De quaestie van de wapensmokkelarij te St. Ootthard voor den Volkenbondsraad. — gl Wat de „optanten”-quaestie betreft heeft de r, Raad van den Volkenbond het opgegeven. b( — Hij blijkt onmachtig tusschen de beide le partijen een vergelijk tot stand te brengen. — Boedapest en Boekarest zullen het met f)] elkaar moeten vinden door rechtstreeksche V( onderhandelingen. — Heftige tooneelen in ni den Pruisischen Landdag. — De politieke d< toestand in het rijk van koning Alexander. m — De vorming van een nieuwe regeering in ^ Dultschland. — Een druk gemarchandeer ^ tusschen de partijen onderling. R di De ontdekking van een wapensmokkelarij te S( St. Ootthard, die door de activiteit van Oosten- re rijksche douane-ambtenaren aan het licht kwam, i< heeft indertijd heel wat opzien gebaard en vooral in de kringen der kleine Entente beroering v. gewekt, daar het incident voedsel gaf aan het r< vermoeden, dat Hongarije — met goedvinden o van Italië — zich heimelijk wapende en dus in v strijd handelde met de vredesverdragen. Frank- o rijk stelde zich eveneens op het standpunt der rr kleine Entente, wier protector het is. Het ge- ir votg was dat de Volkenbond zich genoodzaakt z zag zich met de zaak te bemoeien. s Zooals men zich herinnert, werd een com- s missie van drie ingesteld, o.m. bestaande uit r onzen minister van buitenlandsche zaken, jhr. d Beelaerts van Blokland, en die tot taak had om, ti in samenwerking met deskundigen, precies uit n te visschen wat er al zoo aan de mitrailleurs- C affaire vastzat. De commissie heeft een verslag d opgesteld en dit rapport nu is vorige week het h onderwerp van discussie geweest in geheime en openbare bijeenkomsten van den Volkenbonds- n raad. . d Een algemeen gunstig onthaal is aan het verslag niet te beurt gevallen en er is heel wat kritiek geoefend op den rapporteur, onzen minister van buitenlandsche zaken. De bezwaren kwamen hierop neer, dat het verslag belachelijk- g onbevredigend was, omdat het geen licht ver- c spreidt ten aanzien van de voornaamste onder- c deelen der zaak. Vooral werd het feit gekriti- ^ seerd, dat het rapport er heelemaal niet over ^ inlicht, welke de definitieve bestemming van de f wapenzending was en de militaire beteekenis g van het gebeurde in het verslag schromelijk , wordt onderschat. Kortom: de opvatting, door c vertegenwoordigers van de Kleine Entente en s Frankrijk tot uiting gebracht, was, dat Honga- J rije al te zeer werd ontzien en de investigatie T in belangrijke mate te wenschen had overgela- s ten; Paul Boncour liet dan ook uitkomen, dat j wat het incident betreft, de internationale vei- , ligheid op het spel staat en dat met man en j macht ernaar moet worden gestreefd, dat in den . vervolge soortgelijke gebeurtenissen niet meer , kunnen voorkomen en de mogelijkheid wordt ] geboden voortaan in soortgelijke gevallen een ( krachtdadiger onderzoek in te stellen. Toch hebben de critici tenslotte in zekere j mate hun zin nog gekregen, daar een tweetal ] moties door den Raad zijn aangenomen, waarin o.a. de houding van de Hongaarsche regeering werd gegispt, daar deze de zaak louter van douane- en spoorwegtechnisch standpunt heeft bekeken en waarin de noodzakelijkheid wordt bepleit en de moreele verplichting wordt geconstateerd, dat de staten, wanneer een onderzoek wordt ingesteld naar overtredingen der vredesverdragen en de bepalingen van ’t Volkenbonds statuut, alle maatregelen nemen, opdat een zoo doeltreffend mogelijke enquête kan worden ingesteld en deze niet wordt gesaboteerd. * * * Wat de „optanten”-quaestie — het bekende geschil tusschen Roemenië en Hongarije — betreft heeft de Raad van den Volkenbond het opgegeven. Hij houdt er zich niet meer mee bezig wijl hij onmachtig blijkt tusschen de beide partijen een vergelijk tot stand te brengen. Roemenië blijft n.1. beslist weigeren het voorste! door den Raad in Maart eenstemmig gedaan, om de gemengde rechtbank voor optantengeschillen met twee neutrale rechters, uit te breiden, te aanvaarden. Chamberlain wist dan ook niets beters te doen dan als rapporteur in deze quaestie den beiden partijen dringend te verzoeken de zaak onder elkaar te regelen. Hee! goed, redeneert Apponyi, maar als dat niet gelukt, zal ik beginnen te eischen, dat de Raad personen aanwijst, uit wie Roemenië een nieuwen rechter moet kiezen, en dat hij de vraag,
of de gemengde rechtbank haar bevoegdheid ge heeft overschreden, om advies aan het Interna- de tionaal Gerechtshof te ’s-Gravenhage zal voorleggen. de En van dit laatste wil — men weet. het — gl Chamberlain nu weer niet hooren. De discussie de over de netelige schadevergoedingsquaestie aan lei ge-Roemeniseerde Hongaren (wonende op di> grondgebied, door het verdrag van Trianon aan mi Roemenië toegewezen) die door de nieuwe land ve bouwwetgeving in Roemenië schade hebben ge- ev leden en dus bepaalde schadevergoedingsbedra- bi gen daarvoor eischen — de discussie over die moeilijke en netelige quaestie dreigde, geheel vr onafgedaan, van de agenda te worden afge- jkr voerd, toen Titoelescoe, de Roemeensche mi- Ei nister van Buitenlandsche Zaken, opeens voor di den dag kwam met de 'mededeeling dat .Roe- st menie aan Hongarije zal voorstellen een directe g« overeenkomst te sluiten, die voorziet in een re- ru geling van de quaestie door schadeloosstelling g< aan de Magyaarsche grondeigenaars doordat sc Roemenië af zou zien van een gedeelte der scha al devergoeding, welke Hongarije aan Roemenië ki schuldig is. Roemenië stelde daarom voor directe onderhandelingen te openen met medewerking van Chamberlain. Maar Apponyi toonde voor deze oplossing weinig sympathie. En toen de voorzitter Aguerro, blijkbaar ten einde raad, de Hongaarsche optanten-quaestie voor den Raad als afgedaan verklaarde, riep Apponyi, protesteerend en hard op- ,Neen!” En daar zit nu het illustre college met dat geschil tusschen Hongarije en Roemenie in het moeras-, zonder de minste kans te zien zich daaruit te werken, zóó, dat er van n welslagen voor den Raad zou kunnen worden gesproken. Ook Chamberlain is met zijn werk als rapporteur niet gelukkig geweest — hij moest l den geheelen Raad teleurstellen. De verhouding tusschen Roemenië en Hongarije is volstrekt niets beter dan die tusschen 'Polen en Litauen. Chamberlain en de heer Beelaerts kunnen broe- j derlijk hand aan hand gaan als rapporteurs die hun best gedaan hebben ... zonder meer. Boedapest en Boekarest zullen het met elkaar moeten vinden door rechtstreeksche onderhan- g delingen. j< * * * 8 s Zich bewust van hun door de verkiezingsre- v sultaten aanzienlijk versterkte positie hebbende c communisten in den Pruisischen Landdag den c conservatieven dr. Ponfinck, die zich verzette v (hij was de eenige die dit 'deed in geheel t v Huis!) tegen de vrijlating van ’n paar in ves- \ tingstraf zuchtende uiterst-linkschen, afgeran- p seld. zoodat ’t voorwerp van hun woede daarbij r ’n gapende hoofdwonde opliep. Voorzeker n r duidelijke manier om aan den politieken tegen- l stander op afdoende wijze te kennen te geven <= dat men ’t niet met hem eens is! Maar —■ wat c moet dat worden, als de heeren rooden van ver- ( schillende couleur en nuanceering zulke midde- j 1 len gaan toepassen. En nu had men ditmaal 5 ' nog wel als kalmeerend middel op zich kunnen t 1 laten inwerken de verklaring van den hoogbeJ jaarden — 83-jarigen — graaf Posadowski, die, c , vroeger monarchist in hart en nieren, overtuigd ■, [ republikein is geworden tengevolge van de hou- ; ’ ding der Duitsch-Nationale partij, in de valon- i satie-quaestie. Neen, Posadowski kon de^com- ’ ; munisten met het verhaal zijner „bekeering niet 1 milder stemmen; zijn woorden waren geen Ur1 pheusklanken, die wilde-dieren-gemoederen ver ! ’ mochten te betooveren. Trouwens, laat Posa1 dowski maar van de daken prediken, dat het i l de plicht en het recht van iederen burger is, * den bestaanden staatsvorm tegen eiken aanslag te verdedigen, dat ieder staatsburger zich daari bij moet neerleggen, onverschillig of deze staats vorm aan zijn innerlijke overtuiging beants woordt of niet. De communisten zijn ook met 3 dezen republikeinschen staatsvorm, niet tevre‘ den, doch verlangen hun communi.stisch-republik’einsch ideaal verwezenlijkt te zien en lietst zoo spoedig mogelijk —- met of .zonder hulp van Moskou. Zij oefenen zich blijkbaar alvast in het in practijk brengen der communistische pare lementaire manieren. :t * * e * i Wellicht dat het eerstdaags ook in de Skoep■- tsjina te Belgrado tot tooneelen komt als die m :- den Pruisischen Landdag. Want voor de opi- positie is niets te goed — beter gezegd, te e slecht — om den arbeid der regeering te sabon teeren; zij blijkt nog vinniger en woester dan n die in Roemenië. Onder de door haar ingedien:e de 40 spoedvoorstellen — exusez du peu! el bedoeld als obstructiemiddel, heeft er één de ;- strekking om den minister van Binnenlandsche "d Zaken Kowsjetz voor het staatsgerechtshof ter i- verantwoording te roepen, als mede-verantwoor g, delijk voor het bloedvergieten bij de betoogin-j
ma mi■ 11 iii i— —?en te Belgrado alsmede voor de besnoeiing van le vrijheid der pers. Natuurlijk willen de regeeringspartijen om leze obstructie tegen te gaan eventueel het reglement van orde wijzigen, — het gewone midlel. Doch de democratische boerenpartij onder eiding van Raditsj en Ribitsjewitsj dreigt, inlien dit inderdaad gebeurt (d. w. z. het reglenent van orde gewijzigd en dus de obstructie /erlamd wordt) het parlement te verlaten en ïvenals de Roemeensche boerenpartij den strijd muiten het parlement voort te zetten. Zóó is dus de politieke toestand in het rijk van koning AlexancTer momenteel al niet minder kritiek dan in het rijk van zijn „neefje” Michael. En dat nog wel, terwijl men toch alle krachten diende in te spannen om gezamenlijk sterk te staan — nu juist niet: tegenover, doch in elk geval — naast Italië ter verzekering van de rust op den Balkan en ter behartiging van Joego-Slavië’s eigen belangen, die — ondanks de schoone woorden van Mussolini — toch nog altijd niet parallel loopen langs de Adriatische o kust en in de Adriatische Zee. Vl w * * (; * a a Zij is er nog niet, de nieuwe Duitsohe regee- w ring, die gevormd moet worden in corresponden- g tie met den uitslag van de verkiezingen voor den v, Rijksdag. Maar er wordt aan haar totstandko- j ming hard gewerkt, wat in dit geval gelijk staat 0 met het feit, dat alle partij-organen van eenige g beteekenis hun licht laten schijnen over de wen- d schelijkste oplossing en dat er druk gema.rchan- n deerd wordt tusschen de partijen onderling en w tusschen de verschillende stroomingen in de d partijen. v Formeel kan er natuurlijk niets gebeuren voor e het kabinet-Marx zijn ontslag heeft ingediend, y wat nog steeds niet gebeurd is. Voor het zoover is, kan Hindenburg uiteraard geen opdracht ge- b ven voor de vorming van een nieuwe regeering, j. maar er kunnen in dien tusschentijd natuurlijk ^ wel de noodige voorbereidende maatregelen y worden genomen, om de zaak zoo spoedig mo- ^ gelijk te doen afloopen, wanneer Marx eenmaal £ is afgetreden. j Die voorbereidende beslommeringen zijn. be- f gonnen met de ontvangst van den Rijksdagpre- ^ sident Loebe door den Rijkskanselier. Loebe was van oordeel, dat er aangestuurd moest worden * op de vorming van een kabinet uit de groote coalitie. En het schijnt wel, dat dat advies zal worden opgevolgd. De partij, die in den nieuwen Rijksdag het grootste aantal zetels heeft, die in de .nieuwe regeering een zeer belangrijke plaats zal innemen en dus bij de quaestie van de regeeringsvorming een gewichtig woord heeft mede te spreken de sociaal-democratische partij, « heeft het besluit van het partijbestuur ontvangen, een besluit, dat zeker wel zal worden uitgevoerd, ook al heeft de Rijksdagfractie het laatste woord ; Op de vergadering van het partijbestuur heeft ■ Hermann Müller het advies gegeven, direct en zonder omwegen — dat wil dus zeggen zonder ■ te pogen een kabinet volgens de coalitie van Weimar in elkaar te zetten — aan te sturen op een regeering uit de groote coalitie. Er was een ; minderheid, die zich hiertegen verzette, omdat zij niet wenscht samen te werken met de Duitechc Volkspartij, die als een partij, waarin vele werkgevers en groot-industrieelen zitting hebben beschouwd kan worden als een anti-sociajistische nartij. Maar de overgroote meerderheid van het partijbestuur was voor een regeering uit de groote coalitie en alhoewel het beBluit van het partijbestuur slechts dekkracht heeft van een advies, verwacht men toen als zeker, dat dat advies zal worden opgevolgd. Deze dagen heeft er een conferentie plaats tusschen Hindenburg, Loebe en Müller en naar algemeen wordt aangenomen, zal daar wel het besluit vallen, dat aan laatstgenoemde de opdracht zal worden gegeven, een kabinet op den basis van . de groote coalitie te vormen. Het heeft, na den uitslag van de stemming voor den Rijksdag vrij lang geduurd voor. men i zoover is gekomen En met dit resultaat zijn de . moeilijkheden nog volstrekt niet overwonnen. .Want bij de onderhandelingen met .de andere partijen zullen eerst de groote quaesties aan het licht komen, waarbij die van de verdeeling der zetels wel een van de allervoornaamste zal blijken te zijn. , , Men kan nu reeds als zeker aannemen, dat i Müller het rijkskanselierschap voor zich zal op- eischen en eveneens staat het wel vast, dat Se1 vering minister van Binnenlandsche Zaken zal - ,worden en dat zoowel dr. Stresemann de porteï ifeuille van Buitenlandsche Zaken, als generaal - Groener die van Oorlog zal behouden.