Na de aardbevingsoatastrophe in Japan. De Kalnan werd door de aardbeving en de daarop volgende vloedgolf, welke het Zuidelijk deel van Japan teisterden, zwaar getroffen. Een hulpexpeditie met levensmiddelen en andere, voor de zwaar gedupeerde bevolking noodzakelijke artikelen, bij aankomst in de stad. Aas. Press P.
Nieuwe Apeldoornsche courant
- 31-12-1946
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nieuwe Apeldoornsche courant
- Datum
- 31-12-1946
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Wegener
- Plaats van uitgave
- Apeldoorn
- PPN
- 400383896
- Verschijningsperiode
- 1945-1992
- Periode gedigitaliseerd
- 7 februari 1945-30 december 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- CODA Apeldoorn
- Nummer
- 14384
- Jaargang
- 44
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Na de aardbevingsoatastrophe in Japan. De Kalnan werd
DE E.V.C. GAAT DEMONSTREEREN.
Als voortzetting van de door de E.V.C. ingeze.te actie „ter vergroo. ting van de koopkracht", zal op Zondag ' 9 Febr a s. in het Jaarbeursgebouw te Ütrech; een natio. nale demonstratie worden gehouden, waarbij vele buitenlandsche gas en aanwezig zullen zijn. Op 8 F.br. komt de E.V.C. bijeen in congres, om o.a. te spreken over de fusie met het NV.V. Naar de heer Blokzijl, voorzitter van de E.V.C., mededeelde, bes aan er tevens plannen om zich tot de R._Katholieke en Christelijk geor. ganiseerde arbeiders te wenden.
Het jaartal 1425 Een fantastisch verhaal van ERIK DE BOER
't Vorig jaar, toen de Spoorwegen nog niet goed op dreef waren gekomen, „liftte" ik op een avond tegen het eind van December van Den Haag naar Amsterdam. Het was een koude, regenachtige avond en het verkeer op den grooten weg was niet b\jzonder druk, maar ik had ge; luk: een automobilist, die juist bij garage in Wassenaar had getankt, was bereid me mee te nemen. Het •was een zwijgzame man van middelbaren leeftijd, die er een beetje somber uitzag; de breede rand van zijn hoed, die wat voorover op _ zijn hoofd stond, maakte zijn uiterlijk er trouwens niet vriendelijker op, maar toen ik hem een van mijn kostbare Rhodesia's had aangeboden, trok hij toch wat bij. Maar spraak zaam was hij toch niet. Telkens weer probeerde ik een gesprek, doch ik kreeg slechts kort, bijna snauwerige antwoorden. „Rijdt U dezen weg vaak? vroeg ik, om het maar weer eens te probeeren. „lederen dag". „Zoo... iederen dag. Dan heeft U zeker vaak meerijders in Uw wagen?" „Nooit". „Nooit? En ik dan? Ben ik dan een uitzondering?" Ja". "Enne... waarom dan eigenlijk?" H\j bukte zich over het stuur, turend in het licht van de koplampen alsof hij iets vóór zich op den weg zag. Maar er was niets dan de glim mende grijsheid van het natte wegdek. We reden juist de brug op over de ringvaart van de Haarlemmermeer. Voor ons lag de donkere, drassige polder. Kort, maar duidelijk kwam zijn antwoord: „Omdat het vandaag de 28ste December is". „Ha-ha. Bent U vandaag soms jarig?" Nee". • " „Maar dan begrijp ik U hceleman' niet. Wat heeft die 28ste December nou met " Hij drukte driftig zijn sigarettenpeukje uit in de aschbak, ging ruw verzitten en .zei toen: „Nou, als U 't dan wilt weten vooruit aan maar. Maar ik waarschuw U van te voren: ik lieg niet!" „Maar meneer..." zei ik, een tikje beleedigd. „Ik lieg niet", zei hij nog eens nadrukkelijk, „en dat zeg ik er bij, omdat U waarschijnlijk van mijn verhaal geen letter zult gelooven. Maar 't is de zuivere waarheid. Weet U, wanneer deze weg in gebruik is genomen?" De vraag kwam een beetje onverwachts, maar ik meende mij te herinneren dat de rijksweg Amsterdam —Sassenheim zoo'n jaar of tien geleden was ingewijd. „Klopt wel ongeveer", bromde h\j goedkeurend, „U weet, dat je voor dien tijd over Haarlem moest rijden. Misschien kent U dien ellendigen weg door de bollendorpen, ■waar je zoo'n last hebt van de tram". Of ik dien weg kende. Voor den oorlog höd ik zelf een auto en ik kwam nogal veel in flie buurt. Ik wilde daar wat over uitweiden, maar hij viel me in de rede en vervolgde: „Nou, goed 't was in het jaar, vóór deze weg in gebruik werd genomen. Ik had toen pas mijn eerste auto en ik woonde destijds in Rotterdam. Voor zaken moest ik veel in Amsterdam zijn en ik kende dien weg dus op m'n duimpje. Welnu, in den avond van den 28sten December reed ik laat van de hoofdstad naar huis. 't \Vas een avond zooals nu: regenachtig, koud, somber. Weinig verkeer op den weg. Ofschoon ik graag zoo gauw mogelijk naar huis wilde, reed ik toch niet snel; met de tramrails moest je verdraaid oppassen: je zat zoo tegen boom op. Ik was Hillegom en Lisse zonder ongelukken gepasseerd en naderde Sassenheim, toen ik langs den kant van den weg twee personen zag staan, een meneer en een juffrouw Ze maakten geen gebaren alsof ze mee wilden rijden, maar ik dacht: och, die twee staan zeker op de laatste tram te wachten en die was ik even voorbij Heemstede al gepasseerd, zoodat het nog wel een kwartiertje kon duren. Ik stopte dus, draaide het raampje open en vroeg of ze mee wilden rijden Ja, graag". Ik offerde nog maar eens ee Rhodesia; de man f as omgeslagen als een blad aan 0 n boom; hij sprak aan één stuk ^oor en zijn hoed had hjj ook iets verzet, zoodat hij er niet zoo Boris-Karlofferig uitzag» „Wel", zei hij, terwijl hij een diepe haal aan zijn sigaret deed dat wilden ze wel. Die meneer bedankte me tenminste zeer hoffelijk voor mijn aanbod en ik opende het achterportier. De juffrouw stapje eerst m. Gut, meneer, dat had U moeten zien. Zoo'n gekke jurk. Heel lang met van die gekke blauwe nippeltjes of titteUjes of hoe die vrouwen dat ook noemen, En een hoed,
meneer, een hoed! Zoo'n heele lange steek, zooals studenten ze nog wel eens op de kermis dragen. Eu aan de punt zat een lange lap vast, die weer op de een of andere manier bij die jurk terecht kwam. Maar 't allerergste was, dat ze een stokje in d'r hand hield, waarop een vogel zat met een kapje op zijn kop 't Beest bleef stil zitten." „Kon ze d'r in met die punthoed?" vroeg ik lachend. „Niet best. 'n Beetje passen en meten, maar op den duur ging 't toch. En verdraaid, toen kreeg ik in de gaten, dat die meneer er ook al zoo raar uitzag. Fluweelen jasje van iets groenigs en knalroode broek meneer, zoo'n nauwe als turnners wel eens dragen. En dan had hij hardgele schoenen aan met zulke punten. En op z'n kop een groene baret met veeren. En die knul had me een zwaard op zij hangen zoo'n ding waarmee ze mekaar vroeger in tornooien of toernejen of " „Tournooien", hielp ik hem. „Juist. Net wat U zegt waarze mekaar dan het hoofd mee afsloegen of de schedels inbeukten. Nou, ik keek dat zoo 's aan en ik zei in m'n argeloosheid: Zeker naai eeri bal masqué geweest, meneer? Die vent buigt zich naar me toe en zegt — ik herinner het me nog woordelijk, meneer —: Sta mij toe dat ik op Uw traag ontkennend antwoord. Wij zjjn op weg naar Teylingen, waar men ons te middernacht verwacht. — Nou meneer zei ik, terwijl ik zat te schudden van het lachen, je bent al goed in je rol. Dat wordt vanavond zeker een vroolijke boel. — Maar ik dacht zoo Teylingen Teylingen nooit van gehoord. Zeker de een of andere kroeg hier in de buurt, waar de voetbalclub ouwejaar viert. Nou, zei ik, U zegt het maar als U er uit moet, meneer. — Uw hoffelijkheid is boven alle lofverheven, seigneur, zei die gast weer; wij zullen U teeken doen, wanneer wij Uw koets wenschen te verlaten. •— Toen dacht ik bij meielf:'t zullen wel een paar Leidsdie studenten zijn, die wat te diep in 't glaasje hebben gekeken Stond U hier al lang langs den weg; meneer, vroeg ik, want ik wou wel eens verder uithooren. — Er Waren ons bereids zeven koetsen gepasseerd, antwoordde die kniap, en reeds overwogen wij onzen tocht te voet voort te zetten, toen Uwe edele de goedheid had ons een zetel aan te bieden. — Ik was natuurlijk met dat „Uwe edele" erg ingenomen, maar ik zei: Anders had U zeker de laatste tram gepikt? En hij antwoordde: Van de vervoermiddelen der poorters bedienen wy ons niet; wij zouden, zooals ik reeds opmerkte, te voet, onzen tocht hebben vervolgd. — Hoogheidswaanzin, concludeerde ik bij mezelf, en om ons gesprek op wat anders te brengen en ook om nou die juffrouw eens aan de praat te krijgen, vroeg ik: Kan die kanarie ook zingen juffrouw? — Maar die griet deed d'r mond niet open; ze zat maar (ik kon dat in mijn spiegel zien) | zoo'n beetje na'ir buiten te turen en hij zei weer: Veroorloof mij andermaal dat ik U corrigeer: dit is geen kanarie, doch een valk; wij zijn heden ter jacht geweest. — Op jacht! zei ik weer; maar dan heb je meer aan een goed geweer en een flodder hagel, dan aan zoo'n vogeltje, meneer, maar daar ging hij niet op in, want hij legde opeens de hand op mijn schouder en vroeg: Indien wij U niet te veel overlast bezorgen, zoudt U dan de uitzonderlijke goedheid willen hebben Uw rijtuig thans naar rechts te wenden en dit voetpad in te
slaan.? Wij Waren inmiddels in Sassenheim gekomen en je hebt daar zoo'n weg, die naar Noordwijkerhout loopt. Nou, ik was toch laat en ik zei: goed. 't Was een goeie weg, maar wat donker en ik had alle aandacht noodig voor den weg, zoodat ik niet meer zei. Tot die vent me weer op den schouder klopt en zegt: Zouden wij U thans mogen verzoeken hier stil te houden? Ik stopte en meteen had hij het portier ook al open. Ik zei nog: Maar waar moet U dan zijn? 't Is hier hardstikke donker. Maar ze waren al uitgestapt en toen gooit die vent opeens iets door het raampje, maakt een buiging tot op den grond bijna, mompelt nog wat beleefdheden en s«huifelt met zijn juffie in 't donker weg. „Stond daar heelemaal geen huis?" " „Nee niks. 'n Slootje. Bollenland. Wat boomen. Verder niet. Nou, ik keek wat beteuterd en raapte toen dat ding op, dat-ie in den wagen had gegooid. Ik schrok ervan: een gouwen tientje". „Alsjeblieft". „Jazeker. Maar 't was geen gouwen tientje!" ' vHè?" „Niks er van. Maar dat wist ik eerst ook niet. Enfin, Ik kijk die twee nog zoo eens na, draai m'n wagen, rij terug naar het dorp en stop bij éen kroeg, die nog open was. Ik had trek in een kop koffie en laat was ik toch, dus Nou, in die kroeg zat niemand, behalve de slaperige kroegbaas. En^ wat doe je, nietwaar: ik vertel m'n belevenissen met die twee. En terwijl ik dat zoo vertel, zie ik die kroeg baas opeens spierwit worden. Meneer zègt-ie hijgend, laat U laat U dat gouwen tientje eens zien Nou, dat deed ik en bij 't licht van de lamp zag ik ook direct, dal het geen gouwen tientje was. O nee, veel dikker en lang zoo mooi niet afgewerkt. Maar puur goud, me neer, puur goud. Maar daar wijst me die kroegbaas 't jaartal aan. Laat er nou 1425 op staan!" „Dat 's oud," zei ik laconiek. „Oud meneer, maar echt. Toen zei de kroegbaas: En ze gingen naar Teylingen? Ja, zei ik, wat is dat éigenljjk? Ik heb daar nooit van gehoord. Teylingen, zei die vent, Teynligen dat 's de ruïne _ van 't slot waar Jacoba van Beieren heeft gewoond en ze zeggen hier ze zeggen, dat ze ieder jaar tegen Ouwejaar terug komt met Frank van Borselen, d'r man en als je d'r tusschen twaalf en één langs komt hoor je muziek spelen en ze zingen en je hoort er ruiters aan. en afdraven. Het spookt hier, meneer, op de ruïne van Teylingen En U, u, hebt vanavond " „Ha-ha", lachte ik, „U hebt Jaco ba van Beieren en Frank van Borselen gereden. Een goeie mop!" „Meneer, U gelooft me niet", zei mijn chauffeur somber; „ik heb U
direct gezegd: ik lieg niet. Maar hier, meneer " Hü rommelde met zijn rechterhand in zijn zak'. „Hier " kijkt U maar". Hij duwde me een geldstuk in mijn handen. Bij de vlam van mijn sigaretaansteker bekeek ik het. Het was een zeer oude- munt met de beeldenaar van een jonge vrouw. En het jaartal; 1425. We zwegen. .Sedert dien avond zei hij, „neem ik geen passagiers meer mee. Ik heb er een week niet van geslapen. En al kon ik er duizend gulden mee verdienen, meneer, langs Sassenheim rij ik niet meer". „We waren op den Sloterweg. Het verkeer werd . drukker en toen we de hobbelige Sloterkade hadden bereikt, vroeg hij mij: „Waar wou U uitstappen, meneer? Ik antwoordde: „Uw hoffelijkheid is boven allen lof verheven, seigneur indien U " Maar ik kwam niet verder, omdat ik bijna met mijn hoofd tegen de voorruit botste. Hij had zoo hard op de rem getrapt, dat de wagen met een schok stilstond. „D'r uit, zei hij heesch; „al was je Philips van Bourgondië of Maximi liaan van Oostenrijk, d'r uit!" Ik kon nog net de laatste tram van lijn 1 op het Hoofddorpplein pakken.
De Groote Vier bijeen in een zeer gemoedelijke conferentie in een
De Groote Vier bijeen in een zeer gemoedelijke conferentie in een uiterst rustige sfeer. Geen scherpe, bijtende of sarcastische uitdrukkingen zullen van de lippen der staatslieden komen, hetgeen ook onmogelijk is, daar zij van was vervaardigd zijn Dez; groep is te bezichtigen in het beroemde Grévin wasssnbeelden museum te Parijs. V.Ln.r,: ziet men de figuren van: Byrnes, Bevin, Bidault en Molotof. A.N.P.
Een onrustige Kerst voor de Nederlandsche soldaten op Java
Een Nederlandsche militaire woordvoerder op Java heeft in een radiorede Zaterdag een beeld gegeven van de Kerstdagen, zooals die op Java voor de Nederlandsche militairen is verloopen. Hü vertelde, dat er in het A. M. V. J.-gebouw te Batavia een Kerstfeest was georganiseerd, dat vele katholieke militairen een nachtmis in het R. K. militaire tehuis bijwoonden en dat ook in 't militair hospitaal Kerstmis is gevierd. Bij Bekassi gingen een aantal soldaten, die juist den vuurdoop hadden ondergaan, gewapend naar een nachtmis. Overigens heeft er deze dagen in Bekassi betrekkelijke rust geheerscht. Minder gelukkig waren de soldaten in de Bandoeng- en Tjiandjoersectoren. Zoo deed een bende een aanval op een post van de civiele politie in Patjet, werd het bivak beschoten, werden handgranaten in het bivak Patjet geworpen en werd het bivak Tiwan aangevallen. Ook ontwikkelde zich in deze Kerstdagen vuurgevechten tusschen een in het Nederlandsche gebied doorgedrongen bende en een Nederlandsche veiligheidspatrouille. Ten Oosten van Bandoeng werd een andere Nederlandsche patrouille onder vuur genomen en werd er geschoten op de bevolking ten Zuiden van Bandoeng, die op de sawa's aan het werk was. „Geen wonder", zoo zeide de radiospreker, „dat deze verhoogde activiteit van republikeinsche zyde een teleurstelling vormde voor de Nederlandsche militairen, die zich hadden verheugd op een gepaste Kerstviering op dezen buitenpost". In een geciteerd commentaar van een der mannen in Patjet ten Noorden van Buitenzorg in de bergen, werd opnieuw van deze teleurstelling blijk gegeven. „Het Kerstfeest is hier voor ons een mislukking geworden", zegt hij. „Maandenlang
hadden de soldaten rantsoenen opgespaard en repetities gehouden N voor een cabaret. Uren van de kerkdiensten waren reeds bekend gemaakt, toen bp 24 December een aanslag werd gepleegd met klewangs op een alleen rijdende auto. Een handgranaat in een hospitaal en voortdurende beschieting van buitenposten. Langs den geheelen weg van Batavia naaf Bandoeng leefde na maanden van betrekkelijke rust de activiteit vaa guerilla-strijders weer op. De commandanten gaven toen de order: „Verhoogde waakzaamheid". De nachtmis werd afgelast, de kerkdiensten overdag werden door weinigen bezocht. Plotseling troepenverplaatsingen, waardoor compagniën uit elkaar werden gerukt en de zorgvuldig voorbereide Kerstviering in duigen viel. Kerstmis 1946 werd een mislukking. Kerstmis 1946 werd een militaire begrafenis. Mannen in camouflage-overalls en de wapens op scherp gesteld. Tactisch hebben de T. R. I.-mannen hun doel niet bereikt: we zijn den toestand volledig meester en hun successen zijn uiterst gering. We hebben veel gevangenen gemaakt". Men gelooft, dat er ditmaal geen sprake is geweest van ongedisciplineerde benden. Volgens den woordvoerder werden de aanvallen en infiltraties in alle sectoren gelijktijdig ingezet, wellicht een var» té voren beraamd plan van de republikeinsche legerteiding om het Kertsfeest van de blanda's onmogelijk te malcen. De Kerstboodschap van H M. de Koningin aan de troepen in Indonesië heeft de troepen niet bereikt. Deze zou worden voorgelezen op 't middag ppèl, dat echter door de order tot verhoogde Waakzaamheid niet kon worden gehouden.
SPORTNIEUWS VOETBAL.
ROBUR MAAKTE IN ZWOLLE GEEN SLECHTEN INDRUK. Het gaat niet best met het oude Robur et Velocitas. De voorlaatste uitwedstrijd — de laatste is tegen Labor — werd met 9—3 verloren van de Zwolsche Boys, die met een wijzigd elftal verschenen, waarin Gerrits weer de middenvoorplaats innam. Deze Gerrits is uitverkoren om aan de training in Deventer deel te nemen, ondanks het feit, dat hij reeds 32 jaar is en vader van 5 kinderen. Van dp negen doelpunten nam hij er vier voor ■ zijn rekening, de rechtsbinnen Diks scoorde er drie, terwijl v. Oordt en Borst ieder één poaltje maakten. De Robu'-ploeg verscheen weer eens onvolledig binnen de krijtlijnen, o-a. met Ringen in het doel en H. Kves als back. Zij maakte zeker geen slechten indruk, da T ro vinei? ie Zwolsche schrijft: „Robur heeft als geheel een hardwerkend elftal en spelend als Zondagmiddag behoeft de toekomst niet duister tegemoet gezien te worden". Aan Robur's voorhoede heeft het den laatsten tijd niet gelegen: dertien goals in vier wedstrijden kan er mee door. Middelink, Hazelenbach en linksbuiten Van Reekum maakten Zondag de doelpunten in den in prettige verstandhouding gespeelden wedstrijd. Wanneer de ploeg weer volledig zal kunnen uitkomen, zal het ook in de achterhoede wel beter gaan, wellicht a.s. Zondag al, als de oude Zwolsche op bezoek komt. Voorts resten nog de thuiswedstrijden tegen Aalten, Sallandia, W. V. C-, Zutphanla en P. E. C., uit eenige waarvan de punten veroverd moeten worden om aan de degradatiewedstrijden te ontkomenDAMMEN.
A.D.G. II won van D.V.S. II. Voor de competitie van den PG. D .B- behaalde A. D. G. II een overwinning met 11—9 op het bedoekende D.V-S. II (Dieren). De gedetailleerde uitslag luidt als volgt: ADG II—DVS II: D. J. BeumerA. Hoeksma 1—0; B. Hannema— N. Schaart 2—0; P. J. J- v. d- Walle —A. Ellens 1—1; H. ten Tije— H. de Bruin 1—1; H- Deunk—N. Visser 2—0; T. ten Tije—J. v- d. Burg 0—2; H. Mulder—H. Anderson 1—1; W. C. v. d. Dool— C- te Kloese 2—0; G. J. Lindeman—H. Beeking 0—2; J. Gooswilligen—G. Visser 0—2. <• BILJARTEN. VOORWEDSTRIJDEN le KLASSE GROOT BILJART. Te Den Haag zijn voorwedstrijden gehouden om het nationaal kampioenschap groot biljart le klasse 45/2. De eindstand luidt: Tegolaar Kobu$ Hoogland Lubach v. d. Veen gew. 5 h.s. 126 75 79 92 77 alg. gem. 15.66 12.38 12.02 14.02 11.31 Ook in Rotterdam zijn voorwedstrijden gehouden. Gehrels sukkelde met een onwilligen
schouder en moest daardoor verstek laten gaan. Hier luidde de eindstand: Van Loon Eichelsheim Kruithof Goderie gew. 5 3 3 1 h.s. 1611 146 111 70 alg. gem. 17.19 13.50 13.29 8.95 De volgende acht spelers mogen deelnemen aan de op 9, 10, 11 en 12 Jan» a.s. te houden wedstrijden om het kampioenschap van Nederland: A. v. Loon (Bergen op Zoom), L. G. J. Tegelaar (Leiden), J. A. Eichelsheim (Botterdam), P. A.' Kobus (Haarlem), P. Kruithof (Barendrecht), H. Hoogland (Alkmaar), A. J. J. Lubach (Den Haag) en A. P. v. d. Veen (Amsterdam). De beste speler van dit achttal, indien hij altlmns het vereischte gemiddelde van meer dan 17 bereikt, mag deelnemen aan de wedstrijden om het kampioenschap van Nederland hoofdklasse groot biljart ancre cadre 45/2, welke volgende maand in „La Bordelaise" hier ter plaatse, zullen worden gehouden.
SCHAKEN. T0URN00I TE HASTINGS BEGONNEN. Het 22e internationale schaaktoumooi te Hastings werd gisteravond geopend doortket Lagerhuislid voor Hastings, die den eersten zet deed voor den Canadeeschen kampioen Janowski. De burgemeester iette toen voor Janowski's tegenstander, den Poolschen grootmeester dr. S. Tartakower, die uit Parijs is overgekomen om den verleden jaar door hem gewonnen kampioenstitel te verdedigen. De resultaten van de gisteren gespeelde partijen in de voornaamste af deelingen luiden als volgt: Premier section: C. H. Alexander (Hampstead) wint van G. Wood (Londen) ; H. Golombek (Londen) remise met G. A. Abrahams (Liverpool); dr. J. M. Altken (ex-kampioen van Schotland) wint van L. Prins (Nederland). De partijen Baizman (Frankrijk)— Gudmundsson (IJsland) en Janowski (Canada)—dr. S. Tartakower (Frankrijk) werden afgebroken. Premier reserve section A: O'Hanlon (kampioen van Ierland) wint van J. Wyker (Nederland); Znosko Boroswki (Parijs) wint van H. van Steenis (Nederland). Premier reserve section B: Thomas (Somerset) wint van P. Seewald (Nederland). Het Hoogoven-tournooi. Het Hoogoven-schaaktournooi, dat van 4 tot 12 Januari 1947 te Beverwijk zal worden gehouden, krijgt toch nog een internationaal tintje, door de deelname van den Belgischen kampioen O'Kelly de Galway, die in het vorige tournooi vóór den Zweédschen meester Stoltz den eersten prijs behaalde. Voor hen, die nog aan de tien-, acht- en zeskampen wenschen deel te nemen, bestaat de mogelijkheid, zich aan te melden vóór 3 Januari a.s. TENNIS. Ook de laatste enkelspelen voor Amerika. Door een 5—0-overwinnlng op Australië ls Amerika houder van de Davis Cup geworden. In de laatste twee enkelspelen sloeg Jack Kramers John Bromwich met 8—4, 6—4, 6—4 en won Gardner Mulloy van Dinny Pails met 6—3, 6—3, 6—4. Zoowel Kramer als Mulloy waren voortdurend hun Australische tegenstanders de baas- Kramer vooral wist een prachtige lengte te houden terwijl zijn smash doodelijk was en hij steeds ook op listige wijze returns in de hoeken wist te plaatsen. Ook Mulloy was voortdurend sterker dan Pails. De Amerikaan bezat een veel gevarieerder repertoire dan de Australiër. Deze strijd schonk eenige langdurige en interessante rallies, maar dat was ook al. De Australiërs hadden geen harder nederlaag kunnen lijden dan dit ook in punten maximale verlies tegen Amerika's beste spelers. De Australische Tennisbond heeft als zijn aandeel in de buit een bedrag ontvangen groot 20.000 pond afkomstig van entree's voor de wedstrijden. De totaalontvangsten bedroegen 59 000 pond voor de drie wedstrijddagen. BOKSEN. Nieuw titelgevecht van Joe Louis? Waarschijnlijk zal Joe Louis in April van het volgend jaar opnieuw zijn wereldtitel verdedigen, wanneer hij zal uitkomen tegen Joe Maxin of Jac. Wolcott. Maxin heeft van deze beide boksers de meeste kansen om als uitdager van den wereldkampioen gekozen te worden. Het gevecht zal plaats hebben in Atlantic City.