Huwelijks-, Geboorte- en Doodberichten. (Uit alle Indische bladen bijeengebracht.) BE VALLEN. E. Kloos, geb. Kobold, Z , Batavia 11 September 1873. P. M Nickersoa, geb. Blackmau, Z., Batavia lü September 187*1. C. Zecba, geb Phterse, Z., Batavia 11 September 1873. OVEiibKDEN. G. W. H. de JJiett Stierli,2, 28 jr., Buitenzorg 13 september 1873.
De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- 15-09-1873
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Geen auteursrecht. Er rusten geen rechten meer op dit object.
- Krantentitel
- De locomotief : Samarangsch handels- en advertentie-blad
- Datum
- 15-09-1873
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Groot, Kolff & Co
- Plaats van uitgave
- Semarang
- PPN
- 852209738
- Verschijningsperiode
- 1863-1956
- Periode gedigitaliseerd
- 1863-1903 / 1947-1956
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB C 76
- Nummer
- 216
- Jaargang
- 22
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Familiebericht
Scheepsberichten. AANGEKOMEN.
SAMARANG, 12 Sep'. Ned. Ind. Stb. Mms. Fransen v. d. Putte, B J. Tergast, Bitavia, Mc. Neill en Co. 18 Sept Ned. Ind Stoomb Koningin °der Nederlai.den, W. Weltman, Batavia, Mc Neill en Co. BATAVIA, IU Bept, Eng. scHp Evelijn Wood, Scheel, Pasoeroean: Eng. schip Uuke of Kiehmond Geodes, Samarang. PASOt-KOEAN, 10 Sept. Zweedsch stoomschip India, Fou^ht, Soerabaia. __»T
VERTROKKEN.
SAMARANG, 12 Sept. Duitsche bark Rebecca, J. T. Bundgaard, ■ta-on; Ned. lud. bark Goanlie, Said Abdullah Alkaf, Riouw; Zweeds bark Bengal, A. O. Carlsson, Nederland; Duits. Fregat Hersche!, E A. Kriedrrchs, (heriboo; 13 Sept. Ned. Ind. 'stb. Mms Fransen v.d Putte, 11 J. Tergast, Soerabaia. BATAVIA, IU Sept. Fr schip Petit Poucet, Mahanas, Samarang; Ned. schip Dordrecht 11, Rotgans, .-amarang; Ned. scl.ip Jedo, Pons. Cheribon; Hal. schip Bianca Pertica, Taucredi, Kan.u.l; '/.w. schip Concordia, Lund, Havre; Eng. sr--hip Fleur de Alauri.-t-, Ga!lich-n. Australië. Il Sept. Fr. schip Neva, Mannarino, Singapore; Eng. schip IrSutus, Podd, Cheribon; Eng. schip C. of Lancasler, Fordyce, ftanra■aug; Eng. sch:p Star of Hope, Briclry, Pasoeroean; Eng schip Evelyn Wu'(l, fcheel, Kanaal; Ned. schip Alblas erdam, Willemse. Nedcrlair.r: Ned. schip Conrad, Graadt van Koggen, Indramaioe. PASOEhOEAN', 11 Sept. Zweersch stoomschip India, For-.ght, Nederland; Eng. scl ip Atlantic King, Brorrwer, Ned. en Amerika.
In lading liggende Schepen te Pasoer.
Ned. scbip Electra, Landweer, Nederland, Gezagvoerder. Zweeds, schip Hrlja, Anderson, Nederland, Snermond en Co
Straat Sunda doorgezeild.
Sent. 7 Ned. schip Bali, v. Hossen, van Batav. n. Rotterdam. Eng. schip Onana, J. Collmus, v. CardilT n. Singapore. " S Nuorw. schip Formosa, Herse.th, v. Batav. n. Nevv-Ï'ork. Eng. schip Lightning, Chatlield, v. Liverpool n. Singapore. " Ned. schip Vice kim. .May, .\ nnokkee. v. Baiav. n. Amste d 9 En", schip Barak Wodorijn, Ward, v. Adelaide n. Samarang.
Vertrokken passagiers van Batavia.
Naar SINGAPORE, per Fransch stoomschip Neva, kapt. Mannarino, de Vogel, echtg. en 5 kinderen. Kijk. Harmsen, van Blarcum ca echtg., wed. Jousquet, Mevr. Wilson.
Turksch.
Lit Turksch-Gradiska komen telegrafische depêches aan, die den toestand der Christenen als hopeloos afschilderen en voor het geval, dat geen spoedige hulp komt opdagen, vau den kaut der Christenen het uitbreken van een jtuenllao^rlog doen verwachten. Tot goei begrip der Turksch „erviiche twisten zij opgemerkt, dat reeis seder A:aart onder de Christenen te Saudiehak een buitengewone opge woudenheid heerscht, zoodat de gouverneur van Bosnië het besluit nam, zich persoonlijk van den sUnd der zaken t rraan overtuigen. De Turken zoeken den giond voor die onrust onder de christelijke bevolking in de opruiingen der propaganda van Belgrado, terwyl inderdaad het Turk sche wanbestuur, waaraan de bevolking zoowel iv steden als ten plattelande is prijs gegeven, er schuld van is. Aan -eu bntf van een uit Bosnië gevlucht koopman is het volgende ontleend: „Sedert drie jaren ondergaat de Christe lijke bevolking elke soort van mishandeling van de zjde der Turken, die ongestraft hun gang gaan. Do Christenen zcekea te vergeefs hulp bij den gouverneur van Bosnië en zelfs in Koustantinopel. Zij kitjgen geen antwoord; een onderzoek werd niet ingesteld ende aanraudiugen der Chr.s-tenen namen meer dan ooit toe, zonder dat de regeering de schuldigen ter verantwoord ng heeft r.ercepen. Zoo overniel op Kersnacht verleden jaar een troep fanatieke muzelmannen de Chr steuwijk te Babir, drong de hu zen vaa verscheidene aanzienlijke koopbeden binnen, mishandel de dezen met hunne vrouwen en kinderen en dat alles onder het nietig voorwendsel, dat di- kooplieden wapenen en ki*:!'t verb irgen hielden en in hunne huizen roovers een schuilplaat? verleenden." . De Christenen zonden smeekschriften n-wr Serajevo eu naar Konstautinopel. De re^eeriugsberichten deden het voorkomen, alsof de Serviërs van Belgrado tot de conflicten met de Turken zelven aanleiding gaven. Toen nu de gouverneur van Bosnië zelf een onderzoek zou komen instellen, hebben de plaatselijke autoriteiten de volgende list verzonnen, om daardoor haar ollicié'el bericht te kunnen terestigen. Een Christen, die zch in Turkscheu dienst btvindt, maakte de Sertiers opnurk'-aam, dat hun smer k schrift >-el zouder gevolg zou blijven, daar het in het Servisch was geschreven, en wijl noca de gouverneur van Bosi.ie, noch de divan te Konslanrropel Seivisch verstaat, moest het dus in de Turksche taal zijn opgesteld. De belanghebbenden namen dien wenk ter harte en onderteekenden ecu in het Tui ksch gesteld smeekschr ft. Zij wilden zich echter van den inhoud daarvan overtuigen en wenduen zich derhalve tot eea betrouwbaren persoon. Met verwondering vernamen zy, dat het adres een revolutionairen geest ademde, een dreigende tial voeide en met gewapend verzet dreigde. De onderteekenaars haastten zich een aanklacht tegen de scbiijvers van het adres in te dienen bij den kaimakan, maar deze vreesde een onderzoek, daar hy telf ook zou worden gecompromitteerd, en wilde de aanklagers wegzenden met de bedreiging, dat hij den oorsprong vau het adres niet had na te gaan, maar dat de echtheid dir naamteekenngen hem voldoende was om hen allen naar Serajevo te doen brengen. Ten gevolge dier bedreiging emigreerden de onlerteekensars naar Hongarije, terwijl zy hui
Spaansche Gruwelen.
Paudemonium — aller duivelei lustoord! Vergeeft het my, zoo begon de Minister Maisonave onlang in de Cortes zyne toespraak tot het geven van inlichtingen omtrent het gebeulde te Alcoy: „Vergeeft het mij vóór alle dingen, indien in myu antwoord op de vraag, welke de heer Aura Bo ouat zoo goed geweest is tot de regeering te lichten, mijne gedachten u onsamenhangend toeschijnen. Vergeef*, het mij ook, zoo ik bij deze gelegenheid, voor mij zoo hosgit gewicht g, minder du.delijk ben nen ik behoorde te zijn. De berichten, die ik van 't lampzalig Alcoy ontvangen heb, de gebeuite lissen die volgens 't getuigenis v n geloof-vaarde vrienden, a'daar ziju voorgevallen, zijn zoodanig, dat sinds ik hunue br,eveu ontving, ik u de verzekering get f, dat ik myzelven niet meester bin. Myn hart jaagt vau geweldige aandoening, injjiie verbeelding is veibijsteid, en diep.» tieurnis vervult mijne geheele z el wegens de gruweldaden, waa.door slachtr , II'; s gevallen zijn, vau wie sommige my'ne vertrouwdste vrienden waren, die zoolang ca zoo uituemend voor de re-publiek hadden gea^bed." Inderdaad sciy'nt de Parysche commune te Alcoy haar evenknie, vergel ykenderwys haar m eidere gevonden te hebbeu. Wat Maisonave verzweeg ve-ihaalt thaus de brief tchrijver der Daily News, tn geven wij, niet uit ziekelijk behagen in afgrtjslykheden, maar om 't gewicht der zaak zelve, hier weer. Veelbeteekeud is vooreerst de omstandigheid, dat twee leden der Cortes, behoorende tot de u tgevveken groep vau Un eizoenlijken, de lont in 't kruit hebben geworpen, d:e de geduchte uitbarsting, door de luternationale sedert lang voorbereid, veroorzaakte. Loonsvcrhooging hee'te de leus der tierende bende van drie duizend man, die naar de woningen der fabriekeigenaars optoog. Maar toen dezen sidderende hun eischen hadden ingewilligd, bleek de leus maar een voorwendsel. Naar 't stadhuis ! Dat alle ambtenaren hun plaatsen ruimen voor waardiger dan zij ! De alcade weigert en telegiapheert om uulp. De regeering te Alalrid, van 't nijpende gevaar geen denkbeeld hebbende, draalt. Verschans u in uvr stadhuis, hirdnekkige alcade! Wee u, de aanvallers tellen reeds negen dmzend, tal vaa vrouwen onder hen. Stroomen petroleum vergaderen ze. Een ongelukkige oppert twijfel, of men wèl d^et met geweld te plegen. In den petroleum met hem; en als hy drupeude daar staat, ouder helsch gelach hem in brand gestoken! Hy' rent gillende door de straten, maar sneller kogels suizen hem na, en hij valt stervende ntêr. En 't gemeentehuis? Door luttel vrijwilligers en eenige van de burgerwacht verdedigd, is 't welhaast ingenomen. l»e gevangenen, en dit verhaalde Maisonave zelf; de gev-auo-enen worden door de aanvoerders van den satanischen hoop nair de vensters gesleurd, lioe angst g zien ze neer op die wcelige zee van hartstochtelijke aangezichten, waarop ze overal bloedgierigheid lezen en nergens een zweem van medediogen. „Wilt ge hem dood of levend?" schreeuwt een der overwinnaars. En als 't grauw z^n gevangene „le vend" begeert, slingeren zij hem 't venster uit, en de wieed glinsterende bajonetten vangen hem op en dragen, te midden van 't gejuch en de spotternij der mannen en vrouwen hem „levend" rond. Gelukkig, die „dood" gewenscht wordt en onmiddellijk met bajonet en mes daarboven afgemaakt! M:ddeler*ijl wordt het houtwerk van 't stadhuis ijverig met petroleum bestreken; daar krygen de beulen het sein om dit te verlaten; en de vlammen gaan op, het gansche g bouw vertereude. . . . met allen die er nog in waren. ünder de „gunstige berichten" uit Spanje wordt als eea dcv gunstigste de tyd ng uit Barcelona aangemerkt, volgens welke het Comi é van openbaar welzijn aldaar, zijue laak als afgeloopen beschouwen ie, zioh ontbonden heeft. De Cortes namelijk had, meende het Comité, de maatregelen genomen welke het aanprees, strekkende om alle jongelieden van twintig tot dertig ja-r ouder de wapenen te roepen tn een buitengewone oorlogsschatting te beffen. Heuge ijjke gebeurtenis, nederbuigende goedheid! Doch al? de „j ■ >u_elieden" niet opkomen, eu 'tuinen der schatting niet vlot? Ja, dan zal het Comité waarschynlyk wel vaderlandslievend genoeg zijn cm zijne „taak" wederom ter hand te nemen. .Minder gezegielijk dan Barcelona voor 't oogenblik te wezen, toont zich Grenada. Deze oude hoofdstad der Moor sche vorsten schijnt tegenwoordig het lustoord var de pionniers der revolutie te zyn ; de plaats waar men hun stelsel, tot heil der menschheid uitgedacht, het best iv werking kan ?ie). Het gelukkig Grenada had twee ver:egenwr>ordigers naar de Cortes gezonden, do burgers Sanchez Yago en Moliuero; met een uitdrukkelijke lastgeviug dat spreekt. Deze burgers zijn plotseling van hunue waardigheid vei vallen verk'aard en onverwijld door anderen vervangen. Internationalen en radicalen houden er van de daad bij 't woord te voegen. Het is waar, zeer regelmatig schijnt hun handel»y3 ditmaa! niet; gewonen stervelingen komt het regeeren onmogelijk voor, indien de kiezers elk oogenblik hun vertegenwoordigers kunnen afzetten en aaustellen. Evenwel, misschien hebben de burgers Yago en Mohnero het zoo uiterma e bont gemaakt, dat.... Zoo is het. Genoemde burgers hebben zich ver grepen; hebben iets gedaan, waarvoor een tachtig jaar ge t (leden menigeen het hoofd onder de bijl heeft moeten leggen; hebben, geen verraad jegens het land gepleegd door met den gemeenen vjjaud te heulen, roch antirevolufionaire of contrarevolutionaire ketkTijen verkondigd, noch ielfs aan hun lastgeving niet voldaan; neen, iets veel ergers, iets ongehoords is huu misdrijf; zij hebben, gelijk het in 't vonnis der vergramde souveierne bevolking van Grenada met bittere verachting luidt, zjj hebben, o gruwel, zich aangesteld als h eer en 1 Er zijn kleinigheden, lachwekkende beuzelineen, die veel meer en veel ernstiger dingen zeggen dan 't bloedigsi treurspel ; of deze dwaasheid er een is, zal wellicht later blyken. Voor 't overige heeft men 't in Grenada niet bij \ afzetten van afgevaardigden gelaten, maar besloten de inkomsten van staatseigendommen, kerken en kloosters in beslag te nemen, de klokken te versmelten en nieuwe munt er uit te slaan ; eindelijk ook om de hoogst aangeslagen burgers een belasting van honderd twintig duizend realen op te leggen.. In het thans belegerde Sovilla was men, zoo mogelijk, nog radicaler te werk gegaan AUe pachtovereenkomsten werden „herzien," zooiat de pachters voortaan slechts de helft van 't verschuldigde geld hadden op te brengen, het slaande leger werd af geschaft en door „vrijwilligers" vervangen, alle kerkelijke goederen verbeurd verklaard, pensioenen afgeschaft, de gesloten werkplaatsen en fabrieken evenals onbebouwd gelaten gronden den eigenaars ontnomen en aan anderen overgedragen, d;e ze „productief" zouden maken. ' Door al deze luistenijke voorbeelden aangevuurd, hing ook het rustige Salamauca de roode vlag uit en richtte straatverschansingen op. De noodige gevechten euz. zullen wel niet uitblijven. Het „oproer" zit dus gansch niet stil. En de „regeering?" Neemt voortdurend krachtige maatregelen; van eenigszins veirassenden aard; volgens oppervlakkige betweters zelfs getuigende vau betreurenswaarde zwakheid. In de nabijheid van Valencia had generaal Maitinez Campos, die in plaats van Velarde aau 't hoofd der belegeraars schijnt te staan, den afgevaardigde der Cortes Emilio Santamaria in hechtenis genomen, omdat hij de troepsn aan 't muiten zocht te breugen. Voor een afgevaardigde zeker een ongemeen snood bedrijf; iets dat als twee druppels water op hoog verraad gelijkt en, in den ouden tyd van barliaarschheid, zeker met den kogel gestraft zou zijn. Generaal Campos vraagde met prtjslyke voorzichtigheid wat hij met den mau doen zou. Nu was toch wel 't minst, dat men van een „krachtige" regeering, onder de tegenwoordige omstandigheden vooral, verwachten mocht, ecu bevel om 't plichtveigeten Corteslid, dat op heeter daal betrapt was, voor deu bevoegden rechter te stellen; altnau3 gevangen te uoudeu, tot de Cortes uitipraik gedaan zou h bben over zjne onschendbaarheid Niets van dat alles! De gevangene moest onverwijld op vrije voeten worden gesteld,
Gemengde berichten.
— De schipbrug te Keulen zal waarschynlyk door een vaste bug vervangen worden. De gemeenschap tUischen Keulen en Deuti is zoo druk, dat gedurende het jaar 1072 dooreen gen imen 18.1.00 menscuen daags de brug pas-1 seerden. —• Dat er vooruitgang is in godsdienstige verdraagzaamheid ook bij het Pruisische leger, blijkt ut het fe t, dat een Mahomedsau — een Egyptische l'rins — in het Pruisische le reg. dragonders vaa de garde is opgenomen. Onder de Kegeering van den vorigen Koniug was uitdrukkelijk bepaald dat zelfs geen Katholiek daarin dieust kon vemen. Israëlieten waren buiten alle garderegimenten gesloten. — Als een curiositeit wordt uit Stem (Oostenrijk) gemeld, dat aldaar in de gevangenis het, beginsel van coalitie op ecu zoudeiliuge wyze wordt toegepast. De gevaugenea zijn entevredeu over het nieuw huisreglement, omdat zij daardoor in het rooken, de lectuur en andere verpoozingen uog meer bebmmeid worden dan tot nu toe het geval was. Om daaraan een einde te n aken, zyn velen gezamenlijk overge-gat.n, niet tot een werk staking, want daarop staat straf, maar tot een eet--takiug. Zij weigeren alle voedsel en verklaren liever den hongerdood te sterven, dan zch aan de nieuwe b rpalingen te onderwerpen. De directie dacht aanvankelijk, dat zij La verloop van 24 urei wel vau gedachte zouden veranderen, maar bij de afzending van het bericht was dit nog niet gebeurd. De spyzen, die meu bij hen hsd laten staan, bleven onaangeroerd. Sommigen waren zoo verzwakt, dat zij half bewu^telcos op den gr^nd lagen, terwijl ai.deren in een aanval van geeuwhonger wel zonder het te weten nuttigden wat hun voor deu mond werd gehouden, maar zoodia zij waren bijgekomen, weder hardnekkig a.le eten en d.iuken van zich afsootten De Directie heeft nu de aaastokers naar een ander lokaal lateu overbrengen, in de hoop dat zrj en de overigen ten laatste wel zullen toegeven.
— De baroskoop, het chemisch wetrglas, uitgevonden door den hofopticus A. Meijer, te Berly'n, heeft in Klagenfurt, Oostenrijk, piotfoudervindelijk bewezen deugdelijk te zijn. Het kondigde de daar plaats gehad hebbende aardbeving 24 uren te voren aan.
FEUILLETON. Wat Anna te lijden had.
XXXV. (*) „Dea volgenden morgen vroeg wandelde Courtland weer naar het woonhuis, waar behalve de tuindeur, al de vensters waren opengezet, zoodat hij, van waar hy verborgen achter een paar boomen stond, een. bevallig figuurtje tusschen ontbijtkamer en keuken heen en weer kon zien loopen. „Wel", dacht hy, „ik heb ook nooit gedacht dat die twee Hooglandsche meisjes met hare bloo„e armen, zoo keurig een tafel wisten te arrangeeten. Wat is zij toch een verstandige kleine fee!" Intusschen maikte hij een bouc-uetje van een witte roos en eenige purperkleurige heidesruiden, en stapte daarmede een der vensters binnen, en overviel daar i,inda met een schotel vol heete bruine koekjes, pas uit den oven, in de hand. „Proef maar eans", zeide zy, hem toeknikkeude, ca trachtende niet veilegen te schijnen, „ik heb ze zelf gebakken." /.ij droeg een wit voorschoot op haar zwart kleed, had opgestroopte mouwen, en een kanten doek over haar fraaie kiullen gebonden; Courtland stond baar aan ta kijken en te denken, dat het toch vreemd was, dat elk toilet dat zy maakte, haar beter stond dan het vorige; en vergat geheel en al aan haar verzoek" te voldoen . „Wilt gij ze niet proeven?" zeide zy', merkende dat zy toch iets moest zeggen. „Dan zullen wij ten minste ruilen," was het antwoord, en hy legde het kleine bouruetje voor haar neer. Terwyl hy' dat deed, zagen zy elkander toevallig aan, en bloosde zij tot, achter de ooren. Het was zoo belachelijk, dat zij boos op zich zelve werd. Hy' bleef haar naar aankijken en had een onweerstaanbare lust haar fijne blanke handje te grijpen. (*) ln het vorige, laalste gedeelte werd een toenemende intimiteit tusschen Linda en Courtland aangeduid, en mededeeling gedaan van een brief, door Douglas Orant aan zijn vroegere verloofde, nog altijd -jn vriendin, Anna, geschreven, om haar dank te zeggen voor haar zell'verloocbeniag in den nacht van den moord, toen zij hem op haar kamer verborg, en om haar te verrekeren: „Ik weet dat mijn liefde hopeloos is, maar ik kan u nooit vergeten."—
Zij voelde zeker dat het te gevaarlyk werd, want rij liet het werk aan de tafel onvoltooid en ging een weinig verder van htm af. „Ja," zeide hij zacht, „het is weinig dat ik geef; maar wat kan ik eraan doen? Ik heb niets meer te geven; — al wat ik had gaf ik u reeds lang geleden.' Zij wilde lachen — maar integendeel kwamen de tranen haar in de oogen. Een antwooid geven kon zy' niet en daarom liep zy' weg. Maar het was te laat; hy was haar voor en ging tegen de deur staan. „Ja Linda," zeide hij, „het is er eindelijk toegekomen: Ik kom als bedelaar, en gij alleen kunt mij rijk maken." „O neen! neen!" smeekte zy', met uitgestoken armen. „Laat mij gaan — laat my gaan!" Haar stem klonk zoo treurig, dat hij de deur open deed en haar voorby liet gaan. Zj liet haar bouquet vallen, maar kwam terug om het op terapen voor dat zij naar boven ging; dit. ziende keek hy minder ernstig, ja glimlachte zelfs oen hg met een onschuldig gezicht uit een der vensters ging staan kijken, want juist kwamen de meiden met theewater enz. binnen, en hadden het er over wat er toch met de jonge Lady gebeurd kon zijn. „Ik heb haar deen schrikken," zoo stelde Courtland zich zelven gerust — „het idee is haar nog nieuw; zij heeft er niet zooveel dagen en nachten over gedacht als ik." Mr. North maakte binnen komende excuses over zyn laat opstaan, en Anna begcn thee te zetten. „Ik dacht dat Linda al beneden was," zeide zij, rond kijkende. „Zij is ons altijd voor, en het ziet er hier net uit alsof zy hier bezig is geweest" Terwijl zij dit zeide, zag zy' op het gezicht van hun gast, dat hij er meer van wist, ,en maakte toen maar in stilte haar eigen gevolgtrekkingen onder het thee schenken. Ombra kwam binnen, ging op haar plaats aan tafel zitten en zeide: „Linda heeft hoofdpy'n en wil niet beneden komen, Als gjj het goed vindt Anna, zal ik haar een kop thee boven brengen." Mr. North werd ongerust. „Hoofdpijn?" zeide hij, „Hoe komt dat nu? Linda heeft vroeger nooit over hoofdpy'n geklaagd." Kapt. Courtland keek voor zich en trok een allerongelukkigst gezicht. Ombra bracht intusschen de thee, en kwam weer binnen. „Hoe is zij?" vroeg Mr. North, me 3 en vork neer liggende. „Niet beter? Een raar ding, die hoofdpy'n" — tegen Courtland — „zouden wij niet om den doctor sturen?" — tegen Anua. „Ik vind van niet, Papa; Linda is niet op doctors gesteld,' _af ,-nna rauw ten antwoord, terwyl Courtland trachtte te beweren dat de berglucbt wel eens meer hoofdp.m veroorzaakte, hij had er zelf ook last van. „Zoo" zeide Mr. North, lum tot -rijn tpijt wat scherper opnemende, „ge z.et er onk sL ebt uit van daag. Het ware misschien beter ouze vischpartij van daag er aan te geveu " Maar Linda liet zeggen dat om haar het programma van den dag niet m cht veranderd worden. Zij had maar wat rust noodig, zy had wat vlugzout genomen ta als allen uitmaren, zou zij een beetje yaan slapen, en weer in orde zyn tegen dat zij te huis kwamen. Zoo gingen zij toch uit eu onder het visschen was Kapt. Courtland weldra van het gezelschap afgedwaald. Intusschen was Linda's hoofdpijn overgegaan, en had zij een wyl voor het open raam van naar kamer geseten. Zij wirt niet wat zij doen moest, en nam ten slotte haar grooten strooien hoed en klom den berg eens op en ging daar in de heidekruiden zitten om weer van voren af aan het gebeui*j> de van den dag te overdenken. Na dat Courtland lang langs de rivier had geloopen kwam hij in den namiddag onwillekeurig alleen bij het huis terug. De zitkamer der dames — w .ar het veuster van open stond — vond hij leeg ; er was zelfs geen spoor te vinden, dat er iemaud geweest was, geen handweikje, geen open geslagen boek, zelfs geen steel die van zijn plaats was. „Zy is toch den heelen dag niet in haar kamer gebleven, zeide hy teleurgesteld, en uit het raam ziende, zag hij, een eind ver den berg op, iemand in het zwart zitten. Weinig tijd had hij noouig om voorzientig ook daar te komen. Maar toch nog niet zoo voorzichtig, of Linda merkte hem, toeu hy' nog een paar passen van haar af was. Zij hiid eerst haar hoed afgedaan ca liet de winl met haar lange krullen spelen, nu echter ze'te zy hem haastig op, om niet te laten zien hoe erg zy bloosde, toen Courtland nr ast haar ging zitini. „Ik kom om antwoord," zeide hij. Zy trek aan het gras, en antwoordde eindelijk: „Ik weet niet dat ge mij iets gevraagd hebt." „Niet?" Hy greep haar hand. „Dan zal ik het nu vragen. Linda, lieve, wilt ge myne vrouw worden ?" „Ja, Frank," antwoordde zij, zacht en eenvoudig als een kind — eindelyk was zij het met zich zelve eens. Hy sprong overeind, en keek haar een oogenblik strak aan. „Meentge het?" riep hij bijna wild uit, „Zeg Linda, meent ge het ? ' Dat gereede toegeven maakte hem angstiger dan de tegenstand, die hij verwacht had. „Ja, zeide zy nogmaals fluisterend, en toen, ontsteld door de wijze waarop hy' haar antwoord had opgenomen, barstte zij in tranen los. „Lieve — lieveling 1" En nu brak de stroom van onzameuhangende hartstochtelijke woorden los, de uitdrukkiigen zijner liefde, die hij zoolang had moeten smoren. Het is wel een wonder dat toen die Augustuszon onderging achter den top van den berg, die oude geschiedenis nog niet uitverteld was. en reeds vertoonde het avond rood zich toen het minnende paar eerst bedacht — iets meer prozaisch — dat zij niet om het etensuur gedacht hadden. „Wat zal papa angstig zy'n. Wat moeten wy doen?" vroeg Linda, verschrikt haar medeplichtige aanziende. „Half negen, zeide hij, op zyn horologie ziende, „en hef,, diner was om zeven uur. Wel, er is niets aan te doen. Wij moeten naar huis en ons zoo goed houden als wij maar kunnen," Toen de anderen tehuis gekomen waren, had de kleine Schotsche meid weliswaar gezegd: dat miss Vallance weer in orde was en een uur of twee, drie geleden uit was gegaan, — maar het werd al later en later, en nog kwam «Ü niet; — Mr. North werd ongerust. „Courtland is zeker verdwaald," meende hij zonder dat het bij hem opkwam, eenig verband tusschen die twee verdwijningen te zoeken; maar juist kwam Ombra binnen met de hengelroede van den kapitein, en het was dus klaar bewezen dat hy' thuis geweest was. Eerst was het diner — tot groote verontwaardiging van Jessie de keukenprinses — uitgesteld, en later in stilte gebruikt. Het dessert was net op tafel toen Mr. North, uitziende naar een paar gevaarlyke plaatsen op den berg, waarvoor hy' Linda vroeger reeds dikwerf had gewaarschuwd, eensklaps het vermiste paar langs het venster zag gaan. „God zegen my'!", riep mr. North in eens alles begrijpen de Anna! Ombra! waarom hebben wij daaraan niet gedacht?"; en de kamer uitloopende, ontmoette hij de beide schuldigen in den gang, en bracht Linda in triomf aan den arm mede. ..,. , . Wat er gepraat werd, wist later eigenlyk niemand; het was een drukte , verwondering , gelukwenschen , en het kleine gezelschap was, nu men niet meer angstig behoefde te zrjn, vrij wel in rep en roerf tot dat Jessie bedaard aan de deur kwam vragen: „Wat willen de kapitein en miss Vallanee nu nog eten?" De onverwachte verschijning van een minnend paar scheen het heele huishouden te Strathgyle op te vroolfjken; Maegie, de kleine meid, liep altijd maar lachend op en neer, en de Hooglandsche deerns, lachien en knikten el kaar den godgauschelyken dag toe, voortdurend de jonge dame met haar kapitein in het oog houdende. Mr North beweerde in opgeruimde stemming zy'n toevlucht te zullen moeten nemen tot zijn boot op het meer, want als hij tehuis vas, kon hij er vast op rekenen een tête-a-tête te zullen storen. „Wat gij elkander te zeggen kunt hebben, na elkaar bijna uw leven lang gekend te hebben, is iets dat mijne bevatting te bovengaat;" voegde hij er bij. loiusschen weid het lónge verlof den kapitein verleend hoe langer hoe korter, en toen hij er over begon te spreken om zyue vrouw mede te nemen, wees Linda op hare rouwkleêren en weigerde standvastig deze voor de witte bruidsklecren te ruilen vóór dat er een jaar over verloopen was. Ea wat de ongeduldige minnaar hierover ook mocht morren, op dit punt waren allen tegen hem; zoodat hij op zekeren dag verplicht was van allen weer afscheid te nemen en naar zijn garnizoen terug te keeren. Wat de wereld er van zeggen zou? dacht Linda. En de wereld had er twee zienswijzen over, juist naar verhouding van de Lady's Mount en de Lady's Sarah uit ons verhaal. Lady Mount schreef: „Beste meid, ik ben er recht meê ingenomen. Ik kan niet geïooven dat iets anders mij meer genoegen zou kunnen doen dan dit feit, dat gij en kapt Courtland eindelijk hebt leeren inzien, hoe gelukkig gy' elkander kunt maken. Dat gy' het niet reeds lang geleden hebt ingezien, kan ik mij tot nu toe nog niet begrijpen. Amabel komt natuurlijk met mij bij uw huwelyk, ik zal wel voor oude dame spelen ca de grooms in het oog houden. Herhaalde malen las ik uw brief over; ik dacht er wat meer in te vinden. Zoo ziet ge, als men eens bezig is met huwelijken te smeden, hoe gevaarlyk het wordt; ik toch verwacht meer aangename berichten over zaken van dien aard. De geschiedenis van Amabel is nu oud. Zij zal in het volgende jaar wel trouwen, waaneer haar geleerde Professor van zijn reis naar de Pyramiden terugkomt. Amabel houdt dol veel van haar mummie, en hoe wel vreemd, toont die mummie tot iets dergelijks ook in staat te zijn. Hun nuwelyksreisje zal naar de graven van Thebe zijn! Maar zy' zat u alles wel zelve vertellen. Ontvang allen my'ne beste groeten en gelukwenschen. Ik schrijf zelf aan Courtland. Uwe toegenegene vriendin Ele\nor Mount. Lady Sarah liet er zich anders over uit. „Wel, ik geloof dat het 't beste is wat zij doen kon in de gegeven omstand gheden, het arme kind! maar haar moeder hetfc het dau al glad verkeerd aangelegd. Door die ongelukkige zaak raakt zy er geheel onder. D.e mindere lui hebben dan ook niet de minste energie toegeven moet ik, dat ik wat beters van haar had ver wacht; eene vrouw met zooveel eerzucht en geld als zij; eu zij begon vooruit tegaan, en met drie huwbare mesjes Als zij voet bij stuk hal gehouden, en goed Uit haar oogen had gekeken, zoo als iemand van ons zou gedaan hebben, daa zou zij het wel klaar gespeeld hebben. Zy' had den jongen Amyand toch vlak bij — bepaald in de hand, — en die zou toen cok wel gaarne trouwen. En dan nog het prestige van L.uda, als de verloofde van de arme Percy, en die bovendien zoo mooi was —en een slimme feeks bovendien — dat zou juist wat geweest zyn; de zaak sJond ertoe, er was alleen maar wat overleg toe noodig. it,njusto|) dat oogenblik kaa die vrouw't niet meer uithouden, vv^rat ziek en sterlt! Ba!" Zoo werd het onderwerp en het voik, beiden in eens, door Lady Sarah tot vvgetelueid gedoeld. En dat volk vond zoo genoeg in zich zelf, dat het weinig gaf om de verachting vaa de wereld — tenminste van de wereld van Laiy Sarah.