ADVERTENTIEN. De roman van een jeugd Een ondergang ia Parijs door PAUL KENIS Prijs f. 2,30 geb. „. 3— Boekhandel J. HALLERMANN Medan — Tebing Tinggi 67
De Sumatra post
- 25-02-1915
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 25-02-1915
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 47
- Jaargang
- 17
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Reuter Telegrams.
A Petrograd communiqué says that isolated fighting continues on the right banks ot the rivers Bobr and Nare w. We attacked and defeated the Austrians south cast of Stanislavoff in Galicia, capturing 1500 of them.
Mr Asquith stated in the House of Commons that the Allied Governments were considering what reprisals would be proper against Gerrnany's policy of attacking and destroying Allied and neutral merchantmen, without attempting to save the lives of civilians and innocent crew. There would certainly be a note on the subject from Great Britain, and he hoped it would be a joint note.
A later Petrograd communiqué says that «ngagements have taken place in the Tronstchoroc region. The Turks were thrown across the River Itchkhalsn.
The Admiralty announces that unfavourable ■weather and low visibility caused by a gale interrupted the operations in the Dardanelles. The outer forts were seriously damaged in the bombardment on 19th instant.
A Paris communiqué says that the Germans made two abortive attacks on Lombardzijde. The bombardment of Rheims was extremely violent. The first period lasted six hours, and the second five hours, 1500 shells were fired °n all quarters of the town. The remains of the Catbedral made a special target and suffsred seriously.
The Paris evening communiqué says that there has been comparative quiet, except in Champagne where fighting continues in our lavour.
The steamer „Branksomechine" was. mined °r torpedoed 20 miles off Beachy Head. Eighteen of the crew were landed at Newoaven.
The Admiralty announces that the Folkestone-Boulogne mail boat was attacked by a submarine shortly after leaving Boulogne harbour last night. The torpedo passed 30 yards ahead of the ship. There were 92 passengers aboard. They consisted of civilians and neutrals.
r The applications for 20 millions sterling •Treasury bills totalled 603/* millions sterling. Average rate six months bills is 16/ sl6/s and twelve months bills 27/ g per cent.
A Paris official message says that a vessel belonging to the second French flotilla at 7.30 on Tuesday morning discoveren and shelled a German submarine on the surface of the water 8 miles S. W. of Cape Albrecht, near Boulogne. Several shells struck the submarine before she dived. Oil was seen floating where she disapf eared.
A Petrograd communiqué says that the Russians in the Carpathians captured 48,331 Austrians, 17 guns, and 118 mitrailleuses between 2lst January and 20th February.
The Authorities at Washington are considering the fact that the German warzöne declaration appears to be a direct violation of the German-American Treaty of 1828 which was ratified two years ago by Germany, and provides that American vessels have the freedom of the seas while trading with countries with which Germany may be at war.
Telegrams to the Java Papers.
The „Soer. Handelsblad" has reeeived advice Irom The Hague that Germany continues with the building of airships and aireraft generally; thousands of young men are being taught fiying along the Rhine. Further, Ger- Jöany has 120 submarines of large size being J^ilt, for the purpose of laying mines on along the British Coasts. Every one of these submarines has 100 mines en bc ai d, each weigbing 1200 Ibs.
On the Western front it is expected that 116 Ailies will go over to a strong offensive very soon now.
The retreat of the Russians across the Pruth river in Boekowina is merely a strategical measure, as the thaw will soon set in and the river and neighbouring morasses would then make a further march almost impossible. But the Pruth will also constitute a very serious obstacle for a possible retreat of the German-Austrian forces. On the right wing of the Russians fighting is being continued very fiercely between 'the Niemen and the Vistula. A definite result there has not yet been obtained. In the Carpathians the Russians are holding on to their positions determinedly. The reports regarding the scarcity of food supplies in Germany are apparently exaggerated. There appears to be no great lack of food supplies, but a great scarcity of materials for the manufacture of ammunition. The .Locomotief learns from Amsterdam that travellers belonging to neutral countries coming from Hamburg to Copenhagen declare that the German threats of a bloekade of Britain is a hopeless action, in consequence of the, scarcity of gram, which is becoming more pressing than is generally believed. The German Government is keeping the situation from the people of Germany until the last possible moment, in order to prevent risings. The „Kölnische Volkszeitung" mentions that in Belgium a dangerous iepedimic of a venerial nature is raging among the German landstorm. The following telegram, emanating from the Governor at Singapore, has been reeeived by the British Vice Consul, Medan : „A portion of an Indian regiment, through internal jealousies, rosé on February 15th, and refused te obey orders. I regret that there has been a number of deaths. No destruction of property has occurred. All is nco quiet".
De gewonden in Berlijn.
ïï. 's Morgens Unter den Linden, vervolgt de heer G. Simons zijn correspondentie in de „Tel.". Een onderofficier, wiens beide beenen geamputeerd werden, moest in een wagentje rondgereden worden. Een lietdezuster vergezelde hem. 't Was eigenaardig om te zien, op welke wijze het groote publiek onder den indruk kwam van dit tatreeltje. Jonge mannen, schijnbaar kantoor-menschen, stapten min of meer schuchter op den droefgeestig-glimlachenden gewonde toe, en boden hem sigaren en sigaretten aan. Een dame in diepen rouw, met twee kinderen, kwam uit een koekbakkerswinkel. 'n Seconde wordt beraadslaagd. Dan, met een blos op beide wangen, loopen de twee kleinen naar de liefdezuster. Zij deponeeren de geschenken in het ziekenwagentje. Een oude vrouw geeft een „Berliner Illustrierte". Een man met een pels om zyn body grijpt in zijn binnenzak, weifelt, loopt zichtbaar verstoord heen en terug, spreekt ten slotte de liefdezuster toe, geeft haar een papier en verdwijnt.
Men kan byna overal dezelfde liefdadigheid en het groote meelijden met gewonden waarnemen. In de kleine herbergen, z.g. „Bier- Quellen", worden zy door de gasten of den waard getracteerd. Dit ging in den beginnezoo ver, dat sommige gewonde militairen „boven hun bier" raakten. De gulhaitigen meenden het goed, maar de slachtoffers dier goedgeefschheid werden er de dupe van. De meesten moesien zich maanden lang spenen van alle geestrijke vochten. Zij geraakten natuurljjk onmiddellijk onder den invloed van den alcohol. Het was geen prettig gezicht, deze landverdedigers met gewonde armen, hoofden of beenen in min of meer kennelijken staat te zien. Nadat enkele gevallen van dien aard voorgekomen waren, werd het al te goedhartige publiek op dit euvel gewezen. Sinds dien tyd wordt er streng acht gegeven, dat zulke pijnlijke geschiedenissen niet meer voorkomen.
De gewonden gaan meestal in gezelschap van liefdezusters Berlijn bekijken. Zij bezoeken de musea, kerken, pleinen en parken. Maar het liefst schijnen zij theaters, kino's, concerten, winkels en vooral „Warenbauser" met een bezoek te vereeren. Een groot aantal plaatsen wordt steeds voor de herstellende gewonden gereserveerd. In veel kino's betalen zij een derde of zelfs een vierde van den entreeprijs. Bezoeken zij een „Warenhaus", dan is er al vlug een of andere liefdadige koopster, die de liefdezuster met de manschappen uitnoodi<>f, om in 'n „Eij^-ischungsraum" het dorado voor uitblazende vrouwen en kinderen, koffie, chocolade of gebak en „belegte Brötchen" te laten genieten. De aan allerlei ontberingen gewende soldaten laten zich niet lang uitnoDdigrn. Gul wordt gegeven en flink wordt er gegeten of gedronken.
Een enkele maal verwonderde ik me er over, dat men sommige militairen in zulke slordige, kapotte kleeren liet rondloopen. Dat anderen dit ook met leedwezen gezien hebben, en er de betreffende autoriteiten op wezen, is een feit. De commandeerende generaal (opperbevelhebber) van den Mark Brandenburg, schijnt reeds een order te hebben uitgevaardigd, dat de manschappen in geen haveïooze plunje de stad in mochten gaan. Zulke bevelen zijn noodzakelijk. In de loopgraven en op het oorlogsterrein bekommert men zich over 't algemeen weinig om het uiterlijk. Wasschen gescniedt alleen wanneer er gelegenheid toe bestaat. Verschoonen kan slechts gebeuren als de soldaten 24 uur vrij krijgen, om achter het front uit te blazen. Zoo komt het, dat gewonden er niet altijd proper uitzien. Baard en haren groeien er lustig op los. De gelegenheid om een bad te nemen, is uiterst zeldzaam. Sommige officieren hebben er reeds iets op gevonden. Tamelijk ver achter de linie lieten zij in onbewoonde huizen of stilliggende fabrieken een soort baden waschinrichting maken, waar de soldaten zich verscboonen konden. Een ander bezwaar is het gebrek aan handdoeken en zeep. In de dagbladen lezen wij, dat men dergelijke artikelen naar een der vele centrale depots van het Roode Kruis kan sturen.
't Is nog niet lang geleden, dat generaal von Kessel, de hier voor herstel van gezondheid toevende officieren er op gewezen heeft, niet als in de loopgraven aangetuigd, door de residentie te wandelen. Wij vonden 't eigenlijk een prettig en interessant gezicht, de jonge officieren in een tenue te zien verschijnen, dat meestal de sporen droeg van 't gevechtsterrein. De petten, (dienstpetten), zagen er zeer versletn uit, de broeken, putties en schoenen, getuigden van veel moddergevaren. Voeg daarbij het ernstige gelaat, het yzeren kruis of een arm in een verband, dan begrijpt ge levendig dat deze officieren de belangstelling en de sympathie, speciaal van het vrouwelijke element, dubbel en dwars opwekten. Nu is het weer uit met deze oorlogvertooning in onze correcte stad, waar iedereen min of meer de mannequins der gekleedejassen-magazynen nabootst. De baardjes a la Henri IV zjjn verdwenen. De verfomfaaide uniform hangt zielig aan den kapstok, de dienstpet blijft thuis, de glimmende lakschoenen vervangen de plompe ruwleeren veldtrappeis en de zwart-gelakte scheeden der sabels worden door de zilverglinsterende verdrongen. Correct zyn ze weer, op hoog bevel; en de democratiseering der officiersuniform schijnt voorloopig van de baan geschoven te zyn. In den laatsten tyd is er veel gebabbeld geworden, over het lange verblijf van officieren in Berlijn. Wanneer ge 's middags tijd hebt, kunt ge in een van de groote hotelvestibules, waar om 5 uur thee gedronken wordt, allerlei nieuwigheden ervaren, die niet steeds op waarheid gebaseerd zyn. Zoo werd dan verteld, dat sommige officieren het oneindig prettiger vonden om in Berlijn van overwinningen te lezen, dan er op 'het slagveld aan mee te werken. Zulke praatjes gaan natuurljjk van mond tot mond, precies als overwinningsberichten en gruwelverhalen. Ik sprak er toevallig over met iemand, die op de hoogte kan zyn. Hy schudde het hoofd en zei mij : — „De voor hun herstel te Berlijn toevende officieren staan natuurlijk even goed onder controle van de militaire autoriteiten als de eerste de beste soldaat van den landstorm. De verloven duren precies zoo lang en geen uur korter of langer als zij luiden. Zij vertrekken en komen nagenoeg op dezelfde stipte wijze als in vredestijd. Hebt gij ooit gehoord, dat een Duitsch officier misbruik maakte van zijn verloftijd ? Dan is hij een regelrechte deserteur! en voor die lieden is slechts één straf in oorlogstijd. De controle is in den laatsten tijd noch scherper, noch milder geworden.. Officieren, wier zenuwen sterker geleden hebben, moeten in officiers-sanatoria hun genezing afwachten. Zij mogen niet naar het front terugkeeren, vöór zij volmaakt hersteld zyn. 't Is eigenaardig, zei hij lachend, dat er tegenwoordig zoon drukte gemaakt wordt over zulke eenvoudige, doodgewone verschijnsels". — «Zijn er officieren van 15 jaar?" vroeg ik. — „Ik ken er geen één! De jongste officier is een cadet van de school te Döberitz. Hij is nog geen 18 jaar oud. Vijf voet lang en een sterke baas. Door zyn optreden by verschillende gevaarlijke patrouille-tochten, heeft hij het ijzeren kruis verdiend. Hij is een echte grappenmaker in de loopgraven en de oudste sergeanten dwepen met zijn onverstoorbaar goed humeur". — „Gelooft u dat er veel jonge officieren, ik wil zeggen beneden den leeftijd van 18 jaar, in andere corpsen, Saksen, Wurtembergers of Beieren zijn ?" — „Voor zoo ver ik de benoemingen ken, geen één. Af en toe kan er een uitzondering geschieden. Er zyn jonge lieden van 17 en 18 jaar, die meer pit en verstand bezitten dan anderen op 30 jaar. Bij ons is het soldaatje spelen gten amusement. De officieren moeten een bepaalden graad van ontwikkeling bezitten, al zijn soldaten en onderofficieren nog zoo „scbneidig", al geeft een cadet nog zooveel blijken van persoonlijken moed, als regel geldt bij ons, dat zij als officier officier-kwaliteiten moeten bezitten, 'n Uitzondering doet niets af aan dezen regel.
Uit nabij verleden
De „Tel", trof dezer dagen in vroegere j iargan gen van „Simplicissimus" eenige platen en grappen aan, die wy op het oogenblik merkwaardig genoeg achten om ze zonder commentaar te beschrijven of te citeeren. De Driebond. Drie dronken kerels op een smal pad boven een afgrond. De voorste met een Pickelhaube zegt: „Wees niet bang! Ik ken den weg precies, wij zyn hem vroeger al eens gegaan, toen ik nog nuchter was." De officier van gezondheid. Een tweetal heeren op den voorgrond, waarvan één een officier: „Wat zijn dat eigenlyk voor kerels, daarginds?" „Officieren van gezondheid." „Nu, die doen verbazend gewichtig! In myn tijd noemde men die lui gewoonweg „pillendraaiers" en zei jjj en jou tegen ze." De stervende soldaat. Een pope tot een stervend Russisch soldaat: „Neem dezen troost mee, broedertje. Uw heldendood is gekiekt en wordt den tsaar op de bioscoop vertoond." De marine. Een zeeofficier laat een dame het schip zien. „En dan is er nog een witte vlag, die geheschen wordt als de voortzettingvan den strijd hopeloos wordt geacht. Die hebben we pro forma ook aan boord. Sterren. Eenige vorstenkinderen, waarvan de jongens in uniform, kijken naar den sterrenhemel. „Dat zijn de orden, die den goeden God wegens zyn verdiensten aan het huis Hohenzollern zyn geschonken", zegt er een. De Congressen. De jeneverbrander Gilka woonde het anti-alcohol congres te Genève by.
By het vegetariërs-congres te München werd de vleeschhouwer Schinekl opgemerkt. Aan het internationale vredes-congres te Berlijn nam de minister van Oorlog, von Einland, deel.
De „Ver de u tsch vn g" der taal. Waarom heeft eigenlijk de oude generaal zyn ontslag genomen ?— Na de parade wou hy te veel dienstyver toonen en ontbood de "Bataillonsh'auptlinge" bij zich.
Het Fransche oorlogs-Credo.
Henri Lavedan heeft een soort oorlogsgeloofsbelijdenis geschreven, welke onder andere door den tooneelspeler De Max in het Theatre Francais is voorgedragen, en door tal van IVanschen uit het hoofd werd geleerd en opgezegd wordt als een gebed. Het mooie, sobere proza luidt, onvertaald, als volgt: Je crois au courage de nos soldats, a la science et au dévouement de nos chefs. Je crois a la force du droit, a la croisade des civilisés, a la France éternelle, impérissable et nécessaire. Je crois au prix de Ia douleur et au mérito des espoirs. Je crois a la confiance, au recueillement, au bon travail quotidien, a I'ordre, a la charité militante. Je crois au sang de la blessure et a I'eau du bénitier, au feu de I'artillerie et a la flamme du cierge, au gram du chapelet. Je crois aux voeux sacrés des vieillards et a la toute-puissante ignorance des enfants. Je crois a la prière des femmes, a I'héroïque insomnie de 1 épouse, au calme pieux des mêres, h la pureté de notre cause, a la gloire immaeu.ée de nos drapeaux.
Je crois a notre grand passé, a notre grand présent, a notre plus grand avenir. Je crois aux vivants de la patrie et je crois a ses morts. Je crois aux mams armées du fer et je crois aux mams jointes. Je crois en nous. Je crois en Dieu. Je crois, je crois.
Het hart op de rechter plaats.
In Milwaukee (Ver. Staten van Amerika) is een natuurwetenschappelijke merkwaardigheid ontdekt. Dr. C. A. Fortier, arts aldaar, onderzocht toevallig een steward van de „Arizona", iemand met den Hollandsch klinkenden naam Lan Los, die daar onlangs was binnen-gevallen. Na een nauwkeurig onderzoek, dat door een aantal Röntgenologische opnamen werd bevestigd, constateerde de dokter, dat bet hart, de lever en talrijke andere inwendige organen van den patiënt zich juist aan de tegenovergestelde zyde bevonden van waar men gewend is ze te zoeken. De maag had een heel andere plaats in dit lichaam dan bij normale menschen, en de top van het hart lag aan de uiterste rechterzijde. Los is een Zwitser en werd den lOden October van het jaar 1892 geboren. Hy verheugt zich in een uitstekende gezondheid. Onder medici verwekt de natuurspeling natuurlijk de grootst mogelijke belangstelling. Vele dames zullen meenen, dat over dit geval niet zoon drukte beoeft te worden gemaakt, daar volgens haar geen enkele man het hart op de rechte plaats draagt.
VELERLEI. Telefoongesprek.
*— Hallo, Sumatra Post ? ■— Ja. ~- Mijnheer, is het waar, dat de Duitschers «ij Zevenbergen en Nijmegen Nederland zijn binnengevallen ? — Ja, mijnheer. — (terzijde). Zie je nou wel, dat 't waar is. — Got-o-got-c-got-o-got! God—god! — Zyn «r nadere bizonderheden, mijnheer ? — Neen, mijnheer. Die zyn wy elk oogenbl'k wachtende. — Wat denkt u ervan ? jj ~~ Bewustzijnsvernauwing, mynheer. Zegt de eer Casimir ook. "*" Hoe zegt u ? "■" Bewustzijnsvernauwing. is dat, mynheer? "~ Dat is als je je zelfcontrole kwyt bent. de denkt u, dat de Duitschers zich aan ziehBr6nZen erg verveel
De auto kinderjuf.
•aen nieuw beroep is ionr ' . , uit Chicago uitgevonden 1 n6en JoDge damfe gevend, omdat het nieuw! 7™.™ T -Amerikaa^chen grondslag bS^^i het makkelijkst geld kan verdienen door iets te doen wat anderen nog niet gedaan hebben".
De jonge dame in kwestie was rijk, eer ze arm werd; toen ze nog rijk was, hield ze er een auto op n&, en haar glorie was, dat ze haar eigen auto zelf bestuurde, — en goed ook ! Toen dan de armoede kwam, ging haar het meest aan het hart, dat zy van haar auto zou, moeten atstand doen.
Dus bedacht ze er wat op, om dit laatste te voorkomen ; en haar bedenksel kwam hierop neer, dat ze een advertentie in de Chicago'sche bladen plaatste, waarin „een vertrouwde autobestuurster haar diensten aanbiedt om dagelyks auto-ritten te maken met de kinderen van druk-werkende papa's, die bij gebrek aan chauffeurs anders slechts op Zon- en feestdagen met hun gezin uit tuffen kunnen gaan".
Ter verklaring van deze duisterheid diene, dat het typisch Amerikaanseh is, om er zelf een goedkoop wagentje op na te houden, doch dit dan ook geheel zelf te onderhouden, zonder hulp van een chauffeur. Kan echter het hoofd van het gezin niet plaats nemen achter bet stuur, dan moet de auto in de garage ongebruikt staan, en mogen vrouw en kinderen wachten tot den eersten vry en dag van den papa-cbauffeur.
Het bedenksel van onze automobiliste is dadelijk ingeslagen; reeds denzeifden dag had zij zooveel aanvragen, dat zij geen tyd genoeg had, om al haar nieuwe autoklantjes af te tuffen.
Ziehier dus een nieuw beroep in de wereld gebracht. Want nu het bedenksel zoo goed ingeslagen is, zyn er natuurlyk kaapsters op de kust, om tegen concurreeronde pryzen als auto-kinderjuffrouw haar diensten aan te bieden.
Kerstmis in België.
Uit een Soldatenbrief in het „Beri. Tagebl.":
...Wij lagen in de nabijheid van Thielt, tien kilometer van het stadje Lichtervelde af, iü reserve, aten by de boeren lekkere ham, eieren, dronken melk en onze wangen, die in de loopgraven smal en bleek waren geworden, werden weer rood en frisch. Eén ding ontbrak echter in deze idyllische rust. Dit was de gelegenheid om eens een goed, warm schoon bad te nemen. Toen kwam op een dag met het divisiebevel de mededeeling, dat in Rousselaere een bad was en dat ons regiment dan en dan kon baden. Op den bepaalden dag ging ook onze afdeeling naar het huis, tien kilometer te voet tot Lichtervelde en dan nog met den trein een uur tot Rousselaere. Na tvvee uur wachten kwamen wy aan de beurt. Twintig minuten tijd om te baden was gecommandeerd. Tien minuten gingen er af voor uit- en aankleeden en er bleef dus tien minuten over om hootd en lichaam onder de douche te houden en met de ruwe lappen, die wij kregen, flink af te boenen. Wat een genot was dat! Ik geloof niet, dat iemand achtergebleven zou zijn. ook al hadden wy' er twee dagen voor moeten loopen. De hospitaalafdeeling, waarvan de manschappen als badknechten dienst deden, had een fraaien scheersalon ingericht, waar voor vijftien pfennig de wildbehaarde oerwoudmenschen tot bijna fattige midden-Europeanen gemaakt werden. Daarna kregen we bij een brandenden Kerstboom zoete koffie en Berliner bollen. De Berliner bollen waren van Belgisch krentenbrood gemaakt, maar ze smaakten zeer goed. ... leder kreeg wat voor Kerstmis. Daarvoor had de vrouw van onzen kapitein gezorgd. De heele batterij was aangetreden in het lage, groote boerenvertrek en honderd paar oogen keken naar den kleinen, kleinen Kerstboom, die op de tafel stond. Voor den een had het Kerstkindje een pijp, voor den ander een dagboek, een hemd, knie-, pols- of borstwarmers gebracht. leder kreeg wat. De kapitein deelde zelf uit. Daarop werd het plotseling heel stil. De honderd soldatengezichten zagen er merkwaardig ernstig uit. Toen zij de kapitein zacht: „Jongens, zingt nu een Kerstlied."
Zacht begon er een te zing^r.: „O, dufiöhliche, du selige gnadenbringende Weihnachtszeit", en honderd stemmen vielen in, zoodat de boer heel verschrikt naar binnen keek.
Het klonk merkwaardig heesch en beklemd, dit lied. En toen het ten eind gezongen was, sprak niemand een woord, tot er één begon te neuriën: „Stille Nacht, heilige Nacht". Wij hebben dit lied niet ten einde gezongeu. Velen gingen naar buiten, velen verborgen hun gezicht achter hun harde, bruine handen, wat werkelijk een beetje onmilitair Wcts. Maar het wordt iemand te machtig. Het kanon heeft met Kerstmis niet gezwegen, maar op het Westelijk front zyn hier en daar de geweren toch niet afgegaan, zoo wordt in de „N. R. Ct." verhaald.
Een Engelsch soldaat schreef op eersten Kerstdag naar huis, dat hij en zijn kameraden op Kerstavond de l'uitschers hadden toegezongen in plaats van op hen geschoten. „Het begon" zegt hy, „met elkaar een gelukkige Kerstmis te wenschen. Na ean poos riepen ze : Engelschen, zingt voor ons! Wa haalden onze gezangboeken te voorschijn en zongen : „Lsad, Kindly Light", „Abide with me" en „While shepherds watcbed their flocks by night". Zg riepen driemaal hoera voor ons, eu toen vroegen wij of zij voor ons wilden zingen. Dat deden zij. Sommigen van onze lui gingen uit de loopgraven tot aan de draadversperring toe en spraken met eenige Duitschers. Ze spraken af op Kerstdag niet te schieten. Ze verlangden dat we voetbal zouden spelen. We zullen dus één dag vrede hebben. Ik had gisteravond rantsoendienst. Na de afspraak werd er in het geheel niet geschoten. We konden naar de loopgraven loopen zonder vrees overhoop te worden gepoft".
Een ander Engelsch soldaat schrijft hetzelfde. „Het waren lang geen kwado lui", zegt hij. „Je kon nauwelijks gelooven, dat we elkaar een paar uurteroreu nog vaar de keel waren gevlogen". Een lerde zegt, dat de wapenstilstand voor den heelen eersten Kerstdag was aangegaan, tot 's nachts 12 uur. „Vroeg in den ochtend begonnen de Duitschers zich boven de loopgraven te vertoonen..Twee kwamen naar voren, zwaaiden met een flesch en riepen ons toe om dichterbij te komen. Na een poos ging ik met een ander; we hadden een doos chocolade bij ons. We gaven elkaar da hand en dadelijk klonk er uit de loopgraven van weerskanten gejuich en handgeklap. Over en weer keek men met belangstelling naar de ontmoeting. We rookten en dronken samen en gaven hun chocolade. Spoedig sprakenv talrijke groepjes met elkaar. Maar in de verte hoorden we aan weerszijden ecu herig gevecht aan den gang, het brommen van de zware kanonnen en het paffen van de geweren". Esn vierde schrijft o. a.: „Twee Duitsche officieren en een soldaat brachten twee flesschen whisky, een kistje sigaren en een pudding. Ze hadden meer willen geven, maar moesten wat overhouden voor Tweeden Kerstdag".