Provinciale Drentsche en Asser courant

Dc cijfers bctretfen.de onze bevolking, geboorte, sterfte, toename of afname, zijn een teer leerzaam studiemateriaal Immers wij leeren er meer uit kennen dan een aantal interessante getallen. Uit de sterftecijfers van kinderen en ouderen blijkt bijv. ook in hoeverre wij er reeds in zijn geslaagd om met verschillende sociale en hygiënische maatregelen eenige dei bekende volkskwalen te bestrijden. O. k de enters betreffende ziekten zijn als een interessante IhermometeT ; zij hebben dikwijls zeer tieu'ige waarheden tot ons bewustzijn gebracht, waai sinds eenige jaren begint deze thermometei gelukkig gunstiger te staan. Het jongste nummer van het Manndschrit van hot Centrual Bureau voor de Statisti'-'k her t ons weder belungrijkc gegevens gebrac ht over den aanwns van de Nederlandsche bevolking. Deze bevolking is in het algeloopen juar wederom toegenomen met rond 100 000 zielen, met het gevolg, dut we de 7.500 000 reeds be. langrijk hebben overschreden. Blijft de Nederlandsche bevolking toenemen in de mute, waarin zij gedurende de laatste jaren is toegenomen, dan zal op het einde vatl het jaar 193! het aantal van 8 millioen inwoners bereikt zijn Het aantal van 7.000.000 inwoners werd bereikt in den loop van het jaar 1022, zoodat binnen tien jaar een millioen Nederlanders mééi op ons grondgebied zullen woneiv. Toch is do toeneming m 1926 wat minder sterk geweest, hetgeen voor hen, die onze bevolkingsvermeerdering beangstigend achten, een gei uststelling is. Dc toeneming deT laatste bedroeg in percen1en uitgedrukt. Periode 1909—20 1.45 1921 1.63 1922 1.57 1923 17B 1924 142 1925 1.39 1926 131 Het sterftecijfer heeft zich gehandhaafd op het gunstige niveau, waarop 't zich reeds jaren bewoog (9.8) 't geboortecijfer is wederom ge. daald en daarmee gekomen op een lager punt dan ooit; de kindersterfte liep iets op, nl. run 58 4 tot 61.1 op de 1000 levend aangegevenen. In de jaren 1922, 1923, 1924, 1925 cn 1926 werden levend aangegeven op de 1000 invvo ners 26.1, 26.2, 25.1, 24.2 en 23 8, tegen de in die jaren als overleden afgeschreven 117, 10.2, 9.8, 9.8 en 9.8. Daardoor wordt een voor spelling bewaarheid. Immers prol Mclhcrst — de directeur van hei Centraul Bureau voor de Stotistiek — heeft eenige jaren geleden gezegd, dat de sterftelijn zich niet veel verder naai bereden zou buigen, zonder dat de algeheele gezondheidstoestand van de bevojking slechter aou worden, doch ulleen on uitsluitend als gevolg van het feit, dot de toegenomen gemiddel ide levensduur der bevolking een grooter oantnl sterfgevallen onder de oudjes met zich brenger» zal. De sterftecijfers der laatste jaren lijken reeds een bevestiging van d(? meening van prof. Methorst. Alerkwaardig in deze cijfers is, dot gedurende de laatste drie jaren het sterftecijfer onveranderlijk bleef op 9.8. Allicht was dit voor 1926 minder geweest, wanneer niet een paar besmettelijke ziekten, de roodvonk en de typhus in dat jaar veelvuldiger waren voorgekomen en dus ook meer slachtoffers hadden geëischt. Waarbij we nog moeten herinneren aan de griepepidemie, die in het laatst van het vorige jaar den kop opstak en ook voor menigeen den dood

ten gevolge had. De bet eekenis von het optreden der besmettelijke ziekten in ons land in 1926 blijkt natuurlijk het best uit een vergelijking met dc getallen van vorige jaren. We geven van een en ander een duidelijk staatje : Joren. Rood- Diphthe- Febris Alle besmettevonk. ritis. typhcldea. lijke ziekten te zamen. 1920 6208 8091 2223 16729 1921 4045 7575 2004 13773 1922 3305 4744 1134 9290 1923 3577 4134 1391 9336 1924 6635 4451 1187 12423 1925 11628 4719 1159 18203 1926 14672 3630 1221 19861 In de sterftecijfers is bij influenza als doodsoorzaak eenige stijging in vergelijking met voorafgaande maanden te merken ; let men echter op andere perioden van griep epidemieën, dan is de sterfte niet bijzonder hoog te noemen. Ter illustratie dc volgende cijfers : sterfte pci 10.000 dei bevolking per jaar voor influenza cn vooi ademhalingsziekten (complicaties) Nov. 1918 302.65, Febr. 1922 73.97, Maart 1922 25.32, December 1926 13.84 Aan de hond von dc boven medegedeelde gegevens kan de lezer zelf de noodigc conclusies verder trekken omtrent onze bevolking en haar gezondheidstoestand.

Is er, als vrouw en man het ernstig opvatten, jets mooiers op aarde dan het huwelijk ? Om do vele mislukkingen is er heel wat gespot over den huwelijksband en toch weet ieder het in den grond wel, dat de vrouw den man moet aanvullen en dc man de vrouw. De „moderne" meisjes hebben vaak zonderlinge opvattingen over het huwelijk. Zij willen het wel accepteeren als het haar een prettig en zorgeloos bestaan verzekert, maar anders Bij heel veel moderne meisjes ontbreekt liet besef, dat er in een huwelijk iets geestelijks opgebouwd moet worden- en dat dit het beste geschiedt op de basis van een door de vrouw uitstekend georganiseerde en pttsoonlijk geleide huishouding. Hoor eens in het volgende hoe een modern Engelsch meisje over het huwelijk denkt : „l'm glad l'm single !' „Ik ben blij, dat ik ongetrouwd ben !'* En dat uit den mond van een jong meisje, terwijl verondersteld wordt, dat héél het vrouwelijk geslacht in het diepst van zijn hart hunkert naar een heerschcr en gebieder, een oppcrbevelhebbet ! Dc jongedame, die zoo blij was, ongetrouwd te zijn, motiveerde haar gevoelens op zóó afdoende wijze, dat menige ongetrouwde, wer kende vrouw ermee in zal stemmen. „Trouwen I" roept de jongedame op een tcon, waaruit ten duidelijkste ontzettin r spreekt „trouwen ! Wat een vooruitzicht I Om tegelijkertijd keukenmeid, huishoudster, verstelnaaister, huisknecht tn werkvrouw te zijn voor jezeli en voor je man ? Een man kan wel eens nuttig wezen, maar cm je betrekking op te moeten geven om zijn sokken te stoppen cn zijn potje te koken dat nooit !'' „Men spreekt wel eens, hcel sentimentei over het geluk in huisehjkcji kring, maar vooralsnog vind ilt dat geluk maar zeer betrekkelijk als de vrouw er ochtend, middag en avond voor ploeteren moet om het binnenskamers te houden. ,.Er zijn meisjes, die voorbestemd zijn voor het huwelijk; die dol zijn op kopjes wasschen en linnen borduren en die geen cent aan zichzelf zullen spandecren; maar de jonge vrouw, die goed haar brood verdient, is, wat financiën betreft, dikwijls vrij roekeloos. Als zoo'n vrouw zich nu laat ompralen door een man, die van haar houdt, maar die niet veel verdient, kan zij ïich nooit meer zulke buitensporigheden veroorloven.

Stel je voor, dat zij eens een nieuwen hoed kocht van haar huishoudgeld, enkel en alleen, omdat zij het zoo'n mooi dopje vond ! Dit is geen grapje; het huwelijksprobleem voor de werkende vrouw is verre van gemakkelijk. „Alleen het omwasschen van den etensboel ts ai een verschrikking als men nagaat, dat er minstens drie keer per dag wordt gegeten. Een vrouw, die twintig jaar getrouwd is, heeft dus bijna dertig duizend keer borden en messen en vaten gewasschen ! Want de millionnairshuwelijken tellen in dit geval niet mee. Wanneer men tegenwoordig trouwt, begint men de huishouding meestal zonder eenige hulp dat is vanwege de zuinigheid. En als het geld eraf kan voor een hitje of een „groote meid", speelt de dienstbodennood de huisvrouw parten. De liefdesbacillen moeten al heel diep ingewoekerd zijn, wil de moderne onafhankelijke, ongetrouwde vrouw haar zorgeloos bestaan verruilen tegen dat van de zwoegende, slavende huismoeder 1" Ziedaar de zaak donker voorgesteld! Er blijkt uit, dat deze moderne werkster al heel weinig besef heeft van den dieperen zin van het huwelijk. Het is waar, dat huishoudwerk, als alle arbeid, dien men dagelijks herhaalt, in zekere opzichten iets saais en eentonigs heeft. Op die basis echter kan voor een gezin het rijkste ge luk opbloeien, als een vrouw ook maar belangstelling heeft voor iets anders dan de huishouding. In bescheiden kring te werken, gezelligheid te geven, warmte te schenken, rusteloos voor het geluk van de leden des gezins te arbeiden — ja, dat lijkt wufte kantoorjuffertjes of andere meisjes, die in vrijheid haar brood verdienen, erg zwaar en niet-aanloklaiijkfhn toch vindt een ontwikkelde vrouw, die zich geheel en met liefde aan die taak van zorgen, opvoeden en ook geestelijk verheffen wijdt, daarin een bron van geluk. Het gemakkelijk te hebben, veel uit te gaan, alles mee te maken — dat moge aanlokkelijk schijnen, men komt er op den duur toch bedrogen mee uit. Wat de moderne geest ook beweert, de hoofd bestemming van de vrouw ligt in het huwelijks leven. Het is alleen noodzakelijk, dat dat leven op een liooger plan worde gebracht; het moet breeder, kleuriger, vetlzijdiger worden; de belangstelling moet naar iets anders uitgaan dan naar het stoffelijke en oppervlakkige alleen. « ♦ De Vrouw als misdadigster. Bij ccn hervorming, die zich in Duitschland voltrekt in de behandeling van misdadigers, heeft men er ook de aandacht op gevestigd, dat de vrouw als misdadiger meestal geheel andere

kenmerken vertoont dan de man in die rol. Wanneer een man een misdrijf begaan heeft, dan blijkt in den regel, dat hij tot die daad is gekomen uit eigen belang. Niet vóór of om anderen heeft hij zich aan het goed van anderen vergrepen of iemand van het leven beroofd. Maar terwille van zijn persoonlijk voordeel of belang. Geheel anders is dat in den regel bij de vrouw. Voor dc vrouw is niet haar eigen persoon, maar die van hem, aan wien zij door liefde gebonden is, het voornaamste. Haar leven is in de meeste gevallen het leven van een ander. Om den man te behouden of hem te helpen, steelt zij,, intrigeert zij, doodt zij. Voor hem neemt zij het odium op zich van het moederschap buiten huwelijk; Niet zelden komt het voor dat een vrouw om „hem" te redden misdrijven op zich neemt, die zij niet gedaan heeft. Terwille van den man komt de vrouw tot daden, die tegelijk te bewonderen en af te keuren zijn. Te bewonderen, omdat zij iets van het heroïsche hebben cn af te keuren om de objectieve verwerpelijkheid van de daad. De erkenning een handeling gedaan te hebben, die zij niet had mogen doen, komt bij de vrouw eerst laat. Zonder het te weten, wordt zij aangaande zichzelf misleid, omdat zij toch „uit liefde" steelt, bedriegt, verduistert, doodt enz. Dat haar handeling strafbaar is in den zin van het wetboek, weet zij, maar haar inzicht, haar nemen van een besluit worden sterk vertroebeld door haar bezorgdheid om het geliefde wezen niet te verliezen. De vrouw handelt zelden voor zich, meestal voor anderen, en zelden mi-t anderen, maar meestal alleen. Komt zij in het „ongeluk" — zoo noemen de gevangen vrouwen hun straf — dan eerst daagt er bij haar 'n inzicht in de verwerpelijkheid van haar handeling. Dit inzicht komt niet tot haar door verstandelijk overleg, maar wordt haar door haar ongeluk langs den weg van het gevoel bijgebracht. Dus dc vrouw wordt zich eerst van haar straf bewust, en dan pas ziet zij in, dat zij een strafbare daad heeft gedaan. Zij ziet dan ook in de straf niet een voldoen aan dc gerechtigheid, maar zij aanvaardt haar straf, omdat het nu eenmaal niet anders is. Een gevolg van deze passieve houding, is dat de vrouw onder haar straf veel meer lijdt dan de man.

Een miskenning van deze waarheid heeft tot zeer onbillijke bestraffingen geleid. De wet kent voor gelijke misdrijven onder gelijke omstandigheden gepleegd slechts één straf. Van een directeur van een der grootste strafgevangenissen in Duitschland is deze uitspraak : Meet men de straf af, niet naar de dagen „zitten", maar naar de werkelijk gedane boete, dan doet een vrouw in drie maanden meer boete den een man in een heel jaar. » * * Het behouden van kleuren. Er wordt tegenwoordig een nieuw verf-procédé in den handel gebracht, n.1. het kleuren met Indouthreu. lndouthreu is een verfstof uit steenkoolteer vervaardigd, die tegen zon en wasschen bestand is, dus voor ons, huisvrouwen, een uitvinding van zeer groot belang, daar alle stoffen, met die verf geverfd, nooit zullen verschieten of verbleeken. .Men kan tegenwoordig in alle ververijen zeggen, dat men zijn artikelen met Indouthreu gfeverfd wil hebben. Men hoopt, dat langzamerhand in alle winkels in Nederland de met Indouthreu geverfde stoffen zullen verkocht worden en daartoe kunnen wij, huisvrouwen, veel bijdragen door bij 't koopen van stoffen te eischen, dat ze gemerkt zijn met het indouthreu-teeken, zoodat we dan zeker kunnen zijn, dat ze werkelijk zonecht en waschecht zijn. De prijzen von stoffen, met Indouthreu geverfd, verschillen niet van belung met die vun gewone, gekleurde stoffen. * * Recepten-. Sinaosappel-gelei. Sap van 5 sinaasappels en 1 citi een, 5 d.L. water, 150 gr. suiker, per d.L. vocht 3 gr. gelatine, wonneer de gelei 's morgens gemaakt wordt (onders 3 'A gram), 4 sinaasappels, 1 d.L. slagroom. Bereiuing : Het water verwarmen en het gezeefde vruchtensap, de geweekte gelatine en de suiker er daarna in oplossen. Dc 4 sinaasappels in schijfjes snijden en zorgvuldig van velletjes en pitten ontdcen. Den bodem van een vrij hoogen, recht opgaan,den vorm met een ' un laagje vun het vocht bedekken. Hierop, n's het stijf geworden is, 6 partjes, in den vorm van een ster plaatsen, fixeeren met iets sap en. stijf laten worden. Hierop het vocht, vermengd met het grootste gedeelte der schijfjes, gieten en lalen stijf worden. Den vorm keeren eveneens op een kristollen schaal, door ze één oogenblik in kokend- water te houden. Den rand; von de

schaal garneeren met geslagen rooni, waartusschen. op gelijken afstand opstaande partjes sinaasappels geschikt zijn. * * * Eierensalade (lunch -gerecht). 4 hard gekookte eieren, 1 kropje salade of m eer, afhankelijk van de grootte, 1 biet, 1 3 dX. moyonnaise, stukjes geroosterd brood. Bereiding- : De sla schoonmaken, de mooie blaadjeg gebiuiken en het binnenste kropje overhouden. Op elk stukje toast een blaadje sla met wat moyonnaise plaatsen en een. dik plakje hard gekookt ei. Deze afwisselend op een schotel schikken, in het midden het binnenste kropje sla plaatsen en het geheel afmaken met reepjes fijn gesneden biet en fijn gehakte peterselie. * * J * Vruchtenpudding. I blik ananas, S A L. vocht, bestaande uit ananasvocht, aangevuld met water, citroensap en zoo men dit wenscht met Rijnwijn of alcoholvrijen wijn, suiker naar smaak, per d.L. vocht 2 gr. gelatine, vanillesaus of slagroom, droge biscuits, b.v. wafeltjes of colombijnt jes. Bereiding : Het vocht met de suiker verwarmen, do geweekte gelatine erin oplossen, vermengen met de stukjes ananas en laten staan tot de massö eenigszins stijf begint te werden en dö stukjes ananas niet meer zakken. (Nu en dan roeren). Den vorm vullen en stijf laten worden. Een vorm keeren op. een. glazen schaal en presenteeren met vanillesaus, slagroom en biscuitjes. * » T'pnkeil. — Om vlekken von wagensmeer te verwijderen, bevochtigt men eerst de vlek met verdund zoutzuur, of bij gekleurde stoffen met azijn, en wrijft ze daarmede zoodanig, dat het zcutzuur of de azijn zich vermergt met den wagensmeer. Daarna laat men de plek opdrogen, en wrijft ze flink met benzine, daarna met zeep of verdunden geest van salmiak uit. — Men voorkomt het roesten van matras-* v-eeren door deze te behandelen met een mengsel van vaseline en. petroleum. De petroleum verdampt snel cn laat een dun laagje vaseline op de veeren achter. (Men drage zorg, dut de behandeling geschiedt in dc buitenlucht, of, zoo dit niet mogelijk is, in een kamer, waar geen vuur of licht brandt, waardoor de petrcleumderap tot ontploffing zou kt Mn geraket.).

Door TOM SCHILPEROORT. (Slot). MAHDI-GRAS. Dw Kust viert feest. .. Van Camxss. waar do mimosa bloeit in gouden boeketten op do hellingen den heuvels en gouden ruikers voor do uitstallingen der winkels vwnrt, waar bl-ocmcnfeesten i alleen in groen-cn-tgoud worden geweend, zet dc stippellijn van confetti op wegen en iin straten zich voort over Cagnes en Antibes, naar Nice, waar do hoofdzetel der feestdirukto is en waar Carnaval, I'rLris en Koning der Zotten liet rumoerigst cn ook het algemeenst z'n triomfen viert ... Vandaar viert Villefranche z'n waterbloemenfeest, waartoe in dc schoone baai de grauwe stalen oorlogsschepen geiwvoiseerd zijn en hunne barkassen kleurig versierd, gelijk snel.'e gondels over liet vlakke en blauw© water schieten, met aan boord de lentelichte jeugd der ku«t kolom es ( die van de liooge boorden het waterfeest zal volgen en dansen zal met do officieren, .met alles wat daar bijbehoort.... Beaulieu stelt stelt z'n feest nog even uit, en bet steeds apaate Monte Carlo houdt alleen in liet Atrium van het Casino eenige zijner vermaardo avondfeesten. Moemcnbals, doch kent geen dagvermaak .. Daratoe d'ient men dan weer te Menton lo wezen, waar prins Carnaval zijin eigèmv zij het bèsclteide'tic ommegnnck houdt, cn gevolgd door zijn „danslustig volk", onder liet gesmork der mirlitons en blazers door dc straten cn langs de zee trekt Martij-Gras! ... Dan is het overal tezwlfder tijd feest Dan culmineert die pret der voorgaande dagen, dat het de laatste rniaal wederom van het jaar is > dat de zotternij koning kraait, in den doorloopenden pret van twee uur namiddag tot aan het gloren van den dageraad.... van Cannes

lot Menton ononderbroken ! En staan buiten bet centrum van d» feestvreugde, de straten van lederen dag er erg vernuditerti als jongvns-die-sti'u.f-hebbcai, bij.... Daar loop je dan doorheen, als door de coulissen van een -theater Jia-ir het toonesl, -waar liet stuk gespoeld wordt; daar komen uit deuren .twee soms, of Óen, kleurige pierrots of charmante harlekijns, di j zoo van al'e kanten gelijk druppelen, afvloeien maar de weldra overbruisend© kom, die bet hart van de stad thans vormt.... Waar al die enkelheden zieli vereensigen tot die kolkende kleurige feestmassa, die rond dc hooge wagen» dw kluwon zotten vormen, cn met bun „bon mots", confotti-gedwarrel cn serpentineslierten, h-un farandole dansen op het geschetter der hauts-parlcurs der bonkige fanfares in den «stoet, of, hier in Menton, ap de amusante muziek van de hijrofoons, een mirliton-orkest, dat oaivcrgelijkelijk is n het scandcercn van bet rhytmc. en in het „ent ra in", waarmee de ïijfdeunen van Carnaval worden voortgebracht. We milten meedoen ... We hebben een wagen met ten bootK-arosscmc, en een fcj den stijl te blijven hebben wc matrozenpakken en roode neuzen. Om bet ons wat gezellig te maken onderwag, .hebben we bovendien' ccn mk-htje geïnvuteerd. — nee heusch, u behoeft niet te lachen, liet wis een nichtje.. al; was zo daar geen haar minder charmant om — cn die bad ook een mattnozen(pe

van onze boot-auto opgenomen.... In een vaak uitwarretende confetti wolk schoten we dooi - de tussihjenliggcnde plaatsen. Overal op tiraims en treinen zaten of zeüfs tóngen geoiaskeiden.... Arm in arm gezeten op tio randen der trambalcons, aan do kanten der epen bij-wagens, of de omnilnisscn vullend, gelijk bonbons in een doosje.... Catp d'Ail, Bewulieu. Villefranche.... schoten we op Nico aan. Neit op ti.,1; want na een Aajigzamen tocht door de sla aten, waarbij onze kat de rol van tlüroctcur, ,,pai'lant au public." vervulde, konden we ons achter den stoet voegen en daar gingen we.... In een stoet rijden is niet gemakkelijk. I'k li-ad liet dsuir al eens over. M-'iar diMimaal konden wc ons vermeien in den aanblik van eenige schoone joffcrcn vóór ons, diedirect serpentine-contact hadden gezocht... En wxüdiia heorschto aan boord, een animo, die waren wo een echte boot geweest, ons stellig allemaal een nat P-ak zou hebben bezorgd, maar die nu onschuldig bleef Want van- ai.e zijden kregen we 'i te kwaad. Onder de tonen van een miiüton-orkest vóór ons uit. gleden we buigzaam tussohen de paarse, groene, roode, witte, zwatte en oranje makkers, terwij] onze liorizon oiu» door onzen voorganger, een praalwagen, weid belemmerd, waarop gecharlcstend weid dat U een JUird had ; en a-rhicr ons een partijtje ezels, dooi- kerels in bonte pakken bereiden, geduldig mees jokten. Doa rtusschciTi en langs ons regende bet confetti, schoten de serpentines over ons heen en kregen we de wonderlijkste uitvallen te hoóren-, waarop onze >( ik.iit" zioh niet onlietuigd liet Hot was een -wonderlijke herrie van door tikaarbonzende muziekrytlimeii, geschreeuw, gelach, gotier en 'kbrurenwarreling 'n Mist vain- kleurige sneeuw leek soms over ons neer te dalen, we zaten er wo'dra tot onze enkcsls in.... terwijl ziendeioogen ons baaltje versmolt „llallo, 'ia helle", schoot een lange .pierrot uilt; „Voila le courtier dans-ta boltie-aux ■lettres" en hij mikte ons nichtje in hint, lage cncoeiir van haar anatiozenblouse een hand confetti ,,Et toi tu t'amuses tiop'' kneeg onze bestuurder te hooien, die met een enist : g geziclit den wagetr» 1 in het goede pad hiefd, een beunt, welke ik -natuurlijk te rijKisteeren kreeg. „Ilè, andouille", rtie-p toen do „kat", ,,vieux-tu démarrer, avec ton air de bec-de gaz '? „Et plus vite que ca?"... hem van achteren attakeerend De pierrot (poetste de plaat.... Icings de tribur.es, steeds ïond do awnues, in een langzamen ronde gang, waai van je

cinrit Langs ons, van ons door dc dichte meiischonmcnigte nu gesettelden, waggeMm f»tuk voor stuk de groteske tpoppen lttngs..« klonk teestgedruisch, ads het bruisen van een onstuimige zee, doorsneden van felle toe tergei iukte:i, mirlitongekners, fanfaremuziek Wo reden naar «1© echte ze©.... Stil, in parelmoeren glansen strekte de Bate des Anges zich uit... Boven Antibes kteufw de de lucht zich fraise het Est* el, met z'n grillige silhouet droomde aan den hor* zon Pauze, hebben we gezegd In een restau* rant aan zee hebben we ons leeggeschud... Hebben we uit de boot-auto de confetti gehoosd... de matjes geschud en het geheel weer toonbaar gemaakt... Waar „nichie" liep, verloor ze confetti... en de „kat" die op ons verzoek bij ons gebleven was, was bepaald dikker geworden, sinds haar komst bij ons, zooveel van dat kleurige goed zat er tusschen haar kattenoverall en wat ze er onder aan had... En wat ons betreft, onze matrozenblouses waren eenvoudig voorraadschuren van dat spul geworden... We hadden naar Canncs door willen gaan... We zijn in Nice gebleven... We hebben het feest voortgezet onder toortslicht en electrische booglampen, na een stevig diner waar we 'n onvergetelijke Mcursault bij dronken en een piulette cocotte nuttigden, die beslist in het kadef van dien dag pasten... Die nacht, na het bal op de Place Massena, na een laatste coupe aan de bar op de Avenue des Phoceëns, waar de „Perroquet" den scepter zwaait en de Vastenavondpret in mondainer omgeving en stijl werd voortgezet, waar in plaat? van het katoen der pakjes op straat, zijde en satijn glansde, met ragfijne banden over glanzende schouders gespannen en mooie armen fonkelende armbanden lieten schitteren in het licht der lustres... reden we terug... De „kat" waren we in de Perroquet kwijtgeraakt... na een hartelijke omhelzing... die als de knal op de vuurpijl was... naar meer vuurwerk deed verlangen... Martr wat zeg ik?... Passons... Met dien laatsten indruk reden wc den nacht in. Achterin lag ons nichtje in d'r bontjas gedoken, onder een plaid... te droomen... Voorin zaten wij, dc opofferende bestuurder, die alleen in den avond daadwerkelijk aan de pret had kunnen deelnemen en ik — Voor ons, boorden langs de rotsige wendingen van de route, soms door een tunnel, de zoeklichten van onzen wagen zich 'n Uchtkoker, waarbinnen het nachtelijk panorama fantastisch langs schoot. Soms voelden wé even raar aan onze matrozenmutzen, die nu onwennig begonnen aan te doen, vooral nu we met onze overjassen onze pakjes bedekt hadden. Maar als we omkeken in de duisternis, dan zagen we daar in onze verbeelding daar altijd nog de „kat", die charmante „kat", die dezen dag onze mascotte geweest was en ons nichie, die wel haast ingeslapen scheen... Maar wie.weet van welke ontmoeting eveneens droomde ! Nachtritten na een dergelijk feest zijn als inleidinjjen tot dróomen... Droombeelden en belevenissen vloeien ineen... En pas dc slaap, later thuis, waar alles zoo nuchter hetzelfde gebleven is vaak, zorgt voor 'n weldadigen overgang naar den gewonen kringloop van iederen dag... Zoo eindigde voor ons Carnaval 1927... met een hartelijk: a revederci ! (ook voor de „kaf!)

WOUDA's Zelfrijzend Bakmeel