PEER & CLOPPENBORG.
Voor Heeren-Rleedingstukken NAAR MAAT, vindt men bij ons steeds de uitgebreidste collectie Stoffe n.
PEER & CLOPPENBORG.
Voor Heeren-Rleedingstukken NAAR MAAT, vindt men bij ons steeds de uitgebreidste collectie Stoffe n.
EERSTE BLAD. Gescher & Kemper, Vsemarïtstraat, Telefoonuummer 95 BREDA. GROOTE KEUZE van TAPIJTEN, Mijn- en StaM-SMen, BEHANGSELPAPIER Meubels en Bedden. Ingericht voor het geheel in orde maken van huizen, hotels en gestichten. Franco verzending van stalen en goederen Voor de orders wordt eerst prijsopgave gedaan.
BEKENDMAKING. De Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant; Gelet op de artt. 106 en 111 der kieswet; Brengen ter algemeene kennis, dat vanaf heden tot en met 6 Juni a. s. op de Provinciale Griffie voor een ieder ter inzage is nedergelegd en in afschrift, of afdruk tegen betaling der kosten, verkrijgbaar gesteld de lijst van hoogstaangeslagenen, in de Rijks directe belastingen dezer provincie, die van kracht wordt op 8 Juni a. s. welke lijst zal worden geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant van 15 Juni a. s. ’s-Hertogenbosch, 22 Mei 1902. De Gedep. Staten voornoemd, A. VAN VOORST TOT VOORST. W. VAN LANSCHOT, Griffier. BEKENDMAKING. BEDRIJFSBELASTING. Het hoofd van het plaatselijk bestuur te Breda brengt ter kennis der belastingschuldigen, dat het kohier n°. 8 van de belasting op bedrijfs- en andere inkomsten, over het belastingjaar 1901/1902, invorderbaar verklaard 27 Mei j. 1., heden afgekondigd en aan den ontvanger der directe belastingen alhier ter invordering is uitgereikt. Breda, 30 Mei 1902. Het hoofd van het plaatselijk bestuur voornoemd, Ed. GüLJÉ.
ritïi waren iwcc /.uaieis vuui umciuaic jaren ter wereld gekomen, tweelingzusters, die uiterlijk volkomen elkaar geleken, zóó treffend dat zells diegenen, die haar het best kenden Smart voor Vreugde en Vreugde voor Smart hielden. De een antwoordde wanneer men den naam van de ander noemde en wanneer ie menschen naar Smart vroegen dan zei Vreugde: Kan ik niet even goed voldoen? Ik ben Vreugde, ziet, maar het is precies dezelfde. En omgekeerd antwoordde Smart zoo, als de menschen vroegen naar Vreugde.
Toch was er onderscheid tusschen hen, een verschil in haar zielen, dat het geestelijk oog en de bloemen konden ontdekken. Wanneer Vreugde bloemen plukte ontvouwden en glimlachten zij, maar wanneer Smart ze aanraakte verwelkten ze in haar hand. Een oude man die dicht bij haar woonde vertelde, dat hij eens een van haar bij de hand had genomen denkende dat hij Vreugde gekozen had en zie, zij had de ziel van Smart, ofschoon zij het uiterlijk en de vormen had van Vreugde. En haar ziel was in de zijne binnengeslopen en had zijn ziel voor altijd droevig gemaakt. Ach zuster, zeide Smart eens, gij kunt vroolijk zijn en lachen, want u heeft de wereld lief en waar gij gaat zijt gij welkom. Maar om mij geeft niemand, wanneer de menschen weten dat ik Smart ben, keeren zij zich van mij at en sluiten hun deur voor mij. Neen, antwoordde Vreugde, terwijl zij haar zuster innig kuste, herinnert gij u dan niet meer dat vrouwtje bij wie gij weken vertoefd hebt? Toen gij haar verliet stierf zij. Maar Smart schudde het hoofd en zeide: Niemand houdt van mij. De menschen wennen alleen aan Smart. Eens toen Smart zoo aan haar leven dacht en zij gevoelde dat haar taak wreed en nutteloos was en dat het gelukkiger voor de wereld zijn zou als zij vroeg stierf zeide een stem tot haar: Wees welkom hier. Ik heb met verlangen naar u uitgezien, iedereen scheen u te kennen behalve juist ik. Ik ben schrijver, men heeft mij gezegd dat ik talent en werkkracht heb, maar dat ik nooit een groot werk zal kunnen scheppen zonder de ervaring opgedaan te hebben, die Smart alleen kan brengen. Ik verlang te leven voor mijn kunst en alleen voor mijn kunst, daarom heet ik u welkom. Geef mij uw hand Smart. Maar zij schudde het hoofd. Smart zal bij u komen, wanneer het uw beurt is, zegde zij. Zoek nooit naar haar.! Zij zal komen uit eigen, vrijen wil, wanneer gij haar het minst verwacht en dan zal zij u die ondervinding geven, die alleen door haar bijzijn komt. Toen ging zij heen en trad het huis binnen waar in vroolijk geluk een jong meisje zat, die een brief las van den schrijver. Smart wachtte tot zij gereed was en fluisterde toen haar iets in ’t oor. Dadelijk veranderde het vroolijk gezichtje en ’t kreeg een harde spottende uitdrukking. En toen de schrijver dien middag het meisje had gesproken wist hij dat Smart tot hem gekomen was. Vreugde intusschen werkte ijverig in een arbeidersbuurt, te midden van de verworpelingen , van armen en ellendigen. Zij keken op van hun werk, van hun ellende en ondervonden het heerlijke
van de nabijheid van Vreugde. Zij bracht hoop in hun leven en wekte gevoel op voor elkanders lijden. Sommige der gezichten kregen dezelfde uitdrukking, die j op haar gelaat lag, degenen die niet wisten wat lachen was, leerden het nu van haar. De meest verharde naturen zwichtten voor haar. Wat Smart niet kon j leeren, leerde Vreugde hen; de schoonheid van het geloof, de kracht en troost van de hoop, de bekoring van de waarheid. Vreugde nam de kinderen mee naar buiten en zij plukten bloemen en verzamelden bessen, mos en rijkgetinte bladeren. Zij leerde hen luisteren naar het zingen der volgels en hun hartjes werden vervuld van dankbaarheid en verwondering. Zij hadden niet geweten dat de wereld zoo schoon was voor dat Vreugde hen bezocht had. Smart hoorde van het werk spreken, i dat Vreugde deed en zij was er haar dankbaar voor. »lk moest voor altijd heengaan, dacht zij, de wereld heeft mij niet noodig. Den roem dien ik voor den auteur verworven heb zal hem toch nooit het ruwe verlies van zijne verloofde doen vergeten. Zijn kunst is tienvoudig verrijkt, maar zijn leven is verarmd. En zij vroeg den Dood zijn koude hand op haar voorhoofd te leggen. Maar ernstig antwoordde de Dood: Uw naam en die uwer zuster zijn samengesmeed — onafscheidbaar. Gij zijt tweelingzusters. Wanneer gij sterft moet ook Vreugde sterven. Gij zult dat zeker niet verlangen, want zij doet veel goeds. Wat zou de wereld zonder Vreugde zijn? Evenals de duisternis na het licht komt en de nacht op den dag volgt, zoo moet Vreugde gaan waar Smart gaat en moet Smart Vreugde volgen. Door on verbreekbare banden zijt gij aan elkaar verbonden. Kies nu, wilt gij leven of sterven. Dan wil ik leven, riep Smart, opdat ook Vreugde eeuwig leven moog. Want aan haar opwekkenden lach en haar verkwikkend en invloed heeft de wereld behoefte. Zij zocht haar zuster op en zeide haar welke taak Smart op zich had genomen om Vreugde de hare te kunnen doen volbrengen. Een gouden glans van adel kwam over de schoone trekken van Vreugde toen zij hoorde dat zij kon blijven weldoen en zij beloofde Smart haar overal en altijd te zullen volgen om de droefheid die zij tracht te verzachten en de tranen, die zij deed vloeien weg te kussen. Toen gingen beide zusters samen verder. De schitterende zonnestralen verlichtten haar blond haar. Zij geleken verwonderlijk veel op elkaar; want Vreugde had iets overgenomen van de uitdrukking van Smart en in de oogen van Smart scheen het licht van Vreugde. En evenmin als
in de dagen van voorheen, kon men nu zien wie Smart en wie Vreugde was.
IA. * In dien tijd traden burgemeesters en wethouders nog wel eens op als loterijcolporteurs. NOTIFICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der stad BREDA, brengen bij deze ter kennisse van zoodanige ingezetenen als daarop verkiezen te attenderen, dat bij H. E. A. van Z. E. den Heere Gouverneur dezer provincie zijn ontvangen, twintig stuks loten voor de loterij van voorwerpen van Nationale Nijverheid, welke zullen voorkomen op de algemeene tentoonstelling te Brussel, en dat dezelve loten, ten kantore van den stedelijken ontvanger alhier, te rekenen van heden, tot den 20 Augustus aanstaande, tegen betaling van f5 per lot, verkrijgbaar zijn gesteld, met uitnoodiging om aan gezegde loterij deel te nemen en daardoor ’s Konings weldadige bedoelingen in deze te willen bevorderen, wordende, voor zoo veel betreft het plan der bedoelde loterij, gerefereerd tot de Bredasche Courant van 3 Julij 1830 n°. 53, waarin hetzelve ingevolge van en tevens met het besluit van Z. E. den Heer Gouverneur dezer provincie van 22 Junij te voren Provinciaalblad n“. 90) bereids is opgenomen. BREDA, den 5 Juli 1830. DE ROIJ, Vt. Ter Ordonnantie van dezelven, De Secretaris der stad H. W. S C H a UI K E S. In bijna elk nummer zat de redactie van ons blad een of meer andere (oppositie) bladen in ’t haar. Den lüen Juli schreef hij o. a. De Courrier de la Sambre kondigt aan, dat, daar het papier, waarop zijn blad gedrnkt wordt, van slechte kwaliteit is, hij het voornemen heeft, om hetzelve onmiddellijk te veranderen. Daar de redactie van dat blad van dezelfde kwaliteit is, zou hij weldoen, om, indien hij kon, dezelve mede te veranderen. Den 17den Juli had Breda een vorstelijk bezoek ontvangen. Gepasseerde zaturdag, omstreeks half zes ure des avonds, had onze stad het groote geluk, Z. K. H. den Prins van Oranje, Kolonel-Generaal der schutterijen, vergezeld van Hoogstdeszelfs jongste zonen, de Prinsen Alexander en Hendrik en verder gevolg, van Bergen-op-Zoom, binnen hare muren te zien arriveren. Het spelen van het carillon, het luiden der klokken, het wapperen der vlaggen van publieke en andere gebouwen, kondigden de ingezetenen het heuchelijk tijdstip aan, dat zij deze lang gewenschte eere zouden gemeten. Bjj het afstappen aan het hotel: De Prins Cardinaal, werden Hoogstdezelve door Z. E. den Heere Gouverneur en den Heere Griffier der staten dezer provincie, alsmede door heeren burgemeester en wethouders. met den stad-secretaris, den kolonelkommandant dezer vesting en den heer van Tets, luitenant-kolonel der schutterij, Z. E. den heere luitenant-generaal, Gouverneur der K. M. Akademie, gecomplimenteerd en heeft Z. K. H. aan dezelve audiente verleend. Des avonds had er, behalve dat de publieke gebouwen van stadswege waren geïllumineerd, eene bijna algemeene verlichting der particuliere huizen plaats, welke Z. K. H. op eene wandeling door de stad, zelve ging bezigtigen. Des zondags morgens ten 7 ure woonden H. H. K. K. H. H. de godsdienst-oefening, in de Groote Kerk, onder het gehoor van Ds. van Gogh bij, welke, in eene zeer gepaste leerrede, de aandacht bepaalde bij Handel: VIII vers 39£. (1) In de harte-
lijkste bewoordingen, betuigde de spreker, bij het begin, in naam der gemeente, Z. K. H. het geluk dat haar ten deele viel, de vorstelijke personen in hun midden te hebben en deed hier zeer gepast terug zien op de vroegere dagen, wanneer deze gemeente het voorregt mogt smaken, de doorluchtigste leden van het Huis van Oranje, in hetzelfde gestoelte, thans door H. H. K. K. H. H. bezeten, hetwelk steeds bij vreugde en droefheid tot een aandenken werd bewaard, te aanschouwen. In het slot der rede trof een ieder de hartelijke toespraak, welke Z. Eerw., met het warmste gevoel, aan Z. K. H. uitboezemde, en hetwelk in het hart van den edelen Vorst zulk een gevoelvollen indruk verwekte, dat Hij den waardigen spreker daarna, bij herhaling, zijnen vurigsten dank betuigde. Na het eindigen der godsdienstoefening heeft Z. K. H. de schutterij geïnspecteerd, waarbij Hoogstdezelve de uiterste tevredenheid, zoo over de uitmuntende houding als naauwkeurigheid in de uitvoering der manoeuvres heeft aan den dag gelegd, en tevens den den heer van Tets, kolonel, benevens den heer Hopman, kapitein, en verdere officieren met hoogstdeszelfs innemende hartelijke toespraak vereerd heeft. Van daar begaf Z. K. H. zich dadelijk naar de K. M. Akademie, alwaar de heeren kadetten hunne bekwaamheden in de wapenoefening op het plein voor de Akademie aan den dag legden. Vervolgens bezigtigde Z. K. H. het geheele gebouw, tot in de geringste bijzonderheden, en verleende' hierop, ten stadshuize, omstreeks ten half twaalf ure, gehoor aan de Civiele en Militaire autoriteiten, de Geeestelijken der onderscheidene Godsdienstige gezindheden en verdere ambtenaren. Den heer Vertholen, kölonel-kommandant dezer vesting was door Z. K. H. de aangename taak opgedragen, om, gedurende deze audiëntie, den jeugdigen Vorsten, de vestingwerken, de merkwaardige graftombe benevens andere bijzonderheden dezer stad te laten bezigtigen, hetwelk alles met de grootste belangstelling door de jonge prinsen werd opgemerkt, waarna H. H. K. K. H. H. wel hebben gelieven deel te nemen aan het dejeunerdinatoir, hetwelk hoogstdezelve door den stedelijken raad en den heere luitenant-kolonel der schutterij, mede ten stadhuize, was aangeboden, en waarbij de hoofd-beambten, zoo in Civiele als Militaire betrekking, genoodigd waren. Met geestdrift werden door heeren burgemeester en wethouders, door gemelden heer luitenantkolonel en anderen, onderscheiden toasten, aan Vorst en Vaderland gewijd, ingesteld, welke met de levendigste toejuiching door de hooge gasten werden beantwoord. Stralende voorts in alles ten duidelijkste door de hooge mate van genoegen, hetwelk Hoogstdezelve in de receptie en den goeden geest der inwoners smaakte, en hetwelk Z. K, H. bij het afscheid, dat ten vier ure plaats had, dan ook nog bij herhaling, met Zijne ongekunstelde vriendelijkheid, heeft te kennen gegeven. De hooge personen zijn gisteren avond ruim acht ure, te ’sHertogenbosch aangekomen. (1) Ende hij reisde zijnen weg mei blijdschap.