Voorw. vergunning verleend aan. Ie. de R. Kath. Ver. tot bestrijding der Tuberculose „Herwonnen Levenskracht'' tot uitbreiding harer inrichting aan den Soerenschenweg. 2e. G. J. Bomhoff, tot uitbreiding der papierfabriek aan de Klabanusbrug 17; 3e, de N.V. Bomhoff's Papierfabriek, tot uitbreiding der fabriek aan het Kieveen 20. Tot 31 Dec. 1925 ligt op het Gemeentehuis (Afd. Aigemeene Zaken) ter inzage een verzoek met bijlagen van A. Drost en D. M. Zon (drukkerij Universitas) tot oprichting eener boek- en handelsdrukkerij aan de Brinklaan 120.
Nieuwe Apeldoornsche courant
- 19-12-1925
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Apeldoornsche courant
- Datum
- 19-12-1925
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J.G.C. Wegener
- Plaats van uitgave
- Apeldoorn
- PPN
- 399290591
- Verschijningsperiode
- 190X-1944
- Periode gedigitaliseerd
- 1911-16 september 1944
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- CODA Apeldoorn
- Nummer
- 8425
- Jaargang
- 23
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Dit nummer bestaat uit drie bladen Eerste Blad (Officieel gedeelte) BEKENDMAKINGEN VAN HET GEMEENTEBESTUUR. Hinderwet.
(Niet officieel gedeelte). Gemeentebegrooting 1926
Na de verschijning van de Memorie van Antwoord op het Centraal Verslag van liet afdeelingsonderzoek, hebben Burg. cu Weth, den Raad nog doen weten, dat zij met belangstelling kennis hebben genomen van de voorstellen der Soc.-Dem. Raadsfractie en dat hunne besluiten daaromtrent in de Memorie van Antwoord verwerkt zijn. Tenslotte wordt de opmerking gemaakt, dat B. en W. sedert de aanvankelijke behandeling van het Centraal Verslag gegevens ontvangen hebben, welke hen hebben doen inzien, dat het als opbrengst van de inkomstenbelasting geraamde bedrag voor het hegrootingsbedrag 1925 belangrijk beneden de verwachting zal blijven. Deze gegevens wijzen er ook op, dat het bedrag, als opbrengst van inkomstenbelasting voor 1920 geraamd, hooger is dan waarop bij den factr 1.25 gerekend is. Deze tegenvaller zal voor 1926 ongeveer f 80.000.—. beloopen. Bij de vaststelling der begrooting voor 1925 was nief te voorzien — zoo zeggen B. en W. — dat het belastbaar inkomen zoodanig zou terugloopen en het oninbare bedrag dermate zou stijgen, gegeven de toeneming van het inwonertal en de opleving in handel en nijverheid, welke toen viel te constateeren. Dat Apeldoorn door dezen laatsten nationalen factor in mindere mate wordt begunstigd dan dit in andere streken van ons land het geval is, moet waarschijnlijk op rekening gesteld worden van dezelfde econo•mische verschijnselen, welke den nadeeligen toestand van den crisistijd, die achter ons ligt, te Apeldoorn geruimen tijd later deden gevoelen dan in andere deelen van ons land. x Het vorenstaande zal wel duidelijk maken — zoo vervolgt het College — dat de aan het slot van de Inleiding der Memorie van Toelichting gedane voorstellen meerendeeis gehandhaafd blijven. (Wij laten die voorstellen hier nog eens volgen. — Red.) lo. Weder-invoering der zakelijke belasting op het bedrijf; 2o. Verhooging der opcenten op de vermogensbelasting van 50 tot 75; 3o. 5 pCt. aftrek van jaarwedden en loonen van gemeente-ambtenaren en -werklieden. 4o. Verlaging van het bij de heffing van de plaatselijke inkomstenbelasting onbelast gelaten bedrag voor noodzakelijk levensonderhoud met f 50.-—; 5o. verhooging der wegbelasting met 50 pCt. 6o. verhooging van het vermenigvuldigingscijfer der plaatselijke inkomstenbelasting van 1.25 tot 1.50. B. en W. nemen daarvan evenwel terug iie, genoemd sub 4o en 6o. De verlaging van het onbelast gelaten •edrag voor noodzakelijk levensonderhoud :al n.1. volgens aan B. en W. verstrekte inlichtingen, welke voornamelijk betrekking hebben op de oninbare posten, waarschijnlijk lang niet die bate opleveren, welke zij zich
daarvan voorstellen. Of het vehnenigvuldigingscijfer verhoogd moet worden, kan eerst onder de oogen worden gezien na
Buitenland Algemeen Overzicht
Met de benoeming van Doumer, als opvolger van Louoheur, lot Minister van Financiën, is de Fransche Kabinetscrisis nog volstrekt niet opgelost, want alsnog mo^t blijken of de nieuwe functionnaris zich zal kunnen staande houden, ian wel of hel kabinet Briand in zijn geheel zal aftreden. Doumer is ongetwijfeld een van de groote mannen van dp Derde Fransche republiek. Hij heeft in zijn langdurige politieke loopbaan blijken gegeven een goed rekenmeester en een harde werker te zijn, hetgeen ongetwijfeld op prijs wordt gesteld. In Fransche regeeringskringen echter is meu van oordeel, dat de benoeming van Doumer niet op bedoelde goede eigenschappen alleen Ijerust. Het toebedeelen van de portefeuille van financiën wordt in die kringen beschouwd als steunende op het feit, dat hij de eenige politicus is, die sedert den wapenstilstand als Minister van, Financiën in staat was de begrooting te doen aannemen. Bedoeld is hiermede de begrooting over 1923, welke Doumer werkelijk door zijn initiatief, als Minister in het toenmalige Kabinet Briand in den Kerstnacht van 1921/22 er in de Kamer en Senaat heeft „doorgehaald'. En al zal deze gebeurtenis er eenigszins toe hebben bijgedragen om hem de opengevallen post toe te vertrouwen, in werkelijkheid schijnt de benoeming te danken aan een invloedrijken ecoomischen kring, die het overnemen vau de niet benijdenswaardige portefeuille door Doumer heeft doorgedreven. Dit op den voorgrond stellen van den huidigen bewindsman spruit voort uit zijne bereidverklaring om alle doortastende saneeringsmaatregelen ter zijde te stellen en voor het oogenblik enkel het sluitend maken der begrooting als het op te lossen vraagstuk te verklaren. Dit beteekent een breken met de tot dusver allesheheerschende opvatting van de linksche groepen, welke de saneering als een eerste vereischte stellen voor het in evenwicht brengen der begi'ooting en van oordeel zijn dal alle pogingen om deze sluitend te maken, zonder dat er een gezondmaking van den financieelen toestand is voorafgegaan,, nutteloos zijn. % De besprekingen, achter de schermen gevoerd, welke geleid hebben tot de benoeming van Doumer, zijn tot nu toe onbekend gebleven, doch één ding is zeker: deze benoeming is door geen enkele parlementaire fractie verlangd, noch is hierover het oordéel van eenige fractie ingewonnen. Zij beteekent een goedwilligheid, bewezen tegenover kringen, die buiten het parlement staan, welker invloed zich steeds machtiger doet gevoelen. Door de linksche groepen worden opnieuw pogingen aangewend om te komen tot een gemeenschappelijk saneeringsprogramma, hoewel men, na de ervaringen, tot dusver opgedaan, sceptisch kan slaan tegenover deze pogingen. Alle fracties schijnen in hun streven te worden geremd door de gedachte aan een eventueele Kamerontbinding en nieuwe verkiezingen. Het is zeker teekenend voor de onzuiverheid van den toestand, dat links en' de oppositie voortgaan met elkander wederkeerig te verwijten, dat bij elk hunner de bedoeling voorzit een opstand in het leven te roepen, d.w.z. de bedoeling hebben aan te sturen op Kamerontbinding, om dan een kwartaal lang tot aan de nieuwe verkiezingen te regeeren met dictatoriale
macht. Briand speelt te midden van deze verwarring de rol van d
Uit de Hofstad.
Vau groote en kleine „gannefjes". Oude Kurhausherinnering. — Vlakvóór-Kerst. — Zucht en traantjes. Weet-ge, — en laten wij *t behoedzaam „onder ons houden"! — het „smokkelen zit ons stevig in het bloed. Daarvan zouden krasse staaltjes zijn bij te brengen. Er schuilt nu eenmaal in „het diepere" van ons wezen blijkbaar een klein, heelondeugend duvelken, dat er behagen in schept „tegen de draad in te gaan", — onsociale buitelingen te maken, om 't nu maar eens zacht en vriendelijk uit te drukken. Ik herinner mij — om iels uit de al zeeroude doos te citeeren, — tafereeltjes, welke ik mocht bespieden ruim veertig jaar geleden, — in het toen piepjonge Scheveningsche Kurbaifs, dat pas het brave, gemoedelijke aartsdeftige Stedelijk Badhuis had vervan® en - Er w?rd daar gespeeld, ken tafel was
opgesleld, waar de omstanders door het trekken van draden, — meen ik wel, — hun geluk konden beproeven, in verband met rondrennende, over rails voortzwevende houten of metalen paardjes. De inrichting staat mij niet meer in alle fijne bijzonderheden vóór den geest. Maar wèl staat me heel scherp voor de geest, dat Haagsche meneeren, d'ie t waarachtig niet om een stuk of wat kwartjes behoefden te doen, op de gruwelijkste manier — valsch speelden. De exploitant van het spel had in heel-grove onvoorzichtigheid de controle aau het publiek overgelaten. Op hoe gruwelijk-imperuente wijze werd daar misbruik van gemaakt. In onze winkels, magazijnen, warenhuizen is 't iiu — in de periode vlak-vóór-Kerst, — 's middags een onverpoosd, ononderbroken „va-et-vient". Telkens houden auto's stil, die moeten wachten tot de dames haar tocht langs de uitstallingen hebben volbracht. Er is, — in deze diverse „shops", — eene strenge bewaking, — vaak ook via „spiegeleffect", — waarvan de bezoekers-(sters) geen flauwe notie hebben. Ze is dringend noodzakelijk. Misschien speelt de kleptomanie, — ziekelijke steelzucht — hier nu en dan een rol. Voor den leek is 't bijzonder moeilijk de grens aan te duiden, waar „de dief" eindigt en „de psychopaath", zielszieke, — begint .. Ook zijn er veel gevallen, waarin het diefje zich listiglijk verschuilt achter het masker van den psychopaath. Ik zal over deze zwaarwichtigheden niet gaan bespiegelen, — allereerst wijl „leekewijs'heid" hier zoo bitter weinig beteekent — vervolgens omdat in deze donkere dagenvóór Kerst, waarin men bezig is aan dc voorbereiding van de heerlijke, straks-vlammende plum-puddings en de rest van het kerstmaal, waarin het gezinsleven opbloeit door de komst van winter-vacantie, genietende jongens en meisjes, — jonkers en mlsses, zoo gij 't liever hebt?, — men mindertaai gebabbel wenscht. Maar: ik blijf erbij, — het „smokkelen" zit ons, Hagenaars, diep in 't bloed. De ongerechtigheden, met de f 3-fietsplaatjes bedreven, zijn legio. Gaandeweg was het toezicht verslapt. Plots, — en dat nog wel een paar weken slechts vóór Sylvester!. — zette onze politie de „vallen" open. Ach, lioevelen raakten in-de-kiem. Daar waren jonkers en misses, — om nu eens in het allerfijnst lioog-Haagsch te blijven, — die zich spoeden in het late middaguur, naar tea-room, bioscoop-café's, weet ik waar, — om te ontmoeten de(n) aangebeden(e).... agentje wijst van: halt!! Uw fietsplaatje? Ja, — weet ik — er waren Haagsche meuschen, de hun plaatje niet durfden vertoonen. Wijl 't... valsch was. Anderen hadden „gegeurd" mei fietsbewijs van een vorig jaar. Ach, — de zuchten en tranen, gestaakt en vergoten over deerlijk-mislukte ontmoetinkjes. O, die Nero-fiscus!... Noemde minister De Geer zichzelf niet — in eene openbare vergadering van de Tweede Kamer, — „den opperbeul" ?.. Officieus is aangekondigd, dat onze hofsledelijke politie tegenover verkeers-overtredingen strenger dan ooit zal optreden. Daarover „valt te praten", — zooals ouderderwetsche menschen plachten of plegen te zeggen. Het begrip maximum-snelheid is in de Residentie, — evenals dus voor velen dat van stiptheid of elasticiteit van geweien tegenover „kleine oneerlijkheden", — iets zweveuds Ik geef tienduizendmaal toe, dal het „genie" moet worden geboren, dat den weg steeds weet te vinden door het labyrinth, den doolhof der ge- en verbodsbepalingen van onze verkeersregeling. Dit is „omnicum concensie", — zou dr. De Visser, de veelbeproefde kabinets-formateur, — 't uitdrukken. Maar tusschen het abracadabra van deze onbegrijpelijke voorschriften en het dollemans-gewirwar van de Haagsche auto's, motor- en andere fietsen en nog verdere vehikels, — die den publieken weg vrijwel dag èn nacht onveilig en onbegaanbaar maken, — is een ..marge", een te eerbiedigen afstand, Er bestaat nu eenmaal een zekere „Haagsche apachén-minachting" voor dingen van algemeen belang. Zij openbaart zich in tiendusend-en-zooveel symptomen. Met uw goedvinden bespiegel ik daar nog wel eens wêor „apart" over.' Het is een chapiter, waarover met allegemak, alle kolommen van uw blad konden worden gevuld. De Overheid dient ook tegenover deze „uitwassen" der verwildering te toonen, dat „zij er nog is"... Er zullen zeer waarschijnlijk wel slachtoffers ziin van deze hardhandig-stevige methode,
die beter hadden verdiend. Ook hier moeten dan „de goeden rnel de kwaden lijden" .... yK i Dat lijkt zeer - hard. En is l ook wel In sommige gevallen. Maar toch, — het gezonde gemeeu^chaps-, solidariteitsïesef zegeviert hier. En dat ïs — in onze dagen — ook van niet te onderschatten waarde! BINNENHOFFER.
TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen in den morgen
van 19 December. Medegedeeld door bet Kon. Ned- Met Instituut te Ds Bilt
Hoogsle barometerstand 767.6 te Akkzeyri. Laagste barometerstand 743.5 te Vardoe, Verwachting van den avond van 19 Dec. tot den avond van 20 December: matige, later toenemende Zuidwestelijke tot Zuidelijken wind, zwaarbewolkt tot betrokkeii| waarschijnlijk regenbuien, iets zachter. Barometerstand 749 m.M. Hoogste thermometerstand hedenmorgen 11 uur 38 gr. Fahrenheit; laagste hedennacht 38 gr. Fahrenheit. Zon op 8.10 v.m., onder 3.45 n.m. Maan op 11.11 v.m., onder 8.18 n.m. Lichten op van 4.15 n.m. tot 7.40 v.m,
SLAG- EN KOFFIEROOM
GEBRUIKT STEEDS SLAG -eh koffieroom VAN DE SIERKAN KANAALSTRAAT 17 — TELEF. 256 DE DIRECTIE.
Plaatselijk Nieuws De Loenermarkt.
Naar wij vernemen zal het Gerechtshof te Arnhem op verzoek vau den raadsman de^ gemeente Apeldoorn eerst 10 Februari 1926 conclusie nemen omtrent de door de Rechtbank te Zutphen benoemde scheidsmannen of deskundigen in zake de Loenermarkgerechtigden contra de gemeente Apeldoorn. Lezing-Duynsteo. In het kerkgebouw der Luthcrsche Gemeente alhier, hetwelk goed bezel was, sprak Donderdagavond 17 December j.1. voor de Traktaat-verspreiding'..Inimaiïuöl" d'ö heer J. L. A. B. Dit yn stee, gewezen B.K. Kloosterling over de onderwegen „Het Voorgebergte der Hel en het Vagevuur" in het teeken der H. Schrift. De heer Rustige, die spreker inleidde, opende de samenkomst door het doen zingen van het Hervormingslied „Een Vaste Burcht is onze God", waarna- hij in gebed voorging. Na een kort inleidend woord, waarin de heer Rustige deed uitkomen, dat deze samenkomst gespeend zou zijn aan alle Antipapisme, ving spreker na voorlezing van bukas 16:19-31, zijn onderwerp aan. Spreker stelde voorop, dat het z .i, nooit toelaatbaar is te spreken tegen de R.K. leer om deze in een bespottelijk daglicht te stellen, doch zulks alleen geoorloofd is uit het oogpunt der liefde tot Christus, Spr gebruikte tot voorlichting de II. Schrift, welke door de R.K. Kerk is goedgekeurd om te voorkomen, dat men hem zou beschuldigen een door de R.K. Kerk gedisqualificeerdo kotterschen Bijbel te hebben gebruikt. Aan de hand der R.K. catechismus-» boekjes toonde spreker aan, dat de leer dei! Kerk moet berusten op de H, Schriftuur, Waar in heel de H. Schrift geen enkele plaats te vinden is, die bet leerstuk „Het Voorgebergte der Hel" (waariD volgens, Rome z-" r 'ien ve 'blnven de zielen deri.onl
gedoopte kinderen omrede zij niet gedoopt zijn) grond zou verleenen. moet z.i. worden aangenomen, dat de R.K. Kerk dil heert vastgesteld op grond van mensrhelijkevindingen, hetwelk spr. bewees door het ':oekje „Hc't Geloof onzer Vaderen ' van Kardinaal Aartsbisschop Gibbons, alsmede door de Nederlandsché cateckismuh, welke als auteur van dit leerstuk aangever Thomas van Aquine, RJ\. Kerkvader, die leefde in de jaren 1221—1274. Na een koite zakelijke behandeling, deed spr. uitkomen, dat het doopsel dient gesteld Je worden pis het teeken en zege! van het verbond der genade, hetwelk God met zijn volk heef: opgericht en waarin de kinderen besloten zijn; doch liet, zooals Rome voorgeeft, de sleutel, A -aarmede den hemel geopend of gesloten blijft.
Na behandeling van dit onderwerp liet spr. de aanwezigen zingen Psalm 105 : 5. Na het zingen nam spr. zijn tweede onderwerp „Het Vagevuur" in behandeling. Tijdens de behandeling, toonde spr. aan, dat dit leerstuk eveneens geen plaats vindt in de H. Schrift en dat door de R.K kerk, tot verdediging van dit leerstuk, de II. Schrift verkeerd wordt weergegeven en verminkt. Spr. nam hierna in behandeling liet artikel, geschréven in „Onze R.K. Keikbodo voor Apeldoorn ", door den Wcl.Eerw. Heer Pater N. A. v. Rijn, O.P., tegen hei door de Iractaatverspreiding Immanuel verspreide traclaat „Allerzielen", waarbij hij opmerkte, dat genoemde pater V. Rijn geen enkele Schriftuurplaats tot bewijs wist aan te brengen^ Vervolgens zette, spreker uiteen, dat het verweer van vermelde pater niet serieus was op te valfen^ aangezien de uitspraken, \ve)ke de pater, de door hem naar. voren gebrachte Kerkvaders, o.a. Augustinus enz. toekenden, niet door hen zijn uitgesproken, doch wel het tegenovergestelde daarvan door hen geleerd is. Ook toonde spr. aan, dat het vermeide grafschrift door den pater naar voren gebracht, hetwelk in de Catacomben zou zijn gevonden, daarin niet gevonden ,kan zijn, doch wel later aangebracht kan wezen, zulks op grond, dat er toen ter tijd van He : ligverklaaVden of Sinten geen sprake was, welke eerst sinds 973 bekend zijn. Ook het beroep op de Apocriefe boeken kan niet aanvaard worden op grand, dat zij geen bindend gezag hebben, Welke ze ook niet hadden in de R.K l Kerk tot het jaar 1545. Deze zijn eerst op het Concilie van Trente, gehouden van 1545—1563, door de R.K. Kerk als Canoniek erkent. Met een opwekking eq ernstige waarschuwing tot mogelijk' R .K. aanwezigen om tot ernstig onderzoek der II. Schrift over te gaan, welke alleen de volkomene weg ter zaligheid wijst, eindigde spreker zijne voorlichting. De heer Rustige sprak hierna een slotwoord, waarin hij den spr. dankte voor zijn leerzame Apologetische schets. Daarna 1
richtte hij zich in het bijzonder tot de aanwezige R. Katholieken, en gaf hun de vraag mede: „Wat beweegt dezer min'?", welke vraag hij voor zich beantwoordde met -,geen haaf, maar liefde, ook voor uw ziel." y.a het zingen van Psalm 23 : C sloot de heer Rustige deze samenkomst met gebwl Referaat ds. Luteyn. De plaatselijke afdeeling van de Confes. sioneele Vereeniging had gisteravond in Ijet gebouw ,,Irene" een openbare vergadering belegd, die door een vrij groot aantal leden en belangstellenden bezocht was. 1 Nadat de aanwezigen voldaan hadden aan de uitnoodiging van den voorzitter der af[ dêeling, ds. G. Bolkestein om gemeenschappelijk te zingen het 2e vers uit den 25sten Psalm, ging de voorzitter voor in gebed, waarin hij een zegen afsmeekte over het samenzijn. In zijn inleidend woord schetste spreker o.m. het streven der vereeniging n.1. verrijking der kennis van God's Woord en Waarheid. Tot zijn leedwezen moest spreker wegens ambtsbezigheden de vergadering terstond verlaten en wenschte hij den aanwezigen een genoeglijken avond toe. Toen was het woord aan ds. C. M. Luteyn tot het houden zijner religieuse interpretatie over de „Bescherm-engelen". Alvorens spreker de behandeling van zijn referaat aanving, hield hij een korte inleiding, waarin hij op het verschijnsel wees, hoe in het laatst der 19e eeuw in protestantsche kringen de leer der engelen een vergeten vraagstuk was geworden: de door Schleiermacher gepropageerde beginselen drongen zich ineer en meer op — in het begin der 20e eeuw echter werd die invloed weer wat- getemperd, toen dr. Kuyper's boek „De Engelen God's" verscheen. De toenemende propaganda van Rome, waarbij de engelen-vereering een zeer belangrijke plaats inneemt, echter behoort den protestanten te dringen om ook dit alleszins belangrijk vraagstuk te toetsen aan 's Heeren Woord. Spreker — zijn eigenlijk betoog aanvangend — verdeelde dit in drie deelen in betrekking tot de leer der bescherm-engelen t.w.: wat anderen — inzonderheid Rome — aangaande dit punt leeren; wat de Heilige Schrift — dus ieder Christen — ten opzichte van dit vraagstuk belijdt en de gevaren van over- en onderschatting inzake de leer der bescherm engelen. Zijn eerste punt in bespreking nemend, deed spreker enkele grepen uit de geschiedenis. Alhoewel geen engelen kennend, hadden de Grieken en Romeinen in den Bijbelschen zin .van het woord een voorstelling van geestelijke wezens, die zij beschermengelen noemden. Deze geniu/ was van de geboorte tot den dood de begeleider van den mensch. Rome — steeds trachtend over te nemen datgene, wat onder het Heidendom leefde — nam de voorstelling van den genius over uit het Heidendom. Dat is begrijpelijk. Immers in de eerste eeuw na Christus bestond er niets van een leer der bescherm-engelen, eerst, toen de kerk Staats Kerk geworden was, trad deze leer naar
voren. Alle kerkvaders leerden, dat er bescherm-engelen waren. Al spoedig — 5de eeuw* — kwam dan ook de engelen-vereering op, zij werd in 787 op de kerkvergadering van Nicéa goedgekeurd. Elk een in Rome's kerk heeft een bescherm-engel. Rome maakt sterk onderscheid tusschen de aanbidding, welke zij God toebrengt en de vereering, welke zij den engelen toedraagt. Aan God alleen komt — zoo leert zij — aanbidding toe. Op dit punt — aldus spreker — is de Roomsche leer dat niet zoo eng, want zij aanbidt de engelen niet en engelen-aanbidding is Goddelijke eer toebrengen aan schepselen — dus afgoderij: Rome vereert de engelen. "Ook de Joodsche voorstellingen na de Jezus' geboorte waren van grooten invloed. Bij het volk van Israël deden de engelen dienst als middelaars. Gelijk ieder mensch, twee engelen had, die hem in ellende, in nood en dood omgaven, beschermden en bewaakten — spreker noemde Tobias uit het l>ock Tobias in de aphocriefe boeken — zoo had het volk Israël zijn bescherm-engelen en wel Michaël en Gabriël. In de dagen der Hervorming geloofde Luther aan «het bestaan der bescherm -engelen. Calvyn loochende de opvatting, dat Teder mensch een bescherm-engel zoude hebben. Doch — en zoo ging spreker over tot de behandeling van zijn tweede punt — daar gaat het voor ons niet om; onze vraag is: wat leert ons God's Woord? Wij — aldus spreker -- moeten ons in dezen noch door vooropgezette bedoeling eenerzijds, noch anderzijds laten beïnvloeden. Op meer dan één plaats wordt in de Heilige Schrift gesproken van de engelen: in de Evangeliën 42, is de Handelingen der Aposteten 21, in de brieven van Paulus 28 maal en in de Openbaringen van Johannes is op elke bladzijde sprake van de engelen. Er is blijdschap voor de engelen God's over één zondaar, die zich bekeert, in Efratha's velden werd de zang der engelen gehoord, ter
weerszijden van de ark verhieven zich de cherubim. De Schrift leert, dat de engelen begeerig zijn in te blikken in het heilgebeuren — een samenleven van de engelen met de men schen wereld. Hun gewone dienst is de Schepper groot te maken, Zijn lof te bezingen, liet „Heilig, Heilig, Heilig is Zijn Naam" aan te heffen — alzoo God te vereeren en te dienen. Doch bovendien gebruikt de Heere hen in bijzondere gevallen nl. als uitvoerders van Zijn ontzaglijke geruchten, en ook als mededeelers van Zijn blijde zegeningen, korter: om Zijn wil op aarde te volvoeren. Spreker noemde vele, juist uit de Schrit gekozen voorbeelden als cherub met het vlammende zwaard, engelen naar Sodom — Lot te Sodom, Jacob, -jongelingen in den oven (Daniël), Petrus in de gevangenis, Jezus' verzoeking in de woestijn. Engelen zijn alzoo gedienstige geesten, terwijl in den strijd van het Koninkrijk God's en dat der wereld de' geestenwereld meestrijdt voor Zijn kerk — het dus vaststaat — wij citeeren spreker — dat in den geweldigen kamp van God's Rijk en het rijk der duisternis — den' Christen en den vorst der duisternis — de Hemel zich niet onbetuigd laat. (Slot volgt). Instituut voor Arbeidersontwikkeling. De onlangs uitgestelde cursusvergadering, waar de lieer Al bert Ilahn Jr. zou spreken voor de afdeeling Apeldoorn van bovengenoemd instituut over „De Kunst van mijn vader", zal nu gehouden worden op Maandag 21 December a.s., 's avonds half acht in het Tempelierenhuis. Aan die vergadering is verbonden een tentoonstelling van werken van AMiert Hahti Sr.; welke tentoonstelling van 7 uur tot half 8 bezichtigd zal kunnen worden. Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de betreffende adverlentie in dit blad. Agenda Maandag 21 Dec., 8 uur. Park Tivoli. Oi - treden Rika Hopper-gezelschap met hftt liefdesdrama „Marguerite Gautiér" Woensdag 23 Dec., 8 uur, Minerva-theater, operette: „De Schoonc in 't Slapende Bosch". Vrijdag 25 Dec., G uur v.m., Minerva-theater, Inwijdingsdienst Leger des Heils. Eerste Dinsdag van de maand, 8 uur Apcldoornschc Padvinders. Zondag 20 Dec. Twee uur Clubhuis: ttoepoefening Roode en Paarse Vendels. Bijeenkomst Welpen Paarse en Roode Welpenhorde's: nestwedstrijden. Kwart over twee Clubhuis: Iroepocfcning Padvindsters Bijeenkomst Kabouters.