Wegens den invallenden GOEDEN VRIJDAG wordt vrijdag avond geen nommer dezer courant uitgegeten. De BURGEMEESTER van ZWOLLE brengt bij dezen ter kennis van dc belanghebbenden, dat het suppletoir kohier, wegens het palentregt over het 3e kwartaal 1873/74, van de gemeente Zwolle, door den provincialen inspecteur der directe belastingen enz. te Zwolle, den 31 Maart jl. executoir verklaard, heden aan den ontvanger der directe belastingen ter invordering is overgegeven. En worden de belastingschuldigen aangemaand, hun verschuldigde ten bepaalden tijde te voldoen, terwijl zij, die zich door hunnen aanslag mogten bezwaard achten, hunne reclames schriftelijk, binnen drie maanden na de afkondiging des kohiers, * zijnde den 2 dezer, aan beeren Gedeputeerde Staten van Overijssel zullen behooren in te dienen. Zwolle, 2 April 1874. De Burgemeester voornoemd, VAN NAHUIJS.
Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant
- 03-04-1874
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant
- Datum
- 03-04-1874
- Editie
- Dag
- Uitgever
- M. Tyl en Zoon H. Tyl
- Plaats van uitgave
- Zwolle
- PPN
- 398543062
- Verschijningsperiode
- 1845-1972
- Periode gedigitaliseerd
- 1870-1939
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Historisch Centrum Overijssel
- Nummer
- 78
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
Wegens den invallenden GOEDEN VRIJDAG wordt vrijdag
BUITENLAND. Algemeen overzigt.
De D u i t s c h e Bondsraad, die de verschillende Duitsche regeringen vertegenwoordigt, heeft zoowel aan de vaccinewet, gelijk die door den Rijksdag was aangenomen, als aan de pensioenwet zijne goedkeuring verleend.■ Naar de Augsb. Zeit. mededeelt, is door de commissie van het Beijersche Landverein eene petitie aan den Koning ingezonden tot ondersteuning van de Katholieke hervormingsbeweging. Tevens verzoeken de onderteekenaars, dat aan de Beijqrscbe gevolmagtigden bij den Bondsraad de noodige instruetien zullen worden gegeven, om de spoedige invoering van het verpligt burgerlijk huwelijk in zijn vollen omvang bij den Bondsraad aan te bevelen. De heer von Forckenbeck, president van den Rijksdag, is zondag namiddag bij den Keizer ontboden; alwaar hij eene langdurige conferentie over de legerkwestie heeft gehad. Onmiddellijk daarop heeft von Forckenbeck een aantal leden dor nationaal-liberale party bij zich geroepen en met hen eene langdurige beraadslaging gehouden. Volgens de jongste berigten uit Berlijn, moeten de uitzigten op het tot stand komen der militaire wet verbeterd zijn, afgezien ook van het bepaalde minimumcijfer. De loopende geruchten betreffende conflicten enz., zouden grootendeels met voordacht verspreid en meest van twijfelachtigen aard zijn. Naar aanleiding der onderscheiden lezingen over het bezoek, door een tweetal leden van den Rijksdag aan von Bismark gebragt, behelst de officieuse Nordd. Allg. Zeit. het volgende: //De verschillende opgaven zijn in zooverre niet overeenkomstig de waarheid als de hoofdgedachte, waaraan de rijkskanselier zijne beschouwingen vastknoopte, niet wedergegeven is, namelijk: dat de sterkte en de houding der partij van vooruitgang en van het met haar gemeene zaak makende gedeelte der nationaal-liberalen de toestand onhoudbaar maken. Vijftig of zestig aan het rijk getrouwe, niet aan slooping des rijks denkende kiesdistricten toch wierden vertegenwoordigd door afgevaardigden, welke de rijksregering bestrijden en dat op een tijd, waarop de partijen die vijandig tegen het rijk zijn gezind zoo sterk zijn, dat de meerderheden reeds op zich zelf onzeker en twijielachtig worden. Dit gebrek hl de situatie zou waarschijnlijk in den loop van het zittingstijdvak nog erger in plaats van beter worden. Van dit denkbeeld uitgaande, kwam de rijkskanselier tot destelling, dat het eenige redmiddel een beroep op de kiezers was, en dat, zoo dit niet hielp, eene vaste meerderheid waarop een regering, welke dan ook, kon steunen, niet mogelijk was." De aartsbisschop Ledochowski en de domheer Wojczewski zijn door het kreisgericht te Posen wegens het aanstellen van geestelijken in strijd met de wet, de eerste tot 1000, de laatste tot 200 thaler boete veroordeeld of subsidiair zes weken gevangenisstraf. In 't Engelschc Lagerhuis is maandag door den afgevaardigde Denison aangekondigd, dat hij na de Paasch-vacantie de regering zal vragen of tusschen de Engelsehe en Nederlandsche hoven eenige diplomatieke onderhandelingen of briefwisseling gevoerd wordt betreffende den tockomstigen toestand van Atchin, en of de handelsvrijheid tusschen Atchin en de Britsche bezittingen gehandhaafd zal blijven. Het oordeel der Engelsehe bladen over hot voorstel van den hertog de Broglio tot oprigting eener Tweede Kamer luidt in de hoogste mate ongunstig. De Times drijft er openlijk den spot mede. Naast
eene volksvertegenwoordiging welke het volk niet vertegenwoordigen mag — zegt het bhtd — wil men nu nog eene aanzienlijke onafhankelijke Tweede Kamer iu het leven roepen, welke noch aanzien noch onafhankelijkheid zal bezitten. Zoodoende zullen de vreesachtige, goede zieltjes bevredigd worden, die in het tegenwoordige provisorium slechts reden tot bezorgdheid en onrast vinden. Het verwonderlijkste van de geheele z&ak is juist, dat men langs dezen weg aan die bezorgdheid een einde denkt te maken. Toen de bewoners van Lilliput —-besluit de Times —Gulliver aan den bodem vast hechtten en meenden dat zij hem met hun draadjes stevig hadden vastgesnoerd, lag de man te slapen. Maar in dit geval verkeert het Fransche volk niet. Het is integendeel helder wakker en lacht gewis in zijn vuistje over dc touwtjes, waarmede men het deukt te binden. Dingsdag was het een dag van triomf voor de troepen der Ashantijnsche expeditie, daar de Koningin hen te Windsor eeii bezoek bragt. Do stad was feestelijk versierd. De Koningin verscheen tegen twee uur, o. a. vergezeld van de priftse3 van Wales en de hertogin van Edinburg. Zij liet den generaal sir Garnet Wolseley bij haar rijtuig komen en onderhield zich ongeveer vijf minuten met. hem. Daarop reed zij langs het front terwijl de prinsen en Wolseley naast het rijtuig reden. Zij liet zich nu de stafofficieren voorstellen en eenige der meest verdienstelijke officieren en manschappen en betuigde hun haren dank. Een kapitein en een sergeant hing zij eigenhandig het Victoria-kruis om, en sir Wolseley het Grootkruis der St. Michiels- en St. George-orde. Bovendien is aan don generaal het kommandeurs-kruis der Bath-orde verleend. Het Grootkruis werd door hem bescheiden van de hand gewezen. De Times meldt nog, dat de aanvoerder een baronetschap en een jaargeld van 1000 p. st. tot het derde geslacht zal verleend worden en dat hij tot generaalmajoor zal worden bevorderd. Naar aanleiding der jongste verkiezingen in Frankrijk brengt het Journal des Débats in het midden, dat men verkeerd zou doen als men, oordeelende naar den uitslag, tot de conclusie kwam, dat Frankrijk een republikeinsch land was. Maar daaruit volgt nog niet dat het monarchaal gezind is. Frankrijk heeft op staatkundig gebied geen zeden , ja zelfs geen gewoonten; op dit terrein geldt alleen instinct en aspiratie. Verlangen naar vrijheid bij het mee3t ontwikkelde deel der bevolking; verlangen naar vrede, zekerheid, arbeid bij allen. De meest geavanceerden vragen een republikeinsch gouvernement omdat zij dit verkiezen, do groote hoop is er voor omdat de republiek op dit oogenblik bestaat en zij te wreede ondervinding hebben opgedaan om nogmaals op verandering aan te dringen, 't Algemeen oordeelt aldus: Iedere regering in Frankrijk is precair en gevaarlijk, of door hare eigene uitspattingen, of door de reactie die zij in 't leven roept. Laat ons dus het bewind aannemen, dat de omstandigheden en de noodzakelijkheid ons hebben gegeven, trachten wij er mede in vrede te leven en er voordeel van te trekken. Het land — zoo besluit het blad — verlangt eenvoudig op voorzigtige wijze voort te gaan met de ondervinding gedurende drie jaren opgedaan. 't Zelfde blad bevat een artikel van den heer Lemoinne waarin deze, naar aanleiding der jongste pogingen door den afgevaardigde Dahirel in 't werk gesteld om een stemming uit te lokken over een definitieven regeringsvorm, het volgende te berde brengt: //De royalisten — zegt hij — zijn volstrekt niet ingenomen met het septennaut. Zij hebben het meehelpen tot stand brengen, maar zij staan nu even vreemd te kijken als een kip die eendeneijeren hoeft uitgebroed en de jongen te water ziet gaan. Zij geloofden niet dat het ernst was met de zaak cn zij bespreuren nu dat de regering, die zij in 't leven hebben geroepen om mee te kunnen spotten, hot ernstig opneemt. //Niet de republikeinen zijn het, die zich beklagen — vervolgt de schrijver — en zij hebben gelijk. Ieder keer als men in den tegenwoordigen stand der partijen een beslissing wil uitlokken zijn zij de eenigen die gereed zijn. Zij zijn in dit opzigt meester van het terrein. Het koningschap, dat op het punt stond geconstitueerd te worden, is als een kaartenhuis ineengestort door een windvlaag, die tot ons uit 't buitenland kwam, en nu is er geen denken meer aan het op te rigten. .Wij spreken nl. met het oog op den bestaarden toestand, op de Vergadering zooals zij nu zamengesteld is. Alleen de republiek blijft dus over. //De royalisten kunnen er dus geen belang bij hebben een stemming uit te lokken over den definitieven regeringsvorm van Frankrijk. lederen eisch, die zij in dit opzigt aan de regering stellen, kan tot niets anders lekten dan tot bevestiging van het septennaat. 't Is telkenmale een hamerslag geweest, waarmede zij den spijker steviger in ,i
den muur hebben geslagen. Wat zal het gouvernement ook doen? Kunt gij het een koning aanbieden? Maar de uwe wil niet en kon niet komen. Is dit onze schuld ? //De royalisten willen, naar men zegt — zoo besluit Lemoinne — zich aansluiten aan een veldtogt tot ontbinding. Wanneer zij dit doen, dan hebben zij nog te verliezen wat zij aan gezond verstand bezitten. Nooit zullen zij weder een Kamer vinden als die van 1871; noch onder de oude, noch onder de nieuwe wetten. Deze Kamer zou het koningschap hersteld hebben als het koningschap mogelijk geweest ware. Zij is niet in haar pligt te kort gekomen." De ontvlugting van Rochefort en eenige zijner lotgenooten wordt bevestigd. Zij hebben zich weten te verbergen in het ruim van een vaartuig, dat voor Newcastle in Nieuw-Zuid-Wales bestemd was. Volgens een later ontvangen telegrafisch berigt zijn zij te Sedney aangekomen. Voorts wordt gemeld dat zij eerlang naar Europa zullen vertrekken. De Fransche regering heeft aan de wapenfabrieken te Tarbes verboden wapenen aan de Carlisten te leveren. Uit 't noorden van Spanje zijn geen nieuwe tijdingen ontvangen. De toestand van Primo de Rivera is bedenkelijk (zie telegram). Aan de zijde der Carlisten is Ollo gedood en Radica zwaar gewond. De correspondenten van de Temps en de Indépendatice hebben meerder bijzonderheden meegedeeld betreffende den eersten en tweeden dag van den aanval der republikeinen. De voordeelen, toen behaald, waren betrekkelijk gering. De correspondent"van de Indép. zegt aan 't slot van zijn brief: Nu beeft men twee dagen gestreden, meer dan 1000 goede soldaten verloren, anderhalf millioen patronen verschoten en vijf duizend kanonschoten gelost, en het resultaat is slechts, dat men eene stelling heeft ingenomen die alleen maar dreigend is voor het centrum van den vijand. Serrano en Topete schenen zeer ontstemd over die negatieve voordeelen ; men dacht dat het hoofdkwartier den volgenden dag op het slagveld zou worden overgebragt. De correspondent geeft de vrees te kennen, dat het moeilijk zal vallen, San Abanto en San Juliano te nemen. De Schlesisc/ie Zeit. schrijft omtrent de door O o stenrijksche bisschoppen afgelegde verklaring, dat zij zich aan het concordaat zullen blijven houden, het volgende: In een zeker opzigt opent die verklaring, al is het concordaat ook feitelijk opgeheven , hun de mogelijkheid of geeft hun althans een voorwendsel, om zich in den nieuwen staat van zaken te schikken, zonder in openlijk conflict te komen met de strenge beginselen van het Vaticaan, of een al te sterk contrast met de Duitsche bisschoppen te vormen. Immers zij hebben reeds vooraf verklaard alles wat, voor zooveel het //wezen der zaak" betreft, met het concordaat overeenstemt, te zullen aannemen. Deze zinsnede nu, om welke het geheele manifest draait, is zoo rekkelijk, dat men er //zeer veel" en //zeer weinig" onder kan verstaan. Voorloopig, in weerwil van de hier en daar gewéldig strenge kritiek, waaraan de confessioneele wetten worden onderworpen, schijnt men van plan te zijn, er een zooveel mogelijk ruime, dat wil zeggen verzoenlijke beteekenis aan te hechten. Het Oostenrijksche Huis van Afgevaardigden heeft dingsdag de begrooting en de finantieele wet voor 1874 bij tweede en derde lezing aangenomen en zijn daarop tot 14 dezer do zittingen verdaagd. Aan het Londenschc bureau van de New- York Herald is een telegram betreffende wijlen dr. Livingstone ontvangen, waarin wordt medegedeeld, dat de beroemde reiziger reeds sedert verscheidene maanden aan chronischen buikloop had geleden. Hoewel ruim voorzien van levensmiddelen en medicijnen scheen dr. Livingstone, te Muilala, aan gene zijde van het meer Bemba aangekomen, een voorgevoel te hebben, dat zijn dood nabij was. //Rouw mij een hut, waarin ik kan sterven," voegde hij zijn gevolg toe. Aan zijn verzoek werd voldaan; van dat oogenblik af leed de zieke vreesselijk en dag en nacht hoorde men hem kermen. Den derden dag, 3 Mei, zeide hij: //Ik ben zeer koud; leg meer gras over de hut." Zijn gevolg, welligt dc onmogelijkheid gevoelende in zijn toestand iets te veranderen, sprak echter niet en ging niet bij hem. Den 4 werd de doctor bewusteloos en stierf omstreeks middernacht. De laatste bladzijde in zijn dagboek dateert van 27 April. Hij sprak daarin veel en droevig over huis en familie. Gelijk bekend is, heeft men de ingewanden uit het lijk genomen, en dit togen bederf weten te bewaren. De ingewanden zijn in een tinnen doos gelegd en begraven onder een grootcn boom, waarin een uit het gevolg van den overledene, de inscriptie sneed; //dr. Livingstone; gestorven den 4 Mei 1873."
Bij den Duitschen Rijksdag is een voorstel ingekomen van graaf Frankenberg, om door de zelfde firma, die te Amsterdam een telegraaf ten behoeve der brandweer aannam, in den Eijksdag een toestel te doen maken, waardoor het tijdroovend stemmen zeer vereenvoudigd zal worden. In het kort komt de zaak hierop neder, dat de lessenaars van ieder lid van den Eijksdag door een telegraafdraad worde verbonden met eene inrigting bij den zetel van den president. Op iederen lessenaar komen regts en links twee knoppen, en de afgevaardigde heeft slechts op een van beiden te drukken, om vóór of tegen te stemmen. In eene halve minuut is dan de geheele stemming afgeloopen en op de inrigting bij den presidentszetei (eene lijst met de namen van alle leden) blijkt hoe ieder afgevaardigde heeft gestemd, terwijl door eene bijzondere inrigting zelfs het tellen overbodig wordt. De lijst met de namen der leden is zoo geplaatst, dat de geheele vergadering die zien kan, zoodat vergissingen onmiddellijk kunnen worden hersteld. Volgens officieele, te Parijs ontvangen berigten, zijn, op vier na, al de zich aan boord van Le Nil bevindende passagiers om het leven gekomen. Op gemeld schip bevond zich'ook de Japansche commissie, die van de Weener tentoonstelling huiswaarts keerde. De Morning Post verhaalt hoe een der Engelsche officieren bij de Ashantijnsche expeditie een bulhond medenam, welk dier zich op bijzondere wijze onderscheidde in de verschillende gevechten. Meermalen staakten de soldaten eenige oogenblikken het vuren, om het beest gelegenheid te geven terug te keeren uit de vijandelijke gelederen, waarin het zich geworpen had. Volgens het verhaal heeft het dier een Ashantijn zoodanig gebeten en vastgehouden, dat bij hem als gevangene bij de Engelsehen bragt. Op het oogenblik is deze bulhond-held een lieveling in een der woningen van het aristocratische Belgravia. Te Toulon is men dezer dagen getuige geweest van de verhuizing eener ongemeen talrijke school ansjovis. De bewegelijke bank, die zij vormden, was meer dan vier mijlen lang; zij had eene breedte van twee kilometers en eene diepte of dikte van een meter. De visschersvaartuigen, die haar ontmoetten, zijn met volle ladingen te Toulon binnengekomen. Deze ansjovis-school werd door een overgroot aantal springvisschen, door verscheidene bruinvisschen en door eenige haaijen vergezeld. Zaturdag is de patronen-fabriek van het arsenaal te Barbes in de lucht gevlogen. Onmiddellijk was de gansche stad op de been. Men sprak van 200 a 250 dooden, daar het bestuur terstond de deuren van het arsenaal deed sluiten, voor welke zich een volkshoop had verzameld, die onder luid jammeren en klagen om zijne nabestaanden riep. Tot heden zijn 15 lijken gevonden. Zekere regter Haines te Chicago heeft uitgemaakt, dat er geen beslag gelegd kan worden op de schaar van den dagblad-redacteur, daar deze hem dienen moet tot uitoefening van zijn bedrijf.