak van dienst? Wordt aan de resultaten der onder» zaekingen in het belang der paiticuliere nij» verheid voldoende bekendheid gegeven? Voorts wenschte men te vernemeu, in welk stadium de vooi genomen herziening verKeert van de bepalingen omtrent het ontginnen van delfstoffen bevattende gronden in NederlandschIndië, die volgens het voorlaatste Koloniaal Verslag bij de Indische autoriteiten nog in bewerking was. Sommige leden diongen er op aan, dat eindelijk een keuze zou worden gedaan uit de talrijke aanvragen om concessie voor de ontginning van het Ombiliën-steenkolenveld. Zij betreurden het, dat de Eegeering nog steeds voor hoogen prijs uit Australië en van elders kolen moest laten komen, indien zij die goedkooper op Sumatra zou kunnen veikrijgen. Men vroeg, of de exorbitant hooge transportkosten van het zout niet voor vermindering vatbaar waren. De vraag werd gedaan, of er bij den Minister bezwaar tegen zoude bestaan, de Kaïuer bekend te maken met het oordeel van den leger» kommandant over de vraag, of de ttgenwooidige foimatie van het Indisch leger nog wel voldoende is, en of niet een regeling vereischt woidt, waardoor zou worden vooi komen dat de bezei" tiug van Aijeh bij voortduring het grootste gedeelte der valiede manscnappen van Ju.va'a bezetting tot zich blijve trekken. Ook wenschte men het oordeel van het leger bestuur te leereu kennen over de gevolgen van den door den vorigen landvoogd ten opzichte der cavalerie genomen maatregel, alsmede over de bestaande organisatie der artillerie. Er waren leden, die zich van de noodzakelijkheid van uitbreiding van het Indisch leger oveituigd hielden; gaarne zouden zij het gevoelen vau den Minister vernemen omtrent de middelen, die zoudti. kunnen worden aangewend om tot die uitbreiding te geraken. Men betreurde de herhaalde persoonsverwisseling van den kommandant der troepen in A.tjeh. Tevens vroeg men, of het juist was dat wel aan de officieren in de IV Moekims, doch niet aan die in de XXII en XXVI Moekims oorlogsindemniteit wordt toegekend, op giond dat alleen in de IV Moekims de oorlogstoe» stand zou zijn afgekondigd. Enkele leden waren vau oordeel, dat op de uitgaven voor verplaatsing van militairen en voor opbouw en verbouw van versterkingen zoude kunnen worden bezuinigd; hun werd geantwoord dat het bedrag dier uitgaven voor een goed deel te wijten is aan den oorlog in Atjeh, die onder anderen voortdurend verplaatsingen en verschikkingen noodzakelijk maakt. Het Eegeeringsreglement sehiijft voor, dat de bevordering en het ontslag van officieren, benevens het toekennen van pensioenen en gagementen, bij algemeene verordening worden ge egela. In een der aldeeli.^en werd, onder verwijzing naar de ^uaestic-Kley, de meening
geuit, dat er behoefte aan regeling van een en ander bij de wet bestond. Iu 1881 en 1882 heeft de werving meer dan een millioen gekost. Men vroeg op welken grond daarvoor nu, evenals op de begrooting voor 1883, slechts een half millioen wordt geraamd, terwijl luidens het Koloniaal Verslag de legersterkte aanmerkelijk is teruggegaan, cd de Eegeering, om op grooter schaal te kunnen versterken, in Indië gevraagd heeft, of niet de verhouding tusschen Europeanen en inlanders bij het leger kon worden gewijzigd in den zin van vermeerdering van de laatstgenoemden. Door verscheidene leden werd betwijfeld, of het tegenwoordig in Indië gebezigd marinematerieel wel doelmatig mag geacht worden. Er werd op gewezen, dat langs de geheele Noordkust van Java, behalve te Soerabaja, geen enkele plaats gevonden wordt, waar oorlogschepen in tijd van oorlog veilig kunnen kolen laden, gekwetsten debaiqueeren, equipage aanvullen of schade herstellen. Men vroeg of niet door in den trant vau de Duitsche kanonneerboeten type- Wespe aan de eischen, die voor Java's verdediging aan het auxiliair eskader behooren gesteld te worden, beter zou worden voldaan; voor Indië zou dan echter een vast eskader moeten worden geformeerd. Ook omtrent de doelmatigheid der Indische militaire marine werd ernstige twijfel uitgesproken. Zij bestaat uit schepen, die als stoomschip niet krachtig genoeg zijn en meer diepgang hebben dan wenschelijk is. Men zoude eenige inlichtingen wenschen te ontvangen omtrent de oorzaken van den brand te Batavia, benevens omtrent het aanzienlijk verschil tusschen de arbeidsloonen bij het marineétablissement te Soerabaja en bij dat op Onrust. Eindelijk werden ineen afdeeling de volgende, door verscheidene leden ondersteunde denkbeelden omtrent een verbeterde inrichting der Indische marine ontwikkeld: De ongunstige toestand waarin eenige schepen der Indische militaire marine blijken te verkeeren,zoomede het voornemen der Eegeering om niet alleen de aan die marine ontvallen en eerstdaags voor dien dienst af te keuren vaartuigen, door het doen bouwen van schrotf^toomschepen 4de klasse wederom aan te vullen, maar zelfs tot eenige uitbreiding van die scheepsmacht over te gaan, geven aanleiding tot het stellen van de vraag: of het volgen van dien weg wel geacht kan worden in overeenstemming te zijn met den aard der diensten, die tegenwoordig van die schepen moeten worden gevorderd en met den steeds meer en meer dringeuden eisch tot een zoo zuinig mogelijk beheer onzer geldmiddelen. Eeu juist antwooid op die vraag te geven is moeieiijk, wanneer men zich vooraf geen rekenschap geeft van den aard der diensten, die door gewapende vaartuigen in Indië moeten worden verricht, eu van de soort van schepen welke, op de doelmatigste en minst kostbare wijze, die diensten kunnen bewijzen. Om daartoe te geraken, zoude men die diensten in drie booidafdeelingen kunnen splitsen, namelijk: lo. het der Eegeering behulpzaam zijn in het bewaren van orde en lust in sommige aau zee gelegen of door bevaarbare rivieren doorsneden gewesten; 20. het beveiligen van de verschillende vaarwaters in den Iudischen Archipel; en 3o. het scheuken der noodige maritieme strijdkrachten tot handhaving ol uitbreuliug van het Nederlandsch gezag in Oost Indië. Het bezigen van oorlogschepen, voor diensten die aan vaartuigen der Gouvernements-manne kunnen worden opgediagen, dient zooveel mogelijk te worden vermeden, als leidende tot oiinoodige uitgaven.
Opium-politiek. I.
Ondoorgrondelijk is de opium-politiek der Indische regeering, zou men geneigd zijn uit te roepen bij de kennisneming van de nieuwe pachtvoorwaarden voor 18a4—1886, in deu loop dezer maand vastgesteld. In één opzicht is er een belangrijke vei betering te bespeuren. De maxima der verstrekkingen zijn iu geeji enkel gewest verhoogd, of met andere woorden, de pachter kan uit de gouvernements pakhuizen, dat is de eenige bron waaruit hij zijn voorraad putten mag, niet meer bekomen dau zekere hoeveelheid maandelijks, en die hoeveelheid zal in genoemde jaieD nitt grooter ziju dan in 1881 — 1883. Zelfs is zij ieis geringer, di ar de tuegestane hoeveelheden voor de residentie Gheribun van 260 op 200, iu de residentie Madioen van 1050 op 1000 katll's is teiuggebracht. Het totaal der maximumverstrekking is thans gesteld op 14,615 kalti's 's maands of 175,380 's jaars. Dit is de eerste maal, dat de regeering het totaal der maxima verstrekking niet verhoogt. In 1880 was het van 163,62U katti op 176,580 gebracht. Het verschijnsel is dus gunstig. Iu weerwil van de geregelde toeneming der bevolking kan geen grooter hoeveelheid opium dan vroeger op wet tige wijze aan haar worden veistrekt. Er is echter een groote „maar.'.' Het aantal verkoopplaatsen is wel vermeerderd, het is van 824 geuiacht op 850. En die vermeerdering betreft bijna uitsluitend twee residentiën ol pachtperceelen. In Kediri wordt het van 85 rot 100, in Semarang van 52 tot 61 opgevoerd. Madioen onderging een vermindeiing van 6u tot 57. Waren die residentiën, naar verhouding tot de andere, met een te 'gering aantal „kitten" beguubtigd? Zeker niet. Kediri Btund reeds aan 't hoofd, te dien aanzien, van alle gewesten tot de Gjuveruementslandcn behourenae. Zie hier de volgorde naar de regeling van 1880: Kediri 85. Tegol 21. Madioen 60. tasuerueun 20. Semarang.... 52. Bezoeki 18. Japara 47. BrOOuliuggo 13. Soerabaja.... 44. Gneribon 11. Eeinbang 42. Banjoemas 10. Pekalougan. 33. Krawang 9. Kedoe 31. Bantam 4. Bugelen 28. Bttnjoewangi 3. Batavia 22. De beide residentiën in de vorstenlanden, Soerakaitu en iij^kj jkarta, hadden onderschei denlijk 146 en 93,hel eiland Mudoera (in twee pachiperceelen gesplitst) 32 kitten. Aau de meerdere ot mindere uitgestrektheid van het gewest, kan dit verschil niet worden toegeschreven. Want Kediri beslaat wel, in verhouding tot de andere residentiën, eeu belangrijke oppervlakte, maar wordt te dien aanzien door Jlatavia, Bantam en Eembang overtroffen, door Gheribon geheel en door Soerabaja bijna gtëvenaard. Daarentegen is het opiumverbruik in Kediri en ook in bemarang zeer belangrijk groot. Iu eerstgenoemde residentie, bevolkt met 788,125 zielen, bekomt de pachter maandelijks 1250 katti opium, dat is een katti op 630 zielen; iu Semarang, dat 1,271,891 inwoners telt, 2000 katti, ot een katti op 635; terwijl in Soerabaja op 1,734,733 inwoners slechts 1800 katti worden verstrekt, en de verhouding overal eldeis, althans m de gouvernementslanden, veel gunstiger is. Ziehier dus een vraag, die uiet gemakkelijk
op bevredigende wijze zal zijn te beantwoorden: waarom heeft de Indische regeering het aantal opiumkitten in twee residentiën, waar er reeds in menigte aanwezig waren en het opiumverbruik tot een belangrijke hoogte is geklommen nog met verscheidene vermeerderd? Het is niet onwaarschijnlijk te achten, dat de uitbreiding der Europeesche landbouwnijverheid op de behoefte aan verkoopplaatsen van heulsap invloed heeft geoefend. Die nijverheid vestigt zich, gelijk men weet, op woeste, nimmer ontgonnen gronden, diep in het gebergte gelegen, waar weinig of geen bevolking gevestigd is. In die streken, soms duizenden voeten boven den zeespiegel en moeieiijk te genaken zijn geen opiumkitten, om de eenvoudige reden dat er geen debiet is van eenige beteekenis. De ondernemer echter, die daar een koffieplantage aanlegt, brengt honderden arbeiders ter plaatse, meestal tot de vlottende bevolking behoorende, veelal van geen al te best allooi en verslaafd aan het gebruik van opium. Waar zij geen opium kunnen machtig worden, hou den zij het niet uit. Maar de naaste verkoopplaats is uren ver verwijderd! Kon de ondernemer maar groote hoeveelheden tegelijk ins-laan, en bij kleine doses aan zijne ondergeschikten afstaan, men ware geholpen. Edoch, dit is in strijd met de wet, want het bezit van meer dan een thail (minder dan een hectogram) opium is verboden en strafbaar. Tevergeefs hebben ondernemers den procureur generaal wel eens op dit bezwaar gewezen en hem verzocht het vervoer van opium bij grootere hoeveelheden naar landelijke ouden e mingen onvervolgd te laten.Natuu r !iji weigerde de man der wet die uitzondering op den strengen Wellicht heeft dus de regeering op voorstel der hoofden van gewestelijk bestunr aan den aandrang der ondernemers toegegeven, en den pachters toegestaan, in Kediri en Semarang, waar veel nieuwe ondernemingen zijn, eenige nieuwe kitten te openen. Maar waarom dau ook niet in andere residentiën, b. v. Pasoeroean, waar evenzeer de ontginning van erfpachtgronden een hooge vlucht heeft genomen? Een andere reden, vrij wat minder eervol, zou kunnen ziju at de pachters if Semarang en Kediri hebben gedreigd. Gedreigd waarmede? Met een aanzienlijke verlaging vu den pachtschat voor den aanstaanden pachttermijn. Wellicht hebben zij te klagen over den afzet, of nemen zij ten minste daarvan den schijn aan. Blijft de afzet verre beneden het maximum, dat hun is toegestaan, dan ligt de gevolgtrek" king voor de hand, dat ei geen winst wordt behaald, dat de betaling van den maandelijk' schen termijn niet vlot meer ^aat. Dan klaagt de pachter zijn nood aan den resident. Hij toont aan, dat niets anders dan de sluikhandel oorzaak kan zijn van het verminderd debiet. Uit zijn boeken kan hij het bewijs leveren, dat de fout in die afdeeling, in dat district, ja, zelfs in die desa's schuilt. Immers zijn debitanten leeren de vaste afnemers kennen, en wanneer die zich niet meer vertoonen, is het zoo goed als zeker, dat zij op andere wijze worden geholpen. De zwakke punten ziju dus bekend. Wat is er aan te doen? Wtl, zucht de pachter, die misschien reeds tegen hooge kosten en niet geringe risico geheime dépots heeft geopend, er zijn geen kitten genoeg. De bevolking is veel te ver van de kit verwijderd, en de smokkelaars brengen haar als 't ware de opium thuis De resident is overtuigd, hij zendt dringende vertoogen tot de Eageering; wanneer de pachtschat dea volgenden ter mijn op minder dau de helft zal zijn teiuggebracht, zal het zijn schuld niet zijn. Hij heeft de Begeering tijdig gewaarschuwd. En de Eegeering — zwicht voor dien amdrang. Sind 1875 is het aantal kitten op Java nu reed met nagenoeg tnéé houderd vermeerderd. Tuch is Java niet grooter geworden Het maximum der hoeveelheid, welke elk maand van gouvernementswege aan den pachter kan worden geleverd, om door hem aau de in gezetenen te worden gesleten, hei ft, gelijk ik reeds aanstipte, in geen residentie verandeii g ondergaan, behalve in Madioen. Waarschijnlijk zullen de groote tegenstanders van het opium verbruik zich aan dit laatste vasthouden. Waarom kon die hoeveelheid, en zeker in vei band daarmede, het aantal kitten in Madioen worden verminderd en — nergens audeis? De sluik handel moet hier onschuldig zijn, daar men er anders niet aan zou hebben gedacht een paar kitten op te heffen. Aimoededer bevolking kan evenmin de reden zijn, want de bevolking gaat daar in welvaart vooiuit, vooral door de vrije suikercultuur. Heeft de legeeriug hier aan den voorsteller der bekende erquête e. zijn medestanders willen toonen, dat zij wel wil als zij maar kan ? Of heeft het hoofd van ge westelijk bestuur in Madioen der regeerii g kuunen bewijzen, dat hij aan het opiumverbruik paal en perk kan stellen? Men zal zich dau voor mededeeling der middelen dringend aan bevolen houden. ( Slot volgt.) Batavia, September.
Canton.
Naar aanleiding van de ongeregeldheden, die in sommige van de zuidelijke steden van China hebben plaats gehad en die zich, naar men vreest, nog wel eens zullen herhalen, nu de haat van de Chineezen tegen al wat vreem deling is, maar vooral tegen de Franschen zich meer begint te openbaren, deelen wij onzen lezers hier eenige bijzonderheden mede omtrent Canton in de eerste plaats en omtrent een paar andere steden, die wellicht minder bekend zijn dan deze stad, maar niettemin als van veel belang in deze actueele kwestie moeten beschouwd worden. Canton is wellicht de grootste stad van het Chineesche rijk. De bevolküsg wordt geschat op ruim anderhalf millioen inwoners. Niettegenstaande de uitbreiding, die de handel met het buitenland daar van lieverlede gekregen heeft, heeft Canton geheel en al zijn eigenaardig karakter behouden. Deze eenige stad ter wereld, zegt Eéclus, openbaart zich aan den vreimdeliug vooral door haar drijvend kwartier, alwaar allerlei soort van booten en sohuiten geankerd zijn, die daar eilandsgewijs dienst doen, als huizen op den vasten grond en door straten van elkander gescheiden zijn, waarin steeds een levendig veikeer met allerlei groote en kieine schuiten onderhouden wordt. De rivier, die hier meer dan een kilometer breed is, verdwijnt onder deze vloot, waarbij nog de drukte kernt van de kojplieden, de industriëelen en van hen, die zioh voor hun genoegen rond laten varen, hetgeen aan alles een levendigheid bijzet, die voor het straatverkeer op den vasten grond niet behoeft onder te doen. De stad zelf breidt zich aan den linkeroever der rivier uit en houdt in haar veel te enge ruimte de meest arbeidzame, de schranderste, maar ook tevens de bewegelijkste bevolking van het geheele Chineesche rijk ingesloten. De Europeesche wijk bevindt zich buiten de Chineesche stad, op het eiland Chamin. De Engtlschen, waarvan er hier velen wonen hebben hiervau een prachtige rijke stad gemaakt, met fraaie wandelingen, schaduwrijke lanen, een wedienbaan, enz. enz. De rivier van Canton is voor zeer groote schepen niet bevaarbaar. Deze kunnen niet
verder komen dan tot Whampoa, een zeer belangrijke stad, waar droge dokken en verdere inrichtingen voor herstellingen zijn aangebracht. Canton is eindelijk verbonden met Hongkong, door middel van eea dagelij kschen stoomvaartdienst. Vou -Tcharg of Voo-Chang, waar ongeregeldheden voorvielen, tengevolge van het stoken van een van die vereenigingen, zooals er zoovele in China zijn, is een haven, welke nog niet voor het Europeesche verkeer geopend is. De vereeniging, die hier voornamelijk schuld aan de oproeiige beweging had, heet „de witte lelie"; in het voorbijgaan gezegd, een naam, die hoe zachtklinkend ook, wel meer aandleidiug tot onaangenaamheden gegeven heeft. Die stad ligt over HaDg-Keou (of Hangkow, zooals wij haar gewoonlijk op het voorbeeld van de Engelschen noemen) op den zuidelijken oever van den Yang-Tse Kiang of Blauwe rivier op meer dan zeshonderd kilometer van de uitmonding verwijderd. Zij heeft een bevolking van meer dan tweemaal hondeidduizend inwoners. De handel met Hangkow, een van de voor het Europeesch verkeer geopende havens, zooals men weet, overtrof verleden jaar een cijfer van honderd vijf-en-twintig millioen gulden Het voorname product van uitvoer is de thee. Ingevoerd worden vooral opium, katoentjes, wollen stoffen, lood en koper.
Romantisch of Realistisch? (Een brief van Ouida.) Truth is stranger than fiction.
Mademoiselle De la Eamée, de onder den naam van Ouida bekende en beroemde schrijfster, is meer dan eens ook in Engelsche bladen, aangevallen wegeus de onwaarschijnlijkheid, het onwezenlijke, het romantische der helden en heldinnen van haar werken. Er zijn, ook in ons land, waarschijnlijk niet weinigen, die de producten der phantasie van de begaafde schrijfster voor overdreven en onbestaanbaar houden. Voor dezen, maar ook voor haar vrienden en bewonderaars, is ongetwijfeld de brief, dien zij ter harer verdediging aan den Times schreef, niet van belang ontbloot. Wij laten dien biief hier volgen. Wellicht zal het volgende verhaal uwen lezers belang inboezemen. De namen der daarbij betrokken personen wensch ik niet mede te deelen, maar voor de volkomen waarheid van hetgeen ik hier schrijf kau ik instaan. Want het kleine drama werd op nauwelijks een steenworp afstands van mijn deur afgespeeld. Eeu zangeres van weinig bekendheid had als minnaar een heer uit Genua, die vele aanspraken op hare trouw had, niet slechts om ziju groote gehechtheid aan haar, maar ook om de opvoeding, die hij haar had gegeven, toen zij nog een ar» meisje was, en om de veie weldaden, die hij harer familie bewezen had. Toch — telle est la femme — bedroog zij dien edelmoeuigen minnaar, en knoopte betrekkingen aan met een jeugdig edelman uit de buurt, die vele jaien jonger dan zij en zeer rijk was. Gedurende eenige maanden wist zij den Genuees, die haar slechts van tijd tot tijd in het Tuskaansche doip, waar zij woonde, kon bezoeken, gemakkelijk te bedriegen: wanneer hij d^u jongen edelman ontmoette, hield hij hem voor een bloedvarwaut zijner dama. Ten laatste center werd zijn aigwaan ipgewekt, en in plaats vau weer naar Genua te gaan, kwam zij onverwacht teiug, en veikieeg meer dan voldoende bewijzen voor de ontre.uw zijner sirene. De gedachte, dat hij bedrogen was door eeu schepsel, dat hij met zuoveel veitrouwen had lief geuad, mau&te hem woedend; hij vervolgde ziju mededinger tot ia diens villa en, toen hij hem met tet een duel kon bewegen, zwoer hij, hem te zulien doodeu. De karabiniers kwamen lusachenbeiden en beloofden hem vau zijn rechtvaardige wraak; maar, krankzinnig van smart eh wanhoop, tiachtte hij zich zelf, aau den oever der li vier, door een pistoolschot het leveu ie benemen, terwijl zijn ontrouwe schoone hem, iu de stille van den liefclijken, door de maan verlichten Septembernachl, uit het open venster harer woning besputie. Dit gebeurde weinig dagen geleden. De ongelukkige man is niet dood, maar hgt nog, in groot levensgevaar, iu eeu hut, dicht bij de plaats waar hij ne .erstortte. De gansche landelijke bevolkiug toont haar onveiholeu sympathie voor deu man, dij wist wat liefhebben tvaa, maar Ook ziju schande wist te wreken. Ternauwernood kon men de dorpe ingeu weerhouden, om de lynchwet op de troutvelooze beminde toe ie passen; de oude brigadier der gendarmes weende als een kind over het lot van deien „vitlima d' amore." Dit is slconis eeu bukcle van de duizend tiagedies, uie jaarlijks hier voorvallen, iu het land van Eomco eu Giuiietta, waar de liefde nog geen doode letter is. Waarom zouden zij, die zóó kunnen lijden en zóó kunnen liefhebben, niet evetgoed in een weik der verbeelding mogen wordeu afgeschilderd, als de alledaagsene wezens, die geeu andere smarten kennen, dau de voorbijgaande veim^ningen Van een zenuwachtig gebeten, ot de teleurstelling over het verdwijnen vau een ontastbaar, nevelachtig ideaai? De haristocht is nug niet weggevaagd van het aangezicht der aarde, omdat hij het onberispelijk leven van den aesihetischen h'arizeër, vau deu dikbuikigen fnilisujn nooit met ziju vuur eu zijn glorie heelt aangeraakt. Hij bestaat nog, even kiachtig, vven schuon als in de dageu vau Olhello eu au Stradelia, eu hij schijut mij — ik moet het bekennen — een veel geschikter onueiwerp loe voor den romanschrijver of den dramaticus, dau het zoogenaamde realisme eener krachtelouze alledaugscliheid. Inderdaad, er bestaat geen levendiger realiteit dan de liefde. De Genueesche minnaar, die hier Ihans ligt, met eigeu hand door ue borst gescholen, omdat ziju edelmoedig vertrouweu deior een minnares zonder hart bedrogen werd, is iu eik opzicht eveu reëel als de Engelsche Earizeër, die naar zijn theevisnie gaat ol dj Engelsche Bhihstiju, die in een omuibus rijdt. Ziju geschiedenis, ot eeu dergelijke, ia eeu vveik der veibeelding voorgesteld, zou even veel aanspraak of belangstelling mogen maken, als de babbelende bisschoppen vau Anthony Trollope, of Heuiy James' heldinnen, die gebukt gaan onder oveimaat of schaarschheid van huwelijksaanzoeken. De 'loskaausche dorpelingen, die naast de sponde van het slachtoffer treuren, zien niets vfeeinds of buitengewoons in een man van vijf en-twintig jaar, die zijn leven geefi voor de liefde; werd dit leven echter beschieven in een roman en weid deze gediukt en uitgegeven, dan zou de Engelsche oriileus de gescmedenis een sensatie.veihaal noemen en haar voor onmogelijk verklaien. Toen men George Lawrence de opmeiking maakte, dat het siot van zijn „Swur daud Goten' onwaarschijnlijk was, antwooidde hij; „Onwaarschijnlijk ? Ja, dat is best mogelijk — maar, z et ge, het was waar." Het eeuwig ware is even reëel als het oneiuUig kieine. liet kan zijn nut hifbbejj int er ook voor het L.atate schilders butaan, even al» ludea, die een Juj^svweik" maken uit
een kersenpit, of tien jaren van hun leven wij* den aan het knutselen van een os zen-lieren'* heers-beestje van ivoor. Maar de Hermes van het Vaticaan is even reëel als de Japansche netzké; de dom van St. Peter even reëel als de gashouder eener Londensche fabriek; — ik geloof zelfs, dat men mij niet zou tegenspreken, als ik beweer, dat de aardappel even reëel is als de passiebloem. Gij hebt mij, geloof ik, meer dan eens be< schuldigd van het schrijven van sprookjes (fairy stories .) Maar is het leven zelf niet dikwijls een sprookje, al behoudt, helaas! dikwijls genoeg de booze fee de overhand en al wordt het wenschhoedje door de dwazen op onverstandige wijze gebruikt? Voor enkelen onzer althans is de zeurige en zoutelooze kroniek van een leven zonder geschiedenis en zonder hartstocht veel minder reëel, d. i. veel minder overeenkomstig met onze eigen ondervinding, dan het meer romantisch verhaal, door de stoutste fantasie ontworpen. Voor velen onzerj en — ik erken het — ook voor mij zelve, — is de wereld een wonderlijke samensmelting van treur- en blijspel, die elkander als tweelingen vergezellen, als het „weefsel der Tyrische getouwen", waarin het gouddraad het donkere purper in samengesteld vlechtwerk kruist en weder kruist. Maar er zija ongetwijfeld een aantal personen, voor wie het slechts een figurant op het tooneel, een ordinaire stof van eigen fabrikaat is; zij oordeelen, naar hetgeen hun zeiven bekend is. Hoe zal men hun aan het verstand brengen, dat hun kennis geen maatstaf is voor de wereld? Het aan avonturen rijke, pracbtlievende, heldhaftige leren van een Skobeleff komt ongetwijfeld ongeloofelijk voor aan den Londenscheu letterkundige, wiens ongekreukte huiselijkheid gebonden is in een duodecimo-villa van de buitenwijken, met een behangseltje vau Morris, — of aan den landgeestelijke, die plechtiglijk zijn tredmolen van wekelijksche eentonigheden afwandelt. Maar Michaël Skobeleff was even reëel als de hedendaagsche Puff 8c Wormwood zijn, die dagelijks in den onderaardschen spoorweg heen en wederstoomen, of de eer» waarde Crawley's, in hun Slikdorpen door hun olijftakken omgeven. {Slot volgt!)
Ernst en Luim.
Sierlijkheid is voor het lichaam, wat gezond verstand is voor den geest. Geld is de geest dezer eeuw .... en dan een geestig man te zijn I In deze dagen van smaakvolle en bedriege» lijke toiletten, deukt iemand wel eens een vrouw te aanbidden, terwijl hij in waarheid op niets anders verliefd is dan op het talent van haar modiste. Allen bezitten wij kracht genoeg om Let leed van andereu te dragen. Als wij zelf niet hoogmoedig waren, zouden wij ons niet over den hoogmoed van anderen beklagen. De hoop regelt onze beloften, de vrees ons woord houden. Een goed kunstwerk kan en moet zedelijke werking uitoefenen; maar een zedelijk do-1 vau den kunsteuaar eischen is hem ziju handwerk bederven. Kunst is waarheid en waarheid is godsdienst, eu dagelijks met haar om te gaan en haar te bcstudeercii is een vroom werk. Wat hebben de stormen, de nederlagen, de zegepralen der wereld te beteekeneu Voor den kannen kluizenaar die ziju roeping volgt? Natuur eu naïeveteit gaan samen met ds hooge kunst, die waar is eu eenvoud bezit. Washington, de vader des vaderlands, was eeu zeer ernstig man, die iu zijn geheele leren maar éénmaal eeu kwinkslag gezegd moet nebben. Üij de debatten iu hot Congres orer eie vraag betreffende de inrichting van een ooudaleger, deed namelijk, een der leden bet vuursiei om de steikie van het leger tot niet meer dan 3U0U man te biengen. Daarop stelde Washington voor te beslissen, dat geen vijandelijk leger sleiker dan 21)00 man het land nament biuneni uvkeu. Het eerste vooistel werd door algemeen gelach gesmoord. „Is het waar dokter? ik heb gehoord, dat die gelegen tailles congesties opwekken naar de hoisoneu, — is dat lieusch waar?" „Och Mevrouwtje, maak u maar niet ongerust. De dames, die hersenen hebben, rijgen zich. nietl" Een babbelkous ging bij een bejaard priester, een man vau Veel ondervinding, ter biecht, en onder meer beieed zij, aat zij ook menige zonde, met de tong bedreven, begaan had. Ais boete schreef de biechtvader haar voor, eeu handvol vederen in haar schoot te nemen, eu die, terwijl zij door de straten van het s ut ei je ging, langzaam uit te stroaieu. De boeteeiugc verbaasde zich er over, dat haar zulk een lichte boete voor haar babbelzucht werd upgeiegd. Toen zij deu volgenden keer weder > o^j dsuzcliueu pi les ter biecine, schreef hij haar voor, de uilgesuouide veertjes weder op te moeken. De viuuw verklaarde dat dit een onmogelijkheid was. Toen toonde de priester haar aan welk velband tusschen de veertjes en het oaboelcn besLond, en dat het nog moeielijker was het door babbelen en laster aan anderen toegebracht nadeel goed te maken, dan de uitges rooide veeitjcs op te zoeken. Wat is geëmancipeerd/ Een onderwijzer over de lauak sprekende: „Ja, de slechte gewoonte om te rooken heeft zuik een uitbreiding gekregen, dat zeifs dames zicii niet ontzien sigaren ie rooken, evenwel slechis geemancipeeide." „ W at vee staat ineu daaronder: geëmancipeerde?" De leeiliijg, na een oogenbuk te hebben nagedacht: „Dat is een lichter soort." Een voiBt had bij een zijner gunstelingen het middagmaal gebruikt. Na het dessert zat nij in eeu noek uer kamer met diens schoone gemalin op wel Wat dartele wijze te gekscheren, tor wijl het heerschap zelf scheeu te sluimeren' Jltou der bedienden wilue vau dit gunstige uogenulik geoiuik maken om een gouden tafel' gereedschap, dal naast den slapende lag, te out" reemdeu. Maar deze pakte hethaustig beet, met de woorden: „bchurk,ik slaap niet voor iedereen. 1 '
NEDERLANDSCH-INDIE. Weerkundige waarnoming.
ÜKÏJÜ/K >ioï btserëfni,u. SkUAAAKO. 1 December. 's morgens 8 uur theim. £atir. &4 Ouram. 707 7o6 uuinitld. b »0 Personalia . Naar men verneemt, zal de hopper barge Kedirie spoedig met de materialen van het op Poeloe Groot Merak te bouwen kustlioht der 6e orde en seinpost derwaarts
vertrekken. De uitvoering van het werk is op gedragen aan den bouwkundige bi] den dienstder kust verlichting H. J. van der Linde. — Men deelt ons mede, dat de lichtopzichter Se kl. van Mens is geplaatst op het kustliéht der 6e orde op Poeloe Groot Merak. Als zijn vervanger op het kustlicht- établissement-- op Java's ïe punt wordt genoemd de lichtopzichter Lente, thans geplaatst bij het kustlicht der 3e orde op Sembelangan (Madura.) — Men noemt den controleur der' le klasse op dtl - Buitenbezittingen '€. A. Niesen; nis aanstaande usa.«resident van Gorontalo (Me nado.) •--li- (Bat. Hbl.) —' 'Naar wij vernemen is aan het Lid in den Raad ■van N. I. Mr. T.' H. der Kinderen, wegens ïiekte.^een binnenlandsch verlof verleend voor dei'tijdtwee maandën. Men deelt ons mede dat 'de 2e luitenant magazijnmeester dér Génie E. B. Latzer, we gens, ziekte, een tweejarig verlof naar Europa heeft aangevraagd. ( Javabode). — Het gerucht ^at hier ldopt; alsof de v óVerste Eijkén, kommandant fan het garnizoen alhier, wegens gezondheidsredenen zijn pensioen rou hebben aangevraagd; is, naar wij met zekerheid kunnen meedeelen, geheel uit de lucht gegrepen. De overste is gezond en krachtig en denkt er niet aan zijn pensioen te vragen. —■ Voor de betrekking van pakhuismeester in de plaats van den overleden titularis Hor' nung is, naar medegedeeld wordt, door den resident alhier O. m. als le candidaat voorgedragen de hoofdcommies op diens bureau Leidelmeijer en na 1 ■volbracht examen als oommies voor de fabriek ten behoeve der Marine en het Stoomwezen, de le klerk, almede van het residentiekantoor alhier, Mossembekker. - , (Soer. Cl.) Kii^a . Dr. King, directenT van het departement voor de Kina-teelt in Bengalen (Br-Indië), beveelt in zijn verslag over het jaar 1582—88 de methode van het afschrapen van den bast Succirubra' boomen aan, zooals die door den heer Moens, directeur der Kinacultuur van de Nederlandsche regeering, werd ingevoerd en op de aanplantingen van Sikkim met goed gevolg is toegepast. „De bast," zegt hij, „groeide vrij langzaam weder aan, maar bij scheikundig onderzoek bleek, dat hij zeer rijk aan kinine en chinchonidine was. Er is geen twijfel aan, of in landen waar de roode kinaboomen inheemsch zijn, en waar men op hun voortdurenden wasdom voor een reeks van jaren kan rekenen, moet die wijze van behandeling een uitmuntende zijn." (Bat. Hbl,) A chtekstand . Men verzoekt ons mede te deelen dat in de gevangenis te Sumedang ver» scheidene personen worden eevangen gehouden,' wier strafzaken reeds in 1880 door den landraad wérden afgedaan, maar "tdt nu toe nog bij het Hoog-Gerechtshof in revisie inbehande-t ling zijn. Aan voorstellen van de betrokken autoriteiten aldaar om, door het treffen van eenige voorzieningen, den schrikbaren achter* stand op te ruimen, moet het niet ontbroken hebben; doch aan die voorstellen werd geen gevolg gegeven, waarschijnlijk omdat daaraan eenige uitgaven verbonden zijn. Wij verkeerden in de meening, dat de achterstand bij het Opperrechterlijk College van N. I. door dé een tijdje geleden ingevoerde reorganisatie voorgoed was opgeruimd, doch moeten thans tot ons leedwezen ervaren, dat de toegestane vermeerdering van personeel niet voldoende blijkt te zijn om de bergen landraadvonnissen door te worstelen, met het gevolg dat de veroordeelden, die op de arresten van het Hof wachten — zooals dezer dagen te Sumedang is gebeurd — hun tijdelijke gevangenissen ontvluchten. Aan zulk een toestand moet, onïes inziens, zoo spoedig mogel ; jk een einde worden gemaakt, en blijkt het werk voor één' gerechtshof te zwaar te zijn, niets is rationeeler dan om de revisie van de landraad vonnissen aan de Baden van Justitie op te dragen, wier personeel dan eenigszins zou moeten worden uitgebreid. ' - (Javabode.) Kindercourant . Gaven we gisteren met leedwezen het berioht, dat de Kinder-coUTunt zon worden gestaakt, nog onder bét afdrukken van ons blad (waarvan dientengevolge niet felle ex. ons bericht bevatten) werd de firma Tbieme en Cö. aangenaam verrast door een Gouv. besluit, waarbij de' Begeering «ich vóór den jaargang 1884 ten behoeve van haar openbare lagere schólen, en dus voor even zoo vele exemplaren als er van die scholen zijn, op de Ind. KinderCourant abonneert.» ' " Door dit besluit is de firma Thiemé en Co. in staat gesteld de uitgave voorttezetten. De Directeur Vari O. E. en N., op wiens aansporing de Regeering' dit besluit nam, heeft velen daardoor aan zich verplicht.' De naam van Nellie blijft borg, dat ZHEG. een goed werk deed. (Soer. Hbl) ■Uit P adang, 24 November. In 's Lands koffiepskhuizen te Padang was tot en met gisteren voor de vierde veiling van dit jaar ontvangen. Uit de Bovenl. koffie 1ste soort 17842pic. 34 kt. - Ajerbangies „ „ „ 244 „ 79 „ * Painan „ „ „ 485 „ 90 „ „ Ankola „ „ „ 1209 „ 32 „ „ Mandhéling „ „ „ 2124 -„ 90 „ Koffie 2de soort 21907 pic. 25 kt. 88*-*- -7-8 „ (Sum. Ct.) 22790 pic. 03 kt. Een landhuurder hier ter stede huurde van een apanagehouder een desa onder het Bójolalische in, en gaf voorloopig een zekere somals boekti tot tijden wijle de betrekkelijke stukken gereed zouden zijn. Denkende dat de zaak in orde was begaf hij zich uaar zijne nieuw ingehuurde desa om ze in bezit te nemen, maar vernam tot zijne verwondering dat een hadji reeds eenige jaien lang de rechtmatige huurder daarvan 'wis en hij konde dus onverrichterzake terugkeeren. Bovengenoemde zaak, die sterk naar oplichterij riekt, is in handen der bevoegde' autoriteiten gesteld.. (N.Voritenl.) De Raas van justitie veroordeelde Donderdag jl. den persoon van Koevoet tot de betalii-g van drie geldboeten, eik van f 25, en den persoon van Dézentjé tot één geldboete van f 10. Daarna kwam in behandeling de' zaak van Masius eu Mangoenprawiro, beschuldigd van scnending van begraafplaatsen en diefstal van steenen die tot grafmonumenten behoorden. Oe O. v. J. requireerde respectievelijk zes maanden gevangenisstraf en zes maanden d a., benevens voor ieder een boete, groot f 50. a. s. Donderdag wordt in deze zaak uitspraak gedaan. Heden werden vrijgesproken Prawiroredjo en Oen Soei Li; de djaksa werd met zijn dagvaarding tegen Oei Tieng Liong niet ontvan, .... - , , . ..., , - _. kelijk verklaard; terwijl de vonnissen van Tjoa
Tjoe Ong, Go,JTjoe. Qng en Tjoa Tjoe Wat bekrachtigd werden.. Daarna behandelde de raad vier zaken in appel. Tan Ki Lien was wegens invoer van.zoogfnaamde haantjesduiten veroordeeld tot de kosten van het procés en verbeurdverklaring der duiten. Het O. M. requireerde bovendien een boete van f' 183132. „j. , t. Tegen Dipowikromo uit foerworedjo, hoewfl in eersten aanleg vrijgesproken, werd door, het O. M."een boete van f 10 igeëischt, wegens het clandestien vervoer van een geweer. < ï t The* Thoé uit Semarang was wegens ean opiumdelict veroordeeld tot drie. maanden d. a en eten" bóéte van f 1000. Het O. M. eischte hier ééti maand d. a. en een boete van f 1000. Wétens eenzelfde overtreding waren hadji Tajip en Bok Tarsim veroordeeld, ieder tot zes maanden d. a. en een boete van f 1000. Het O. M: eischte tegen hadji .Tajip twee maanden d. a. en een boete van ,i 1000, terwijl vüoi 1 Bok Tarsim vrijspraak werd gerequireerd. t In deze vier zaken, zal a. s. Zaterdag uit' spraak gedaan worden. T br polttibkol werden heden veroordeeld: Sojoedct, tot' één maand d. a., wegens diefstal van djatihout; Kw* Yang Wie. tot vijftien da gen d. a,,. wegens diefstal; Setrodongso, tot acht dagen. d. a., vn-gens het vervoeren van djatihout zonder paf; Wong o, tot vier dagen '1. a., wegens het 's avonds loopen zender licht Kassidin, tot vier dagen ,d. a., wegens het zitten op zijn grobak, in plaats van er naast te loopen; Sinem, tot vier. dagen d. a , wegens het 's avonds op straat loopen op verdachte wijze. - u. -v. Heden werden veroordeeld: .,i Saleman, tot drie maanden d. a., wegens een opiumperkara; Sarrepan, tot één maand d. a., wegens diefstal; Wiromerto en Kertowidjojo, tot vijftien dagen d. a , wegens diefstal van djatihout; Bok Kasroüh, tot vijftien dagen d. a., wegens het slaan van een natuurgenoot; Hammat en Pak Babio, ieder tot twaalf dagen d. a., wegens het onvoldoende wacht houden. J ; E en desbbtetjk , Soerasodin genaamd, Javaanseh soldaat, werd gisteren gevangen genomen door den heer G. politie-opziener te Tenggang. D iefstal . Bij dr. E. zijn eergisternacht een aantal bloempotten met crotons gestolen. Gistermorgen werd het aan de politie medege deeld, die er in slaagde den dader, genaamd Mingoe, in kampong Kebon Tjina op te pakken. Hij had de planten nog bij zich. 'ijla l feil 4.' nr Tim p - VïHlCiEZtNG VAN ebn desahoofd. GfïSter ochtend werd de bevolking van de desa Karang Anjar Lor bijeengeroepen om een nieuwen loerah te kiezen, in plaats van den ouden, hijgenaamd Kemprog. Wij deelden reeds mede, dat er vijfLeandidaten waren: Kerto, bekel der desa Badjipin, Kasman, Sokrono en Kertodiono. Op de/drie eersten werden geen stemmen nit> gebracht, op den vierde 22 en op den vijfde 30. Kertodronoji afkomstig van Semarang, woont nog geen zeven maanden in de desa en- werd tweemaal veroordeeld. Ééns tot veertien dagen krakali omdat hij goederen van aijn vrouw verduisterd, had en daarenboven zeer onaardig tegen haar geweest was; een ander maal tot een maand krakal, wegens het vervoeren van clandestien opium. Wij twijfelen er zeer aan, of Kertodrono, met dit alles op zijn geweten, wel benoembaar is. S toking . De telegraphische gemeenschap langs den Rangoonkabel, is volgens een draadbericht uit Singapore weder verbroken. Voor telegrammen naar Burmah wordt nuj tot die gemeen schap hersteld zal zvjn, een verhoogd tarief toegepast. G etas en N gassinan . Dezé landen zouden heden verkocht worden. Wij vernemen echter, dat er geen enkel inschrijvingsbiljet is ingekomen. i,. 6s t— —nrwsaa» u S paarbank oh S emarang . Gedurende de maand Novemb. 1883 is teruggen, f 69650.51 ingelegd „ 63153.31 Alzoo meer teruggen, dan ingel. ƒ 6497.20 D e ingenieur der tweede klasse bij B. O. W. Hamming is van de hoofdplaats Batavia naar de afdeeling Buitenzorg overgeplaatst. f • i êiiU&i. aLL, -•** fc" 1 M ilitaria.j \ De le luitenant adjudant H. van Wicheren zal ibij de Regeering voor een gratificatie.< voorgedragen ^worden, voor de goede vervulling van de betrekking van kwartiermeester van het garnizoen U.e 1 Tjilaljap, waaraan geldelijke verantwoordelijkheid is verbonden. ) - —.. .——1 : i'i nlu —tO Wiili »i| D e patih op de hoofdplaats Semarang, etie goed zijn best pedaan heeft als waarnemend regent na het overlijden van den vorigen en tot het optreden van den tegenwoordigen titularis, en die zich daarvoor verschillende extra-uitgaven heeft moeten getroosten, zal hoogst waarschijnlijk een gratificatie ontvangen. Een voorstel om hem f 750 toe te kennen is reeds gedaan. P ostwezen . De Gouverneur-Generaal heeft het Opperbestuur voorgesteld, om het hulppostkantoor te Keboemen, residentie Bagelen, tot een post- en telegraafkantoor te verheffen. In verband daarmede zal de formatie van het personeel van den post- en telegraafdienst worden uitgebreid met eeu kantoorchef der vierde klasse en wordt een hulppostcommies afgevoerd. I — . t u ' K leine middelen . De pacht van 's lands kleine middelen in de residentie Madioen, met uitzondering van de pandjeshuizen, is voor f 34.320, of f 1800 meer dan in 1883, definitief toegewezen. ai .... De pacht van de overvaarten voor 5.520. Van de overvaarten /.al het Gojxvernement in 1884 dus f 156 minder dan in 1883 trek-, ken; in een herverpachting ziet het Bestuur volstrekt geen heil. F abriek voor pe marine en het stoom wezen . Onder datum van 17 October had de minister van Koloniën nog een verhooging der Indische begrooting voorgesteld van f 315.000 „ter overbrenging van de fabriek voor de ma rine en het stoomwezen te Soerabaja, naar het Marine-établissement aldaar", en wel voor onderafdeeling 52, Ie hoofdstuk, „Materieel der Zeemacht/' van f 188.000 en voor onderafdeeling 113, He hoofdstuk, „Maritieme établissementen en Magazijn" van f 127.000. Met de begrooting is ook dit voorloopig afgestemd. F inancieele' verwarring . Ook te Makasser is het piet pluis. Een gewezen kapitein-Chinees heeft zijn administratie van de door hem geïnde bedrijfsbelasting in zulk een verwarden toestand aan zijn opvolger overgegeven, dat deze— zelfs met den Iuspecteur van Financiën tot gids! — or niet uit wijs kan worden. Men heeft alleen kunnen constateeren, dat er achterstand is, maar wie de achterstalligen zijn, blijft nog een raadsel. Van bestuurswegé is de ex- kapitein aacge om de aoh terstallige bedrijfsbelasting
te betalen; hij be*ft eehter daarop een diep stilzwijgen bewaard, en d, 6 Officier van Justitie vindt het niet geraden, om hem, zonder auto risatie der Regeeriog, in .rechten te, betrekken. De betrokken autoriteiten zitten uu in zak en ascU. Op den bedoelden .gewezen kapitein zijn de bepalingen ■,tep : aandien.van ambtenaren die verantwoordelijk ,gesteld kunnen «vorder voor de schade, welke zij .ivan het Jand. hebben toegebracht, niet toepasselijk, en dus kan de Rekenkamer hem nipt. beiagtpn. q.^ , Het einde zal wel een civiele actie zijn, ten minste als de Regeering. merkt, dat er van,der Chinees wat te halen is. Maar de vraag .zal dan zijn, of de Regeering geen, gevaar Loopt om buiten 'le achterstallige belastingpenningen die 7 a 9CÜ bedragen, nog driemaal zoo veel aan proceskosten te verliezewou t .„ Er is echter in die geheele quaestie iets zeer vreemds; Chineezen toch zijn in den regel goede administrateurs. ! " ' 'J'Ji''lifti ^ TTB anjoemas ontvingen- wij dit schrijven De inlandsche koffiepakhuismeester te P. verstoutte zich nu ruim een jaar geleden., pm van het voorschot , dat hem uit 's lands ka: voot den inkoop van koffie was verstrekt, f 200 tot andere doeleinden te gebruiken. La ter stelde een boezemvriend hem in staat, deze som terug te storten, en er kraaide geen haar naar. , ,,, , Eenige maanden later nam de koffiepakhuismeester f 300 van het voor koffie-inkoop be stemde geld. Ook dezen keerkwameen vriend te hulp, en weer kraaide er geen haan naar. Driemaal is scheepsrecht. Met f 200 was het goed afgeloopen en met f 300 insgelijks: nu kon hij het wel eens met f 500 probeeren Dit bedrag heeft hij echter niet kunnen resti tueeren, en het tekort van f 500 is geconstateerd Als de Europeesche ambtenaar die met d< contröle is belast, werkelijk controle gehoudei had, zou het nooit zoo ver gekomen zijn.— U it T jiandjoer werd dd. 27November aai het Alg. Dagbl. geschreven: „De werkzaamheden aan de spoorwegbrug ove» de Tjitaroem zijn zoover gevorderd, dat giste ren de eerste locomotief er over heen is ge spoord. Heden proefrit met zes locomotieven ei een feestrit voor inlanders, mitsgaders slamatan voor de werklieden. Tot wering er voorkoming van alle onheil wordt natuurlijk aan het begin en aan het einde der brug eer buffelkop begraven. „Eere aan den sectiechef, die het grootsche werk, in Juni aangevangen, met echt Ameri kaanschen spoed binnen zoo'n korten tijd heeft tot stand gebracht."