Bij Kon. Besluit is aan mr. C. Wegener Sleeswijk, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Eist, onder dankbetuiging voor de als zoodanig bewezen diensten. Bij Kon. Besluit is met x September a.s.: 1. aan den luitenant ter zee der iste klasse E. Maes, op zijn verzoek, eervol ontslag uit den zeedienst verleend; 2. bevorderd tot luitenant ter zee der iste klasse, de luitenant ter zee der 2de klasse W. M. K. B. van Idsinga. Bij Kon. Besluit is aan den buitengewonen luitenant ter zee der iste klasse bij de Kon. Ned. marine-reserve H. Sluiter, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit den dienst bij de marine-reserve. Bij Kon. Besluit is een pensioen van f 389 verleend aan G. Bree of van Bree, laatstelijk bode bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Bij Kon. Besluit is een pensioen verleend van f600 aan E. A. Lokker of Lokken, wed. J A. Vlug, ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen. Bij Kon. Besluit is bij het Departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid, met ingang van 1 September: aan den commies jhr. mr. E. W. J. Six, op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend; benoemd tot adjunct-commies jhr. mr. T. W. A. Beelaerts van Blokland; bevorderd tot adjunct-commies S. Dekker en A. Koudijs, beiden thans eerste-klerk.
Arnhemsche courant
- 30-08-1904
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Arnhemsche courant
- Datum
- 30-08-1904
- Editie
- Dag
- Uitgever
- C.A. Thieme
- Plaats van uitgave
- Arnhem
- PPN
- 400337789
- Verschijningsperiode
- 1814-2001
- Periode gedigitaliseerd
- 1851 - 1950
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek
- Nummer
- 5569
- Jaargang
- 91
- Toegevoegd in Delpher
- 13-04-2016
BENOEMINGEN enz.
Advertentie
INGEZONDEN MEDEDEELINGII BETREFFENDE HANDELSZAKEN. Ben baby zeker groot te brengen, daartoe behoort naast stiptheid en zindelijkheid een voedingsmiddel, dat hem aangenaam smaakt, derhalve door hem gaarne gegeten wordt en dat ,hem in elk opzicht goed bekomt, derhalve noch klieren, noch uitslag, noch stoornissen in de vertering veroorzaakt, veeleer de toeneming van zijn lichaam regelmatig bevordert, alle organen (beenderen, spieren, vet, bloed) sterker maakt en zijne gezondheid ongestoord doet behouden. Aan alle deze eischen beantwoordt — zooals sedert 35 jaren duizendvoudig proefhoudend gebleken is — niets zóó goed als het bekende en geliefde „N estléM e e 1" (F a r i n e 1 a e t é e N e s 11 é) — een „melk-beschuitpoeder", dat alleen uit de beste Zwitsersche melk, beschuit van tarwe en suiker samengesteld, van onbegrensde duurzaamheid, steriliteit en steeds van dezelfde hoedanigheid is. Elke moeder bezit daarin een onberispelijke toespijze voor haren baby, die hem zelfs midden in den zomer en op reis eene goede gezondheid waarborgt. A. W. S. KINDER-MEEL. | Me! kvoedsel voor Ki nderen enZieken. NESTLE'S KINDERMEEL te verkrijgen in de Leeuwen-Apotheek en Drogisterij Bakkerstraat, 15. P. Pander & Zonen, Hoofdmagazijnen Den Haag. Filiaal Amsterdam. T A P I.I T E .V Ie qualiteit. De Meter Aristo Axminster . . . . f 4.50. Royal „ . . . . f 3.90. ïmperial „ . ... f 3.10. Brussels f 2.45-f 2.85. Tapestry f 1.90. Franco verzending van Stalen en Goederen.
BUITENLAND. De oorlog in Oost-Azië.
Over het gevecht bij Liao-jang zijn niet veel bijzonderheden meer bekend geworden. We kunnen ons dus slechts bepalen tot eenige algemeene beschouwingen. Het schijnt, dat de Russen weer hun van ouds bekende tactiek van terugtrekken hebben toegepast. Uit Liao-jang wordt tenminste geseind, dat het Russische leger stellingen aldaar heeft ingenomen, waar de artillerie ea de trein in goede orde aangekomen zijn. Een onnadenkend lezer zou allicht de vraag kunnen stellen: „Wel, ik meende, dat de Russen al weken lang onneembare stellingen bij Liao-jang "hadden ingenomen ?" Maar dat is juist 't mooie van de Russische tactiek. De Russische generaals houden
altijd onneembare stellingen bezet, zoolang de vijand nog niet in 't zicht is. Bij de Yaloe, bij Wafang-kou, bij Haitsjeng, steeds werd gezegd, dat de Russen hun stellingen zóó goed gekozen hadden en zóó goed in staat van verdediging gebracht hadden, dat zij, gelet op de sterke bezetting en 't verlangen der soldaten om zich voor hun veelgeliefden Czaar dood te vechten, onneembaar genoemd mochten worden. Komen echter de Japanners voor die verschansingen, dan ontdekt de Russische bevelhebber eenige kilometers terug nog betere stellingen en natuurlijk worden die dan dadelijk bezet, vaak met achterlating van een 1000 dooden en gewonden en eenige „onbruikbare, oude" kanonnen. Wat die kanonnen betreft, daarmede gebeurt ook steeds iets opmerkelijks. Al 't Russische geschut is natuurlijk 't beste dat er bestaat, uitmuntende in stevigheid, lichtheid, juistheid van schieten enz. enz. Nauwelijks hebben de Japanners echter eenige van die mooie, lieve kanonnetjes voor de Russen in bewaring genomen, of 't heeten oude, zware, uitgesleten vuurmonden. Natuurlijk is het door die prachtige, Russische tactiek zeer moeielijk te zeggen wanneer de Russen nu eigenlijk eens een nederlaagje lijden. Een leek in 't oorlogje spelen is echter spoedig geneigd die partij de overwinning toe te schrijven, die steeds verder in 't vijandelijke land oprukt en daar we nu hooren dat de Japanners hun gevechtslijn in de laatste dagen tot op 15 K.M. van Liao-jang gebracht hebben, dat zij nu de vroeger zoo hoog geroemde Russische stellingen bij An-tsjan-jan bezet houden, dat zij druk bezig zijn generaal Koeropatkin te overtuigen, dat zijn stellingen bij Anping eigenlijk ook niet deugen, ja, dan gelooven we datzoo'n leek allicht zal zeggen : dan zijn dus de Japanners weer overwinnaars gebleven. Een oorlog is een romantisch ding : Wapengekletter, snuivende rossen, wapperende vanen werkelijk het is niet te verwonderen, dat de jeugdige soldaten bedwelmd worden en zij meenen een godewelgevallig werk te doen, door zooveel mogelijk anders gekleede of anders gekleurde jonge mannen naar een zeker deel der hemel te sturen, dat de roodhuiden „de zalige jachtvelden" noemen, of om anders zelf om te komen met verbrijzelde ledematen of een half uit elkaar gescheurd lichaam, op een modderig doorweekt veld, honderden mijlen van 't ouder, lijk huis, dat dan 't veld van eer heet. Door dat romantische waas, dat steeds over een oorlog ligt, moeten er natuurlijk ook romantische voorvallen plaats vinden en dus verwonderen we ons niets over het bericht uit Tokio, dat op gronden, toebehoorende aan den Japanschen Staat, een goudmijn is ontdekt, waar men een 24 tot 36 millioen gulden uit denkt te halen. Zelfs vinden we het bericht volkomen begrijpelijk, dat een Japansche prins met een onuitspreekbaren naam 2 1 /, millioen gulden in de schatkist gestort heeft, die sedert 't jaar 1600 begraven gelegen hebben, maar om te gelooven, dat de Duitsche Keizer in dezen oorlog als scheidsrec ter op zal treden en dan nog wel op de volgende voorwaarden, dat komt ons een beetje te kras voor. Japan zou Port-Arthur krijgen en een protectoraat over Korea. China krijgt Mantsjoerije en Rusland krijgt een schadeloosstelling... te betalen ! Het menschlievende Duitschland zal daarna het Russische leger hervormen en de vloot reorganiseeren, en als sloteffect krijgen we dan de twee groote Keizers, als dikke vrienden, samen liberale instellingen invoerend in Rusland en het nihilisme uitroeiend! Mooier kan 't al niet. Van Port-Arthur valt weinig te vertellen. Alleen erkent de generale staf te Petersburg, dat de Japanners de hoogten van Oeglawaja en Itsjan bezet hebben en dat de stad dag en nacht gebombardeerd wordt. Onder deze omstandigheden is 't te begrijpen, dat men in Petersburg zijn hart vasthoudt bij de gedachte aan de oorlogsschepen in de haven van Port-Arthur. Dat dure speelgoed kan minder goed tegen de Japansche granaten. Volgens 'een Chinees in Tsjifoe (het toppunt van leugenachtigheid en onbetrouwbaarheid !) zijn vier der groote schepen te Port-Arthur zwaar beschadigd
en alleen de „Pobjeda" nog welvarend. Deze vrind vertelt niets van de geopende café's en restaurants in de belegerde stad, maar mogelijk is die langstaartige zoon van 't Hemelsche Rijk wel lid van den Chineeschen blauwen knoop. — De „Külnische Zeitung" verneemt men uit Petersburg. dat de Oostzeevloot, onder bevel van schout-bij-nacht Rozjdestwenski, den 25en, naar 't heet op een tiendaagschen oefeningstocht, in zee gestoken is. Tot dit smaldeel behooren de kruisers „Dmitri Donskoj," „Aurora", „Almas" (vlagschip van schout-bij-nacht Enquist), de pantserschepen „Osljabja" (vlagschip van schout-bijnacht Foelkerstam), „Nawarin," „Imperator Alexander II," „Knjas-Soworof" (onder de admiraalsvlag), „Sisoj-We!iki", „Borodino" ; de kruisers „Admiral Nachimof; de torpedojagers „Boemi", „Bystri" „Bjedowi Betsoepretsjini", „Bodri Blestiasjti". Omtrent de vermelde nieuwe spionnagezaak te Parijs bericht men nader, dat een vroegere agent van de Sureté générale, Lajoux genaamd, die ook in de Dreyfus-zaak indertijd eenige malen is genoemd, aan het Ministerie van Oorlog heeft verklaard dat hem door den Japanschen gezant verzocht was hem een afschrift te bezorgen van het rapport, uitgebracht door generaal, Moulin, Fransch attaché militaire te Petersburg, waaraan in Japan groote waarde werd gehecht. Later werd hem te kennen gegeven dat eveneens rapporten zouden worden ontvangen betreffende zekere Fransche kolonies, voornamelijk Annam, Tonking en Indo-China. De „Petit Parisien" is naar aanleiding van deze uitlatingen naar graaf Hatsamatsu, den Japanschen attaché te Parijs, gegaan en heeft hem gevraagd wat hiervan aan was. Deze noemde Lajoux een schurk en liet den journalist een brief lezen, waaruit bleek dat Lajoux zelf zijn diensten had aangeboden. Aan het Fransche Ministerie van Oorlog gelooft men niet dat Lajoux zou zijn aangezocht om inlichtingen te geven over de Fransche kolonies, daar de Japanners op 't gebied van spionnage te geslepen zijn om iemand als dezen Lajoux noodig te hebben. — Te Cette staken de koffiehuisbedienden. Voor het „Café Francais" had een opstootje plaats, waarbij de politie tusschenbeiden moest komen. De patroons in het scheepvaartbedrijf vergaderden ten einde te bepalen, welke houding zij zullen aannemen als de staking te Marseille zich verder uitbreidt. — Aan het „Petit Journal" wordt uit St.Louis (Senegambië) gemeld, dat binnenkort een van de belangrijkste punten in de Sahara, de oase van Ara wan, ten Noordoosten van Timboektoe, langs vredelievenden weg door de Franschen bezet zal worden. Het opperhoofd in Ara wan moet zelf aan den Franschen commandant te Timboektoe verzocht hebben, een bezetting in de oase te leggen, twee compagnieën jagers van den Senegal zullen uitgezonden worden.
Inhoud van Tijdschriften.
„De Nederlandsche Spectator" no. 35 : Catalogus van het Utrechtsche Museum. Oude ro - mans. — Het Archief van Prelaat en Edelen van Zeeland, door prof. dr. H. Brugmans. —■ Willem Lodewijk van Nassau, door dr. T. J. de Boer. — Nederlandsche volksboeken, door dr. A. S. Kok. — Door slijk tot poëzie, door Wolfgang. — Plaat: Ruzie over het Vredes-paleis. — „Die Woche" no. 35: Behandeling van inboorlingen. Een nieuwe weerprognose, met kaart. — De jachtrennen te Baden-Baden, het Keizerlijk Echtpaar te Hameln, de geboorte van den Russischen Troonopvolger en andere onderwerpen van den dag, met vele illustratiën. — Op de Beurs, door A. O. Klauszmann. — De voortzetting van den roman „Don Juans Frau," door P. O. Hoeker. Wat men moet gezien hebben, een heel aardige rubriek, geïllustreerd. — Loodsen. — Verder iets over toiletten, merkwaardige vondsten in Noorwegen enz.
— „Tijdschrift voor Armenzorg en Kinder bescherming" no. 163 : Uitbesteding van weezen ■door armbesturen en diaconiën, door mei T Snethlage. — De Nederlandsche Heivormde Kerk en de kinderwetten, door J. R. Snoeck Henkemans. — Het armwezen in de hoofdstart in 1903, door J. F. L. Blankenberg. _ T ar £s Ouvriers, door J. Bruinwold Riedel, — „Bouwkundig Weekblad" no. 35: Mededeelingen als inleiding tot de algemeene vergadering van de Maatschappij tot bevordering der bouwkunst op 17 en 18 Sept. 1904. Maastricht. — „Deutsche Wochenzeitung" no. 35: Ein Wort zum System der Kuli-Ordonnanz in Deli. — Ein Südafrikanischer Wollmarkt in Hamburg! — Deutsche und Hollander, — Die drei Südafrikanischen Nationalitèiten in Deutsch-Südafrika. — Das Schutzgebiet Kiautschou in seiner gegenwürtigen Entwicklung. — „Ich glaubte stets fur mich." — Aus Südafrika. — „Het Kind" no. 18: De school der toekomst ?, door dr. J. H. Gunning. — Welke boeken zullen we aan onze kinderen geven ?, door mevr. N. v. Hichtum. — In de natuur, door J. Stamperius.