Velen in den lande — en ook wij — hebben er ons dikwijls over verwonderd, dat de tijdelijke voorzitter van den ministerraad, de heer Gort van der Linden, tevens minister van binnenlandsche zaken is. In gewone tijden vinden wij het al een ongezonde toestand, dat de raan, die geroepen is de belangrijkste functie in de Nederlandsche staat waar te nemen, die in groote lijnen het land moet besturen, zich tevens moet bezighouden met allerlei beuzelarijen, hoe belangrijk die wellicht ook zijn voor de betrokkenen zelf. 't Is als een leeuwentemmer, die thuis komende, vlooien moet temmen, of als een burgemeester van een groote stad, die moet nagaan of zijn dienstbode wel den niet van de rollende gesnoept heelt. Maar in deze buitengewoon moeilijke omstandigheden achten wij het in ieder geval een ongezonde toestand. Waarom kan niet een ander dan de heer Corfc van der Linden de portefeuille van binnenlandsche zaken krijgen, zóó, dat onze eminente en uiterst bekwame premier slechts al zijn asindacht kan besteden aan de grootsche taak om het Nederlandsche Staatsschip langs alle gevaarlijke klippen te laten zeilen ? Is het zuiuigheid ? Dan zou dat toch zeer zeker misplaatste zuinigheid zijn. In het buitenland heeft Nederland een goed voorbeeld. Daar, bijna zonder uitzondering, zijn er een of iiieerdere ministers, zonder portefeuille. Waarom kan dat ook niet in ons land? De ofïicieeie cominuniqué's van heden luiden : Van het Oostelijke gevechtsterrein. Uit St. Petersburg. 26 Januari. Duitsche vliegtuigen hebben boven het district Riga, aan weerszijden van de Duna en boven Dunaburg gevlogen. Een Zeppelin is van Jacobstadt in de richting van Riejitsa en daarna terug over Dunaburg gevlogen. In Galicie verschenen boven onze linies aan de boven Strypa vier vijandelijke ballons, opgelaten om de streek te verkennen. Twee
dezer ballons raakten in de lucht in brand en verspreidden bij hun daling een verblindend licht. Aan de midden-Strypa heeft de vijand vruchteloos onze stellingen fel beschoten. Uit B e r I ij n. 26 Januari. Geen gebeurtenissen van belang. Uit Weenen. 26 Januari. Niets nieuws. Tan het Westelijke gevechtsterrein. Uit B e r 1 ij n. 26 Januari. De Franschen hebben gisteren gepoogd door talrijke tegenaanvallen de hun ontnomen loopgraven ten oosten van Neuville te heroveren. Zij werden echter telkens, vaak na een handgemeen, teruggeslagen. Mijnontploffingen van de Franschen in de Argonnen, wierpen over een kleinen afstand onze loopgraven dicht. Bij hoogte 285, ten noordoosten. van La Ghalade, bezetten wij den ontploffingstrechter, nadat wij een aanval van den vijand hadden doen mislukken. Marine-vliegtuigen hebben de militaire inrichtingen van den vijand bij Panne aangevallen en onze leger-vliegtuigen 's vijands inrichtingen te Loo, ten zuidwesten van Dixmuiden en te Béthune. Uit P a r ij s. 26 Januari. In Artois hebben onze troepen, gesteund door de artillerie, vannacht in den sector van Neuville—St. Vaast een aanval ondernomen en de Duitschers verjaagd uit een der mij utrechters, veroorzaakt door de ontploffingen van gisteravond. Tusschen Somme en Avre hebben onze batterijen bij Parvillers een waarnemingspost vernield en een vijandelijk kantonnement bij Hattencourt (ten zuiden van Chaulnes) be> schoten. Uit Londen. 26 Januari. Gisteren zijn orize vliegers'slaags geweest met 27 Duitsche vliegtuigen en hebben drie Duitsche kabelballons aangevallen. Zij hebben twee vliegtuigen en twee ballons tot landen gedwongen. Al onze vliegtuigen zyn onbeschadigd teruggekeerd. Gisteravond hebben de Duitschers de omstreken van Loos beschoten; bij Hulluch en Cuinchy is met handgranaten gevochten. Vandaag
is het bombardement bij Loos voortgezet. De, Duitsche artillerie is ook bedrijvig geweest tusschen Fromelles en Waz Maquart. Onze schansmortieren en ons geschut hebben het vuur levendig beantwoord. Montenegro. U i t We enen. 26 Januari. De overeenkomst nopens het neerleggen der wapenen door het Montenegrijnscbe leger, is gisteravond om zes uur door den gevolmachtigde der Montenegrijnsche regeering onderteekend. De ontwapening geschiedt zonder bezwaren en is ook tot de districten Kolosin en Andrejewitsa uitgebreid. Van het gevechtsterrein op den Balkan. Uit P a r ij s. 26 Januari. Een eskader van 32 Fransche vliegtuigen heeft de vijandelijke kantonnementen te Gewgeli en Monastir gebombardeerd Op Monastir zijn meer dan 200 bommen geworpen. Uit B e r 1 ij n. Geen gebeurtenissen van belang. Tan het Itallaansch-Oostenrijksche gevechtsterrein. Uit Weenen. 26 Januari. Bij het bruggenhoofd van Görz hebben onze troepen in gevechten bij Oslavia een deel der vijandelijke stellingen aldaar genomen. Daarbij zijn 1197 gevangenen, o.w. 45 officieren en 2 machinegeweren in onze handen gevallen. Ook op verscheidene andere punten van het front aan de Isonzo zijn de gevechten in hevigheid toegenomen. Vijandelijke aanvallen en pogingen om onze stellingen bij Podgora, op den Monte San Michele en ten Oosten van Monfalconne te naderen, zijn afgeslagen. Onze vliegers hebben de kantonnementen en opslagplaatsen van den vijand in Borgo en Ala met bommen bestookt. Uit Rome. 26 Januari. Op de heuvels ten N.-W. van Görz hebben Maandag-avond aanzienlijke vijandelijke strijdkrachten, begunstigd door dichte mist, een aanval gedaan op onze stelling rondom Oslavia. Tegenover de vijandelijke overmacht zijn enkele afdeelingen in onze voorste linie genoodzaakt geworden, terug te trekken op de tweede linie loopgraven, waar de hardnekkige vijandelijke aanvallen zijn gestuit. De vijandelijke verliezen zijn uiterst zwaar. Van het Knssisch-Turksehe gevechtsterrein. Uit Konstantinopel. 26 Januari. Er is niets van befeekenis voorgevallen. Aan den rechtervleugel onbeteekenende schermutselingen ten Noorden van de Moerad. Uit St. Petersburg. 26 Januari. Wij hebben opslagplaatsen van de Turksche intendance met groote hoeveelheden
leeftocht : meel, brood, beschuit, verduurzaamde levensmiddelen, vleesch en veevoeder, bemachtigd. De gevechten in Mesopotamië. Uit Konstantinopel. 25 Januari. De vijand heeft na zijn geweldige verliezen bij Felsjik geen nieuwe poging tot aanvallen meer gedaan. Bij Koet el Amara bij tusschenpoozen artilleriegevechten In den nacht van den 18en hebben wij bij verrassing een vijandelijk kamp teu Westen van Korna aangevallen. Wij doodden een aantal soldaten en maakten een groote hoeveelheid vee buit. By hooge uitzondering is aan dit front sneeuw gevallen, waarop strenge koude is ingetreden. De toestand. Het was te verwachten, dat de geallieerden na de ongetwijfeld belangry ke voordeelen, die de Centralenfop den Balkan hebben weten te bereiken, pogingen zouden aanwenden den stryd naar andere gevechtsfronten over te brengen, teneinde 't benarde Servië een opluchting te geven. Om tot dat doel te geraken, waren er natuurlijk verschillende wegen. De meest voor de hand liggende was wel die, dat de rond Saloniki liggende troepenmacht der Quadruple Entente een inval zou doen in Bulgarije of in het door de Centrale bezette Servische gebied. Dat dit niet geschiedde, zal wel zijn oorzaak gevonden hebben in de omstandigheid, dat de troepenmacht niet groot genoeg was. De geallieerden trachtten dus langs anderen weg hun doel te bereiken, en Rusland deed de eerste stap, door aan het Bessarabische front een krachtig offensief te beginnen. De resultaten van dit otlensief waren echter uiterst pover, want hoewel er bloedige slagen zijn geleverd, is de front-lijn van de Oostenrijkers nagenoeg ongewijzigd gebleven. Na deze mislukking zouden de gealliëerden het nog eens op een ander terrein probeeren en sedert eenige dagen lazen we van een hernieuwde actieviteit aan het Isonzo-front. Doch ook hier bleek de muur der Gentralen te sterk. En dat niet alleen. Volgens het Weensche communiqué van gisteren toch, ondernamen de Oostenrijkers zelf een aanval, die voor hen het niet onbelangrijke succes opleverde, dat eenige Italiaansche stellingen werden veroverd, waarbij een groote duizend man en ongeveer 50 officieren gevangen werden genomen. Wat er tot heden met Montenegro gebeurd is, wat er op dit oogenblik met Montenegro gebeurt en wat er in de komende dagen met Montenegro zal gebeuren, het is alles even duister. Van de zijde der gealliëerden zijn de verschillende berichten alle even vaag. Officiéél werd in ieder geval nog niets medegedeeld en slechts het Montenegrijnsche gezantschap te Rome publiceerde verleden week bet bericht, dat de strijd werd voortgezet en al die vredesonderhandelingen slechts dienen moesten om tijd te winnen, teneinde het Montenegrijnsche leger in zijn positie te versterken. Vervolgens kwam een stadium, dat niemand met zekerheid kon zeggen waar zich de regeering van Montenegro bevond. De koning was gevlucht en ook verschillende ministers bevonden
zich buitenslands. Slechts een der prinsen was in zijn landje gebleven. Uit Weenen wordt thans, d d. gisteren officieel gemeld, dat de overeenkomst betreffende de wapen-inlevering, door de gevolmachtigde Montenegrijnsche regeering geteekend is. We nemen dit natuurlijk onvoorwaardelijk aan. Doch als vanzelf rijst de vraag, uit welke personen bestaat die gevolmachtigde regeering ? Hebben die personen zichzelf volmacht gegeven ? Hebben zij die volmacht van den koning ontvangen ? ls de koning voorts buiten medeweten van die gevolmachtigde regeering gevlucht? Het is nog alles even duister .1 De Engelsche regeering heeft bij haar voornemen tot invoering van den dienstplicht een machtige bondgenoot gekregen, want de Labourpartij heeft op- haar jaarlij ksch congres met 1 .502 000 tegen 602.000 stemmen een motie aangenomen, waarbij het Congres zich verbindt, de regeering zoo veel mogelijk te steunen ter succesvolle voortzetting van den oorlog.
"ZONDER PORTEFEUILLE.". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
"Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
aillli llillHliHI.il iilliiiiillllllllllllillliliiiliillllli . iiillllHllllinillHIIIIIIHIIfe: I R KI RCH MAN & C§|1 S 12 M1E.UW&GINNEREN5TR._TEL.EE ZHZ = 111 BREDA. jli 5IHIIIIinUII|lllll!lllllllMlllllil!lirillllllllllilipiilllllHlllllllllll!IIIIIIIIIIE ff Effecten, Coupons, Deposito's. % Assurantiën. ^iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiP
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
Het dagblad Progrès te Lyon verneemt uit Saloniki dat aldaar aanhoudend nieuwe troepen der Entente ontscheept worden. De geallieerden versterken den oever van den Vardar met ijzerdraadversperringen en hebben in de rivier mijnen laten zinken. Ook zijn vele Servische soldaten aangekomen bij de Fransche afdeelingen aan den Vardar.
"Bij Saloniki.". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
De correspondent van de Daily Chronicle te Petrograd seint aan zijn blad : De Russische troepen ten Westen van Hamadan zijn thans nog slechts 10 dagmarschen van het Engelsche leger bij Kut-el-Amara verwijderd. Echter zal de vereeniging nog niet spoedig tot stand komen. BehaNe dat de weg door een bergachtig terrein gaat, 7ullen de Duitschers en Turken met hunne Perzische handlangers trachten de verbinding te beletten. Zij hebben een aanval gedaan op den Haudelarpas, die evenwel is afgeslagen. Thans hebben zij, behalve de horden die ten Westen van Hamadan verdreven zijn zich verzekerd van de hulp der stammen van Lusistan. Nizam-es Sultaneh, gouverneur dezer provincie, had in opdracht der Perzische Regeering een gewapende macht op de been gebracht om de rooverijen te beteugelen en is daarmede naar den vijand overgeloopen. Men zal er echter waarschijnlijk wel in slagen dezen weerstand te overwinnen, zoodat voordat de lente begonnen is, de Russisch-Engelsche strijdkrachten gezamelijk den vijand zullen beletten naar Zuid-Perzie door te dringen. Verder wordt de toestand in Mesoptamië ten zeerste beïnvloed door den loop der gebeurtenissen bij Erzeroem. Blijft de fortuin aan de zijde der Russen, dan zullen de Turken genoodzaakt zijn hunne troepen uit Mesopotamië terug te trekken, daar deze anders groot gevaar zouden loopen van te worden afgesneden.
"In Mesopotamië.". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
Doch 't was de laatste avoud ; den volgenden morgen vertrokken de prinsen weder, ieder naar zijn eigen gewest. De koningin luisterde. — «Zij zijn opgewonden door den wijn,« sprak zij. «Zij zullen nóg meer drinken. tUu zu ji en n j e t meer weten wat nj doen of zeggen. Niettemin zijn zij 't, die bevelen, en de wefeld moet gehoorzamen.» Nu hoorde men buiten voetstappen en stemmen. kon goii ïjn werd weggeschoven. Een forsche, zwaar ijvige neger verscheen en boog voor de koningin tot aan den grond • Wat is er, Harbona?. Vr Va ; btL • De koning heeft gesproken. Hij heeft gezegd : • Ga naar de kamerheeren die dienst doen in 't paleis, en verzoek hun Vashti, de koningin, voor mij te brengen met de gouden kroon op het hoofd, opdat de prinsen, mijn vrienden en het volk, ja, het gansche volk, haar schoonheid kunnen aanschouwen en dus weten Wat voor een vrouw zij is, in welke de koning een welbehagen heeft.» — Dit zijn e woorden des k °0p 8 Vashti's gelaat kwam pl° t8e,i "Sblo.; terstond daarop werd zij doods ee ïHerhaal die woorden. Mogelijk heb 1 zc vei eerd verstaan,» zeide zij toen. De slaaf herhaalde ze en besloot nogmaals met zijn: »Dit zijn de woorden ( < s 'onings.» • Is de koning dronken? Is de kon.ng door
den wijn beneveld, dat hij zoo iets beveelt ?« vroeg Vashti. «Heb ik den koning vertoornd, dat hij mij deze schande aandoet ? Ben ik dan een vrouw uit het volk, een, die zich niet schaamt haar sluier op te lichten voor iederen vreemdeling? Ben ik dan een vrouw van de markt? Sta ik lager dan de minste mijner kamerjuffers ?« • Het zijn de woorden des konings,« herhaalde de slaaf. «Ga!« riep Vashti. »Zeg den konins, dat ik dit niet verkies te doen. Ik bedank voor die eer. Ik gehoorzaam niet, waar ik word geschandvlekt.» »'t Is wel,» hernam de slaaf. »Het zijn de woorden des konings. Nu komt alles neder op mijn hoofd.» «Jou hoofd, slaaf! Wat maal ik om jou hoofd ?« »'t ls mogelijk, dat de koning schertst,» begon Melkah thans. Al de meisjes hadden zich vol ontsteltenis om de koningin geschaard. — »Ga terugf, Harbona. — Zeg, dat Vashti, de koningin, vraagt of dit in vollen ernst 's konings verlangen is, dan wel of hij die woorden slechts in scherts heeft gesproken.« •Ga heen !« zeide Vashti met vlammende blikken. — #Ga heen! Vraag niet of de koning schertst; — een jammerlijke scherts zou dit dan zijn ; — maar zeg, dat Vashti, de koningin, hem hierin niet verkiest te gehoorzamen. Ga !» De slaaf wendde zich om en ginj heen. Allen luisterden, 't Gejuich was verstomd. De feestvierende waren eensklaps raadselachtig stil geworden. ..•Zij verbeiden de komst der koningin. Zij V °1 vurig verlangen naar de schoonheid t - r koningin,« zeide de oude vrouw. ^ bleef stil. oen begon Vashti al haar opschik af te ! i i
leggen. Zij maakte het gouden koord los, dat haar lokken ophield, zoodat heur haar als een kleed om haar heen golfde; zij deed haar halssieraden, armbanden en ringen af, trok haar kostbaar gewaad uit en stond eindelijk voor haar kamerjuffers, zoo eenvoudig gekleed als deze zei ven. «Zusters, ik ben niet langer Vashti, de koningin; ik ben Vashti, de kamerjuffer, de dienstbode, de in ongenade gevallen en verachte Vashti. Maar op 's konings feest heb ik mijn gelaat aan al die mannen niet vertoond. Die schande heb ik niet willen dulden.» De meisjes gaven geen antwoord ; daarvoor waren zij te geducht ontsteld. • Melkah, die vrouw was vrij,» zeide Vashti. «Verhaal mij nog meer van de vrouw, die vrij was.« Het voorhangsel werd gesloten. Het eerste bedrijf was afgespeeld. Nu kwamen al de medespelende meisjes tusschen de gordijnen door het groote verirek binnenstormen. • Wel, nioeder, hoe gaat het tot dusverre?» vroeg Francesca, terwijl zij het lange haarteruschoof. «Heel best. Alleen moet je niet te veel jagen. De dans had langer kunnen duren, en bij den zang was het niet kwaad, als ook de iaatste regel van het eerste vers door het koor werd medegezongen. Je costuum is zeer net, meisjes, en de samenspraken zijn met te lang. Francesca, ik maak je mijn compliment over het eerste bedrijf van je eerste comediestuk. Laat nu 't scherm weer opgaan voor het tweede « Alleen Francesca en Giara verdwenen nu achter het goidijn. De andere meisjes gingen :n de groote kamer zitten en vermeerderden aldus het aantal toehoorders. Toen het gordijn voor de tweede maal werd !
weggeschoven, stelde het tooueel een klein vertrek voor. Een divan liep langs een der wanden. Op een plank stonden een rij fieschjes. Meer huisraad was er niet aanwezig. Een steenen waterkruik stond in een hoek ; de divan was met kussens bedekt. Dit vertrek ontving zijn licht door een raam, dat met een grof stuk linnen was bedekt, zoodat het licht zoowel als de zonnehitte werd buitengesloten. Een eveneens half met een grof gordijn bedekte doorgang gaf uitzicht op een op twee palen rustende veranda met strooien dak. Aan gene zijde dezer veranda zag men een druk bezochte bazar. In de verte meende men het verwarde rumoer van de marktplaats, de zachte steramen der koopers en het schelle geluid der ontevreden verkoopers te hooren. Dit was het huis van Melkah, de wijze vrouw uit Syrië, die verhalen deed, toovermiddelen verkocht en zieken genas, die veel geheimen kende en in al de harems zeer in trek was. In dat vertrek lag Melkah ineengedoken in een hoek van den divan ; — tegen den deurpost geleund, verhief zich de rijzige gestalte van een jonge vrouw, die was gesluierd, hoewel er geen mannen aanwezig waren en het daar een vrouwenvertrek was. • Vijf jaar zijn verhopen, vijf jaar, Melkah, sinds ik het paleis ontvluchtte en hier een schuilplaats zocht,» zeide de gesluierde. De toehoorders keken verbaasd op; dit was onmiskenbaar de stem van Vashti, helder, welluidend en goed verstaanbaar. «Word ik ontdekt, dan stert ik liever onder onder beulshanden, dan dat ik de dienares van mijn opvolgster wil wezen. Bij jou heb ik een schuilplaats gevonden, in deze hut op den zojm der woestijn, waar wij alleen van de leeuwen en de slingen iets hebben te duchten «
»>Ja, vijf jaar is 't geleden. Denkt Vashti aan het verleden en heeft zij berouw ?« «Toch niet! Je hebt mij ingewijd in al je geheimen. In 't paleis ben ik vergeten; de kamerlingen des konings doorkruisen de stad doch lichten bij geen enkele vrouw den sluier op. Zelfs in 't paleis zou denkelijk niemand mij thans herkennen. Ik ben volkomen veilig. En ik ben vrij, — vrij, t — vrij ' Waarom heb je mij laten roepen, Melkah?» • Gisteren was ik in den harem. Daar zag ik haar, je opvolgster, Vashti ; daar zag ik Esther, de koningin.» • Heb je haar gezien? Heb je Esther gezien, de koningin, in welke de koning behagen schept?» vroeg Vashti langzaam. «Zij had om mij gezonden. Zij wilde mij spreken in 't geheim. Zij wist, dat ik een wijze vrouw ben, die zoowel een geheim weet te bewaren als toovermiddelen te verkoopen. — «Geef mij het geheim der liefde. Ik wil het hart des konings in boeien sluiten,» zeide zij. — Ik hield mij, alsof ik haar niet begreep. Toen bekende zij mij, dat de koning van baar verzadigd ; zij vreesde, dat haar schoonheid aan 't minderen was, en dat haar macht met den dag meer zou afnemen. Toen zeide ik, dat ik wel veel wist, doch dat ik toch niet zoo wijs was als zekere andere vrouw, die ik kende, dat dit een zaak van gewicht was, die buiten mijn macht lag, maar dat, wanneer zij onverzeld naar deze hut wilde komen, ik haar met die andere wijze vrouw een samenkomst zou be« bezorgen.» • Zal Esther, de koningin, dus hier komen om — om met mij te spreken, met mij ?« Wordt vervolgd.
"De weerspannige Koningin. Naar het Engelsch DOOR H. Th. CHAPPUIS.". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001
Een Oostenrijksch succes aan de Isonzo. Het raadsel van Montenegro. De dienstplicht in Engeland. De Labour-partij steunt de regeering.
"Een Oostenrijksch succes aan de". "Bredasche courant". Breda, 1916/01/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB03:000060369:mpeg21:p001