Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Kop
- DE KOPPIGHEID VAN EEN EENZAME Herinneringen aan de Londense jaren van koningin Wilhelmina
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 13-12-1980
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 64
- Jaargang
- 11
- Toegevoegd in Delpher
- op 13 april 2016
-
-
Geen zoekvraag opgegeven
-
-
- Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
-
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Kop
- DE KOPPIGHEID VAN EEN EENZAME Herinneringen aan de Londense jaren van koningin Wilhelmina
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- NRC Handelsblad
- Datum
- 13-12-1980
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Nieuwe Rotterdamse Courant
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 400367629
- Verschijningsperiode
- 1970-...
- Periode gedigitaliseerd
- oktober 1970-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 64
- Jaargang
- 11
- Toegevoegd in Delpher
- op 13 april 2016
DE KOPPIGHEID VAN EEN EENZAME Herinneringen aan de Londense jaren van koningin Wilhelmina
DE KOPPIGHEID VAN EEN EENZAME Herinneringen aan de Londense jaren van koningin Wilhelmina
ö0 rA. den Doolaard
.Rijksmuseum in Amster " •nrdt een tentoonstelling 01 den onder de titel ' wilhel " ^"in Londen' - een onderfii dat met de verschijning, iveek, van ^ et *i en de deel *1 De Jongs oorlogsgeI jérhrijving weer in de beCf^elling staat. hrij ver den Doolaard, ^•* h c ar in deze periode van natmaakte, zag vertrouwde brassende restanten van gemeenschappelijk verleen haalt herinneringen op II ai>n vrouw die, ondanks de jf- -• z: : L a ren die zij opriep, voor •^een kei van een koningin' 0 f vveest.
ï !ifr k bezocht deze kleine maar historisch belangrijke tentoonstelling opzettelijk op Sinterklaasdag; bij weinig bezoekers dacht ik de documenten in de vitrines bete kunnen bestuderen. Indera( j wandelde ik een paar uur zo goed als alleen door vijf f verleden tijd, waarin ik, zowel Luik als figuurlijk, aanstonds een schok werd terugveriatst. je ingang links is een leestafel Ljcht, naast schappen met een ar honderd boeken over het tijdl i940-'45. Even verderop rechts , ik in het gedempte licht (ener'ae.sparing?) als eerste tentoonllingsobject een grote ouder«ise tafel. Op de voorste hoeken i en twee stapels boeken en boekwaarvan de beide bovenste mij l r kwaardig bekend voorkwa; n . Toen ik er haastig op toeliep lalde ik met mijn hoofd tegenneven doorzichtige als onzichtje plaat pantserglas, klaarblijlijk opgesteld om de uitgestalde likwieën tegen grijpgrage vin■s te beschermen. opschrift op een zijschot gaf de ■g dat dit de "verzetstafel" was, prinses Wilhelmina in een uentiezaal in Het Loo had laten latser}. Tot haar dood toe was het haar een "gewijde plek" ge_,en Achter op de tafel een èks gebonden jaargangen van dergrondse bladen; in het midji, naast een paar speciaal voor ar gebakken borden in Delfts auw met strijdvaardige leuzen, portret van de moeder van het ïlle" Nederlandse verzet, mevr. Kuipers-Rietberg ("Tante ek"). Deze gereformeerde vrouw, Hitier als de Anti-Christ bebouwde, gaf de stoot tot de ophting van de Landelijke Orgasatie voor Hulp aan Onderduims, en deze L.O. maakte g,aandeég 300.000 man ongrijpbaar voor vijandelijke oorlogsindustrie, ^de linkerhoek van de tafel drie nden deeltjes van het duo)-maandblad "De WervelT dat door de R.A.F. boven begebied werd uitgestrooid. Mijn uw en ik hadden in Londen de iidredactie gevoerd. Ons exemlaar stond thuis ergens in een fgeten hoek; prinses Wilhelmina ser zorgvuldiger mee ongegaan. aarom? Waarschijnlijk omdat ie Wervelwind-artikelen de be'üng hadden het verzet aan te keren. Bescheidenheid en al te «verworven zelfkennis verbie-' mij uit te wijden over mijn ideltje verzetspoëzie, getiteld T feanen. Maar ik zou liegen eer ik niet bekende dat het 'J.een schok gaf te beseffen hoe 'jaren lang op een hoek had geien van deze "verzetstafel". ^rnieuwing uitstalling is typisch voor één 't van konining Wilhelmina's '^gesteldheid tijdens de oorlog, verzet was haar heilig, en de stslieden vormden de Gifbende van haar gedroomde denvolk". Helaas trok zij uit e overspannen verbeelding a rmee zij zich, eenzamer dan j'' n haar ballingschap overeind ook voorbarige en onuit• ö are staatsrechtelijke conse1 enties, waarvan menig docum m de vitrines getuigenis O*overtuiging dat er uit de tds een nieuw Nederlr5 v °^ geboren zou worden,' van de oude partijschappen, 4iii„? 1J gestijfd door een groep ■aard on henullige Engeland)i,tof rs .' Ergens op een zijschot ^ " vitrine staat het kernmotief inigp aar denken, in oktober '42 ►iVieh ® n . over Radio Oranje: kw eVr » jdin g ze 8 t ook verir i' n f Vernieuwing, onder lr ei ding tot stand te brengen ^"Persoonlijk door haar getal. m ' <a binet, te kiezen uit de ft W$ en der ^legaliteit, 'f wa ense kabinet was er vanHe), rs van °m onze grondwet zo i aa ^ ri 8 opzij te laten schuiven. 1de z ' en üjk deel van de uitgeirt^ff^ocumenten illustreren "tó tu^ ? e soms vinnige ar sch* k koppige vorstin en ■et minH aar on derdanige maar koppige premier Pie:,t t£?? er t bra ndy. lr han ni6t toev allig naast elPik ii^ nde geschreven concep8. in kernzinnen. De koniiten a /> rote spitse halen met lattiioc bolken: „het kabinet "idv f en bet v°lk en mij." Geri n ' p 6611 vel vol doorhalinUer S: p 6r e lkaar struikelende liern nu» e y aar voor persoonlijk let denkbeeldig." dat l^ ns enTp S i, matig uitgedrukt. Om ' n gen t ennen te geven en in* r <ie h , te vragen corresponi^'ers db-w> nin ®l n m et haar miaa d orut,, blocnote. (De ministereld haar, onverstandig Rtd
genoeg, de vergaderingsnotulen, die nota bene met de hand in een schrift werden opgetekend!) Op een hier uitgestald zeer leesbaar blocnotevel geeft H. M. haar premier in overweging om in de eerst volgende ministerraad ter aanvulling van het kabinet mr. J. Burger tot minister zonder portefeuille te benoemen. De gebruikte terminologie verraadt echter dat het hier geen verzoek betrof maar een koninklijke oekaze, ondertekend met een geweldige W, waarvan de beide neergaande poten op het papier gekrast staan met een wilskracht, die het ook voor een nietgrafoloog volstrekt duidelijk maakt dat elke tegenstand overbodig was. Op dat ogenblik wisten mijn vrouw en ik meer van de kandidaat-minister af dan het overrompelde kabinet. Onze flat, niet ver van het centrum van Londen, was de oorlog door een instuif voor vers gearriveerde Engelandvaarders; mijn vrouw mocht dan aanstonds ontbrekende knopen aannaaien en kleerscheuren repareren. De Dordtse advocaat mr. Burger, ex-secretaris van de plaatselijke SDAP, was ons ook op komen zoeken omdat hij wist dat mijn vrouw de dochter was van een socialistisch vakbondsbestuurder. Omdat hij nog geen textielpunten had, begon hij met twee jaar sokken van mij te lenen (die ik nooit heb teruggezien), want de dag daarop moest hij naar het landhuis Stubbings bij Maidenhead om, zoals alle Engelandvaarders, zijn opwachting te maken bij de koningin. Bij zijn volgend bezoek vertelde hij ons, dat hij met H.M. door de tuin had gedarteld en dat ze het prima met elkaar hadden kunnen vinden. Een week later reeds bombardeerde zij de Dordtse, advocaat, die, anders dan het gros der merendeel jonge Engelandvaarders, tenminste enige p>olitieke ervaring bezat, tot minister. Onconstitutioneel Haar eigenlijke ministers, die haar, zoals ze zich eens uitdrukte, "op het nippertje achterna waren gereisd," zag zij als tijdelijke zaakwaarnemers. Wat zij voor de toekomst in het hoofd had, was een totaal nieuw politiek schaakspel, waarin de koningsfiguur zich niet hoefde te beperken tot één enkel voorzichtig stapje, maar ook bevoegd zou zijn tot paardesprongen en raadsheerlijke overrompelingen. Dit gedroomde spel viel enkel te verwezenlijken met behulp van de door haar politiek overschatte en al te geïdealiseerde illegaliteit. Hoe onconstitutioneel zij in deze richting optrad wordt bewezen door de tekst van een buiten de ministers om verzonden legertelegram. d.d. 29.9.'44, "van Mevrouw aan Prins Bernhard". De prins, die op dat ogenblik als bevelhebber der Binnenlandse Strijdkrachten zijn hoofdkwartier had in een kasteeltje bij Brussel, kreeg bevel om aan de "Grote Raad der Illegaliteit" de koninklijke wens om advies door te geven. Een half jaar later waren de onderling sterk verdeelde verzetsgroepen het nog niet eens kunnen worden; en dat maakte, tot haar bittere teleurstelling, een eind aan haar vernieuwingsdromen. Hoe weinig zij in haar wereldvreemdheid (noodlottig resultaat van haar victoriaans-geisoleerde opvoeding, gevolgd door de dwang steeds de rol van afstandelijke Majesteit te moeten spelen) van onze dwarsliggende mentaliteit begreep, wordt duidelijk uit een aantekening inzake de perszuivering. Als eerste resultaat zag zij "een. eenheidscourant, welke onmiddellijk verschijnt onder leiding van een groep eerbare journalisten." Wie het genus journalist en zijn eigengereide neiging tot verdeeldheid kent, zal een glimlach niet kunnen onderdrukken. Maar dan liever een milde; wat de Moeder des Volks, die haar kinderen veel te mooi zag en ook niet anders wilde zien, meende het zo goed met haar hoge idealen, voor menigeen trouwens een troost tijdens bittere jaren. Want men mene niet dat het voorgaande de bedoeling heeft om posthuum een vrouw af te katten, die, toen alles in de soep lag, doodalleen het besluit nam de oorlog voort te zetten en nooit levend in de handen te vallen van Hitier en diens duivelse trawanten. Alleen dat besluit al maakt haar leven van onschatbare waarde voor ons volksbestaan en onafhankelijk voortbestaan. Uitbarsting Zij heeft Hitier, die zij diep haatte, nooit anders aangeduid dan als "die man". En daarom acht ik mij verplicht om één opschrift bij een vitrine in detail te corrigeren. In deze vitrine hangt het zonderlingste voorwerp van de tentoonstelling: een plaquette, opengeslagen bij het op een rechterpagina gedrukte verzetsgedicht van Jan Campert Het Lied der Achttien Doden. De linkerpagina is beplakt met een grauw kruidenierszakje. Dit is geen proeve van surrealistische collage, maar een uiting van koninklijke verbolgenheid. Onder het donkere vod verbergt zich de Duitse vertaling van het beroemde gedicht, vervaardigd door dr. Visser 't Hooft te Genève, met de lofwaardige bedoeling om in Zwitserland bekendheid te geven aan de vaderlandse verzetspoezie. Hij liet één exemplaar drukken op geschept papier, verstuurde het langs de geheime "Zwitserse weg" die hij zelf had helpen organiseren naar Londen, en moet stomverbaasd geweest zijn toen de hoge begiftigde hem liet weten dat' hij haar nooit meer onder de ogen hoefde te komen.
Volgens de toelichting liet H.M. mij tijdens een bezoek op Stubbings House deze bundel zien (die ze in een kast had weggestopt), waarop een korte woordenwisseling volgde: „Hoe haait iemand de brutaliteit in zijn hoofd om op die manier onze verzetspoëzie te schandaliseren."
"Maar Majesteit," protesteerde Den Doolaard, "Duits is toch ook de taal van Goethe en Schiller!" "Neen," zei ze beslist, "het is de taal van meneer Hitier." Afgezien van mijn protest, waarin ik nog een rits Duitse klassieken opsomde, wier namen de koningin blijkbaar niets zeiden, is de weergave
volslagen onjuist. Zij verwaardigde zich niet de naam van de verfoeide tiran ooit in de mond te nemen, laat staan dat zij hem "meneer" zou hebben genoemd. Ik heb de emotionele koninklijke uitbarsting bij het doorbladeren van de bundel vol schots en scheef opgeplakte zakjes dadelijk na het
gesprek als volgt opgetekend: "Vindt u het niet ongelofelijk, dat deze onverlaat zich heeft durven vergrijpen aan onze heilige verzetsgedichten, door ze te vertalen in de taal van die man?" Dadelijk na mijn protest sloeg zij de kastdeur ferm dicht en zei pinnig: "Ik heb nu andere bezigheden. Het onderhoud is geëindigd." Schilderijen Bij een volgend onderhoud over mijn bevindingen in het bevrijde zuiden van Nederland wilde zij blijkbaar haar spijt betuigen over de manier waarop zij mij had weggebekt, en als verzoenende geste deed zij iets heel bijzonders: zij liet mij de schilderijen zien die ze in haar weinige vrije tijd in het landschap rond Stubbings House had gepenseeld. Ik vreesde het ergste, maar de soms ietwat haastige olieverfschetsen in neo-impressionistische stijl vielen enorm mee. Eén schilderijtje zonder horizon, een neerkijk vanuit een bovenraam op een wei vol wild bloeiende narcissen, ontlokte me de uitroep: "Prachtig getroffen, die vlammende lente; zo moet u doorgaan, spontaan!" Ze glimlachte lief, en zei met treurige ogen: "In mijn positie is spontaan zijn zelden geoorloofd." Geen van deze schilderijen is op de tentoonstelling te zien; een notitie vermeldt dat een testamentaire beschikking dit, jammer genoeg, belet. En nog betreurenswaardiger is het ontbreken van haar stem, die unieke, onnavolgbare stem, waarmee zij haar verdrukte volk vijf jaar lang getroost heeft, de stem die fel moduleerde op het thema: "Wij zijn niet verslagen, en de strijd is voor ons niet uit" en die dan (wij hebben er op de BBC proeven mee genomen) als een mes door alle Duitse stoorzenders heen sneed en toch de intieme warmte van de moederlijke liefde behield. In de loop der jaren heeft zij vele betwistbare toekomstvisioenen verkondigd. Maar de inhoud kwamer voor het volk nauwelijks op aan: het was het magische timbre dat het hem deed. Deze stem, die soms als een duif en dan weer als een arend uit de hemel kwam vallen, is haar ware monument. Op de tentoonstelling staat een tvtoestel, waarop twee korte geluidfilms worden afgedraaid. Waarom geen hi-fi om de stem te laten weerklinken die vijf jaar lang onvermoeibaar in de aanval bleef? Een paar moderne beeldhouwers hebben het idee gehad haar nagedachtenis in de Hofstad te eren door het aanleggen van een keienlint. Afschuwelijk, maar, zuiver symbolisch beschouwd, toch zeer juist: Wilhelmina was een kei van een koningin. De tentoonstelling 'Wilhelmina in Londen' is tot 2 februari in het Rijksmuseum te bezichtigen, dagelijks van 10 tot 5, op zondagen van 1 tot 5. (1 januari is het museum gesloten).
» o 03 ai 0 C 3 1 2 <s