Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant en Vrije Twentsche courant

De Nederlandse afgevaardigde, dr. J. van Royen, maakte gisteren, bij de hervatting van de debatten over de Indonesische kwestie in de Veiligheidsraad, bekend, dat de Nederlandse regering bereid is deel te nemen aan een voorbereidende conferentie te Batavia met de republikeinen onder auspiciën van de Commissie der Verenigde Naties voor Indonesië. Het doel van deze conferentie zou zijn de voorwaarden voor en het tijdstip van een Ronde-tafelconferentie te Den Haag te bepalen. Dr. van Royen zeide: „Wij verklaren met de meeste riadruk, dat de voorgestelde overdracht van souvereiniteit wezenlijk, volledig en onvoorwaardelijk zal zijn".

Aziaten blijven herstel van Djokja eisen De eerste spreker was gisteren de vertegenwoordiger van Pakistan, kolonel Abdoerrahim Khan. Hij betoogde dat een verder uitstel in de oplossing van de Indonesische kwestie door de Veiligheidsraad zeer ernstige gevolgen zou hebben. Pakistan heeft de Raad onmiddellijk gewaarschuwd, dat het Nederlandse optreden in Indonesië de volken van Z.-O. Azië diep geschokt heeft. De regering van Pakistan stelde als minimum eisen: Onmiddellijk terugtrekken der Nederlandse troepen en volledig herstel van de republikeinse regering. Dezs eisen zijn gesteld om een algemene teleurstelling in het gezag der V.N. in Z.O. Azië te voorkomen. Pakistan is ervan overtuigd, dat geen onderhandelingen enige mogelijkheid op succes bieden, wanneer de vertegenwoordigers van de Republiek hieraan niet deelnemen als vrije onderhandelaars en op gelijke voet met de andere partij. Het Nederlandse voorstel tot het houden van een Ronde tafel conferentie wordt als geheel onvoldoende beschouwd. De gedelegeerde van Pakistan waarschuwde de Nederlanders goed te bedenken dat het gevaarlijk is de ontwaakte volken van Azië te weerPakistan hoopt en verwacht, dat de Veiligheidsraad zal blijven staan op de naleving van zijn resolutie van 28 Januari J.1. De republikeinse vertegenwoordiger, Palar, uitte nogmaals zijn vrees, dat de Nederlandse regering niet werkelijk de bedoeling had om de souvereiniteit aan Indonesië over te dragen. Hij verklaarde, dat het nieuwe hoofdstuk van de Nederlandse Grondwet dit onmogelijk maakt. Hij waarschuwde de Raad, dat, indien hij niet snel handelde, het gevaar bestond dat

hij de guerilla-troepen versterkte in hun geloof, dat de strijd op het slagveld moest worden uitgevochten. Palar ondersteunde de Canadese suggestie voor een preliminaire bespreking tussen Nederlanders en Republikeinen onder auspiciën van de Unci, maar was van mening, dat hiervoor een uiterste termijn moest worden vastgesteld, omdat uitstel de situatie zou verslechteren. Mahmoed Bey Fawzi (Egypte) betoogde, dat het tijd werd, dat sommige koloniale mogendheden gaan begrijpen dat de oude tijden voorbij zijn. De vertegenwoordiger van India, mr. B. R. Sen, vond dat er een tijdslimiet moet worden vastgesteld voor de terugkeer van de republikeinen naar Djokja, daar anders de onderhandelingen tot in het oneindige gerekt zouden kunnen worden. Jacob Malik (Rusland) verklaarde zich tegen elk deelnemen van de Unci aan de door Nederland voorgestelde Ronde tafel conferentie. „Deze is alleen maar een sluier om de Nederlandse aggressie te verbergen". Zijn delegatie was, zo voegde Malik hieraan toe, eveneens tegen een preliminaire conferentie. De Raad heeft onmiddellijke vrijlating der republikeinse leiders geëist en moet er dus op blijven staan dat hieraan gevolg wordt gegeven. Sir Terenee Shone (Engeland) steunde het Canadese voorstel om voorbereidende besprekingen te' houden onder auspiciën van de Commissie der Verenigde Naties. De vergadering werd hierna verdaagd tot hedenarond.

Sedert October van het vorige jaar nam in Nederland de werkgelegenheid, voornamelijk als gevolg van het winterseizoen gestadig af. In de algelopen maand evenwel kwam daaraan een einde. Het aantal bij de arbeidsbureau's als werkloos geregistreerde mannen daalde van 80072 tot 77439, te weten 45508 geheel werklozen (vorige maand 49183). 30968 duw-arbeiders (29755) en 963 wachtgelders (1134). Nadat het werkloosheidscijfer in het winterseizoen een hoogtepunt bereikte met 80072 in Januari, mag thans worden aangenomen, dat een daling is ingezet. Toch dient niet uit het oog te worden verloren, dat eind Februari '49 bijna 19000 werkzoekenden meer stonden ingeschreven dan eind Februari 1948.

De Stichtingsacte van het „Koningin Wilhelmina Fonds", is gisteren verleden in het Amsterdamse stadhuis in aanwezigheid van het Nationaal Comité. . t XT , Uit de acte blijkt, dat het Nederlandse volk tot op heden een bedrag van twee millioen een en tachtig uuizend honderd zeven en twintig gulden en een en vijftig cent bijeen heeft gebracht voor het fonds ter bestrijding van de kanker, dat koningin Wilhelmina ter gelegenheid van haar vijftigjarig regeringsjubileum werd aangeboden. Dit bedrag is thans door burgemeester d'Ailly in zijn hoedanigheid als voorzitter van het Comité overgedragen aan de stichting „Koningin Wilhelmina Fonds". Nog steeds komen bijdragen voor het fonds binnen. Zo werd gisteren een chèque ontvangen van de Nederlandse Vrouwenvereniging in Australië en uit eigen land kwam uit Rotterdam een bedrag van f 1250 binnen.

Weersverwachting, medegedeeld door het K.N.M.I. te De Bilt, geldig van Dinsdagavond tot Woensdagavond. Koude nacht. % Tamelijk heldere nacht met in het binnenland weinig wind en op vele plaatsen nachtvorst. Morgen overdag: toenemende bewolking met la * e ]f voornamelijk in het Noorden van het land enige regen. Geleidelijk aanwakkerende wind uit richtingen tus sen Zuid-West en Noord-West. Weinig verandering in temperatuur. Woensdag 16 Maart: Zon op 6.53 — onder 18.45 Maan op 21.29 — onder 7.38

Gisteren werd te Washington bekend gemaakt dat de Amerikaanse luchtmacht thans met een bommenwerper is uitgerust, waar van de Russen in de eerstkomende jaren geen tegenhanger zullen kunnen construerer.. De uitvinding is in het geheim gedaan en deze wettigt de uitlating van de minister van luchtvaart dat Amerika thans over een intercontinentale bommenwerper beschikt. Uit een interview met de autoriteiten op luchtvaartgebied blijkt, dat de superbommenwerper de enige is die doeltreffend gebruik, kan worden op een hoogte van 13 kilometer; dat haar laadvermogen 242 duizend' pond bedraagt; dat zij dank zij haar bewapening en pantsering practisch immuun is voor ïedera aanval. Rusland moet derha ve twee problemen onder het oog zien- Het moet een vliegtuig construeren met even grote mogelijkheden en moet een radarsysteem uitdenken, dat deze bommenwerpers op tijd zal kunnen opvangen. Momenteel bedraagt de maximumsnelheid zeshonderd mijl per uur maar doordat er binnenkort straalmotoren in het toestel geplaatst zullen worden zalde snelheid nog opgevoerd worden. Deze factoren geven de specialisten aanleiding te vermoeden dat het vliegtuig op 't ogenblik practisch onkwetsbaar is. Men is van mening dat de nieuwe bommenwerper,

de B-36, dank zij zijn actie-radius van 15-000 kilometer niet buiten de Verenigde Staten gestationneerd zal hoeven te worden. Momenteel houdt de Amerikaanse luchtmacht zich bezig met de vraag hoe zij zichzelf zal kunnen verdedigen tegen een wapen dat even grote mogelijkheden biedt als de B-36. De luchtstrijdkrachten verzekerden dat de B-36 de zeventig strategische doelen die door de Russische staf aangewezen werden als de meest kwetsbare plekken van het Sovjetgebied alle vanuit Alaska kan bestrijken. Volgens militaire zegslieden zijn deze kwetsbare punten voornamelijk industrie-centra, die binnen vierduizend mijl van Alaska liggen en dus zonder moeite door de B-36 bereikt kunnen worden. Men verwacht, dat de Russen zich niet tegen een aanval van B-36 bommenwerpers, die een grote last aan atoombommen over 15.000 km kunnen vervoeren, teweer zullen kunnen stellen. — (United Press).

Engeland heeft Israël de vorige week een nota gezonden met de waarschuwing, dat Britse troepen in de Transjordaanse haven Akaba consigne hadden het vuur te openen op welke strijdkrachten ook, die de Israëlisch—Transjordaanse grens zouden overschrijden. Men gelooft, dat in de nota, ook gevraagd werd naar de reden voor de Israelische troepenbewegingen in .de afgelopen week, toen de driehoekige tip van Zuid-Palestina tussen de Egyptische en Transjordaanse grenzen — met inbegrip van de 8 mijl lange kust aan de Golf van Akaba — werd bezet. Een Israëlisch antwoord op de no ta zou Engeland verzekerd hebben, dat de bedoelingen van de Israelische troepen vredelievend waren. De Israelische regering verklaart, dat geen enkele voorziening van de V.N. de vrije beweging van Israelische troepen in de Westelijke Negeb volgens de delingsresolutie van de algemene vergadering van N—-"^ber 1947.

HET HENDRIK-DOK, dat tegen het einde van de oorlog op het IJ in Amsterdam door de Duitsers tot zinken werd gebracht, is door een bergingsploeg onder water in acht stukken gesneden. De afzonderlijke delen worden naar böven gehaald, en zo wordt het grote dok geborgen.

Het Nederlandse militaire overzicht over de activiteit gedurende de laatste week maakt melding van het optreden „ van Nederlandse troepen tegen gewapende benden, o.m. in de omgeving van Banjoemas, in Midden Java, alwaar op 4 Maart nabij Bobotsari een gewapende groep van 70 man geheel werd vernietigd. In de eerste week van Maart zijn ook acties ingezet tegen gewapende groepen in Oost-Java, waarbii op verschillende plaatsen de tegenstanders ruim 100 man aan doden en diverse wapens verloren. In de omgeving van Bangil hebben op 7 Maart de Nederlandse troepen een gewapende groep van 200 man vernietigd, die werd geleid door vier Japanners. De gunstige ontwikkeling van de toestand in Bantam hield aan, in de omgeving van Laboean en Serang

treedt de bevolking meer en' meer op tegen rampokkende benden. Voorts wordt nog gemeld: West Java: Hier traden de Nederlandse troepen op tegen benden in het gebied der Negara Pasoendan, waar zich 130 officieren en minderen van de Siliwangi-divLsie hebben aangemeld. De besprekingen tussen de autoriteiten van Pasoendan en enkele leiders van de Siliwangi divisie duren nog voort. Midden Java: Een ten Zuidoosten van Kebumen rondzwervende bende werd opgerold. In de omgeving van Djokja en Magelang werd een intensieve patrouillegang voortgezet, waarbij aan gewapende groepen talrijke verliezen werden toegebracht, evenals in het gebied van Solo, Bojolali en Klaten. Oost Java: Behalve de reeds vermelde activiteit tegen de benden hier ageerden de Nederlandse troepen in het gebied ten Zuiden van Malang en Besoeki. In enkele gebieden van Oost Java treedt de bevolking zelf tegen de benden op. Sumatra: Ook hier werd door de Nederlandse troepen een intensieve patrouillegang onderhouden, waarbij, voornamelijk in Midden Sumatra, de gewapende groepen gevoelige verliezen hebben geleden. De benden, die zich in de berggebieden ophouden, hebben te kamper, met gebrek aan voedsel en vele ziektegevallen.» Het overzicht besluit aldus: ,,De intensief voortgezette patrouilleactiviteit op Java en Sumatra bracht helaas ook in de afgelopen week aan onze zijde verliezen aan mensenlevens met zich". OSKAR VON HINDENBURG VOOR HET GERECHT. De voormalige luitenant-generaal Oskar von Hindenburg, de 66-jarige zoon van wijlen president von Hindenburg, is gisteren te Uelsen bij Hamburg voor het zuiveringshaf verschenen om zich voor zijn actciviteit tijdens het Hitlerbewind te verantvvorden. Hij wordt beschuldigd van vervalsing van zijn vaders testament ten gunste van Hitier, deelneming aan het complot om Hitier aan de macht te brengen, onwettige verkrijging van fiscale vordelen en het houden van een radiorede om Hitier te steunen. Vandaag zal Franz von Papen getuigenis afleggen.

„Eén volk, één rijk, één Fuehrer", dat was de leuze van dr. Ernst Herman ridder van Rappard, de leider van de N.S.N.A.P. (Nat. Soc. Nederlandse Arbeiders-Partij), die gisteren voor het Haagse Bijz. Gerechtshof terecht stond. Deze thans 49-jarige ex-leider van een partijtje, dat voor 1940 600 tot 800 en in bezetting 10.000 leden telde, wordt er van beschuldigd zijn „heimwee naar de eeuwige Duitse grootheid" in openbare propaganda-redevoeringen te hebben uitgedragen om het geestelijk verzet van het Nederlandse volk tegen de Duitsers te breken. '

Als eerste getuige werd de levensmiddelenfabrikant J. H. Scharff uit Amsterdam gehoord, die voor de bezetting secretaris van de N.S.N.A.P. is geweest Getuige, reeds op vrije voeten, verklaarde, dat de partij van de Duitsers geld ontving. De leider kreeg een maandsalaris van f 500. Het uniform der N.S.N.A.P.-ers was van het Duitse S.A.-uniform slechts te onderscheiden door een rood-wit-blau. we armband. De 40-jarige W G Lensink uit 's-Gravenha'ge, de volgende getuige, nog gedetineerd, is tijdens de bezetting partijsecretaris en plaatsvervangend leider der N.S.N.A.P. geweest. L. verklaarde, dat de Duitsers bij hun komst in ons land f 25.000 aan zijn partij hadden gegeven. Later moesten zij echter dit geld weer terug hebben Naast de N.S.N.A.P. van ridder van Rappard waren er nog 4 andere N.S.N.A.P.-groeperingen in Nederland, waarvan vooral de groep-Kruyt een ware terreur uitoefende. Dr. ridder van Rappard werd hierna gehoord. Verdachte beweerde niet geweten te hebben, dat Nederland na de capitulatie in Mei 1940 nog in oorlog met Duitsland was. „Onwaarschijnlijk voor een doctor in de staatswetenschappen", vond de president

Verdachte ga! toe. dat hij getracht had de onwil van het Nederlandse volk tegen d" Duitse bezetting weg te nemen. De president noemde de redevoeringen van verdachte „het meest vuile landverraad". Een uitlating waarmede ridder van

Rappard zich niet accoord verklaarde. Reeds voor 1940 was hij in Duitse krijgsdienst geweest. Daardoor had hij, zo zeide hij, de Nederlandse nationaliteit verloren, zodat hij er geen bezwaar in had gezien in 1941 bij de S.S. te gaan. Ridder van Rappard noemt zich de oprichter van de N.S.N.A.P., een „eer", welke hem door anderen betwist wordt. Hij is van 1932 tot 1939 de leider geweest. Na de afkondiging van het uniformverbod in 1939 hief hij de partij op en vertrok hij, moeilijkheden met de politie vrezende, naar Düsseldorf. Hij meldde zich spoedig bij de Duitse weermacht en werd ingedeeld bij een commando, dat werd geoefend met Nederlandse uniformen en Nederlandse wapenen, om als voorhoede van het Duitse leger Nederland binnen te vallen. Verdachte verklaarde, dat hij weggegaan was van deze afdeling, toen hij de bedoelingen begreep. De Nederlandse regering had hij echter niet gewaarschuwd. „Toen pleegde u verraad!" riep de president. Verdachte ontkende, doch de president en andere leden van het Hof beschuldigden hem om beurten van landverraad, omdat hü geen ontslag uit de dienst had genomen toen hij de verraderlijke Duitse oorlogslisten doorzag, doch slechts overplaatsing had aangevraagd. In 1942 werd de N.S.N.A.P. op bevel van Seyss Inquart opgeheven en opgelost in de N.S.B. Ridder van Rappard vocht in Griekenland met de Leibstandarte Adolf Hitier en in Rusland met de S.S.-divisie Germania. Als Obersturmführer kwam hij terug naar Nederland. Hij was o.m. Ortskommandant van Velp en Bodegraven. Deze man, aldus zei de proc.-fiscaal, mr. van Doorn in zijn requisitoir, heeft een zwaardere straf verdiend dan Mussert, want hij ging verder dan Mussert en diens N.S .B. Hij moet daarom gestraft worden met een straf, die preventief werkt en de staat beschermt tegen trouweloze en gevaarlijke individuen. De proc.-fiscaal eiste daarom de dood straf. De uitspraak is bepaald oj> 28 Maart.

Dr. E. H. RIDDER VAN RAPPARD .... erger dan Mussert....

Burgemeester van Leningrad krijgt ontslag. Vosnessensky, de voorzitter van de Russische staatscommissie voor het ontwerpen van plannen en plaatsvervanger van de ministerraad der Sovjet-Unie, is bij decreet van het praesidium der opperste Sovjet uit deze beide functies ontslagen. Maxim Sabderof, plaatsvervangend voorzitter van de ministerraad sinds 1947, volgt hem als voorzitter van de commissie voor de plannen op. Voznessensky kwam in aanzien na de grote zuiveringen voor de oorlog, toen vele economen en industriele specialisten werden ontslagen. Hij onderscheidde zich het eerst in Ï934, toen hii lid was van de commissie voor de plannen te Leningrad, en een beschermeling werd van Zhdanof. De opperste Sovjet hechtte eveneens haar goedkeuring aan een besluit, volgens hetwelk Goliakoff als voorzitter van het Hooggerechtshof der Sovjetunie is ontslagen en Volin in zijn plaats wordt benoemd Op voorstel van een vrouwelijk lid werd Popkof ontslagen als lid van h§t

praesidium der opperste Sovjet „daar hii niet langer te Leningrad werkt". Andrianof werd in zijn plaats benoemd. Popkof was burgemeester van Leningrad en voornaamste partij organisator aldaar. Onlangs ■ werd in de te Leningrad verschijnende editie van de „Prawda" bekend gemaakt, dat hij niet langer burgemeester en partijleider was. Ook de president van Wit-Rusland en lid van het praesidium van de Opperste Sovjet, Natalewitsj is van zijn functie ontheven; zijn opvolger is Kozlox. Radio Moskou heeft voorts bekend gemaakt dat een reorganisatie zal plaats hebben van de Sovjetrussische ministeries. Tot deze veranderingen had de opperste Sovjet besloten. De vijfde zitting van de Opperste Sovjet welke door meer dan 1.000 afgevaardigden werd bijgewoond, is gisteren geëindigd met de slotbijeenkomst van de raad van de unie. In zijn slotrede over de begroting van de Sovjetunie, welke de Russische minister van financien gisteren voor de Opperste Sovjet heeft gehouden, legde hii de nadruk op de noodzaak van bezuiniging in de Sovjet-Unie. Hij verklaarde, dat aanvragen voor nieuw geld ter financiering van kapitaalsuitgaven, zoals aanleg van een nieuwe spoorweg, vermoedelijk zouden worden toegestaan, doch dat over dergelijke aanvragen door de raad van ministers eerst uitvoerig moet worden gesproken. Een zeer groot bedrag is volgens de minister reeds voor kapitaalgoederen in 1949 toegestaan en dit programma zal worden uitgevoerd. Naar aanleiding van aanvragen voor wegenverbetering in verklaarde de minister, dat het geld hiervoor moet worden gevonden op de begotingen der afzonderlijke republieken. De begroting voor 1949 is door de beide kamers goedgekeurd.

Het is mogelijk, dat Frankrijk in staat zal zijn andere landen te voorzien van uranium, het belangrijkste mineraal voor de productie van atoomenergie, zo heeft Raoul Dautry, regeringsafgevaardigde in de Franse commissie voor de atoomenergie verklaard. Volgens Dautry levert de onlangs te Saint Sylvestre gevonden uraniumlaag meer op dan elders in Frankrijk, doch is de uitgebreidheid en de diepte der aders nog niet bekend. „Voor het ogenblik is Frankrijk verzekerd van de voorraden voor de vorming van een tweede atoomzuil", aldus Dautry (de eerste is 15 December te fort de Chattllon in bedrijf gekomen). „Waarschijnlijk kan Frankrijk voor zichzelf en misschien voor anderen op eigen gebied of in zijn Overzeese Gebiedsdelen de benodigde uranium vinden", zo voegde hij er aan toe.

De Sovjet-Unie heeft gisteravond een nieuwe diplomatieke nota aan Zweden gezonden, waarin er op aan wordt gedrongen, dat de Zweedse politie „ophoudt Sovjet burgers, die naar de Sovjet-Unie willen terugkeren, te vervolgen". De nota werd, in ^trijd met de diplomatieke gewoonten, door de Sovjet ambassade aan de pers bekend gemaakt, voordat zij aan de Zweedse regering werd overhandigd. Op 28 Februari j.1. werd op het Zweedse ministerie van buitenandse zaken een nota overhandigd, volgens welke de Zweedse politie Baltische onderdanen, die naar hun geboorteland wilden terugkeren, intimideerde en onwettig hun huizen doorzocht. In de nota werd tevens de vrijlating geëist van een Est, genaamd Erik Suurvali. die na zijn arrestatie door de Zweedse politie verklaarde schuldig te zijn aan spionnage. Zweden wees in zijn antwoord de beschuldigingen van de hand en weigerde Suurvali vrij te laten.

Te Rome is een overeenkomst geparafeerd volgens welke het handelsverkeer tussen Nederland en Italië een omvang zal hebben van 18 milliard lire aan invoer door Italië en een gelijk bedrag aan Italiaanse export naar Nederland. De overeenkomst, die nog door de Nederlandse ministerraad moet worden goedgekeeurd, heeft een geldigheidsduur van een jaar. Reuter meldt nog, dat het nieuwe verdrag op 31 Maart 1950 zal aflopen. De Italiaanse export zal omvatten fruit, groenten, wijn, rijst, kaas, hennep, tabak, rayon, katoen, wol, auto's, tractors, schrijfmachines, chemische producten en naaimachines. Nederland zal exporteren vee, boter, kaas, eieren, gevogelte, verse- en gezouten vis, haver, gerst, suiker, benzol, motorsmeerolie en electrisch materiaal.

Dr. J. Samuels te Amsterdam, over wiens methode voor de genezing van kanker onlangs een rapport is gepubliceerd, samengesteld door een commissie onder voorzitterschap van dr. J. J. Brutel de la Riviere, heeft zich thans in een adres gewend tot de Eerste en Tweede Kamer. Hij zegt in dit adres, dat 't rapport vari nul en gener waarde is, omdat de circa 130 door hem genezen verklaarde kankerpatiënten hebben geweigerd zich door de commissie te laten onderzoeken, en omdat de commissie bestond uit incompetente of hem vijandig gezinde personen. Ik verwacht, aldus dr. Samuels, dat de Kamer haar afkeuring over het rapport uitspreekt en de minister van Sociale Zaken, met wiens goedkeuring klaarblijkelijk deze actie is geschied, hierover interpelleert. Een adres van dezelfde strekking heeft dr. Samuels doen toekomen aan de regering.

De senaatscommissie voor de buitenlandse betrekkingen heeft haar rauport gepubliceerd over het wetsvoorstel tot voortzetting van het planMarshall. Zij beveelt daarin aan dit wetsvoorstel aan te nemen en voor de landen van het plan-Marshall een. bedrag van 1.150 millioen dollar toe te staan voor de periode April tot en met Juni 1949 en 4.280 millioen dollars voor het daarop volgende jaar. De commissie heeft ook aanbevolen het bedrag van 940 millioen dollars voor Engeland geheel toe te staan. Zij zegt, dat zij de Britse behoeften heeft onderzocht in het licht van een verklaring van de Britse parlementaire onderstaatssecretaris voor buitenlandse zaken, Christopher Mayhew op 23 Februari j.1., waarin gezegd werd, dat het Britse herstel vrijwel voltooid was. Dit heeft volgens de commissie de vraag doen rijzen, of verdere Amerikaanse hulp nog nodig zou zijn. Gezien het catastrophale effect, dat een reactie in een zo belangrijk land als Engeland op het gehele Europese herstel zou hebben, beveelt de commissie de senaat aan, het gehele gevraagde bedrag toe te staan, met aantekening, dat een nieuw zorgvuldig onderzoek zal worden ingesteld, wanneer de rechtvaardiging voor de toewijzingep wordt onderzocht.