Reclames belretfende de bezorging dezer C ouranl,
aan ons bureau, 11 rooie Mark! 55.
EERSTE BLAD.
=* Veranderingen in ' advertentiën gelieve ' ..... i
men steens «en uag vuur uc f uitgave in te zenden, d»ar 1 anders niet voor de uitvoering, der verandering kan worden ' ingestaaïir |
m. \i»mi Veemarkt 32. BREDA. Telefoon 212. DE VLINDER. INRICHTING VOOR CompM M\\mi VU. LI'IEIUIBRM.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
"Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
De stemmen, die af en toe in de groote pers opgaan, in een poging, toenadering tusschen ons land en Duitschland tot stand te brengen, hebben, bij verreweg het overgroot deel van onze landgenooten nooit iets anders dan antipathie gewekt. De idee van een Nederlandsch-Belgisch «entente” daarentegen, is er tamelijk glad ingegaan. ’t Is nog slechts nauwelijks twee jaar geleden, dat Eugène Baie in de »Petit Bleu” zijn reeks interviews met een
aantal toonaangevende Nederlanders en Belgen over dit onderwerp het verschijnen. Al ontbrak ’t in ons land ook niet aan critiek op deze in vele opzichten wel wat al te optimistische artikelen, ze hadden toch ten gevolge, dat zich een commissie vormde, die overtuigd was van de wenschelijkheid niet van een politiek verbond, maar van de gezamenlijke behartiging van gemeenschappelijke belangen. Zooals daar zijn spoorwegen, posterijen, telegraphie, vervoermiddelen, scheepvaartkwesties, enz. In België was reeds eerder een commissie gevormd, bestaande uit Vlamingen zoowel als Walen en deze beide smolten samen tot één, tellende 58 leden. Politieke bedoelingen zijn verre van de commissie; zij beoogt enkel en alleen »de gezamenlijke bestudeering van economische kwesties, die beide landen raken en het elkander wederzijds doen leeren verstaan.” De regeeringen der beide landen staan geheel en al buiten de commissie, deze is niet officieel, al bestaat ze voor het meerendeel uit officieele persoonlijkheden en al werd haar eerste bijeenkomst 1.1. Maandag gehouden in de Senaatszaal te Brussel onder voorzitterschap van den Belgischen minister van staat, Beernaert, In de toespraak, waarmede de voorzitter de vergadering opende, bracht hij liet verleden van de twee landen in herinnering en wees erop, dat deze bijeenkomst eenvoudig was «het hervatten van een afgebroken gesprek met meer kans om tot een einde te geraken dan vorige malen”. Dit, omdat nog nooit zooveel NoordNederlanders van beteekenis zich ernstig met deze kwestie hebben bezig gehouden als thans, nu op de vergadering mannen aanwezig waren als de heeren Heemskerk, Tydeman, Bos, Treub, Kiewiet de Jonge, de Marez Oijens, Talma. Natuurlijk is de buitenlandschepers naar aanleiding van de constitueerende vergadering druk in de weer geweest.
Een deel van haar o. a. het voor- D naamste blad van Frankrijk de »Temps” al zag in het streven der commissie een p gansch andere bedoeling dan deze ei werkelijk is, zag politieke strekking v< in deze bijeenkomst, niettegenstaande di het stellige woord van Mr. Heemskerk: □; «Wij willen niets dan, zonder een of w ander regeeringsmandaat te hebben, A uit eigen vrije beweging den econo- C mischen toestand van beide landen V; onderzoeken. B De Brusselsche «Matin” vertelde, d dat de Duitsche gezant de Belgische v regeering had gevraagd aan de Hol- £ landsch-Belgisclie commissie geenerlei ri officieelen steun te verleenen. Terwijl d de commissie er niet aan dacht de d regeering om dergelijken steun aan te d zoeken. Dit bericht werd dan ook uit n Berlijn onmiddellijk tegengespioken. n Niettegenstaande kwam de Parijsche n «Matin” mededeelen, dat de Duitsche z keizer zijn bezoek aan Holland had s uitgesteld uit boosheid om het vergade- e ren der commissie. Dergelijke berichten 1 komen voort uit een lust van de ^ Fransche pers om stokebrandje [te j spelen. Dat Duitschland zelf niet ge- 1 looft, dat het streven der commissie c tegen dit rijk gericht zou zijn is uit \ de houding der Duitsche bladen ge- 1 noegzaam gebleken. 1 De «Kölnische- Zdtung” het officieuse blad der Duitsche regeering sprak over < de op ’t eerste gezicht kenbare «plumpe j Erfindung” van den Matin de Bruxelles. < Zoowel uit Brussel als uit Berlijn kwam i een tegenspraak. Dat zal niet beletten, 1 schrijft het blad, »dat de bekende fa- 1 brieken van Duitsch-vijandelijke be- i richten evenals vroeger rondom deze 1 pogingen voor een Belgisch-Neder- ] landsche toenadering, verdachtmakin- ; gen tegen Duitschland uitstrooien. 1 Vooral in de vraag der weermacht : van beide landen komen vele dergelijke ' kunstgrepen aan den dag. Uit Frankrijk i worden zij aangespoord, hun weermacht te versterken en die dan te vereenigen en voor Frankrijk en Enge- ' land ter beschikking te houden tegen
jitschland Dat was verleden jaar de n te duidelijke stelling van den k ’anschen generaal Langlois. In België e i Nederland hebben echter juist de k •orvechters van de toenaderingsidee, e: :n braven generaal duchtig de oogen n tgewreveri. Onlangs waarschuwde z eer in het «Journal des Débats” s 3 militaire medewerker van dat blad li trarles Malo met een grooten omhaal z in geschiedkundig knutselwerk, de h eigen wegens hun onvoldoende ver- m sdigingsmaatregelen, maar ook dat v jrmocht hen niet verder op te winden, ii ij de opening der tegenwoordige be- E ladslagingea te Brussel maakte veeleer 3 eerste Nederlandsche vertegenwoor- h iger Heemskerk de opmerking, dat de s aar te behandelen aangelegenheden g iet van internationalen aard zijn. In s uchtere taal heet dit, dat zij derden iets aangaan. Inderdaad zijn alleen ulke onderwerpen aan de orde, die _ lechts de beide landen alleen betreffen n die zij onder elkaar kunnen afdoen. Vanneer mettertijd de in vele opzichten eer moeilijk te vereenigen maatschapelijke belangen van België en Nederind overeengebracht kunnen worden n bovendien deze overeenstemming ersterkt zou worden door een geesteijke toenadering, zou men dit in luitschland slechts toejuichen. Voorbands dient opgemerkt dat op lit congres slechts particulieren samenjekomen zijn en beraadslagen. Vóór Ie uitslag dezer besprekingen den vorm lanneemt van verdragen en wetsontverpen zal in beide landen nog menig rerzet moeten worden gebroken. Zoover vij de dingen overzien is de vraag ran een militair samengaan, gelijk uit frankrijk aanbevolen, in ’t geheel niet tan de orde gesteld en wanneer zij ater in bespreking mocht komen, louden de overwegingen van binnenandsche militaire politiek meer gewicht n de schaal leggen dan internationale leweegredenen. Volgens de «Nieuwe Courant” welker ïoofdredacteur mr. Plemp van Duiveand mededeel uitmaakt der commissie,
noeten op de eerste samenkomst de eden nog niet zoo heel erg met lkander op dreef hebben kunnen omen. «Ondanks den hartelijken toon n de overgroote beminnelijkheid van dimster Beernaert, was er van weersijden nog zekere reserve, eemge chroom. De kennismaking was nauweijks algemeen en niet warm.” Maar, egt het blad verder, ’t is ook niet iet samen feestvieren, doch het samenverken, dat de leden zal doen zien vat zij aan elkander hebben en of zij ets van belang voor Nederland en Jelgië kunnen tot stand brengen. En zoo is het ook. In elk geval volgt iet Nederlandsche volk met belangstelling het werk der commissie en het grootste deel zal juichen, indien zij slaagt in haar streven.
"AANEENSLUITING.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
Advertentiën.
vonden bij het overlijden van onzen Broeder en Behuwdbroeder, betuigen ondergeteekenden hunnen hartelijken dank. E. G. VAN GEER, Noordendorp. W. J. VAN GEEK.
"Voor de blijken van deelneming, ondervonden". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
Mevrouw DE HANIiZ vraagt met 1 Februari
een Dienstbode, P. <«., tlie koken kan en genegen Is huiswerk te verrichten. Zich aau te melden ’s avonds na 7 uur, Vnvprstraat. 90
KAAS. EDAMMER per pond ƒ 0,35. Idem, per heele, per pond ƒ 0,30. GOUDSCHE per pond 35, 35 en 45 et, KOMIJNE per pond 30 en 35 ct. Verkrijgbaar hij: H. J. ALTINK, In Koloniale Waren, enz CATEABIHASTBAAT 1 WEDERVERKOOPERS RABAT.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
POSTHUMUS BEDDEN en MATRASSEN zijn en blijven immer de beste GR001E VOORRAAD SLAAPKAMER MEUBELEN, BEDDENMATRASSEN.
Vergelijkt slechts mijne kwaliteit en prijzen bij die van andere soliede firma’s. UIN1VEKE1VSTRAAT 134.
"Advertentie". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001
Historische roman uit den uja van ae verworaung van Jeruzalem. DOOS Dr. A. IIALBERSTADT. 58 Indien liij langer wachtte, mocht zij kwaad vermoeden krijgen. Schoorvoetend kwam hij naar haar toe en raakte haar arm aan, waardoor zij opschrikte en als uit een droom ontwaakt naar hem omzag. Bij sloeg de oogen neer, die hem door de vreugde, welke erin schitterde, zouden hebben konnen verraden, en wees haar met uitgestoken baud naar Beth-Eden. Toen Berenice zag dat Beth-Eden in vlammen stond, viel zij doodsbleek achterover Waar was Reguel? Worstelde hij tegen die vlammen of had hem een neervallende balk getroffen, of riep hij misschien onder den vuurregen en terwijl de rook zijn stem smoorde haar naam. Misschien öok was nog erger gebeurd. iO God! moge dat toch niet gebeurd zijn . . wat zij niet waagde te denken of uit te spreken. Zij drukte haar handen tegen de kloppende slapen en sloot haar oogen, om het wreed, moordend vuur niet te zien. Plotseling viel het haar echter in, dat het misschien nog niet te laat was. Met één sprong was zij bij de paarden, had ze de teugels losgemaakt, was zij opgestegen, hield zij zich met de handen krampachtig aan de manen van het edele ros vast, gaf met haar voet het dier een Hinken stoot tegen de zijde en snelde onder den kreet van Reguel 1 Reguel! pijlsnel voort. Achter haar joeg op het andere paard de slaaf Stephanus, uit wiens tijdig geopende oogen een helsche vreugde vlamde en tusschen wiens knarsende tanden een wreede, afschuwclijke lach
hoorbaar werd. De leeuw had den eersten sprong gewaagd. Reguel ontwaakte uit zijn slaap als hield een sterke vuist hem de keel dicht Zijn oogleden waren zoo zwaar dat hij ze nauwlijks kon oplichten. Hij had een vreeslijken droom gehad en zag bij zijn ontwaken de verschrikkelijke werkelijkheid. Hij had gedroomd dat zijn vrouw, Debora, dicht bij hem was en hij haar wilde kassen. Maar onder de aanraking van zijn mond waren haar lippen koud en kouder geworden en haar gezicht was onverwachts geheel veranderd. De zachte, schoone lijnen krompen samen, haar oogen werden klein en vurig, haar huid was gevlekt, haar mond stond wijd open, en uit de diepe keel van het monster siste een lange roode gespleten tong, die den weg zocht naar het hart van zijn offer. Het was Debora niet meer; maar een slang, een duivelsch wezen gelijk het ondier uit de hel. Reguel verstijfde van schrik, zijn haren rezen te berge. Hij zocht te vergeefs eenig geluid te geven ; hij lag daar als levenloos neer, niet in staat om zich te bewegen, totdat een vreemde hitte hem beving en verwarde schimmen voor hem op en neer dansten, die hij vruchteloos trachtte te bannen. Eindelijk brak in al die rook en dampwolken een heldere vlam door. Met één sprong stond bij aan het venster om het open te rukken; maar de vlam, die hem in het gezicht sloeg, deed hem achterovervallen. Beth Eden stond in brand. Zoodra j hij eenigszins tot bezinning kwam, dacht hij aan Debora; of haar leven ook gevaar liep, of dat zij het huis reeds verlaten zou hebben. In het laatste geval echter zou Stephanus hem gewaarschuwd hebben. Zonder twijfel verkeerde zij dus in gevaar. Vol angst snelde hij nu naar de deur, maar kon die niet openen, hoewel de grendel aan de binnenzijde weggesehoven was. Hij drukte met zijn schouders tegen het hout, zoodat het kraakte, maar ook die
inspanning baatle niet. Dus was de grendel aan de buitenzijde dichtgevallen. Hij was radeloos, want toen hij het vuur zag, dat van de plaats naar zijn venster steeg, begreep hij, dat hij, indien hij niet door anderen gered werd, een kind des doods zou zijn. Hij ondernam het ten tweede male om de deur uit baar posten te slaan en schreeuwde om hulp, maar overal heerschte volkomen stilte; alleen het vuur siste en knarste. Naar het venster teruggekeerd onderzocht hij of een sprong daaruit doenlijk was, maar hij vreesde of in den val door den damp te zullen verstikken of zich op de arduinsteenen beneden te zuilen verp’etteren. Reeds lieten de balken onder zijn voeten los, verteerde het vuur het houtwerk om het venster, was de geheele ruimte vol van verstikkenden damp, het j ademha'en was reeds moeilijk; zijn angstkreten; bleven onbeantwoord. De hitte sloeg hem in de keel, zijn tong kleefde aan het verhemelte, zijn j oogen zwollen in de kassen, hij rukte zijn haren uit, koud zweet bedekte hem te middeu van al het vuur, bij zag de akeligste visioenen. Plotseling echter hield dat alles op; met het hoofd op de borst en gebogen knieën viel hij in een hoek neer en kon hij niet meer denken. Een spook met lange zwarte armen kwam uit het vuur en wiegde hem iu een bewustloozen slaap, zoete stemmen klonken hem tegen, die hem spraken van het opgaan in liefde, van Debora’s glimlach, die zijn hart hoorde kloppen. De wateren van deJordaan ruischten stil, de rietstengels bogen in het maanlicht en de oude van den Hermon weefde een blauwen sluier onder Debora’s voeten. Zij zweefde naar boven en wenkte hem, Reguel! Als uit de verte drong die stem tot hem door, en hij glimlachte. Debora beminde hem. Juist die gedachte ontrukte hem nog aan zijn bedwelming en deed hem nog eens tot zijn vol bewustzijn komen Hij sprong op en ging naar • het venster, waarvan het hout reeds geheel wegbrand was, zoodat de binnenmuur nu brandde, idnrende een oogenblik woei een frissebe lucht■oom naar binnen en zag hij door de rookwolk en Debora beneden van het paard springen. Hij orde ook, hoe zij schreeuwde, toen zij hem zag, merkte ook dat zij Stephanus bevelen gaf om m te redden en zelf vooruit snelde, toen de slaaf beweeglijk bleef staan. Hij wilde echter niet lden, dat Debora zich zijnentwege aan het gevaar u blootstellen, en wilde haar dit toeroepen, maar rook sloot hem de stem af. Toen hij dus zag ,t Stephanus eindelijk de handen uitstak en Debora d teruggetrokken, was hij gerust gesteld. Ten atste zag hij Debora geknield en met ;de handen ,ar den hemel'opgeheven beneden liggen. Zoo juist was een bekende groote gestalte langs ,ar gegaan, in een blinkend borstharnas en met n wuivenden helmbos; een man met een grooten ior het vuur rood gekleurden baard had juist met irschenden blik naar boven, naar Reguel opgezien, ij hield dit tin het eerst voor een zinsbedrog, een ivolg zijner verhitte verbeelding; hij kon zich et voorstellen, hoe Chlodomar, de Ckatte, de evenvanger van Joseph Matthiaszoon in Bethlen kon komen. De verschijning was ook terstond irdwenen. Hij ging dus weer weg van den kant in het raam en verwachtende, dat Stephanus ndelijk zou komen, begaf hij zich aan de deur, e thans bij een eenvoudigen stoot terugweek; j klemde zich zelfs aan het hout vast, de geheele assa week mede uit, hij viel al dieper en dieper, , een zwarten, rookerigen en brandenden afgrond, itdat hij bewusteloos op de harde steeneu neerwam. Elke seconde was voor Berenice een eeuwigheid ij wilde bidden en was er niet toe in staat; de enauwdkeid verstikte zelfs het denken aan God ï haar. Zij strekte haar armen uit en staarde in et vuur voor zich, elke vlam scheen haar een
wereldbrand en ontperste haar een smartelijk gejammer. Zij begreep niet, waarom Stephanus aiet terugkwam; zij dacht dat hij of haar beminde aiet bereikt had, of dat beiden achter die vlammen 3r tegen worstelden. Op eens sprong zij op, een nnbeschrijflijke kreet was door de vlammen heen gehoord. Zulk een kreet had zij nooit gehoord; hij kwam vermoedelijk van Stephanus. Zoo had hij gewis geschreeuwd, toen hem op Agrippa’s last kokend lood iu de ooren en den mond werden gestort. Haar hart stond er van stil. Daarna trachtte zij dichter bij het huis te komen, maar bleef als versteend staan. Wie was daar uit de leur neergevallen met brandende kleeren, half verbrand gezicht en brallend als een waanzinnige? Was dat Reguel P Zij ijlde naar den slaaf, die zich ap den grond had geworpen om de brandende kleeren van zijn lichaam te rukken. Zij wilde hem ondervragen, maar kon geen geluid meer geven, totdat zij in een schel, gillend gelach uitbrak en de handen voor baar gezicht sloeg. Onder vreeslijk gekraak was namelijk het slot van BethEden in elkaar gevallen en had alles onder zijn puinhoopen begraven. Een vuurkolom steeg naar den hemel en oversohaduwde het licht der maan. Sterven in liefde! . . . , XV. Twee dagen later kwamen Titus en Agrippa met eenige weinige ruiters te Caesarea Philippi aan. De Koning was het leger vooruitgesneld en zeer ongerust. Hij wist niet of Berenice aan zijn verzoek had gevolg gegeven. Titus had zich bij hem aangesloten en had het aan Vespasianus doen voorkomen, dat hij de legerkwartieren wilde regelen en in orde brengen. Vespasianus begreep zijn bedoelingen echter en dreigde hem lachende met zijn vinger. {Wordt vervolgd.)
"BERENICE.". "Bredasche courant". Breda, 1907/11/09 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 11-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMSAB04:000327120:mpeg21:p00001