\fat moeten we er mee. Dat wil zeggen, met onze jongens uit den boerenstand, als ze op good twaalfjarigen leeftijd de lagere schooi verlaten hebben. Gaan werken natuu lijk, bij 'ai langzame opleiding voor de practijk van dit bedrijf. Maar even noodig is voor hen, om theoretische kennis voor dat bedrijf te verkrijgen en te leercn beide zoo langzaam mi met elkaar in verband te brengen. Gunstig zijn de toestanden voor deze jongens op dit oogenblik niet. De brug, die in den vorm van herhaüngsonderwijs, — later vervolgonderwijs — gelegd was tusschen het gewoon lager schoolonderwijs en het op vijftienjarigen leeftijd te beginnen lager landbouwonderw. op landb.w.cursussen, is onder de bezuinigingswoede zoo goed als weggeslagen. Nu willen we volstrekt niet zeggen, dat die brug, eis overgang naar het latere landbouwonderwijs zoo solide was. Dat nu juist niet. Men had haar zpó kunnen maken, dat het vrachtje kennis, 't welk men er over dacht te vervoeren, wat meer wezenlijke aansluiting had gevonden b:j dat te volgen landbouwonderwijs. Maar 't was er mee, als met zooveel in ons onderwijs, in dikwijls 'n klein getal uren, wil men van alles en nog wat bereiken en wie zich op zoo n standpunt plaatst, zal allicht de ervaring opdoen, dat hij onder zulke omstandigheden zoo goed als niet — of althans zeer weinig wezenlijks bereikt. Dat was een van de groote fouten in ons vervolgonderwijs. En nu is er voor dat, uit oorzaak van misplaatste zuinigheid verdwenen vervolgonderwijs, wel eenig onderwijs in de plaats gekomen. Maar hoe ? En wat ? Hoe I Och, menig gemeentebestuur is er schoorvoetend toe overgegaan, ook al, omdat de centenkwestie zwaarder begon te wegen, dan de kenniskwestie, en in zeer vele andere gemeenten of plaatsen heeft men er maar weinig van terechtgebracht. En wat? 'tWas zoo goed a's overal weer als altijd : Te veel hooi nog op de vork. Veel vliegen vangen in één slag. En, als men onder dat stelsel bij die vee'.ha'd en over dat korte aantal uren gewerkt heeft, dan wil men zich aan 't slot zeker ook wel eens afvragen : Wat heeft men nu eigenlijk onder dien toeloop van alles in één klas, bereikt ? En bij die vraag krijgt men wel eens *n somber en sober gevoel, 'n Gevoel van onvoldaanheid, 'n gevolg van den beperkten tijd, de veelheid der vakken, de inrichting en toelating tot de klassen en vooral ook de weinige aansluiting van dit onderwijs voor het platteland met het bedrijf, waarin men later behulpzaam zal zijn. Was dat wat meer het geval, we zouden ook zien gebeuren, dat belanghebbenden het later te volgen landbouwonderwijs beter zouden kunnen meemaken, wear men nu roo vaak ziet, dat er van dit onderwijs verdwijnen, omdat het hen te vreemd aankomt en zij niet voldoende in die richting zijn geleid, ook niet bij het avondonderwijs, zooals dat nu wordt gegeven. Zooals de vakman bepaalde studie maakt van onderdeelen, die rechtstreeks met zijn lateren arbeid in verband staan, zoo zou dat Keker ook voer dit onderwijs in .verband met het latere landbouwbedrijf moeten staan. Wij willen volstrekt niet zeggen, dat het niet mooi en wenschelijk zon zijn, ook in die jaren, van het twaalfde tot het vijftiende, 'n breedere basis voor meerdere vakken te nemen, maar we moeten rekening houden met den weinig beschikbaren tijd en met, wat 't latere bedrijf van ons vraagt. Dan zou dit onderwijs meer kans hebben van in te slaan en zeer stellig bij leerlingen en ouders in den smaak kunnen vallen, 'n Melhodische behandeling van die deelen in het Avondonderwijs, welke meer in de richting van het latere landbouwonderwijs leiden, zou, dunkt ons, in 't geheel niet noodig zijn. Bepaalde gedeelten in het oog vatten, waaromheen viel te eroepeeren, zou voor het doel zeker el wel voldoende zijn. Bïaar wij Hollanders verlaten niet graag den weg der strenge methode, al zeggen de Duitschers ook van ons, dat wij Hollanders vermethodiekt zijn. Of 't er voor zeer jeugdige menschen beter Om is ? Onze jongens moeten, na 't verlaten van de gewone lagere school, wat te doen hebben. Hebben ze dat niet, doordat er ook geen avondonderwijs gegeven wordt, dan gaan ze in niets doen allicht de straat op en dan kan men zich voorstellen, dat zij zich, na 'n verloop van drie
jaren, waarin niets onderhouden is, over 't algemeen zoo zwak gevoelen, dat men de deelname aan het volgen van 'n landbouwcursus irr het geheel niet m^er aandurft. En om den weg tot het latere landbouwonderwijs gemakkelijker te maken, en wel, om de deelname aan het avondonderwijs te versterken, zouden we dit voor het platteland tenminste in zeer practischen zin met 't oog op later willen inrichten. F- wnnr om een of andere reden geen avondonderwijs op de been kan komen, of levensvatbaarheid mocht kunnen behouden, daar lag het zeker wel op den weg der landbouworganisaties, om de drie jaren zoo goed mogelijk in de richting van hun eigen bedrijf aan te vullen. Wellicht was hier door gezamelijk optreden, wel iets te bereiken, althans voor bepaalde centra zeker. Men zou er eens over kunnen denken en daru bij niet voorbij moeten zien, dat het nietsdoen in den ledigen tijd na den dageijksrten arbeid misschien wel begeerlijk mag zijn, maar dat dit hen niet op —. mcat wel in sterke mate terugvoert — en minder geschikt maakt, om later de theoretische zijde, verbonden aan hun practisch bedrijf, te overzien. Waar men den landbouw — we zegen her vcor kort n! weer — van bovenaf steeds drukt, daar ligt het in dezen op onzen weg, om op tijd de handen aan den ploeg te slaan.
"Onze Jongens en ons Avondonderwijs". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112022:mpeg21:p005
"Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112022:mpeg21:p005
'Fantasie ? Och neen, lezer, fantacreeren is buitengesloten. De problemen, hier besproken, staan op 't punt van opgelost te worden. Geleerden uit alle landen werken er met. ijver aan en het is nog slechts een vraag van tijd, wanneer de nieuwe wonderen voor de verbaasde menschheid onthuld zullen worden. )Had iemand vóór 50 jaren deze zelfde vraag eens gesteld en men had hem geantwoord : „Over 50 jaren rijden wagena zonder paarden op straat, kan men draadloos menschen in andere landen hcoren spreken, vliegt men als vogels door de lucht én groote luchtschepen vliegen over den Oceaan," hoe hartelijk zou men over zulke onmogelijkheden gelachen hebben- Maar nadat al deze schijnbare onmogelijkheden mogelijk geworden zijn, (gaat het niet meer aan, om aangaande toerkomsflbeelden, die door groote geleerden ontworpen werden en op een schoonen dag werkelijkheid zullen worden, te lachen. Een Engelschman ziet reeds in de groote wereldsteden straten der toekomst, die uit vele eteges boven elkander zullen bestaan. De eleetrische trammen, auto's enz. zullen elk hun eigen etage hebben en bijna had ik gezegd ook de voc.tgangers, aki men aannemen kon, dat er dan nog voetgangers zullen zijn. Dit is echter zeer onwaarschijnlijk, daar men van plan is, voor de voetgangers rollende straten aan te leggen, zooals in het buitenland reeds in de groote warenhuizen rollende trappen vflor ,'t publiek beschikbaar zijp. Een ander houdt eleetrische rolschoenen voor practineher en om geen onnutte energie te verbruiken, wil hij de eleetrische kracht direct van de zon betrekken, wat door een kleine antenne op het hoofd of schouders mogelijk zou zijn. Eveneens denkt men het spoedig in de hand te hebben het weer zelf te kunnen regelen. Doer eleetrische hoogtefrequenzstroom wil men de regenwolken al naar behoefte aantrekken of verdriiven. Deze hoogfrequenzstroom, die men in Berlijn reeds van verren afstand betrekt (Golpa—Tschornewitz) zal draadloos van de watervallen en van de zon afgeleid worden. Ook denkt men naar het systeem der thermosflesch huizen te kunnen bouwen, waarin 's winters warm is en 's zomers koel. De draadlooze film wordt van een centraal punt. uit in de huizen geleid, zoodat we *t niet meer noodig hefoben naar de hioacoop te gaan. Bij 't telefoneeren zal men hem, met wien men spreekt, door het telephoi kunnen zien. De super-radio-stations zullen mill'iarden van kilowats doen ontstaan en de hoagfrequenzstroomen zullen op alle levende weaens een heilzamen invloed uitoefenen. Vastgesteld is, dat de radio-actieve uitstralingen
der aarde na .tientallen van Jaren doodelijk zullen werken, maar een Engetehe geleerde heeft in een soort van eleetrische energie daar een togen middel voor gevonden. Ean jonge ingenieur uit Hongarije was dezer dagen in Berlijn, om zijn nieuwe clectrioche vèrziener, den telehor, te demoiustreerenHet gaat hier niet om het overtelegrafeeren van portretten; dat is alweer een verouderd systeem, doch werkelijk vér zien. Interessant zijn ook de 'laatste proefnemingen met ultraviolette stralen. Deze otralen komen in het zonnespektrum voor, zijn echter voor 't mensche'ijk oog onzichtbaar. De heilzame werking van deze stralen is reeds lang bekend. Thans is het gelukt, deze stralen ook on kunstige wijze met quarz- en kwikzilverlampen te „erzzeugen". In een Amerikaanseh laboratorium hield men onder dezelfde levensvoorwaarden twee kuikera r, waarvan hetr eene bovendien nog de werking van ultraviolette stralen had te ondergaan. Dit laatste kuiken groeide aanmerkelijk sneller en was krachtiger dan het aiade.ro. Ook legde het dier, dat aan do bestraling blootgesteld was, veel meer eieren. In dit verband verdienen ook de experimenten van den Rucsischen prof. Woronaff, die in Parijs leeft, genoemd t.? worden, die met zijn verjongingsmethode hij schapen de productie aan vleeodb, melk en wol zoodanig wist te vermeerderen, dat de Ehgelsche regeering thans besloten heelt uitgdbreide proefnemingen te doen. Reeds voor honderd jaren was men werkzaam om door middel van electriciteit den plantengroei te bevorderen. Ook diit probleem staat op 't punt tot tevredenheid opgelost te worden. Een landbouwer heeft een toestel geconstrueerd, waarmee hij door middel van het aardmagnetisme en de electriciteit in de lucht den groei der planten zeer bevorderen en gelijktijdig alie schadelijke invloeden en innscten in den grond vernietigen kan. De kleine eenvoudige apparaten staan op houten palen rondom het veöd en de vruchten, die daar groeien# zijn voedzamer en smakelijker. De opbrengst was 2- tot 5-voudig, zonder dat mest of kunstmest daarbij gebruikt werd. Een bijna geheel afgestorven wijnstok werd op deze manier weer hersteld en droeg overvloedig vrucht.
Ock worden tegenwoordig proeven genomen met een werktuig om den (bodem te bearbeiden, waardoor ploegen rollen, eggen enzin verval zouden komen. Het graan, dat groeit op grond, welke rmet dit werktuig is bewerkt, brengt aren te voorschijn van de dubbele lengte. Twee geleerden houden zich met het. vraagstuk bezig om van onze aarde naar andere planeten te kunnen komen. Zij, die aan emigreeren denken en op onzo minder gezegende aarde geen gunstig plaatsje meer mochten ontdekken, doen dus 't beifc nog een tijdje te wachten, tot het nieuwe transportmiddel gereed zal zijn. Misschien vindt mien iop Mars of Vernis dan wel het gewenschte. De ingenieur Ohcrt houdt een duhbel raket voor 't gewenschte middël, waarvan de snelheid van binnen uit gerouleerd kan worden. Hij denkti zoo in 9 uur naar de maan te kunnen komen, in 40 dagen naar Venuo en in drie jaren naar Saturnus. Bijzondere hulpmiddelen zijn daarbij vloeibare zuurstof en vloeibare waterstof, twee elementen, waarmee de menschen thans nog niet omgaan kunnen. Maar nadat men ook deze moeilijkheid overwonnen zal hebben, zal het probleem spoedig opgelost zijn. Aan de reis zal ook do temperatuur der wereldruimte van 240 graden onder nul niet hinderlijk zijn. De kosten van zulk een voertuig gaan echter in de millioenen. Maar daar is overheen te komen. Ook op het gebied van het vrijmaken van nieuwe energie door vernietiging der atomen heeft men weer groote vordering gemaakt. In het Weener instituut voor radio-vorschung fci het. gelukt om door middel van alpha stralen de atomen der zwaarste elementen te laten springen waardoor reusachtige hoeveelheden energie vrij worden. Men bereikte daarbij een temperatuur van 60 milïiard graad. Tot slot. nog eenige mededeeingen oimtrent de vorderingen op medisch gebied. Een arts te New-York heef een kiemdoodend middel
geivönden, dat (50 maal zoo sterk werkt als karbolzuur en toch voor de menschelijke gezondheid ongevaarlijk is- Men hoopt hiermee aïïe ziekten te kunnen bestrijden, daar een der gelijk middel allo bacillen doodt. Aan den toekomt ildroom, op verren afstand een ziektetoestand te kunnen bopalen, werkt een arts te Parijs. (Hij houdt het voor mogeflijk, dat de werking van long, hart en pols van den patiënt door den dokter door middel van radio vastgesteld kan worden. Op dit. gebied werkt ook oen Zweed, prdf. Einthoven, die een jaar geleden den Nobel'prijs ontving. Zijn electrokardiograaf is reeds weer door een Duitschen arts, Rehder, verbeterd geworden. De arts der toekomsit zral alzoo draadloos de werking van hart en longen kunnen'beluisteren, zonder dfcn patiënt te bekloppen en zal de geneesmiddelen van uit «de verte kunnen voorschiijven.
"Hoe zal de Wereld er over 50 jaren uitzien?". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112022:mpeg21:p005
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE) Geautoriseerde vertaling van W. H. C. 14 Colette Mouehe, een ster van weinig beikiend beid aan een klein Parijsch theater, had Kerjean lief op de gekunstelde manier van een sentimenteel, koket, heel jong meisje uit het 'n of ander onschuldig comediestu'kje, dat on der den indruk is van de rol van „la Dame aux Camélias" en dat zoo'n beetje doet als ®en malle blauwkous. Maar toch hield ze heel veel van hem en Willem, die zich maar heel matig tot dames van het tooneel aange trokken voelde, was er deze dankbaar voor ■dat ze zoo fijntjes, en tevens zoo verliefd en eoo mooi was en dat ze zich in zijn oogen «aooit door een plat -woord of een lomp gekaar had leelijk gemaakt. >e viel haar nieuwen vriend volstrekt niet f 1 ' ~ e f v ' are geloften lastig, maar verklaarde em onbevangen dat alleen iemand, die in slaat zou zijn haar een plaats te bezorgen bij een gioot theater en die 'haar op den weg, ie naai' succes voert, verder zou iklunnen ungen, hun verhouding zou kunnen verbreden. En hoewel Willem niet al te zeker er au was dit te gelooven, vond hij het toch aaid.g, dat dit mooie meisje hem zeide «*t ze nog nooit zooveel van een man had getn als sedert vier maanden van hem p die manier, zonder zich meer dan nooRf hor ? 3 ' us ' 0s * e s °heppen omtrent men,, , ° hartstochten en zonder den eenvoud run vreugde te vertroebelen, waren ze, een door de ander, gelukkig.
In Parijs aangekomen bracht Willem den dag te Lavallois door, stapte daarna in een auto en liet zich naar Emghien brengen. Dien avond trad Colette op als Roxelane in de „Drie Sultanes," een rol, die niet tot haar repertoire behoorde en waarin ze allerliefst was. Merkwaardig, dacht Kerjean plotseling. Co lette lijkt op Phylleke wel niet heel veel maar ze lijkt toch op haar Vreemd dat ik dat niet eerder heb opgemerkt! Dat onwillekeurig elkaar naderen van die twee vrouwen was 'hem onaangenaam, stuit te hem tegen de borst en hij 1 verdreef die onaangename gedachten. Maandagochtend, toen hij vroeg in de rue Boursault terugkeerde, om zich, alvorens naar de fabriek te gaan te verkleeden, stel de men hem een telegram Ler hand, dat Zondag was goKon.cn ll^l kwtirr. uit Alx en .uidde: „Mevrouw Davia i tay in de speelzaal gi-iroffen door vw.«üiming helft van lichaam i»:;iten 1.< v.ustzijn, twee uur lat-:r overieden". o: dertfcekend: Mauriceau. V. Het was op een Zondag in Augustus, een groote week na dien brandend heeten dag, toen er in de Kerk van Saint-Fran$ois-deSales zoo veel zwart met zilveren draperiën hingen, tallooze kaarsen flikkerden als trillende traantjes van rossig licht, toen er zoo'n schat van sterk riekende bloemen was en dit ales gepaard ging met zulk een heerlijk samenklinken van orgeltoon en menschenstemnïon en toen, na het einde van den lijkdienst slechts zoo weinigen — enkele mannen en enkele vrouwen in zomerideedine — voorbii
de beide tot do familie behoorende dames waren geschreden, twee gestalten met krippen sluiers, de eene oud en gebogen, die in gebed scheen verzonken, de andere tenger en machteloos, die snikte. Toen Kerjean in de rue d'Offémont aan 't hek van het groote 'huis belde, dat mevrouw Davrangay gedurende twintig jaar had bewoond en dat zij daarnaj als een huis beschouwde, waarin ze slechts nu en dan haar intrek nam, kwam Lecoulteux er uit, heel haastig, met een gezicht of hij wilde wegloopen. — Hot noodlot schijnt beslist te willen dat wij elkaar altijd ontmoeten, waarde vriend! riep hij uit. — Ben je de hand van Phyllis IBoisjoii komen vragen ? Lecoulteux haalde zijn schouders op. — 'Houd me niet voor den gek, Kerjean.. Ik heb een kaartje gebracht, voor de kleine 1'hyl natuurlijk; niet voor de oude juffrouw Arguin, die voor mijn part naar de duivel kan loopen ! En ik verzeker je dat het me erg spijtl Ik hield van dat mooie meisje, Kerjean en als mijn moeder.... ja, als mijn moeder had gedacht.... Hij praatte weer op zijn rare manier, met alle medeklinkers door elkaar. Kerjean viel hem in de rede : — Verduiveld, mijn waarde, laat je moeder er voor één Ikeer toch eens buiten ! Als je Phyllis liefhebt, trouw haar dan. Ik verzeker je dat dit het goede moment .zou zijn ! Lecoulteux nam den arm van den ingenieur en liep een eindje met hem over het asphalt, dat geheel wit scheen door de zon. — Dus.... 't is waar ?.... Zij bezit niets.. n i e t s, 't arme, kleine ding j — Maar al te waar! Ze bezit geen c.etiit dat was onvermijdelijk.... aangezien
mevrouw Davrangay geen testament heeft nagelaten En volgens de wet is haar nicht, juffrouw Laura Arguin, haar universeele erfgename. — Wat een ellende ! mompelde Lecoulteux met een soort bedroefde woede Wat een ellende die oude gekkin, die.... Hij zwoeg. Toon zei hij op gejaagden toon, steeds maar door raar sprekende : — Kijk eens, Kerjean, je moet je geen illusies maken.... Zelfs nu zou ze niets van me willen weten Er is iemand anders, waai' ze meer om geeft De beide laatste dagen te Vichy, toen de Mauve terug was gekomen, dacht ik, dat het engagement publiek zou worden. Hij liet haar geen oogenblik los Toen, als bij toeval zeide hij Mauriceau dat 'hij misschien naar Aix ging.... vrienden hadden 't hem verzocht.... Ik zie nog dat lachje van Phylleke en er ging mij een licht op.... Maar ik ken de Mauve thans zal hij zich minder haasten haar te vragen dan ik — In elk geval niet meer, was 't rake antwoord van Kerjean, die den dikken jongeman toch dankbaar was voor zijn oprecht medelijden. Die mooie Fabrice was in de SaintFrangois kerk niet waar ? — iZeker; hij moest toch correct zijn en fijngevoelig schijnen niets meer dan iemand anders, maar ook niets minder; de discrete man spelen, die een groote smart weet te eerbiedigen, die hang zou zijn die smart te kwetsen, zelfs door 'n bloem en die intusschen toch p r e s e n t i s. Als het meis je geërfd had, zou de Mauve opnieuw begonnen zijn haar het hof te maken en het hiaat zou onopgemerkt zijn voorbijgegaan.... Maar nu zij niet erft.... — Ja, nu zij niet erft, blijft de eerbied voor de smart voortduren.... En Sorbier ?....
— Sorbier is, geloof ik, nog altijd in Vichy zelf had ik er ook niets meer te doen Ik ben naar mijn moeder, te Compiègne gegaan .... Arme Phylleke.... Heb jij haar al gezien na dien droevigen dag? —• Tweemaal.... Ze aanbad haar pleegmoeder en treurt wanhopig om haar Ik geloof niet dat ze zich een nauwkeurig begrip vormt van de materieele moeilijkheden vaa haar toestand. — Ze houdt veel van je, Kerjean.... Zij was het die wilde men je zou telegrafeeren, te gelijker tijd als aan juffrouw Arguin.... — Ja, ze weet dat ze op mijn trouw kan rekenen.... niet dat ik haar als een aaa staande echtgenoote liefheb Maai-, helaas wat kan men voor ihaar doen ? Ik denik 1 niet dat ze hier of met die oude Ilugenote op la Peuplière zal blijven.... — O, wees er maar zeker van dat men 't haar niet zal voorstellen De houding en. de heele manier van doen van juffrouw Arguin zijn onbeschrijfelijk.... Phyllis wordt oen paar dagen geduld.... meer niet. — iDe Mauriceaus hadden haar met zich mee moeten nemen.... ten minste tot den. winter — De Mauriceaus amuseeren zich Stel je \iocta', bij' hen een jong meisje in; didpei» rouw ! Ze hebben een tijdje hun genoegens stopgezet en het corveetje aanvaard van een naargeestige reis om Phyllis in haar droefheid bij te staan en de laatste eer aan mevrouw Davranrjay te bewijzen. Thans keerei» ze weer in het leven terug.... ze hebben gedaan wat ze konden.... een beetje meer zelfs moet ik bekennen, dan ik van hen had ver* wacht. XWordt vervolgd).
"De Reisgenoote. Roman.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112022:mpeg21:p005
Dr. J. baron de Wojkerslooth. lid vian den Raad van State, heeft het volgend e.hrijven gericht aan het bestuur vtan den R. K. Ned. Boeren- en Twindersbond naar aanleiding van het aannemen door dien bond vtnn eene motie van den heer Hettinga. den wiensch uitsprekende, dat de heer W. voor zijn eere-lklmaatsch'n'p van dit lichaiain zal hedlanken, orwVit den aartdiooesanen R K. Boeren- en Tuiindersbond, -afd. vtan dien Bond voor het aartsbisdom Utrecht, zou hebben tegengewerkt. De heer de Wijkerslooth schrijft o.a.: „Het is volkomen jurist, dat de bevoegdhe1 den van het bestuur van den aartsdiocesanen Boeren'- en Turndershond ten aanzien van de finantiën van dien bond en de finantieelo aansprakelijkheid der leden van dien bond voor diens verplichtingen, naar mijn oordeel, op voor de leiden van dien bond zoo bezwarende wijize zijn geregeld, dat ik mij niet verantwoord lacht de Utreohtsche boerenj, die miin advffes vragen, toetreding aan te raden, zoolang die aansprakelijkheid niet op betere wijze is geregeld. Dit standpunt is aan den alartsd-iocesanen bond kenbaar gemaakt, onder aanvoering mijner gronden en inmiddels heb ik gemeend het eere-lidmaatschap van uwen bond nog te moeten aanhouden, zoolang de aartsdiocesane bond zijn laatste woord nog niet geisproken had. Thans acht de onder-voorzitter van den aarts-diocesanen bond, de heer Hettinga, het beter, een motie voor te stellen om aan mijn oere-lidmaatschap een einde te maken, wrnarmiede uw bestuur en de algetmeene vergadering zijn accoord gegaan. Mijn antwoord kan zeer kort zijn. Om het eere-lidmaatschap van den R. K. Neder!. Boeren- en Tuindersbond heb ik nimmer gevraagd; oi'gsner bemlejging meende uw" bond mij dit lidmaatschap te moeten toekennen, om hetgeen ik in het belang van den Nederlandschen boerenstand (heb Igedaan, Ik heb geen het minste bezwaar het noo* dige te doen om van dat ongevraagde eerclidmaa.tschap, döt ik, thans nog alleen aanhield om des vredes wil, ontheven te worden en doe dus het daiartoe noodüge verzoek bij deze. Op mijn ad niezen aan hen, die mij hun vertrouwen sohenkeni, heeft rfrrl besluit echter, gelijk vanzelf spreekt, geen den minsten invloed. Daar de motie-Iiettinga in de bladen is gepubliceerd, geef ik ook aan dit mijn schrijven openbaarheid". DE HONDERDSTE G-EROORTEDAG VAN PAUL KRUGER. Eenige njaanden geleden is te Utrecht een comité gevormd op uatnecdiging ran de afdeeling Utrecht van het Alg. Ned. Verbond, om den honderdsten geboortedag van president Paul Krug.r op 10 Octcber a.s. op feestelijke wijze te herdenken. Het comité van uitvoering, bestaande uit den heer F. Kroon (Alg Ned. Verbond), als
voorzitter, mej. Gi. H. M. van Arkel (^od. Zuid-Afrik. Vereen.), Weerdsinge! O.Z. 83 als secretaresse, deni heer H. G. Ifammacher (directeur Utr. Provinciebank), Janskerkhoi 22, Post-Giro 9099, als penningmeester en de heeren H. de B'ree (Vlaamsch-Holl. Vereen.), H. Broers (Ab-Aqtis Utr. Studentencorps), H. van de Merwe Scholtz Z.-Afrik. Studentenvereen.), L. Penning'(Ned. Z.-Afrik. Ver.), J. van der Spek (directeur Christ. Kweeksoh. op Geref. Grondslag Reh&both), S. H. Tjabring (Alg. Ned. Verbond^ W. 1'. J. den U ijl (Dietsche Bond), Verdoorn Jr. (Dietsdh Studenten-Verbond), J. P. Vermooten (lid Gemeenteraad en Prov. Staten) en P. E- Visser (Vlaamscto-Holl. Vereen.), als leden, heeft het plan opgevat cm naast een plaatselijke herdenking te Utrecht, waar de pres. heeft gewoond, ook over het geheele land te trachten belangstelling te wiekken voor zijn plan om te dier stede een standbeeld van Paul Kruger te doen oprichten, lals hulde aan dezen edelen zoon van den Groot -Noder.'andStlam en van Zuid-Afrika en tevens als symbool van de saamhoorigheid van den Nederland eren Stam, waar ter wereld zich ook loten daarvan mogen bevinden. Voor de verwezenlijking van dilt plan heeft het zich den zedelijken steun verworven van een eere-comité, waarin, naast minister Da Visser, zitting hebben Commissarissen der Konmgin, burgemeester, leden vau gemeenteraden en Prov. en Ged. Staten, rectoren magnifici en hoog leeraren, vertegenwoordigers van Zudd-Afrikaansohe en anders vereenigingen, hooge militairen enz. ei 1 ;. Het Uitvoerend Comité is nu bezig in verschillende plaatsen dos lands oomité's te doen oprichten en wendt zich tot het Nederlandsehe volk om een bijdrage voor dit doel te zenden aan den voornoemden penningmeester. Mededeelingen omtrent nieuw op ta richtem comités aan de secretaresse. EIEN SENSATIONEELE JACHT. Toen de internationale treiin, welke 4 uur 16 van Roosendaal naar Antwerpen vertrekt; dezer dagen aan het ^station te Roosendaal stond, wera de gérant van de restauratie gewaarschuwd, dat een bediende, die met het restauratie-wugentje langs de treinen gaat, dem reizigers meer berekende dan de tarief ven toelaten. , De klacht bleek gegrond, de gérant bood den reiziger, wien te veel was afgenomen, zijn excuus, en zei den bediende, n® vertrek van den trein, onmiddellijk zich bij hem te vervoegen. Dit schijnt den bediende niet erg naar den zin geweest te zijn. Hij reed het restauratie-wagentje van het tweede perron over de spoorlijnen, schijnbaar om naar het eersto perron te gaan. In werkelijkheid echter zette hij het wagentje met de achterwielen voor de machine van den voor vertrek gereed staanden trein; de machinist echter had dit in de gaten en liet hem het karretje weg» hlalen. Toen echter de trein in beweging was, duwde hij het volgeladen wagentje tusschen den tender en den-eepsten wiagen. Natuurlijk werd het geheel vernield en kwam dé inhoud over de rails te liggen. De bediende sprong op de treeplank van een wagen, opende een coupé en reed meda naar Antwerpen. De miaTechaussee beproefde Antwerpen telefonisch te waarschuwen,, wat echter niet vlug genoeg gelukte, zoodat het niet mogelijk was, vóór aankomst van den trein de politie aldaar te verzoeken, den vluchteling aan te houden. Per euto gigen dadelijk eenige marechaussees naar Antwerpen en zochten met eenige leden der Belgische recherche heel den nacht naar den vluchteling, die ook nog geld van zijn patroon onder zijn berusting had. Doch vruchteloos. , Toen de Hollandsche politie was vertrokken, wisten de Antwerpche rechercheurs hem evenwel aan te houden. Hij werd naar Roosendaal overgebracht, doch toen de trein binnenstooirade, zag hij kans uit den coupé te springen!. Vlug klom hij over het hok, vluchtte, achtervolgd door marechaussee en beambten, over de terreinen, sprong over slooteni en heggen en kwam in 'n tuin, waar hij zich schub hield.
Hier eindig ie de sensationeeie jacot, door dut de vluchteling werd gepakt. ,
"BINNENLAND. BARON DE WIJKERSLOOTH EN DE R.-K. BOEREN- EN TUINDERSBOND.". "Provinciale Drentsche en Asser courant". Assen, 1925/07/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMDA03:000112022:mpeg21:p005