ONTVANGEN EEN PRACHT COLLECTIE NIRA-HOEDEN in groote en kleine maten. ZIE ETALAGE Andrée's Speciaalzaak HOOFDSTRAAT ïl. (7002)
Nieuwe Apeldoornsche courant
- 14-10-1935
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Nieuwe Apeldoornsche courant
- Datum
- 14-10-1935
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J.G.C. Wegener
- Plaats van uitgave
- Apeldoorn
- PPN
- 399290591
- Verschijningsperiode
- 190X-1944
- Periode gedigitaliseerd
- 1911-16 september 1944
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- CODA Apeldoorn
- Nummer
- 11337
- Jaargang
- 32
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
NIRA-HOEDEN
Vraagt
Vraagt lillica'tjes
Onze keuze op 't gebied van
Onze keuze op 't gebied van Parfumerieën, Toilet-artikelen, Byouterieën en Lederwaren is steeds groot. Wij hebben thans weer een nieuwe collectie Armbanden, Broches, Colliers en Clips, alsook Poederdoozen voor losse poeder vanaf 25 cent, met poeder compact vanaf 29 cent. Voor zelfscheerders zijn wij speciaal goed gesorteerd. Heden verschillende
koopjes geëtaleerd. ■ Mesjes vanaf 10 ct. per pakje van 10 stuks. Aardige Zaktoilets, spiegel van glas en metaal, in alle prijzen. Gitbandjes, de modedracht voor meer oudere dames. Dameslasschen in alle prijzen. Groot nieuw model Treksluitingtasch voor f 1.20 en. f 1.35 in moderne kleuren. ZIE DE 3 ETALAGES EN KOOPT NU MET DE KANS OP GKOOTE PRIJZEN VAN DE MICA-RECLAME. GEBR. BRUINS, Hoofdstraat 149-151.
ANDERE TIJDEN, ANDERE BEWEGINGEN?
Vondel schrijft in zijn „Roskam", dat de waarheid het hart eischt en niet zoo zeer het gebaar. Men kan dit bevestigen of ontkennen, maar afgezien daarvan, zou men zich kunnen afvragen, of het gebaar niet afhankelijk is van het hart, m. a. w. of men aan 'n gebaar niet kan zien, of het al dan niet gemeend is zooals de maker het wil doen voorkomen. Men leest wel eens „Hij verried zich door geen gebaar", uit welke verklaring blijkt dat de waarheid — in zoo ver als men daaronder iemands werkelijke beweegredenen wil v rstaan — het gebaar voor zich opeischt, zich daarin veelal uit! Bijna altijd zal iemand, die al het mogelijke dojt om zijn gedachten en gevoelens door geen b'weging te verraden toch meer of minder in het oog loopen. Zijn zijn bedoelingen kwaad, dan zal men hem wantrouwen, zijn ze goed — bijvoorbeeld een verholen genegenheid — d n zal men hem dienovereenkomstig behand :1 :n. Dit komt, doordat er, ook wanneer men zich niet door een onhandigheid verraadt, onbewuste gebaren bestaan. De hedendaagsche psycholoog Adler heeft daaromtrent uitvoerige gegevens verzameld en toegelicht. Hij heeft aan het totaal van deze (on)bewuste gebaren, waarvan de gelaatsuitdrukking slechts een onderdeel is, den naam orgaandialect gegeven. De bewegingen, die men opzettelijk maakt, hebben steeds een bij beteekenis, waarvan de maker zich meestal niet bewust is. Wanneer hij nu een bepaald gebaar niet „oprecht meent", d. w. z. wanneer hij of zij door andere motieven wordt gedreven dan men bij het betreffende gebaar gewoon is te veronderstellen, dan zal die persoon zich verraden door iets aan de beweging te veranderen. De andere partij weet dan vaak niet, waar het aan ligt, dat hij onoprechtheid constateert. Sterk komt dat tot uiting, wanneer men aan modern publiek zeer oude films laat zien. Bij de meest tragische scènes lacht de hedendaagsche toeschouwer dan gewoonlijk hartelijk. Men heeft dat wel eens onjuist aldus willen verklaren, dat de bewegingen van toen thans uit de mode zijn en dat daardoor het ridicuul effect teweeg wordt gebracht. Dat is evenwel verkeerd-ingezien, waarvoor twee bewijzen bestaan. Primo: er zijn enkele filmspelers uit den ouden tijd, bij voorbeeld Asta Nielsen, die dezelfde oudmodische bewegingen maken, zonder daarbij belachelijk te zijn, integendeel. Secundo: wanneer men vandaag een film uit een voorbijgegane periode vervaardigt, waarbij alle verdwenen gebaren uit dien tijd vertoond worden, zijn die allerminst dwaas, mits regie en spel maar deugen. Er blijft daarom maar één conclusie mogelijk: in het meerendeel dezer zeer oude fillms, werd zeer slecht (d. w. z. onoprecht) gespeeld. Dat dit slechte spel over de heele linie mogelijk
was, valt weer te verklaren uit het feit, dat men nog niet bekend was met de bijzondere eigenschappen van de filmcamera, die door zijn geringen afstand van den acteur, het orgaandialect uiterst nauwkeurig vastlegt. Daareven duidden wij op het bestaan van hedendaagsche films over voorbije perioden, die volkomen au sérieux zijn te nemen. Het beste voorbeeld, dat ik hiervan weet, is „Berkeley Square", dat zijn aantrekkelijkheid zeker voor een niet gering deel te danken heeft aan het begrip waarmee de oudmodische gebaren worden uitgevoerd, d. w. z. aan de juiste wijze, waarop de zin der gebaren, die in den grond toen en nu dezelfde moet zijn geweest, is begrepen en uitgebeeld. Er is hier dus sprake van een terugvertaling. Omgekeerd kan men zeggen, dat, evenals de taal, het orgaandialect zich ontwikkelt: de onbewuste zin blijft, de vorm, verandert. Dat gebeurt onder tal van invloeden en het lijkt in dit verband veiliger, te spreken van „gelijktijdige verschijnselen" dan van „oorzaken". Zoo is het een feit, dat de veranderde mode verandering van gebaar heeft meegebracht, maar het is onjuist de mode de oorzaak van die bewegingswijziging te noemen, daar beide voortvloeien uit een algemeene verschuiving der menschelijke inzichten. Er valt dan ook een voortdurende wisselwerking te constateeren. Reeds Darwin hoeft er intusschen op gewezen, dat er bepaalde gebaren zijn, die in alle tijden bij de meeste volken hetzelfde aanduidden, bijv. het ja- en neenknikken het knippen met duim en wijsvinger om iets gerings of geminachts aan te duiden, het trekken van een bewust-leelijk gezicht om verontwaardiging te laten blijken of schrik aan te jagen. Dat zijn dus oudheden in het orgaanVoorts kent iedereen de zoogenaamde onwillekeurige bewegingen, die men gewoonlijk bij de „instinctieve reacties" onderbrengt en die, naar men op goede gronden mag veronderstellen, in alle tijden dezelfde zijn gewéest. Men heeft verder redenen om aan te nemen, dat het geheele orgaandialect (dus ook de meer of minder willekeurige gebaren) zich onder invloed van die instinctieve bewegingen en uit dezelfde biologische motieven als deze, heeft ontwikkeld. De onwillekeurige gebaren mag men niet gelijk stellen met de onbewuste. De laatste — die waarschijnlijk eveneens door de tijden heen dezelfde zijn gebleven — zijn een categorie van de eerste: ze zijn onwillekeurig, maar ze dringen niet door tot het bewustzijn van de handelende persoon (althans niet onmiddellijk), hetgeen bijv. met rillen en oogenknipperen wèl het geval is. Men kan thans het orgaandialect in twee bestanddeelen splitsen en één daarvan weer in twee: I de meer willekeurige gebaren, II de
meer onwillekeurige bewegingen. -De laatste vallen uiteen in a) meer onbewust blijvende b) meer tot het bewustzijn doordringende. Talrijke onwillekeurige bewegingen zijn waarschijnlijk in den loop der tijden niet of weinig van beteekenis veranderd, en ook steeds dezelfde gebleven. De willekeurige zijn daarentegen vaak van beteekenis veranderd en ook vaak door andere vervangen. Verder kan men vast stellen, dat ieder meer willekeurig gebaar vergezeld gaat van andere, meer onwillekeurige, die aan 't geheel den dieperen zin geven, dus eigenlijk het belangrijkste deel van het orgaandialect vormen. Verder moet men zich van het standpunt weten los te maken, dat een beweging (willekeurig of niet) altijd één en altijd eenzelfde
aantal beteekenissen heeft. Men mag weliswaar veronderstellen, dat veel onwillekeurige bewegingen steeds dezelfde grondbeteekenis (sen) hebben, maar daaraan kunnen de omstandigheden een reeks wisselende motieven toevoegen. Bij de meer willekeurige gebaren ontbreekt bovendien meestal de vaste appreciatie. Altijd zal een beweging een middel zijn om de verschillende strevingen, die op dat moment de handelende persoon in beweging brengen (en onder die strevingen zijn blijvende en tijdelijke) te belichamen. Enkele voorbeelden van den veranderlijken zin van willekeurige gebaren volgen hier: te onzent was het vroeger voor een vrouw onbehoorlijk om met over elkaar geslagen beenen te zitten, thans wordt dit in het algemeen als een uiting van te waardeeren elegantie beschouwd. Duidelijk blijkt hier een verschuiving van de opvatting over oorbaarheid van invloed te zijn geweest. Bij de Arabieren is het oneerbiedig tijdens een gesprek met een oudere of meerdere de bloote hand te vertoonen. Bij ons is juist het tegengesteld^ onbeleefd. De Amerikaan van goede huize houdt — naar insiders beweren — tijdens den maaltijd de linkerhand onder tafel en eet alleen met zijn vork, die hij in de rechterhand houdt. Het mes wordt slechts in noodgevallen gebruikt. Zoo eischt het de goede vorm. Bij ons geldt het daarentegen als onopgevoed. In de Christelijke kerk verschijnt men met onbedekt hoofd, de Joodsche eischt in dat geval juist een hoofddeksel. Het opdraaien van den knevel en het vasthouden van de japonsleep, welke manualen aan menschenltenners zoo'n goede gelegenheid boden om conclusies omtrent het karakter van de handelende persoon te trekken, zijn met de verdwijning van sleep en knevel, uit
het orgaandialect van den dagelijkschen omgang verdwenen. Maar ook de knievallen en de allerdiepste reverenties komen zelden meer voor. De techniek heeft misschien den grootsten invloed op de ontwikkeling der meer willekeurige bewegingen. De oude bewegingprofessor Dürer zou zich tevergeefs inspannen om, aan de hand van zijn eigen levenservaringen, vast te stellen, welke handeling iemand verricht, die zyn neus snuit in een zakdoek of eet met mes en vork (aangenomen natuurlijk, dat Dürer slechts de bewegingen zou zien en niet de genoemde voorwerpen). Deze zijn pas na zijn tijd uitgevonden. In Caesars tijd bestonden noch de gebaren van het rooken noch
die van het handen -in-de-zak-steken, want er waren nog geen rookapparaten en nog geen broekzakken. En welke gevoelens zouden zich van een groot technicus als Leonardo meester maken, wanneer hij iemand op een polshorloge kon zien kijken, een telefoonhoorn tusschen oor en schouder drukken of aan een tramlus bengelen ?
3) Gebaren en standen onder invloed derhedendaagsche techniek.
2) Julius Caesar maakte nooit rookbewegingen en stak ook nooit zijn handen in de zak.
1) Dürer kent de bewegingen van het eten met mes en vork niet, evenmin als die van het neussnuiten in een zakdoek.
VAN DEN BERG
HEEREN, vraagt Swift, Robinson, enz. PRIMA KWALITEITEN, IN ALLE MODERNE LEESTEN H. Moll. van 1.95. VAN DEN BERG HOOFDSTRAAT 6. (6997)
Advertentie
VOOR MICA-BONNEN NAAR T IEMEN S Levensmiddelenbedrijf MARIASTRAAT 7 TELEF. 4288. Koloniale Waren en Grutterswaren TEGEN CONCURREERENDE PRIJZEN. (7167) Mogen wij U eens offerte maken voor de door U benoodigde BLIKGROETEN voor dezen winter? • Wij verkoopen U alles onder garantie. GEDURENDE DE „MICA" SPECIALE PRIJZEN. Bovendien ontvangt U bij elke 50 ct. aan waren een „Micaatje", kans gevende op schitterende prijzen. (7088) v. d. KOLK, HOOFDSTRAAT 24 TELEFOON No. 2705
Goedkope Simon doet ook mee!
Goedkope Simon doet ook mee! die li Weg ie Van 14 tot 26 October a.s. ontvangt U voor elke cent, die U bij ons besteedt een U kans geeft op prijzen van 2 met de dure prijzen! met de slechte kwaliteiten! hiervoor onze Etalages! allen gedurende de winkelcampagne het bij U allen welbekende en vertrouwde adres: t Dus De Goedkope Simon Telefoon 4187 Telefoon 4187 Stationsstraat 67 (t.o. de Gasfabriek)
HET DAGELIJKS LEVEN VAN DEN GROENLANDER.
Vroeger hebben wij al eens verteld, dat Groenland geenszins zulk een barland is als men zich voorstelt. Ja, van het grootste gedeelte, van 't ondoordringbare ijs- en gletschergebied in het binnenland en ook van de Oostkust, waar altijd nog druk geëxploreerd wordt, is niet zoo heel veel goeds te vertellen. Maar West-Groenland is zoo kwaad niet, 't heeft een tamelijk welvarende Eskimobevolking en er zijn tal van Deensche nederzettingen. En het klimaat is er in de zomermaanden waarlijk nog zoo slecht niet. De Deensche regeering houdt Groenland voor vreemdelingen nog steeds potdicht. Niet zoozeer om de vruchten van het handeimonopolie voor zich alleen te behouden — zoo sappig zijn die niet — dan wel om de Eskimo -bevolking te behoeden voor de aanraking met de Europeesche beschaving, waarvan gewoonlijk niet de beste apostelen het eerst de zegeningen naar vreemde volken te brengen. Het bestuur van Groenland behandelt de Eskimo's dus nog op aartsvaderlijke wijze en zorgt zelf voortreffelijk voor de geestelijke en materieele belangen der bevolking. Nu iets over dï levenswijze der bevolking op West-Groenland. Voor de Denen zelf is het daar geen pretje,
want veel vertier hebben ze er niet; eens overwippen naar Kopenhagen of een andere groote stad kunnen ze ook aiet en tot de grootste evenementen van het jaar behoort wel de aankomst van een toeristenschip, cn een uitnoodiging tot een danspartijtje daar aan boord brengt de lui gewoon in verruk-' king. Verder moeten zij zich maar met elkaar amuseeren en dat doen ze dan ook zoo goed en zoo kwaad' als het gaat op hun. dansavondjes, koffiekransjes etc. Verwilderen dóen zij er geenszins en de gezelschapsvormen en tafelmanieren verwaarloozen ze zoo weinig, dat de Deensche koning, die eenige jaren geleden een bezoek aan Groenland bracht, uitriep: „Het lijkt wel of de heeren niets anders doen dan tafelen." Maar de Eskimo's leven er als in, Abrahams schoot. Zij genieten er van een aantal uitgezochte zegeningen van de beschaving, waarmee de Denen hen heel voorzichtig bekend maken. Vischvangst is de voornaamste bron van bestaan. Vroeg in den morgen trekt de Groenlander er met zijn kajak op uit. Orn eten bekommert hij zich dan. niet. Zelfs een ontbijt kan hij ontberen, een paar slokken water om de keel te smeren, dat is alles. Eu daar teert hij dan acht of tien uur op, want mondkost neemt hij niet mee. Slechts eens per dag eet de Groenlander. Maar dan ook als 'n wolf. Als hg tevreden is met zijn vangst keert hg terug en zijn vrouw wacht hem dan al aan het strand af. Zij helpt hem de robben uitladen, spoedt zich dan naar de woning — vroeger een aarden hut, maar tegenwoordig worden de woontoestanden met het jaar beter — om den maaltijd te bereiden. Als „hors d'ouvre" worden gedroogde vischjes opgediend, waarvan steeds een reusachtige voorraad is, en zeehondenspek. Dan komt moeder de vrouw met het „pièce de résistance", dat zij dampend opdischt* ettelijke kilo's versch zeehondenvleesch, waarop dan de geheele familie als uitgehongerd aanvalt. Ieder grijpt een stuk, klemt het vleesch tusschen de tanden en bijt en rukt en trekt er zóóveel af als hij denkt te verorberen zonder zich te verslikken. En dan is in een ommezien de heele berg vleesch op, verslonden, mag men wel zeggen. Zoo volgestopt met vleesch, heeft men dan geen andere behoefte dan zoo gauw mogelijk te gaan slapen. Zoo leeft de ouderwetsche Groenlander. Maar ook op Groenland begint het modernisme zich in de levenswijze baan te breken. De jongeren houden zich niet meer aan dit vleeschdieet, zij oegonnen, een paar jaar geleden al, scheepsbeschuit te knabbelen en waar bakkerijen zijn zelfs al gewoon brood te eten. Waarbij ze thee drinken. Lang zal het niet meer duren, of men kan den Groenlander netjes aan tafel zien zitten met een schaal vol brood voor zich!
DE STRIJD TEGEN DE BARCELONEESCHE BEDELAARS.
Te Barcelona heeft -de politie den strijd! tegen de bedelarij aiangebonden. In den laatsten tijd is dat bedrijf daar sterk toegenomen Vooral het bedelen met kinderen wordt druk beoefend. Mannen of vrouwen, die door zeven, acht telgen omgeven zijn, verzoeken den voorbijgangers aalmoezen. Het lukte de politie te ontdekken, dat er in Barcelona een geheime vereeniging bestaat, die de' kinderen uit arme wijken voor eenige uren per dag van de ouders huurt. Deze kinderen worden dan weer aan bedelaars afgestaan. Hieraan heeft men een einde trachten te maken door de beroepsbedelaars te interneeren. Men roept thans de hulp van de bevolking in en verzoekt het geven van aalmoezen te staken. Daar de Spanjaard nogal goedgeefsch is, zal dit verzoek waarschijnlijk weinig effect hebben. Er is op het oogenblik een wetsontwerp in behandeling, dat de bestraffing beoogt van dengeen, die èan beroepsbedelaars aalmoezen verstrekt.