Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der X ederlanden, prinses van O r ANJE - N assau, enz., enz., enz. Op de voordracht van Onzen Minister van Financiën van 29 Mei 1907, n°. 85, Invoerrechten en Accijnzen; Gezien artikel 1 der wet van 4 April 1870 (Staatsblad n°. 61), alsmede artikel 1 der wet van 28 December 1879 (Staatsblad n°? 250) en de wet van 7 December 1896 (Staatsblad n°. 212); Den Raad van State gehoord (advies van 18 Juni 1907, n°. 47); Gelet op het nader rapport van Onzen voornoemden Minister van 2 Juli 1907, n°. 7, Invoerrechten en Accijnzen; Hebben goedgevonden en verstaan: Artikel 1. In het Koninklijk besluit van 26 Maart 1872 (Staatsblad n°. 19), zooals dat is gewijzigd en aangevuld bij Koninklijk besluit van 12 Maart 1876 (Staatsblad n". 58), worden de volgende veranderingen gebracht: Het eerste lid van artikel 10 wordt gelezen: „ De generale verklaringen worden aangezuiverd door lossiug der goederen: a. met documenten , daartoe verkregen ua aangifte ter losplaats volgens het 13de hoofdstuk der voormelde Algemeene Wet; b. overeenkomstig de bepalingen van de drie volgende hoofdstukken van dit besluit." Het eerste lid van artikel 18 wordt gelezen: , De generale verklaringen volgens art. 16 worden aangezuiverd door lossing der goederen: a. met documenten, daartoe verkregen na aangifte ter losplaats volgens het 13de hoofdstuk der voormelde Algemeene Wet; b. overeenkomstig de bepalingen van de drie volgende hoofdstukken van dit besluit." Het laatste lid van dat artikel vervalt. Het eerste lid van artikel 37 wordt gelezen : , De vrachtlijsten worden aangezuiverd door het uitslaan of wegvoeren der goederen: a. met documenten, daartoe verkregen na aangifte ter losplaats volgens het 13de hoofdstuk der voormelde Algemeene Wet; b. overeenkomstig de bepalingen van de twee volgende hoofdstukken van dit besluit; c. naar publiek entrepot of eene bijzondere bergplaats op den voet van art. 35, derde zinsnede." Het laatste lid van dat artikel vervalt. In het eerste lid, letter a, van artikel 47 vervallen de woorden: „of b, in verband met de vierde zinsnede".
Artikel 2. Achter artikel 87 H van voormeld besluit wordt opgenomen artikel 87 1 luidende: „ Op de goederen, ingeklaard volgens hoofdstuk I van dit besluit, is bij bestemming tot verblijf binnenslands — ook na voorafgegane entreposeering — art. 143 der voormelde Algemeene Wet niet van toepassing. Worden zij ten invoer aangegeven onder eene benaming volgens welke zij vrij Z Ü U VdU invoerrecht en accijns, dan geeft de ontvanger een vrij-paspoort af. Een ingevuld formulier voor dat document, ingericht volgens voorschrift van Onzen Minister van Financiën, wordt bij de aangifte ingeleverd. Nadat gebleken is, dat het in overeenstemming met de aangifte is ingevuld , wordt het door den ontvanger onlerteekend en, ter voldoening aan het vorige lid, uitgereikt". Artikel 3. In artikel 5 van het Koninklijk besluit van 7 November 1876 (Staatsblad n°. 193) worden de woorden: „ overeenkomstig art. 143 der voormelde algemeene wet" vervangen door: , reeds". Achter de woorden: „ nadat de evengenoemde aangifte" wordt ingelascht: , volgens het dertiende hoofdstuk der voormelde algemeene wet". Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatsten waarvan afschrift zal worden gezonden aan den Raad van State. Het Loo , den 8sten Juli 1907. WILHELMINA. De Minister van Financiën, de meester. Uitgegeven den zeven en twintigsten Juli 1907. De Minister van Justitie, e. e. van ra alt e.