ZONDAG, den Uden JANUARI 1872, des voormiddags ten '/, 9 ure. Ds. OVINK.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 12-01-1872
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 12-01-1872
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 10
- Jaargang
- 21
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Protestantsche Eeredlenst. Voorbereiding tot de viering VAN HET II. AVONDMAAL.
Roomsch Catholieke Eeredienst. ZONDAG den 14e Januari 1872.
Yroegdicnst des morgens ten 6 ure, Hoogdienst des morgens en x/2 9 ure, Lof des avonds te '/_ 1 ure-
Benoemingen, enz.
Bij beschikking van Zijne Excellentie den Minister van Koloniën, van 8 November 1871, La. Ara., no. 14, zijn J. Hardeman, \Y. A. van Sliedregt en P. Bommel, gesteld ter beschikking,' van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch-Indië, om te worden benoemd tot opzichter der derde klasse bij den waterstaat en de burgerlijke openbare werken aldaar.
CIVIEL DEPARTEMENT.
VERLEEND: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den telegrafist der derde klasse E. C. J. Künig. ONTSLAGEN: Uit zijne betrekking, de assistent-resident van Sambas (Wcster-afdeeling van Borneo), G. de Groot. BENOEMD: Tot resident van Timor, de hoofdambtenaar op non-activiteit K. de "Wit, laatstelijk resident der Padangschc Bovenlanden (Sumatra's Westkust), onlangs van verlof nit Nederland teruggekeerd. Tot assistent resident van de Limapoeloc Kottas (Sumatra's Westkust), tevens vendumeester aldaar, de assistent-resident van Mandheling en Aiikola J. N. Vosmaer. Tot assistent-resident van Mandheling en Ankola (Sumatra's Westkust), tevens vendumeester aldaar, dc assistent-resident van Lingga (residentie Riouw en onderboorigheden) J. C. Boyle. Tot assistent-resident vau Sambas, dc controleur der eerste klasse bij het binnenlandsch bestuur in de residentie Wcster-afdeeling van liorneo H. C. van Houten. Tot adjunct-inspecteurs vau bel inlandjch onderwas in Nederlandsch-Indië, de eerste commies bij het departement van onderwijs, eeredienst en nijverheid dr. .1. J. van Limburg Brouwer, en dc controleur der tweede klasse bij bet binnenlandsch bestuur in .Ie residentie Menado F. S. A. dc Clercq. Tot substituut-officier van justitie bij den raad van. justitie te l'adang (Sumatra's Westkust), de grillier bij den omgaanden rechter in de vierde afdeeling mr. F. .1. Tijudall de Veer. Tot derden commies bij bet departement van binnenlandsch bestuur, de klerk A. F. Barthelemy. Tot derden deurwaarder bij den raad van justitie te Batavia, F. Loriauv, laatstelijk klerk bij den ontvanger der in- en uitvoerrechten (e Cheribon, thans op wachtgeld.
DEPARTEMENT VAN OORLOG.
VERLEEND: Een tweejarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, aan den kapitein der infanterie I). .V. C. F. W. Verstege. Een tweejarig verlof naar Nederland, aan den eersten luitenant der infanterie C. W. Klute, en a.n deu militairen apotheker der tweede klasse I). Eekma. ONTSLAGEN': Op verzoek, eervol, uit Zr. Ms. militairen dienst, de eerste luitenant der"infanterie A. I. E. van Deden van Driesberg.
BEVORDERD:
BIJ HET WAPEN DEK INFANTERIE. Tot kolonel, de luitenant-kolonel G. B. T. Wiggers van Kcrchem. Tot luitenant-kolonel, de majoor op non-activiteit 11. Tenuij telen. BENOEMD: Tot lijdelijk adjunct-boekhouder bij 's rijks magazijn van geneesmiddelen te Batavia (militair ambtenaar der derde klas3C), de thans met de waarneming dier betrekking belaste adjudant onder-officier hospitaalmeester bij de militaire administratie (voor memorie) A. van Dongen. Door den Kommandant van het Leger en Chef van het Departement van Oorlog in Nederlandsch-Indië zijn : GEPLAATST: INFANTERIE. Bij het Bste bataljon, de eerste luitenant J. W. Oroes; Bij het 12.1 e bataljon, de eerste luitenant M. A. du Croo; Bij het, 15de bataljon, de eerste luitenant P. J. Miltenburg; allen onlangs uit Nederland van verlof teruggekeerd.
OVERGEPLAATST:
INFANTERIE. Bij het sde bataljon, de bij het wapen der genie tijdelijk gedetacheerde eerste luitenant J. H. Nuysink. liij het Bste bataljon, dc eerste luitenant A. Benjamins, van de garnizoens-kompagnie der Lampong.che Districten. Bij het garnizoens-bataljon der Westcr-afdccling van Borneo, als adjudant, dc eerste luitenant F. Anten, van het 10de bataljon. Bij hot suppletie-depót te Meester- Cornclis, de kapitein A. G. C. E. W. van den Bussche Ippenburg, en de eerste luitenant R. H. Clarckson, beiden van het subsistentenkader te Batavia.
GESTELD 0P NON-ACTIVITEIT.
INFANTERIE. De majoors H. Termijtelen-en A. ,T. Diepcnbrock; GENIE. Dc majoor A. J. H. van Kappen; allen onlangs van verlof uit Nederland teruggekeerd, en zulks te rekenen van af 30 December 1871. TIJDELIJK GEDETACHEERD: Bij liet wapen der genie, de eerste luitenant P. van den Blijk en P. F. Weber, respectivelijk van het 2de en 1-lde bataljon infanterie, zullende zij in verband .laarmede bij bun wapen worden gevoerd na. la .uite".
DEPARTEMENTDERMARINE.
BENOEMD : Tot adjiuu-t-bouwkimdige voor den dienst der bebakeniog en kustvcrlichting bij het departement der marine in Nederlandsrb-ludië, C. O Jasper, laatstelijk lichtopzicbtcr der tweede klasse bij den dienst dcc kustverlichting in Nederlandsch-Indië, thans ter beschikking gesteld van deu Kommandant der zeemacht en chef van het departement der marine in Nederlandsch-Indië, ten einde den bouwkundige voor den dienst der bebakening en kustverliebting in zijne werkzaambeden behulpzaam te zijn.
NEDERLAND.
2 Dec. Dc ultramontaansche kiesverecuigiug Recht voor Allen, te Amsterdam, heeft tot candidaat voor dc Tweede Kamer gesteld den heer It. A. Insinger. — Voor den dienst in Ned. Indië zijn gevraagd vier ingenieurs. Zes candidaten — allen bezitters van het ingenieursdiploma — hebben zich aangemeld voor het vergelijkend examen, dat deu 28sten Nov. in den Haag is aangevangen en ongeveer ecu weck zal duren. Van de zes candidaten is echter één niet opgekomen. L1— Volgens de Fait Ma/1 wil het Engelsch Gouvernelaftnt zekerheid erlangen omtrent de resultaten, door het ■Anten van zonnebloemen in moerassige streken verkregen UB heeft het zich tot ons Ned. Ind. Gouvernement gewend, ■Ich onbegrijpelijker wijze geen antwoord gekregen. Is lel brief niet terechtgekomen? Is hij soms zoek geraakt ■Ster zijde gelegd, omdat hij' aan 't verkeerde adres be- BVgd was? In elk geval verdient de zaak wel onderzoek. II- De hh. mr. A. J. Enschedé, jhr. mr. A. V. Teding Ivan Berkhout, mr. C. .1. F. Mirandollc en A. C. Krusejman te Haarlem, hebben den Baad dier gemeente een modelstandbeeld voor Kenau Hasselaar" aangeboden, vervaardigd door den genialen kunstenaar .1. Ph. Koelman te 's Hage, en daarvoor cene plaats gevraagd op het stedelijk museum. Dc heeren zouden wenschen, dat een monument van die heldhaftige vrouw, bij gelegenheid der a. s. 300 jarige herinnering van het beleg van Haarlem werd opgericht, doch meenen dat het initiatief daartoe door den Raad behoort genomen te worden, dien dan bijzondere, personen zou kunnen uituoodigen om het denkbeeld in steen of metaal te brengen. De Baad heeft zich bepaald het geschenk onder dankbetuiging aan de gevers voor de Gemeente te aanvaarden. — Het is thans twee jaren gcledeu dat een der grootste ondernemingen van onze eeuw — de aanleg van het kanaal van Suez — geopend en door dc vertegenwoordigers van alle volken begroet werd. Aanvankelijk heeft die onderneming, welke vooral te danken is aan de standvastigheid en geestkracht van één man, den heer de Lesseps, reeds gewichtige uitkomsten opgeleverd en, wanneer dc algemeene vrede den wereldhandel zal blijven begunstigen, zullen die uitkomsten zeker nog vermeerderen. Onder de landen, welke bij de inwijding van het Suez-kanaal vertegenwoordigd waren, behoorde ook inzonderheid Nederland. _.. il. de Koning, blijken willende geven hoezeer HH. op prijs stelt dc hooge onderscheiding en dc bewijzen van bijzondere gastvrijheid, welke Zr. .Ms. beminde broeder, Z. K. 11. prins Hendrik dor Nederlanden en tal van Nederlandsche onderdanen destijds tijdons HD verblijf en doorrcizc in Egypte bij gelegenheid van de opening van het Suez-kanaal in 1869, zoo ruimschoots ondervonden hebben, heeft, naar men verneemt, goedgevonden verschillende eerbewijzen aan Vorstelijke personen en overheidspersoneu in Turkije en Egypte toe te kennen. Zoo zijn o. a. benoemd tot Grootkruizen der Orde van dc Eikenkroon : In Turkije: Z. 11. Mahmoud Pacha, groot-vizier, ■'"• Ex. dc Minister van Buitenlandsche Zaken, Server Pacha, en de groot-ceremoniemeester Kiamil Bey. In Egypte: HII. Ex. Nubar Pacha, Minister van Bui. tenlandsche Zaken, en Scherif Pacha, Minister van Binnenlandsche Zaken. HH. HII. dc erfprins Mahomcd Tewtik Pacha en de Prins Husscm Pacha. Tot Groot-officieren: In Turkije: Dc groot-kanselier van den Divan Ariri-l'cy; de secretaris bij het Ministerie van Buitenl. Zaken Serkis Effendi en de voorsteller der vreemde Ministers en gezanten: AU lliza Beij. In Egypte: Hll. Ex. de vice-admiraal Cassim Pacha en de Gouverneur van Alexandrië Zeky Beij. — Betreffende dc bekende handeling van den luitenaü-t Keyzcr en dc houding van dc militaire autoriteiten, die daarbij betrokken zijn geweest, wordt aan het Nieuics lan den Dag het volgende medegedeeld: Zoodra de officieren to Leeuwarden kennis gekregen hadden— zoo schrijft men ons—-vau de handelwijze van den. luitenant Kcyzer, hebben eenigen van hen, gedreven a°°r den wensch om de eer van het corps ongeschonden -e lwaren, den luitenant Keyzcr uitgenoodigd zich voor ,1(-'n. te verantwoorden over het motief, waarom en de wijze «aarop hij het bekende anonieme stuk in handen had gekreSeH en het gebruik daarvan door hem gemaakt. Aan deze kameraden heeft de luitenant Keyzcr alstoeQ gezegd, dat hij de daad gepleegd had uit hoogachting ro°r zijn bataljons-kommandant, die elk oogenblik over de zaak Janssen werd aangevallen. Hierbij bleef 't voorloop!?'- Benigen tijd later, toen de zaak Janssen meer en meer publiek besproken en beoordeeld was, hebben de luitc»ants van het garnizoen zich vereenigd cii hnnnen regimcnts->jonimaudaut verzocht hunne vergadering bij te wonen. #D Saven deze te kennen, dat de dagelijks verschijnende coUra"l-artikelen compromittccrcndc waren voor een hunner kanieraden en dat zij vreesden, dat bij verder stilzwijgen U;'t coinpromittecrende pak op de andere officieren zou teru.-"I'l'- waarom zij zich gedrongen gevoelden zich tot den kolonel te wenden met het beleefde verzoek zich die zaak aau te trekken, daar zij vermeenden dat de eer vaU het regiment' hem kolonel, in dc eerste plaats zou ter barte gaan. De kolonel billijkte de gevoeligheid van de ollieierett en beloofde aan do vergaderden, dat bij zou zorgen dat er geen smet op het regiment zou blijven kleven: „'t zon 't regiment uit, wie ook de schuldigen mochten wezen." o°k deelde de kolonel hun mede, dat hij zich ook al me* zaak bad willen bemoeien en een schrijvenvan den V
ter van Oorlog ontvangen had, waarin deze zijne grootste ontevredenheid aan Keyzer te kennen gaf en dezen officier lütnoodigdc een omstandig verhaal van zijne handeling in deze aan hem, Minister, te doeu toekomen en hem tevens mede te deelen, of hij uit eigen beweging zoo gehandeld had of door instigatie van anderen. Later deelde de kolonel de luitenants nog mede, dat men voorloopig in de zaak moest berusten, omdat de stukken, die op de zaak van den kapitein Janssen betrekking hadden en dus ook op die van den luitenant Keyzer, in handen van de Tweede Kamer waren gesteld. Eenigen tijd later, nadat de luitenant Keyzer naar den Haag geweest was, gaf de kolonel aan de luitenants van het corps den last zich weer te vereenigen, teneinde uit zijn mond dc mededeeling van de inzichten van den Minister van Oorlog te hooren; doch nog vóór dat aan dien last gevolg gegeven was, werd de oproeping in zooverre gewijzigd, dat ook de hoofd officieren en de heer Keyzer (want alle officieren werden opgeroepen) de vergadering zouden bijwonen. In deze vergadering deelde de kolonel nu mede, dat dc luitenant Keyzcr had verklaard niet onbedachtzaam of met overijling gehandeld, maar in dc sociëteit te Leeuwarden van zijn voornemen kennis te hebben gegeven aan een achtenswaardig officier, die als zijn gevoelen had te kennen gegeven, dat er geen kwaad in stak en verder dat hij uit bloote nieuwsgierigheid (en dus niet om den kapitein Janssen te bcnadcelen of uit hoogachting voor zijn chef) zich van het bekende stuk had meester gemaakt, dat hij 't daarop aan den majoor Gisscr gegeven had, niet denkende dat deze er een gebruik van zou maken als hij later gedaan heeft. De kolonel voegde er bij, dat de Minister van Oorlog den naam van den zooeven genoemden achteuswaardigcu officier niet wist, maar dat hij, kolonel, gemachtigd was aan de officieren mee te deelen dat 't majoor Tergau was. De Minister van Oorlog was voor zijn persoon van oordeel, dat de zaak hiermede als getermineerd kou worden beschouwd. Terstond na deze mededeeling heeft de kolonel zich verwijderd, waardoor alle verder debat was afgesneden. — In de op den 25sten November te Amsterdam gehouden vergadering van de wis- en natuurkundige afdeeling der Kon. Academie van Wetenschappen is ontvangen ecu schrijven van den Minister van Koloniën, waaruit blijkt, dat dc aau deu heer Oudemans te Batavia gezonden toestel tot waarneming van de algeheelc zonsverduistering op 12 December e. k , in zeer slechten toestand de plaats zijner bestemming heeft bereikt. De spectroscoop vooral heeft aanmerkelijk geleden. — In het laatste nummer vanden Nederlandschen Spectator wijst dr. T. C. L. Wijnmalen op eene opmerking, bij het debat over de koloniale begrooting gemaakt, maar niet beantwoord. In het oude archief in Indië zou het tijdvak van 1808—1815 geheel ontbreken. Van de archieven der Fransche Regeering is zoo goed als niets over. De archiefstukken van het Engelsche tusschcubestuur zijn hoogst waarschijnlijk te Londen. Dc heer Wijnmalen acht het wenschelijk, dat aan een deskundige door de Regeering wordt opgedragen, kennis te nemen van de voornaamste stukken van dien aard, welke in de openbare inrichtingen te Londen kunnen aauwczig zijn. — De curatoren in het faillissement der Oost-Indische Maatschappij van Administratie eu Lijfrente maken bekend, dat de houders van Obligatien aan toonder, ten laste dei- Maatschappij, ter vereenvoudiging van de verificatie ter vergadering op 11 Dec. e. k., dc Obligatien ten kantore te Amsterdam kunnen deponeeren vau 4 Dec. af. — L'Ami du Limbourg deelt mede dat de heer P. Regout, te Maastricht, zich den 25 dezer tot Z. M. den Koning heeft gewend om te protesteeren tegen het votum, door de Tweede Kamer m.-i betrekking tot het gezantschap te Rome uitgebracht, en om tevens ter kennis van Z. M. te brengen, dat hij jaarlijks tot HD. beschikking stelt oen som vau 1' .-000, tot gedeeltelijke dekking der kosten vau den Nederlandschen gezant bij den Paus, ingeval Z. M., in weerwil der weigering van de Tweede Kamer om de daarvoor benoodigde gelden toe te staan, een vertegenwoordiger te Rome mocht willen handhaven. \ olgens de Tijd hebben ook andere catholicken dergelijke aanbiedingen gedaan, liet blad zegt, dat een persoon zelfs f 4üoo per jaar wilde bijdragen. -— Een aantal Kooplieden, fabrikanten, Suikcrraffinadeurs en belanghebbenden bij den Nederlaiidsch-lndischcn handel en al de takken van nijverheid die daarmede zyn verbonden, te Amsterdam, hebben een adres gericht aan de Tweede Kamer naar aanleiding van het ontwerp van wet tot vaststelling der Tarieven van in-, uit- en doorvoer in Nederlandsch-Indië. Zij hebben tot hun leedwezen en teleurstelling ontwaard, dat dc Minister van Koloniën, na overweging der ontvangen adviezen van dc Kamers van Koophandel hier te lande, mitsgaders van de Kamers van Koophandel te Batavia, Samarang, Soerabaia en Padang, van dat der Nederlandsche Handelmaatschappij, vanden Gouverneur-Generaal, den Raad vau Necrlandsch-lndië, en vanden Directeur van Ifinanciën, tot de overtuiging is gekomen, dat dc verschillenie belangen die bij deze zaak betrokken zijn het best worden gediend, wanneer het tarief van 1805 behouden wordt met volledige afschaffing vau alle ditl'erentieele rechten. Wat de voorgestelde afschaffing van allo differcntieelc uitvoorrecht-u op Java betreft, meenen zij er op te moeten wijzen, dat uit de door den Minister zelven aangehaalde cijfers blijkt, hoe het bedrag van de naar Nederland uitgevoerde suiker dat in 186.—1865 nog 87.000 pCt. van deu geheelen uitvoer bedroeg, in' 1809 reeds tot 80.51 pCt. daalde. Bij geheele opheffing der bescherming' vreezen -%. dat verreweg het grootste deel van de in Indië gewonnen suiker zjjn weg rechtstreeks naar Engeland, Noord- America, Australië of elders zal vinden. Engelands handel wordt gesteund door eene geographische ligging, die cene kracht van industrieele wereldcentralisatie geeft, waart.gen de Nederlandsche handel een steun behoeft, zonder nog te wijzen op de kracht der Engelsche industrie, die door haar ongeëvenaard vermogen deu retourhandcl beheerscht, bij cene bevolking van :.(> millioen zielen; bovendien in het bezit van al de voordeden van gemakkelijke communicatiemiddelen, waarvan m het gunstigste geval dc Nederlandsche haudel eerst over eenige jaren het genot hebben zal. Sedert dc opening van het Suez-kanaal, dreigen bovendien de havens aan de Middellandsche Zee gevaarlijke concurrenten voor Nederland te worden. Eene geregelde stoom- vaart op Indië zal ons misschien later iv staat stellen, hieraan het hoofd te bieden, maar kan vooralsnog de natuurlijke voordeden dier havens zonder bescherming niet opheffen. Lc Min. wyst er op dat de suikerindustrie hier te lauai! aan dc Java-suiker gewend is, en zij er meer voor geef) u»u men elders zulks doet; dat zij die voor haren zich steeds nitbreidenden werkkring noodig heeft. De adressen vermeenen echter hunne overtuiging daar tegenover te mogen stellen, dat weiverre dat de suikermarkt hier te lande c.n gevolg zou zijn vau dc bestaande industrie, deze een ge- is van liet daarzijn onzer groote suikermarkt; bijaldien deze zich verplaatst, en men door verminderde keuze in tot iukoopeu op andere markten gedwongen wordt, zal ongetwijfeld de uitgebreide tak der Raffinaderijen te gronde gaan en daarmede al de bronnen van welvaart die er Zl°o aan verbinden eu niet het minst die der zoogenanjade k]e;,)o vaart; j;,, vool. ,.„ gjoot deel door den uitvoer, ... geraffineerde suiker wordt gevoed. Volgens een bericht uit München is Monagr. Loos, isschop van de Oud-Bisschoppelijke Clerezv, te Utrecht, door het Oud-Catholiek Hoofd-Comitc uitgenoodigd naar Beieren te komen, tot dc wijding van priesters dc toediening van het Vormsel, enz. Hij heeft zich hiertoe bereid verklaard, onder voorwaarde dat de Beicrsche Regeering hiertoe hare toestemming verleent. Het Hoofd- Comitc zal die toestemming aanvragen en men verwacht dat daarop oen gunstig antwood zal worden gegeven.