Het is bÖ slot van rekening niet twintig ', _ïfrv'M 1 " ren geweest dat de monstertting in da Weener Kamer heeft getourd. Neg 611 Czechep, tenlaatste zoader tem slaagden er i Q h 0t geduld hunner kolleg 8 ' 9 aldus op de proef te stellen Gedurende dien tijd waren de mees' kamerleden in de koffiekamer, daar atmosfeer in de groote zaal, waar Czechen altijd door peroreerden, langzamerhand onhoudbaar geworden was. Terwijl in de zaal het kraantje der Czechische welsprekendheid voortdurend lekte, stroomden in de koffiekamer bier wijn, champagne, en de traditioneele Weèner caféaulait capuciner, veel koffie j et weinig melk er in; men zou, zegt een korrespondent, zich verplaatst hebben gewaand in een restaurant de nuit geopend in den karnavalstijd, en de overeenkomst «as des grooter omdat van tijd tot tijd een dame in elegant toilet op de tribune3 een kijkje kwam uemen van het spektakel. Op zich zelf was het incident alleen grotesk; maar te Ween wis de Blowitz, da Parijsche korrespondent van de Times Geboren Oostenrijker, in Frankrijk genatural seerd, was hij de eerste dagblad-korrespondent die er in slaagce door diplomatie als persoon van gewicht te worden beschouwd. Dat de Blowitz, die er inderdaad middel vond tijdens de spanning tusschen Frankrijk en Duitschland in 1875 en tijdens het kongre3 te Berlijn gewichtige mededeelingen publiek te makon, lichwel eens ij el toonde en er genoegen in had oude artikelen van zijn hand te laten herdrukken zelfs al bevatten die korrespondenties profetièn die door de uitkomst absoluut gelogenstraft werden (zoo voorspelde hij in 1876 dat Gambetta als woed» nd Jakobijn zou sterven op het schavot, en liet die profetie een paar jaar geleden in de Revue de Paris herdrukken) was menschelijk en vergeeflijk. De andere persoon is Mahmoed Pacha, schoonbroeder van Sultan Abdoel Hamid. Mahmoed kan beschouwd worden als het hoofd van de Turksche reformpartij, en men herinnert zich hoe hij er in slaagde December 1899 uit Konstantinopel te 'luchten, vergezeld van zijn twee zonen, ^aheddin en Loetfoellah. Zijn verblijf Europa wa3 een voortdurend protest tegen de regeering van Abdoel Hamid, en eze plaatste te vergeefs van tijd tot tijd ' n de bladen notatjes meldend dat zijn schoonbroeder zich met hem had verdoend. Van Turkije naar Marokko is de overig niet moeilijk. Wat er werkelijk voor , 'en *** de gevolgen kunnen zijn van 6 tegenwoordige verwarring, is een Jttdsel, Metalleen voor personen die uit 6 verte oordeelen, maar voor hen die de °estanden van nabij volgen. »De koppis;6 w waarmede de pretendent Bon Hamaschijnt vast te houden aan zijn plan, l e y Abdel Aziz te onttroonen, het ste der stammen die zijn zaak j. Un ® n en de ontevredenheid die zich sch .-f Marokko doet gevoelen," dijn f ■ 8en ' corres P an( dent, »dit alles en h- 1 n * e ' ; Z ^ Q * e ontkennen evpni 6 , emstig g eno0 g zi J Q - Het is Wel mogelijk dat dit alles niet traders t- P*' Marokko, meer dan el i, r ' an m0 n zeggen dat kleine ooi z iken Val ] ^ evo ^g en hebben. Een louter toe dend voo ^durende regens die de strij 0nd ;M eQ Z0Ul ^ en noodzaken zich iitnim- 1 " ^ e ntea terug te trekken, de Hgj , °g der stammen of hua onderlinge OMani n ^ ln ^'. zou d ea i Q een oogenblik den ^ne« dmg 0 n _c[ oan vallen." Zoo aan derVw 6 o , nt 1181 optreden van den broek f 1 a ös te Fez n i e t al de uitwer(tr QUw g 0 had die men verwachtte doel san*!? i at °P tr eden had vooral ten br 0e ,w , , ® ev °lking te doen zien dat die " C i Qiet ^ de opstandeliDgenhad moet men aan den anderen het oog verliezen dat de in stammen tot heUaiet floten) ?? Getuit onderworpen land" behooren, en chronisch in staat van oproer zijn. De Engelsche zaakgelastigde te Tanger die deze opmerking aan den korrespondent mededeelde, voegde er bij dat de stammen, dichter bij de kust geplaatst, min Ier fa« natisch daa die van het binnenland, den Sultan dankbaar zijn voor zijn hervormingen en de afschaffing van drukkende belastingen, en hem, zoo no dig, zouden steunen. Volgens den zelf len zegsman zou de pretendent wel degelijk een oom van den Sultan zijn—voor zoover men iets kan verzekeren in dat chaotische land en die chaotische toestanden. 21 ianuari. In de Oude Wereld is de Macedonische kwestie het nog steeds dreigende spook. De heer Delcassé, anders geen vriend van indiskreties, kondigt de aanstaande uitgave aan van een »geel-boek" over die kwestie : bewijs dat hij het ongeduld van het publiek, dat in den duister rondtast, begrijpelijk en verschoonbaar oordeelt. Oostenrijk brengt een eskader te Pola bijeen: zoogezegd ten einde tegen Turkije te demonstreeren, indien de verlangde hervormingen werden uitgesteld, maar waarschijnlijk ook wel ten einde Italië te laten zien dat er nog steeds een zeer goede üostenrijksche marine in de Adriitische Zee is; de vorming van dit eskader valt merkwaardig samen met de voorgestelde versterkingen van de oprlggshaven van Sebenio (Dalrnatijï}. De heer Sarafof, Minister van Financiën van Bulgarije, is hier te Parijs geweest, enkel voor het afdoen van geldzaken, zei hij, maar hij deed aan een me Iewerker van de Figaro verklaringen die doen begrijpen dat de toestand spant. »Wij doen wat wij kunnen om de opwiuding der Macedoniers tot bedaren te brengen, om te verhinderen dat de •ntevredenen op Macedonisch gebied uit Bulgarije steun ontvangen; maar men moet ons niet het onmogelijke vragen. Macedonie heeft noodig : 1° een Christen tot gUutcrnoun ; OO oan aarlijir halaotinyQ^l. sel, 3° ambtenaren die geregeld betaald worden, en een gendarmerie die de bevolking beschermt in p'aats van haar te plunderen. Die hervormingen, besloot de Heer Sarafof, zijn noodwendig, wordt vóór Februari niets gedaan, dan is een uitbarsting onvermijdelijk." In de Nieuwe Wereld is het konflikt van Venezuela nog steeds niet geregeld, en een onverwacht incident bewees hoe gevaarlijk de toestand is en hoezeer de drie verbonden mogendheden mat vuur spelen. Juist had de nieuw benoemde Duitsche gezant der Vereenigde Statan, Specis van Sternburg, de meest vredelievende verklaring gedaan aan den Berlijnschen korrespondent van de NewYork Herali ; men meldde dat President Gastro, van zijn kant, had toegestaan dat de douane-rechten van Venezuela beschouwd zouden worden als garantie voor de door de Republiek verschuldigde sommen — toen het gevecht (een heusch gevecht, waarin dooden en gekwetsten vielen) tusschen de Duitsche kanonneerboot Panlher en de forten van Maracaibo al deze vredelievende betuigingen in kruitdamp deed opgaan. Tot nu toe heeft de Duitsche regeering geen officieele verklaring gegeven van de blijkbaar zeer ondoordachte handelwijze van denkommandant van het Duitsche oorlogsschip, die zich in een kanaal waagde, versperd door forten met modern geschut bawapend en waarin hij niet manoeuvreeren kon, zoodat hij ten slotte den terugtocht moest blazen. Het gevolg van deze handelwijs kan zijn: wederzijdsche verbittering; de lieden te Garacas, opgewonden door dit klein succès, zullen mogelijk een arrogante houding aannemen, en reeds wordt gemeld dat Duitschlaud, in plaats van het gebeurde te desavoueeren, slechts aan het zenden van versterkingen en nieuwe maatregelen van geweld denkt. In Amerika is mon over dit alles weinig gesticht; maar in Engeland gaf dit échec der alles behalve beminde bondgenooten aanleiding tot min of meer geslaagde aardigheden en grappen: »de kleine nederlaag der Duitschers geeft hier te Londen meer satisfactie dan een over* winning der Engelschen gedaan zou hebben," schrijft een korrespondent. De parlementaire welsprekendheid stroomt, te Parijs zoowel als te Berlijn (om van Weenen niette gewagen, *aar de Jong-Gzechen opnieuw de obstructie maken door uitgalmen van eindelooze speeches in hun Slavisch idioom); te Parijs als te Berlijn is het dealgemeene diskussie over de begrooting die gele genheid geeft tot het uitstallen van al die rhetorika. Rhetorika is het woord, althans voor de rede van den heer Paul Deschanel, die ditmaal poseerde als hoofd der anti-ministerieele republikeinsche partij en als feitelijk opvolger vaa den heer Méline, te zeer gewantrouwd om nog in die kwaliteit op te treden. Naar aanleiding van de fioancieele kwestie, sprak de heer Deschanel over alle mogelijke otaderwarpan, en vooral over vaderlandsliefde, die hij aan de socialisten ontzegde; hij toonde gebrek aan takt door bij deze gelegenheid Jaurès aan te vallen, die afwezig was. Da heer d'Estournelles, de man van de vrede3kongressen en internationale rechtbanken, legde den vinger op deze fout, en trad tevens op als pleitbezorger eener algemeene ontwapening: het was de gewapend vrede, zeide hij, die op Frankrijk als het overig Europa drukte en alle diepgaande financieele hervormingen, alle grootsche plannen van openbare werken onmogelijk maakte. Den tweaden dag sprak de heer Ribot die, zonder zijn gematigd-republikeinsch standpunt te verlaten, blijkbaar de meer geavanceerde fracties der linkerzijde te vriend poogde te houden; zijn rede isdoor de meeste radikale en socialistische bladen nog als t, unstig beoordeeld. Blijkbaar wil de heer R^bot zich niet geheel brouilleeren met radikale fracties, voor het geval dat deze met de socialisten breken en zich willen aansluiten bij de gematigd de republikeinen. De aandacht verdient nog dat de socialisten, den heer Deschanel in de rede vallend, de Russische alliantie heftig aanvielen, en dat de heer d'Estournelles erkende dat zg een teleurstelling was geweest. Anders dan te Parijs, waar de regeering zich buiten het algemeen begrootings-debat hield, was te Barlijn van Bülow de groota man, in de gebeurtenis van den dag, zijn antwoord op do redevoering van Von Vollmar, den Beierschen socialist, die de binnen-en buitenlandsche politiek der regeering had gekritiseerd. De Kanselier hield vol, tegenover de opmerkingen van zijn tegenstander, dat in Duitschland de regeering meer had gedaan voor het welzijn der volksklassen dan in eenig ander land ter wereld ; en bepaaldelijk lichtte hij dit oordeel toe uit de verfclai-Misoc, heor Maiot-o^ toen Minister, aan den Duitscaan gezant alhier, waarin met de grootste bewondering gewaagd werd van de Duitsche sociale wetgeving en van den arbeid van Wilhelm II op dit gebied. Wat de buitenlandsche politiek betreft, was de Kanselier zeer beleefd voor de Engelsche regeering in zake Venezuela, maar veel minder voor de Engelsche pers en haar voornamen woordvoerder, Rudyard Kipling. Eenige zeer hoffelijke woorden aan het adres van Frankrijk trokken de aandacht aan het slot zijner rede. Ter wijl Von Vollmar het woord voerde, had een incident plaats dat een geweldige sensatie maakte. Da socialistische redenaar wilde iets zeggen over het optreden van don Keizer in de zaakKrupp, toen de voorzitter Ballestrem droogweg zeide dat hij niet koa dulden dat dit onderwerp werd aangeroerd.Deze coup d'état van den president maakte des te zonderlinger indruk omdat hij (zelf katholiek) had toegelaten dat den vorigen dag een katholiek afgevaardigde uit Beieren het bekende telegram des Keizers aan den Prins-Ragent van Beieren kritiseerde. De socialistea protesteerden luidkeels, en bladen van de meest verschillende richting veroordeelen de houding van Von Ballestrem. »Het volk," zegt de doktrinaire Vossische Zei ■ tung, »zal in de socialisten de slachtoffers zien van een daad van willekeur." 22 Januari. Duitschland gaat voort in Venezuela de methode van den „ijzeren handschoen" toe te passen: de kanonneerboot Panther, ditmaal door twee andere kanonneerbooten gesteun 1, heeft het bombardement van het lort San Garlos bij Maracaibo hervat. Amerikaansehe bladen bevatten allerlei verhalen van vertoogen die de regeering der Unie te Barlijn zou hebben gedaan om het Duitsche Gouvernement min of meer te sommeeren van deze gewelddadigheden at te zien: dio verhalen zijn mogelijk of waarschijnlijk canards maar bewijzen dat de publieke opinie in het land der Yankees ongeduldig begint te worden. De Amenkaansche gezant tfowen, officieus vertegenwoordiger van Venezuela, is te Washingtoa aangekomen enzouin staat ziju een garantie aun te >ieden voor de afbetaling der |door de feallieerden gevraagde sommen. Dat bij ich ongunstig over cfe bedoelingen van duitschland zou hebben uitgelaten,zooals Amerikaanseae blailen eveneens verhaen, klinkt zeer onwaarschijnlijk. Oaderusschen zoekt de Loudensche Times, ;eer tot verontwaardiging van de h'ölni. chi Zeitung, de Amerikanen nog me ar egen Duitschland op te zetten, door te erhalen dat de Duitschers zich willen iieateteo aau de ColumbisQhe kust, Bla len te Rome kondigen aan dat bij gelegenheid van een reis van President Loubet naar Tunis, een Italiaansch eskader hem aldaar zal komen begroeten. In een tweede redevoering in den Rijksdag heeft VonBülow de persoonlijkheid van dén Keizer en de houding der regeering bij het bezoek der Boeron-generaals verdedigd. Het oordeel de Duitsche pers over deze uitingen is hier nog niet bekend. G. B usken H ukt. P. S. 23 Januari. De Figaro, in zaken van diplomatie meest goed ingelicht, meent zeker te weten dat de regeering te Washington aan de verbonden mogendheden te kennen gaf dat de blokkade van Venezuela lang genoeg had geduurd. Op Bulows redevoering gister in den Rijksdag ( ie derde) kom ik terug.
De locomotief
- 24-02-1903
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De locomotief
- Datum
- 24-02-1903
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Samarang
- PPN
- 400383802
- Verschijningsperiode
- 1863-1956?
- Periode gedigitaliseerd
- 27-2-1869 - 30-6-1903
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 46
- Jaargang
- 52
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Europeesche Politiek. (Part. corr. van De Locomotief.) (Slot) Parijs, 19 Januari.
HEEREN ADVERTEUR.
HEEREN ADVERTEUR. worden oplettend gemaakt dat het gewone, doorloopende FEUILLETON van de Mjocomoltef stee Is geplaatst onderaan de 8deen 3de psgina van het fWMiDE BLID, en dat voarts nog et n kort EXTB1 FEUILLETON staats ou leraan de 9de en 3de pagina van het DERDE BLAD.
Nieuwe Romans, verteld aan De Locomotief. MARIE CORELLI. Ziska. Het verhaal van een verdorven ziel.
Oa er^tqto vardionato «lazer vaardige schru fater J van ïnieiuanuutiic in«. u , °.~ voorzeker de buitengewone handigheid, waarmeê ze haar publiek weet te trekken en te boeien. Altijd zoo iets heel buitengewoons, waarvan zelfs de meest verwenden en meest kieskeurigen nog eens opkijken 1 Daarbij aardige decors, vlugge, geestige gesprekken en groote hoeveelheid kennis van't leven der menschen-van-de-wereld. Nu, na de verrassing van den zonderlingen naam Ziska, van voor-historische herinneringen zooals we vernemen zullen en die ïn-boeiende belofte van shet verhaal eener verdorven ziel" (— o 1 wie kan daarbij koud blijven!) — wéér dadelijk het meest-cosmopolitische gezelschap van sierlijke nietsdoeners metéén geleerde op den koop toe, in zoo een of ancter Egyptisch hotel.pyramiede-zicht. Die geleerde, pr. Maxwell Dêan, lid van het Koninklijk Instituut voor Egyptische Oudheden te Londen, houdt er een reïncarnatie-leer op na, waarmeê alle personen zoo nu en dan en de lezer ius telkens wéér opnieuw kennis moeten maken. Niets gaat verloren in de natuur ; de ziel evenmin als het lichaam; alleen is er de ontwikkeling van het protoplasme tot het fijnst bezintuigde organisme. Doch wat eenmaal samen hoorde, zoo man en vrouw, blijft in alle verdere levens elkaar trekken, zal weêr vereenigd worden, al zij het ook als twee planten, twee steenen, twee schelpen. De Liefde, beginsel en fundament van alles, blijft trekken en de Liefde is vaak in haar verschrikking de dood. Voor wien den Christelijken godsdienst aanhangt, voor wien de Lijder van Golgotha niet te vergeefs is gestorven aan zijn Kruis, komt de troost der mildere vergeldingsleer, voor de anderen, die slechts de Rede dienen, heerscht alleen de koele en wreede rechtvaardigheid. De Rede krijgt menigen klap in 't gezicht bij de herhaaldelijke betoogen van den dokter, terwijl de Christelijke Godsdienst zonderling in dit verband wordt opgenomen. Daar de wereld nog zoo dom, cynisch en onbevattelijk is, zal de geleerde zijn ontdekkingen nog maar voor zich houdea, doch elke misdadiger wordt vervolgd door de ziel van ziju slachtoffer in andere belicnaming en die misdadiger zelf kan ook na eeuwen weêr in een ander corpus op aarde verschijnen, om die vervolging, even verdiend als onvermijdelijk, te ondergaan. Later,wanneer het oordeel der menschheid in helderheid zal zijn vooruitgegaan, zullen de menschen leeren ïnz ea, tat de vrouwen slechts de wreeksters zijn van de slechte daden der mannen. Eu de slechte daden der vrouwen zeil 1 Hierover laat de geleerde ïich
niet uit, doch de vrouwen zoowel als de ncannen, die volharden blijven in onboètvaardigheid zullen telkens weêr tot geh niéuw lijdensleVen worden opgeroepen om daarna weêr te verdwijnen tot een volgend geslacht. Nuis de »great attraction" van het cosmopolitisch kringetje waarvan ik sprak, de wonderschoone, betooverende, verleidelijke schoonheids-prinses Ziska, met een lichaam 1 een stem ! een gracie! Alle mannen (de professor natuurlijk uitge« zonderd)brengt zij het hoofd op hol; alle vrouwen zijn jaloersch en nieuwsgierig tevens, zich afvragend of- ze getrouwd is of gescheiden, Russische van afkomst, of mén weèt niét Wat. In 't kort, ze is de ster, het phenomeen, harer om» geving. En als ze danst dan ia het één harmonie van kleuren en lijnen; als ze zingt is ieder van aandoening weg; als ze spreekt over egyptologie komt de hoogleeraar in verrukkingen beweert, dat ze alle leden van zijn genootschap schaakmat zou zetten. Daar komt de Parijsche schilder Armand Gervaise, een artiest van wereldvermaardheid ; geastig wereldling voor wien alle kringen zich ontsluiten, bekend flirf engeeselvan zoo menig vrouwenhart, zich wat verpoozen in de pyramiedenlucht. Hij ziet prinses Ziska en hij heeft de koorts... van liefdo, van hartstooht, want de dokter, ook al handig in zijn diagnose al is hij Diet »1n de medicijnen", verklaart hem volmaakt gezond. Bij de ontroering, die de wonder schöone vrouw hem bracht, die andere, van haar vroeger te hebben ontmoet, al moest het wezen voor dit aardsch bestaan; en wonderlijk—Ziska zeide hem geheel het zelfde gevoel te hebben. En toen die twee dansten op het bal masqué, Ziska in het gouden gewaad eener Egyptische courtisane van drie eeuwen vóór den zonvloed; hij als Bedouïen, toen was het alsof hunne wezens samensmolten tot één heerlijke schoonheidsharmonie. En zonderlinger:' wanneer Gervaise haar portlVl £aav uiuuuuj UUU avw "'J — dag met een afschuwelijk beeld, beeld der
wrake, beeld des Doods, dat Ziska niet is en toch Ziska wel en dat ieder gruwen doet van afschuw. Hoe toch, kon hij tot zoo iets komen? De dokter is geen oogenblik verwonderd en zal hem alles verklaren, stukje voor stukje, al is dit hoogst moeilijk tegenover een cynisch rationalist als de schilder. Wat doet het er toe, de goede wijsgeer van helderheid en licht praat wat meer waarom hg volstrekt niet rouwig is. En Gervaise zal nog andere dingen moeten hooren en zien waarvan zelfs Pollonius, die Horatio op zooveel wonderbaarlijks en ondoorgrondelijks voorbereidde, vérsteld zou hebben gestaan. Op den avond van 't bal stelt de prinses, volgens haar eigen zeggen, hare naamgenoote voor, Ziska - Ghamasel, de favorite van den veldheer Araxus, moedig strijder van Koning Amenhotep, welker mummies rusten onder de Groote Pyramieden en welke allen leefden drie eeuwen vóór den zondvloed, Die koning was van de achttiende dynastie. Nu heeft de geleerde dadelijk uitgesponnen dat Ziska een Egyptische moet zijn; ze heeft zoo veel gelijkenis met figuren, die op hieroglyphen voorkomen. Later, wanneer ze in haar paleis een pas opgegraven fresco vertoont van dien veldheer Araxus, met zijn geliefde Ziska ■ Ghamasel, komt een nieuw licht over hem; die prinses Ziska van het hótel en die Ziska-Ghamasel, zijn één, of liever de eerste is de rondzwervende geest van de laatste, want eindeloos zwerft die onboetvaardige, omdat, heeft de dokter haar eenmaal verweten, het verschrikkelijkste is, dat ze geen verlossing begeert en een diergenen is,die steeds uitroepen: »Kwaad, wees gij mijn goed, zoodat voor haar Christus te vergeefs stierf. Wanneer nu op het einde van 't boek in 't hotel algemeene ontsteltenis heerscht, omdat men meent, dat Ziska en de schilder er zoo alledaags mogelijk samen van door zijn gegaan, dan wrijft de dokter zich in de nanden, omdat alles,wat zyn vernuft vermoedde, zoo mooi is uitgekomen! En, al houdt men hem nu voor krankzinnig, luide zal hij het verkondigen, Ziska was aen rondzwervende geest, voor het tegenwoordig geslacht is ze voorgoed weêr verdwenen, voor een volgend zal ze wellicht weêr verschijnen. En Gervaise? Ja, ook omtrent hem heeft hij zijn idee, doch hij wil het niet meêdeelen. Gelukkig echter is de schrijfster zoo vriendelijk het te doen. Toen de professor in Ziska haar voorhistorische naamgenoote ontdekte, zocht hij naar Araxus, want die moest er ook Zijn ;g«eo vrede voor hem, daar hjj de
vrouw, dia üem te zeer beminde, gedood had, wijl ze zijn eerzucht in den weg stond. En dan hooren we later Ziska even zegge» (o 1 echt vuurwerk voor 't groote publiek 1) »de man doodt immers altijd do vrouw die hem te zeer bemint, lichamelijk of geestelijk. Nu is natuurlijk Gervaise die woeste en wreede Araxus, hij moge Provengaal wezen, zijn type is zuiver Egyptisch en zyn gelijkenis is volkomen met het beeld van dien krijger op het pasontdekte fresco. Wanneer de dokter hem al die dingen medédeelt, is hij weinig op zijn gemak en komt heelemaal onder den indruk wanneer de geleerde hem opmerkt, dat evengoed als er nu rozen bloeien, volkomen gelijk aan rozen van voor twintig eeuwen, er nu een man kan leven, het onverandérdë evenbeeld van zijn voor* eeuwsch eigen—ik. Ongelukkig schijnt de geleerde onderzoeker, wiens geest wat al te veel in pyramidische geheimenissen schuil ging, geheel te vergeten, dat juist in de Natuur geen twee blaadjes, geen twee grassprietjes gelijk zijn. Doch, ik dreig in een ernstig betoog te vervallen en dat wil ik voorloopig niet, om het schitterend verhaal niet te storen. De prinses verleent, met grillige wendingen, aan Gervaise meer gunsten dan aan anderen, natuurlijk om hem des te beter te kwellen, wat zijn verdiende loon is. Heeft hij eenmaal, dol van hartstocht, om hare liefde gesmeekt, dan is ze diabolisch Voor hem opgerezen en heeft verklaard : »Liefde, liefde 1 Neen, zij staat daar als de Wrake I Eenmaal heeft Ara« xus haar gedood. Ean tweede maal zal het niet gelukken. Ze is nu enkel haat 1 Waarlijk, ik betreur het, dat Joséphine de Beauharnais en de eerste Napoleon hier niet als een «missing link" zijn tusschen gevoegd. Me dunkt ze passen in 't kader en dan ware meteen de neo«< latijnsche afkomst van GervaisesAraxus
verklaard. Nu heeft de prinses al herhaaldelijk aan Dr. Maxwell Dean verklaard, dat zij de geheimen der Groote Pyramieden die archeologen, welke domme, bekrompen menschjes zijn het toch en wat stellen ze zich gauw tevreden. Ze meenen de geheimen dier wonderbouwen onderzocht te hebben, en ze weten er niets van. Torens zijn het, door de wijzen ontworpen die den zondvloed voorzagen en wilden aanwijzen waar de schatten van het Oude-Egypte verborgen lagen, diep onder de zoogenaamde pyramia Jen vloeren, in open rotsholten, met zand gevuld. Ziska kent de geheimzinnige opening, die daar heen leidt en den dag, dat Gervaise eindelijk hoopt zyn gestadige liefdevlam beloond te zien, zal hij er binnen mogen treden, maar tot zyn ongeluk. 7 De bekende dienaar van Ziska, de geheimzinnige Nubiër, verzekert dat zijn meesteres hem wacht, omdat ze hem bemint, doch liefde is blind, en daarom i3 de schilder voor hij 't weet geblinddoekt en gekneveld, terwijl een prop in den mond hem het schreeuwen belet. En dat alles veel heuscher"» en echter, dan we het laatst zagen gebeuren op ons Semarangsci ; theater. Nu wordt hij voort gedreven door' holle gangen, geheimzinnige trappen, altijd verder en lager. Eiqdelijk worden licht en vrijheid hem weêrgegeven in een vierkante ruimte geheel van goud en weldra ziet hij de sarcophaag van louter juweelen, waarin Ziska rust, de dóode Ziska, die hij eenl maal tot aller afschuw schilderde, geholpen door zijn vóóreeuwsch geheugen - Dat is het uur der wrake! Want nooit keert Gervaise weêr en zijniyk viel daar onder de groote pyramiede, want d&ar is hij, vermolmd bij het graf van Araxu3! Na een heftig twistgesprek met Gervaise, gesprek van beiden mooi en in* drukwekkend, door hartstocht, haat en wrake, wordt ook Ziska weêr voor eenigen tijd de rustende Egyptische Ziska-Chamasel. Daar is het groote vuurwerk 1 Ik heb getracht het weêr te geven in zijn geheel, zonder me zelf door knetterkritiek af te breken. Wat is er van te zeggen, anders dan dat Marie Corelli een knappe schrijfster is vol levendige verbeeldingskracht. Uit de zuivere leer van het-niets-verloren-gaan-in-de natuur zoo iets op bouwen. 't Is merkwaardig l Gelooft zrf werkelijk aan het individueele voortbestaan in onvergankelijkheid der ziel.? 't Doet er weinig toe, ze maakt dan van haar geloof een zonderling opgedirkt sprookje, te goed berekenend hoe sommige Verbeeüdinkjes, zelf niet scheppingsvaardig, snakken naar het wonderbaarlijke. Zoovelen, welke met grooten sp|jt verloren |het geloof in het hiernamaalscha weêrzien in-den hemel zuigen met gre;
tigheid stelliDgen als de bier verkondigde in. Er is ook ietshaerlijk-toostrijks in. Wat eenmaal door de Liefde en Sympathie ▼ereenigd werd kan de wreede dood niet «cheiden ; man en vrouw blijven één, al is het ook onder anderen vorm, als twee planten, twee steenen, wat dan ook. Waarop berust die leer. Datwordtniet gezegd ; dokter Maxwell Dean verklaart maar : «Zoo is het" en de onderaardsche reis van Gervaise met Ziska wordt het bewijs. Inderdaad, wat men in de wetenschap nbewijzen" noemt, zegt zoo heel weinig van de groote mysteriën van leven en dood. Wat is leven? Wat de dood? Dat zijn de eeuwig open vragen. En de mensch blijft in dat opzicht steeds het kleine kind, dat op alles een aidoende antwoord eischt. Ik heb hier geen vergelijkingen willen maken met het onlangs besproken boek van den Heer Reepmaker »Emma Beaumont*. Daar vond ik in elk geval meer ernst dan bij Marie Corelli doch wat de uitvoering betreft komt haar verre de eerepalm toe. Bij haar toch zijn we van de eerste hoofdstukken af op het wonderbaarlijke voorbereid, dat ons door de gesprekken van Dr. Maxwell Dean als 't ware met den paplepel wordt ingegeven. H ella.