De West-Indiër : dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana
- 01-11-1891
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Kop
- Paramaribo, 31 October 1891.
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- De West-Indiër : dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana
- Datum
- 01-11-1891
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.L.G. de Randamie
- Plaats van uitgave
- Paramaribo
- PPN
- 045270368
- Verschijningsperiode
- 1863-1898
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1898
- Verspreidingsgebied
- Suriname
- Herkomst
- KB 1610 C 4
- Nummer
- 90
-
-
Geen zoekvraag opgegeven
-
-
- Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
-
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Kop
- Paramaribo, 31 October 1891.
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- De West-Indiër : dagblad toegewijd aan de belangen van Nederlandsch Guyana
- Datum
- 01-11-1891
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.L.G. de Randamie
- Plaats van uitgave
- Paramaribo
- PPN
- 045270368
- Verschijningsperiode
- 1863-1898
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1898
- Verspreidingsgebied
- Suriname
- Herkomst
- KB 1610 C 4
- Nummer
- 90
Paramaribo, 31 October 1891.
Paramaribo, 31 October 1891.
De angst, die hier ter stede heers ■wegens het wegblijven van de Prins Ercderik Hendrik j die sedert Maandag verwacht werd, is gelukkig geëindigd door de .aankomst van voornoemden nier op Donderdag namiddag. Naar wij zijn ingelicht vertrok het schip op 8 October, 's namiddags twee uur, van IJmuiden onder gunstige omstandigheden. De zee was kalm en het weer goed. Den volgeuden dag v/erd Dnngeuess gepasseerd en kreeg men in het kanaal een frissche koelte., die immer in krach! toenemende in den nacht tot storm ov, rfing, waarbij vreeslijk hooge zeeën liepen, ie het schip voor en achter overstelpte Van water. 's Morgens vau den lm sloeg ecu zware zee de bakboord saloudeur in , waardoor eene groote hoeveelheid water desaion, hutten en provisiemagazijn vulde Men kau zich wel den toestand van de passagiers voorstellen, waaronder verscheidene vrouwen eu kinderen zich bevonden. Terwijl de storm den 12u niet verminderde . kreeg men bovendien een hevige hagelbui uit het W. N. W., vergezel! Van St. Elmusvuur aan de toppen der masten eu nokken der raas. In den nammiddag van den IGn begon de storm te verminderen , om , mulat St. Michiel den 18n 's namiddags gepasseerd was, voor prachtig mooi weer plaats te maken , dat tot de aankomst alhier is aangehouden. , De passagiers , wier namen in een andere kolom voorkomen , roemen allen het gedrag en de kalmte van den kapitein en zijne bemanning gedurende de reis, maar vooral tijdens den storm. De kapitein bleef gedurende vier etmalen, toen de storm het hevigst was, trouw op zijn post eu heeft daardoor ongetwijfeld het vertrouwen, dat terecht zijne passagiers in hem stellen, niet weinig verhoogd. Ouder de aangekomen passagiers bevindt zich ook Baron A. Klinc k o w-6tr ö m , lid van het Aardrijkskundig en Antropologisch genootschap^ van Zweden , wiens doel het is voor do Universiteit van Stockholm eu voor het Rijksmuseum in Zweden eene verzameling te maken vau alles wat op het gebied van de zoölogie en autrci in de/c kolonie voorkomt • ■ii oiider ziju bereik mocht vallen. De heer IC 1 i n e k o w s t r ö m heeft in den zomer vau Li.K) de expeditie onder Baron X • • r d e n s k j old J r. medegemaakt naar Spitsbergen en was gedurende het seizoen lÖ9O -18JM assiateut van de zoölogische afdeeling van de [Jniversite.it van Stockholm. i>e Baron is de gast van den Gouverneur. ■•---^^^'ïv^a^^H.'*»*- - Van 'eene vriendelijke zijde ontvingen wij onderstaand adres ter opname. Aan Zijne Excel tent ie ■ i.r van SnrinaMe. Excellentie. De ondergeteekenden , daartoe afgevaardigd d ior eene vergadering van planter.-» in de ; staande uit de heeren
.]. F. Spiering, L.M. Curi e I, C
jC. Fa er her, R. 1). Cv me, I. E. jP. lake. A. J Busch man, V. M. !s ah a r,.). U. C. uouggrijp, \Y . v a n Gen ,1 eren, .1. S aio mon s , ,). C. 3 ■ d el Prado, D. \V. Hordijk, 11. X. 1' ieoe r s, P. van deußr o c k, R. D. d c 1 a I' a r e a, J. 1 e n ne 11 y, A. M aeiuto s h , 11. M. 1). 11 obert s o n , J. F indie y , F. R. Xah a r , J. A bel, E. N'evel en IL Ironside nemen de vrijheid zich bij deze tot Uwe Excellentie te wenden, ten eind»; Uwe Excellentie te wijzen op het ernstige gevaar, waarinde jersonen de- planters zich sedert den matsten tijd bevinden door den thans heeroden geest bij, eu de houding van de Br. Lid. immigranten en Uwe Execellentfc met aandrang te verzoeken, maatrei te nemen om in dien onhoudhuren ü 1 verandering te brengen. I',- gruwelijke moord op den directeur 'M is slechts de onmid* •g tot dit dringend versi'B om die onfroisb niog van hunne personen. Voorts tai van feiten , van gejïukkig nog niet zoo ernstigen aard in den [laatsten tijd op verschillende plan voorgekomen leveren daartoe buitendien pieer dan voldoende reden , en tooneu dat het geval op Jagtlust geen gebeurtenis is, es buiten verband met den alyemeenen •uden geest onder de Lr. Ind. immigranten is te beschouwen. Op plantage Voorburg werd ecu hoofduva voorafgaande bedreiging door een kollie vermoord, dam- hij die tegen diens zint op ander werk had geplaatst. (Jp plantage Zoel-en gaf het verzet tegen en feo.fs de aanranding van autoriteiten als He Procureur Generaal, en de Districts Commissaris bij de in hechtenisnemine* van de schuldigen in het voorgevallene tijdens het Tadjafeest, een duidelijk bewijs vau een treurig gebrek aau ontzag. Etn ander blijk daarvan levert het verwonden vaa deu directeur van plantage Goudmijn op de post Sonimelsd'jk onder het oog der politie door ecu* steenworp van een zich iv hechtenis beviudenden koelies zijner plantage, die van scheepsgenooten vernomen had , dat zij, door het slaan van den directeur der plantage waar zij gecon-
tracteerówaren, van hun contract ware! vrij y-ekoinen eu blijkbaar daardoor tot- zijn s geleid ; na seliug voor dis feii aan boord van de dierboot Wilhelmina . in tegeuwuor;id vau den kapitein ou anderen . 'eur nog, hem na zijn terugkomst op de plantage to zullen vermoorden.
Op (ii mtagu Wederzorq werd de hospitaal oiizich'er door de koelies afgeranseld om ziju tusseheukomsl bij een vechtpartij ranten. Later werd da directeur zelf, ; koelie bi wilde z:j;;e vrouw te mishandelen , door deu man eerst met eene ftesch bedreigd, eu daarna meteen houwer aangevallen, waarmede hij zou ziju verw geworden, als dat niet juist bij tij ds door anderen 'was belet.
Op plantage Maricnbarg bedreigde een koelie deu directeur inde sterkstebew dingen, als <\r..'ü de zaai;: van een vermisten en m &- woning vau den min • gevonden bij' i iautuge behoorende, dunde te vervolgen.
Op j e.ntao-e Meerzorg bedreigde een koelii u den ' i met het ergst, voer het geval hij nog ei'iiA teruggeroepen werd om slecht werk, dat hij had geweigerd over te doen , iv orde te brengen. Op denzelfden dag, waarop de directeur vau Jagllust vermoord werd, deel meu den directeur van plantage Muerzonj mededeeling, d<\t ook ti hem 't zelfde voornemen op zijne plantage bestoud, en vond hij op zijn weg naar de velden een immigrant, die met den moordenaar vau ,/agtlust te gelijkertijd in de inyenis was geweest, met een knuppel o-ewapeud, welke den man echter werd afgenomen.
Eenige aangeklaagde immigranten van plantage Alliance, die doo,** de opzichters en hoofdlieden per vaartuig naar de zitting vaa den ommeg.tanleu rechter op post Sommeddij/, il werden . trachtten de boot te doen omslaan , en zeiden de opzichters en hoofdlieden te willen •mken, die zij bovendien bedreigden te zullen vermoorden , ingeval zij op ue zitting werden gestraft.
Op plantage Zoek.:- dreigde een koelie tegenover den E eil, den directeur te zullen len , als hij geen gemakkelijker werk kreeg, bewerende anders niet genoeg voor zijn onderhoud te kunnen verdienen. ILj herhaalde deze bedreiging tegen over den directeur en bij zijne vei ing over willekeurig verlaten van de plantage nogmaals na de zitting. Een andere le van deze plantage zeide 't zelfde aan den Consul aangaande een vrouw , die hem verlaten had , voor 't geval hij de sieraden niot terug kreeg-, die zij te voren vau hem had ontvangen , hoewel was uitgemaakt , dat hij er recht óp had.
Op plantage Rmi en Werk werd een opzichter onverwachts door koelies in het veld aangevallen en geslagen en later een andere opzichter die eerst sedert korten tijd in de kolonie was, door een drietal koelies in zijn boot aangevallen en met een stok geslagen,
Op plantage Slootrviji dreigde een koelie met brandstichting en werd 's avonds werkölijk e"n daartee door hem gedane poging ontdekt in zijne woning, en buitendien ook in een .aae-eid.
De ondergeteekenden gelooven , dat uit hot bije uoegzaam blijkt, aan welk gevaar de planters in deze kolonie thans bl hoe volslagen gebrek ontzag bij de immigranten voor de festelde personen en zelfs voor de autoriteiten, terwijl dat juist zoo noodig is bij het werken met een oostersche volk, ais de oorzaak moet beschouwd worden van de zorgwekkende feiten , in den laatsten tijd door Br.-Ind. immigrari- Ireven. — Naar het algemeen . el der bijeengekomen planters is dit aan ontzag voornamelijk toe te schrijven aan de zwakke wijze waarop door immigranten ..le overtredingen in deze kolonie. vooral in den laatsten tijd worden behandeld , waardoor de koelies van een zekere mate van straffeloos-* beid meenen overtuigd te kunnen zijn, die hen tot dttden b .vaarroor zij anders zouden terugdeinzen > en zijn de inatructiëü om de krachtige maatregelen uöver gestraften , sedert het optreden van den tegen woordigea Proc. generaal geuomeu weder te verminderen, in dit opzicht van zeer slechten invloed geweest.
I! ■ ".cn. de het dringend verzoek tot Uwe Excellentie wamden , dat spoedig stappen warden gedaan, om aan dien onhoudbareu toestand een einde te maken, en daardoor zoowel in het belang vau de planters, als in dat van de immigranten zelve eu van d<? geheele Br.-lud. immigratie ernstige voorvallen te voorkomen, die naar huil eeo■ gevoelen anders bepaald te verwachten zijn.
In de eerste plaats meenen zij te moeten vragen om ecu sneller en beter behandeling van bij de rechters voorgebrachte zaken.— Hiertoe achten zij wenschelijk, dat er minstens één maai per week voor elke plantage gelegenheid besta , op een bereikbaren afstand bij een terechtzitting zaken voor te brengen ; —2. dat de aangebrachte zaken daarop onmiddellijk worden behandeld eu zoo mogelijk afgedaan. ook die welke door gebrek "aan "tijd tot voorafgaande dagvaarding eerst 'op de zitting zeit worden aangebracht ; :■,. dat de volgens de I . * verordeningen bepaalde straffen met de noodige gestreasrheid , naar mate van d>* overtredingen worden u 'ken: (. dat de tot ge» dwongen te .volkstelling veroordeelde personen onmiddellijk worden in hechtenis genomen :■ 0. dat wordt toegezien den tijd van hechtenis werkelijk 'tot een tijd van straf te maken , en niet tot een tijd vun gemakkelijke bezorgdheid.
Zij gelooven dat in deze opzichten voor hen thans dikwijls gegronde redenen tot klaehton bestaan.
Aangebrachte zaken worden vselal zelfs bij de veertieudaagsche zittingen in 't geheel niet op de eerstkomende zitting behandeld . of daarbij tot een volgende uitgesteld , eu veroordeelden geruimen tijd op de plantages gelaten vóór hun inhechtenisneming , hetgeen vau zeer slechten invloed op de reeds aangeklaagden of veroordeelden eu dikwijls ook op de overige immigranten is. en zeii's somtijds iriijk voor den planter, zoo als het treurig geval op Jagtlust heeft getoond
De wijze van behandeling der zakeu tgeiiover de planters irf 't bijziia vaa de aangeklaagde koelies, doet veeïa; afbreuk aan bel omzag, dat laatst^*! noemden noodzakelijk voor de boven hen gestelde personen behoeven , te hebben en de uitgesproken straffen zoowel als de wijze waarop die ten uitvoer gelegd worden , geven aan de arbeiders dikwijls dien indruk van zekere straffeloosheid, die zulk een verkeerde uitwerking heeft. Gewoonlijk worden een aanmerkelijk aantal gestraften bij 't werken door één politie beambte bewaakt, en veelal door dezen niet met de vereischte gestrengheid tot werkelijken arbeid genoodzaakt, zoodat zij zich op verschillende plantages na hun terugkeer niet zelden hebben uitgelaten , dat zij het op straf veel beter en gemakkelijker hebben, dan wanneer zij op de plantages moeten werken. Als voorbeeld van het bovenstaande meenen de ondergeteekenden nog eenige hun vermelde gevallen te mogen aanhalen. Een opzichter van plantage Jagtlust werd, korten tijd vóór den aldaar gepleegden moord , door eenen koelie , wiens werk hij afkeurde met een houwerslag bedreigd, doch zocht d< or een stokslag op dien arm den slag te voorkomen.
De ommegaande rechter veroordeelde voor dat geval den opzichter, en wel tot een niet onbelangrijke geldboete. De immigrant op plantage Wcderzorg die den directeur had aangevallen , werd, eenige opgewondenheid ten gevolge van dronkenschap in aanmerking genomen , door den Ommegaanden rechter met slechts zes weken gestraft. Een der koelies die wegens het afranselen van den hospitaaiopzichter op dezelfde plantage met vier maanden gestraft was, werd , gedurende zijn straftijd tot dwangarbeid , als kok voor de gevangenen te werk gesteld.
Dergelijke feiten worden algemeen door de samengekomen planters van zeer bedenkelijken invloed op den geest onder de plantage arbeiders geacht, eu zij vinden daarin aanleiding tot de vrijheid om Uwe Excellentie in het bijzonder opmerkzaam te maken op de huns inziens hooge wenschelijkheid, dat bedreigingen en persoonlijke aanranding door woorden of gebaren werkelijk als misdrijven gestraft worden, en dat over het geheel meer doeltreffende strafbepalingen worden ingevoerd , zooals in de plantersvergadering bij gelegenheid van de voorstellen tot wijziging van de strafverordening gehouden werden aangegeven.
Verder gelooven zij bij den tegenwoordigen onhoudbareu staat van zaken Uwe Excellentie met ernst te moeten wijzen op den beteren toestand die in de naburige kolonie Demerary is ontstaan, wat de veiligheid zoowel van de planters als vau de arbeiders onderling* betreft, door de toepassing van openbare lijfstraffen voor het toebrengen van ernstige slagen of verwondingen aan personen , en tevens in dit opzicht ais hun eenparige meening te moeten te keunen geven , dat de hier van kracht zijnde bepaling van de doodstraf als een onmisbare strafbepaling voor de ernstigste' gevallen moet worden beschouwd.
De ondergeteekenden zijn van oordeel dat, waar een krachtig optreden bij ongeregeldheden in de kolonie van andere zijde dan van die der plantagearbeiders wenschelijk geacht werd, dit eerbiedig doch dringeud verzoek, om thaus teu behoeve der planters krachtige en spoedige maatregelen van bescherming te nemen , waarbij zij ook op de noodzakelijkheid eener vermeerdering van de politiemacht in de districten gelooven te mogen wijzen , zeker meer dan gerechtvaardigd wordt, door den tegenwoordigen staat van persoonlijk gevaar waarin dezen verkeeren , en de belemmering die daardoor voor hen ontstaat om hun plicht te doen, en zulks van hun ondergeschikten te vorderen. 't Welk doende, etc. (Was get.) S. Muller van Vootst. A. G. Knott. G. K. Cramer. James Mavor. T. van Lierop. C. C Reebero. F. C. Gefken.
De inlichtingen op het adres vau den heer J. Barnett te Paramaribo, beheerder deimaatschap J. G. vo n II eme r t & Co., houdende klacht over handelingen van den Gouverneur vau Suriname, zijn door den Voorzitter der Tweede Kamer in handen gesteld van een Commissie van onderzoek waarvan de leden ziju de heeren Goeman Borgesius, van By landt, Bahlman, Hartogh en Mutsaers.
In Het Vaderland van den 3 en 6 October jl. leest men :
« Mr. W. Tonckens, gouvernementssecretaris van Suriname , thans met verlof hier te lande , zal zich hier ter stede vestigen en niet naar West-Indië terugkeeren."
« Mr. Tonckens, gouvernements- secretaris in Suriname, thans met verlof hier te lande , meldt ons, dat het bericht, als zou hij niet naar West-Indië terugkeeren, onjuist is."
Als opvolger van mr. De Vries als lid van den Raad van State wordt, volgens den Haagsehen briefschrijver der Midd. Ct. , genoemd de afgetreden minister van Koloniën Mackay. (De Tijd.)
Uit Surinaamsche correspondenties is gebleken , dat de Gouverneur van Suriname met dien vun Fransch Guyana een bijeenkomst heeft gehad om den rechtstoestand in het Lawa-gebied te regelen, en dat eerstgenoemde daarna een goudverordening betreffende dat gebied bij de Staten heeft ingediend. De juiste termen der met zijn ambtgenoot getroffen overeenstemming zijn tot nog toe niet medegedeeld. Men vindt ze in de Temps van heden , die uit Cayenne den tekst ontvangt eener overeenkomst, op 23 Augustus door beide overheidspersonen te Saint Lanrent aangegaan. Hieruit blijkt, wat uit de toelichting tot de goudverordening niet duidelijk was, dat ons gouvernement voor geldig erkent alle permis d-'exploitation", die het gouvernement van Frausch-Guyana heeft uitgereikt. Ziedaai* dus 'de bonafide verkregen rechten , die geëerbiedigd moeten worden ! Alsof het niet bekend is, dat de meeste dier permis d'exnloiüttion gegeven zijn in ilagrar-icvi strijd met de afspraak om liet status quo te handhaven , ja ten deele zelfs trots het uitdrukkelijk verbod vau de Fransche Regeering. [( Vad. 10 Oct.)