ADVERTENTIEN. ZAKARIAB KREEMAKER MEDA N, tegenover BoekhandelJ. HALLERMANN levert spoedig en net Krees in alle groote en soorten tegen den priis van f 0.05 per voet, voorzien van prima Holl. bindtouw. Zonder ophangen en thuisbezorgen. Voor goede kwaliteit wordt ingestaan. 8139
De Sumatra post
- 16-12-1914
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Sumatra post
- Datum
- 16-12-1914
- Editie
- Dag
- Uitgever
- J. Hallermann
- Plaats van uitgave
- Medan
- PPN
- 045042624
- Verschijningsperiode
- 1889-1942
- Periode gedigitaliseerd
- 1898-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- KB 1634 B1
- Nummer
- 294
- Jaargang
- 16
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Een open brief van Bernard Shaw.
In het radicale weekblad „Nation" van 7 November richt Bernard Shaw een langen open brief tot den president der Noord-Amerikaanse republiek. De strekking daarvan moet 'djwel nutteloos worden geacht, om niet te : mal. Shaw wenscht enkel maar de ta ontruiming van België door al de daar oorlogvoerende vreemde legers. Alsof Engeland *<* Frankrijk dat land tot oorlogsterrein kozen en er niet, noode gedwongen, vechten om Wstel der geschonden neutraliteit. Dat en nog *at andere gezochtheden daargelaten, is de °pen brief een welsprekende uiting van Shaw's gevoelens omtrent den oorlog, alsook een optecht getuigenis van zyn medelijden met het Stftie Belgische volk. De Londensche correspondent van de „Tel." Reeft de volgende volledige vertaling van het "'tvoerige schrijven: Open brief aan den p r e s iden der Vereenigde Staten van Amerika. Mynheer, Ik richt tot u het verzoek, de onzijdige mogendheden uit te noodigen tot een beraadslaging met de Vereenigde Staten van Amerika, kn einde Britannië, Frankryk en Duitschland *e verzoeken, den grond van België te verlaten *•! hun twist op eigen bodem uit te vechten. Öoe ook de genegenheid van onzijdige staten öioge verschillen en welke geschilpunten, waarover thans tusschen de oorlogvoerende mogendheden gestreden wordt, aan twyfel onderhevig ö*ogen zyn, omtrent ééne zaak kan er geen Verschil van meening of twyfel bestaan, n.l. dat do oorlogvoerende leger* geen recht hebben in België te zyn, veel minder om daar 'e vecbten en de onschuldige inwoners van dat land in hun wederzijdsche slachting te U zult my het recht niet ontzeggen, dit verzoek tot u te richten. U zijt het officieele hoofd de natie, die zonder twyfel of vergelyking de voornaamste der onzijdige mogendheden is, van al de andere onderscheiden door een ontzagwekkende grootte, door moderne democratische constitutie, alsmede door een vrijwaring van het ingewikkeld systeem dtr moLarchie en hare tradities, die Europa boerden tot de zonderlinge dwaasheid van een °orlog, formeel gevoerd tusschen den Germaanschen keizer, den Germaanschen tsaar, den Gerniaanschen koning der Belgen, den Germaanschen koning van Engeland, den Germaansche 1, keizer van Oostenryk en een gentleman, die met u de onderscheiding deelt van •Bet geen der voornoemden verwant te zyn en daarom monarchistisch te beschryven isals een Poincaré, een Franschman.
FTk arzoek op grond der verdienste Daarvan, zonder aanspraak te maken op eenig *nder recht dan my als mensch toekomt. Niemand heeft er mij toe uitgenoodigd. Uitgezonderd een groote klasse constitutioneele bedelaars is het normale Engelsch gevoelen, dat het geen uut heett om iets te vragen, als men Seker weet het verzoek afgewezen te zullen sien of niet bij machte is de inwilliging er van te forceeren. Voorts is de meening, dat degene, wiens verzoek geweigerd en niet ingewilligd wordt, zich belachelyk maakt. Vele Engelschen bullen zeggen, dat een tot de oorlogvoerende Partyen gericht verzoek, om België terstond te ontruimen, geweigerd zou worden, niet opgevolgd kan worden en daarom den vrager belachelijk maakt. Kortom, wij zyn geen biddende natie. Maar voor u zal het duidelyk zijn, dat Zelfs de sterkste mogendheid, of een verbonden groep van mogendheden, haar positie totaal veranderd kan krygen door een uiting der openbare meening van de rest der wereld. In Uw heldere Westersche atmosfeer en in uw bijzonder verantwoordelijke positie als het centrnle hoofd der Westersche democratie, zult u, toen drie maanden geleden de Europeesche toestand dieigend werd, wel terdege bewust zyn geweest van het feit, waarvoor Europa zoo Noodlottig blind was, dat de eenvoudige oplossing der moeilijkheid, waarin de bedreiging dei *Vansch — Russisch — Britsche overeenstemming Duitschland plaatste, voor den Duitschei keizer was, zyn Westelijke grens tei steUenjH onder de hoede der nabuurschap en het goedH vertiouwen van de Amerikaansche, BritscheH en Fransche democratie, om dan kalm teH wachten hetgeen Rusland tegen zyn land inH het Oosten mocht ondernemen. Had hij datH gedaan, dan konden wjj hem van achterenH niet hebben aangevallen; en had FrankrijkM zoon aanval gedaan — het is in hoogste mateM onwaarschijnlijk, dat de Fransche openbareM meening zoon gevaarlijk en ongerechtvaardigdM avontuur zou hebben gedoogd — dan zou bijl op zn ergst de volste sympathie van Britan-H nië en de Vereenigde Staten hebben onder-H vonden en op zn best hun ijverige hulp.l Ongelukkigerwijze veroorloven Duitsche vor-B sten de democratie geen bemoeiing met hun-B ne buiteniandsche politiek te maken, geloo-B ven zij niet in goede buurschap, maar welß in kanonnen en kanonnenvoerder. De keizerß droomde er nimmer van, zyn grens onderß hoede te stellen van u en de menschlievendheidß zyner zijner naburen. En de diplomaten vanß Europa hebben nimmer gedacht aan dat ge-B makkelijke en juiste middel. Zij konden erß ook niets voor in de plaats stellen, met hetH afschuwelijke resultaat, dat u vooi oogen staat.B „Nu dat onheil is geschied, de beide Euro-B peesche donderwolken in botsing kwamen er.B hun weerlicht ontladen, past bet mij niet meß met de vraag te bemoeien, of de Vereenigdeß Staten partij in dezen oorlog dienen te trekkenß voor zoover, dat zij daarbij betrokken zyn.H Maar ik mag wel pleiten voor een volkomenß onschuldigen neutralen staat, den Belgischenß die op de ontzettendste wyze door de oorlog-B voerende party geteisterd wordt. De overleven-ï de Belgische bevolking vlucht naar allenabu-1 rige landen, om te ontkomen aan den voortdu-l ïenden regen van shrapnellsen houwitser-vuuri van Britsche kanonnen, Fransche kanonnen,! Duitsche kanonnen, en, meest tragisch vani alles : van Belgische kanonnen. Want het Bel-I gische leger wordt tot zyn verdediging ge-l dwongen, zijn eigen land te verwoesten. I „Daar is geen verschooning voor ; en zulkl een gruwel kan de rest der wereld niet stil-B zwijgend aanzien, zonder de schuld op zich tel laden van een toeschouwer, die getuige is vani een misdaad, zonder zelfs maar het alarmsein! te geven. Ik geef toe, dat België, in zyn uiter-l sten nood, 'n fout beging. Het riep de hulp vani enkel de moge- dheden der entente ir, in-I stede van een beroep te doen op heel de we-1 reld van vriendelyken. Het had ook op Amerikal een beroep moeten doen, en het valt moeilijk! aan te nemen, dat u er geen acht op zou heb-l ben geslagen. Maar als België zwygt, enkel de oogen stilzwygend richt tot u, terwyl u blikt! op de roode verwoesting, waartoe zyn dorpen, zyn monumenten en schatten zoowel door zijn vrienden als zijn vyanden worden gedoemd, zijt u dan ook maar iets minder verplicht tot spreken, dan in geval België uom de hulp van een millioen soldaten had gevraagd ? Geen oogenblik komt het in mij op, dat uw tusschenkomst in het belang van hetzij de Alliantie- of de En ten te-bon dgenoeten dient te geschieden. Indien gy beide zyden even schuldig acht, dan kennen wy de redenen die gij voor dat oordeel kunt vinden. Maar België is onschuldig; en het is terwille van België, dat het nog in vrede zijnde deel der wereld wacht op een aansporing vau u. Geen andere kwestie behoeft daarvoor eerst te worden beoordeeld. Als Duitschland vasthoudt aan den eisch van rfcht opeen doorgang door België, iets wat het |hoe dwalend ookj voor zich als een kwestie van leven of dood achtte, dan kan niemand, zelfs niet China, ontkennen, dat zulke rechten geen plaats innemen ondei de gewone menschelyke rechten die boven de kunstmatige rechten der nationaliteit staan Ik denk, bijv., dat als Rusland uw werelddeel kwam binnenvallen onder omstandigheden, die het voor de handhaving uwer natioale vrijheid noodig maakten, uw leger door Canada te laten trekken, dat u daarvoor onze toestemming zoudt vragen en, by weigering, met geweld dat recht nemen. U moogt redelijk veronderstellen, zelfs als al onze staatsmannen een kreet van ontkenning gingen aanheffen, dat wij onder gelijke omstandigheden dezelfde vrijheid zouden nemen, niettegenstaande al de stukjes papier in de vuilnisbak van ons ministerie van Buiteniandsche Zaken.
U ziet wel, dat ik jegens u openhartig ben en, naar ik hoop, billijk jegens Duitschland.
Maar een doorgaugsrecht is nog niet een veroveringsrecht. En zelfs dat doorgangsrecht was heelemaal niet, zooals de Rijkskanselier zich inbeeldde, een zaak van leven en dood, maar louter een militaristische hallucinatie, die tot dusver is uitgeloopen op een militaire flater. Kortom, er was geen sprake van een zoo overweldigende noodzaak, als die de ontkenning van het doorgangsrecht voor het Duitsche leger zou hebben gelijkgesteld met een weigering om de Duitsche onafhankelijkheid voor vernietiging te behoeden en daarom als een oorlogsdaad jegens haar, die een Duitsche verovering van België kon rechtvaardigen. U kunt derhalve de abstracte kwestie van internationale doorgangsrechten heelemaal buiten uw tusschenkomst laten. U kunt ieder geschil tusschen de oorlogvoerende partijen volkomen onaangeroerd laten eu toch, in het gemeenschappelijk belang der wereld, Duitschland verzoeken, uit België te trekken, in Frankryk of over het Kanaal in Engeland als het kan, naar zijn eigen land terug als er niets anders opzit, maar in ieder geval uit België. Een dergelijk verzoek zou natuurlijk terzelfdertijd tot Britannië en Frankryk moeten worden gericht. De technische j uistheid onzer diplomatieke positie ten opzichte van België moge onwraakbaar zijn, de uitwerking onzer granaten op België is precies dezelfde als din der Duitsche granaten; en vermits wij, door op Belgischen grond te vechten, dat land dezelfde nadeelen berokkenen als wanneer zijn neutraliteit door ons instede van door Duitschland ware geschonden, zouden wij fatsoenshalve niet kunnen weigeren, in een algemeene ontruiming toe te stemmen. In ieder geval zou uwe tusschenkomst tenminste het resultaat opleveren, dat, zelfs als de oorlogvoerende partyen weigerden aan uw verzoek te voldoen, zy daardoor in een volkomen nieuwe en zeer onaangename verstandhouding tot de openbare meening zouden komen te staan. En onverschillig hoe machtig een staat is, hij is niet onverschillig voor het groote onderscheid tusschen het doen van iets, dat niemand veroordeelt en iets, dat iedereen, behalve de belanghebbende partyen, veroordeelt.
Dat verschil alleen zou uwe moeite wel beloonen. Maar het is volstrekt geen uitgemaakte zaak, dat er in een besliste weigering kan worden volhard. Duitschland moet thans wel beseffen, dat de eer van Engeland nu gemoeid is by' de volslagen verlossing van België van de Duitsche bezetting, die, om Antwerpen en Brussel te behouden, ook Portsmouth en Londen moet nemen. Frankrijk heeft dienaangaande geen geringere verplichting. U kunt beter beoordeelen dan ik, welke kans Duitschland
thans heeft, of zich kan inbeelden te hebben, om zyn Westersche vyanden uit te putten of te overweldigen, zonder zich daarby zelf te ruïneeren. Wat ook de oorlog en zyn gruwelen mogen hebben bewerkt of tenietgedaan, u zult mij toegeven, dat er daardoor een einde is gemaakt aan de droomen eener verpletterende overmacht van leger of vloot. Tegen den prys, dien de verovering van een gansch werelddeel nauwelijks zou kunnen rechtvaardigen, hebben de ontzettende wapens en de heldenscharen, die er zich van bedienen, elkander in een maand enkele mijlen heen en weer gedrongen, namen en hernamen zy een rampzalig dorp driemaal in minder dan een week. Kunt u er aan twijfelen dat, niettegenstaande wy alle vrees van verslagen te zullen worden verloren (onze verduisterde steden, de paniekjes onzer bladen, met hun grenzenlooze schrikken en dwaze verzinsels, zyn slechts zenuwkrampen van een wereldstad), wij toch een oorlog beu worden, waarbij, nadat wij onze oude militaire reputatie opnieuw bevestigden en den Duitschers leerden, dat er voor hen en hun rijk geen toekomst is zonder onze vriendschap en die van Frankrijk, wij niets meer winnen kunnen 'i
Te Londen, Parys en Berlyn durft momenteel niemand zeggen: „Myne heeren, gy zy't broederen, waarom doet gy elkander onrecht aan?" De minste neiging tot een Christelijk inzicht der dingen, worlt in die hoofdsteden als een halsraisdaail beschouwd ; maar Washington heeft nog het voorrecht, met gemeenzame menschlievenheid tot de naties te kunnen spreken.
Ten slotte zij het mij veroorlootd nog te herinneren aan een ander voordeel, dat uwe afzondering van den strijd u geeft. Hier, in Engeland en Frankryk, gaan mannen dagelijks naar het front, hunne vrouwen en knideren zyn allemaal op korten afstand; en er is geen mensch zoo verhard om het ergste te zeggen, dat er van hetgeen nu in België gebeurt, valt te zeggen. Wij spreken tot u van Leuven en Reims, in de hoop u tot onze zijde over te halen of tegen Duitschland in te nemen, vergetende, hoe zwaar uwe verzoeking is, om, terwijl gy onze daden aanschouwt, te zeggen: „Welaan, als de Europeesche literatuur door de bibliotheek van Leuven vertegenwoordigd, en de Europeesche godsdienst, dien de kathedraal van Reims vertegenwoordigt, ons niet verder dan tot zoo iets brachten, dat zij dan in Godsnaam maar verdwijnen," Ik denk aan wat anders: aan de oprechte Belgen die ik hunne wonden zag verzorgen en op den eersten blik kan her kennen als eenvoudige menschen, onschuldig aan alle oorlogzuchtige bedoelingen, vertrouwende op de wijsheid en eerlijkheid van d 3 heerschers, en diplomaten, die hen hebben verraden, van hunne boerderijen en uit hunne zaken werden gehaald om te verdelgen en verdelgd te worden voor geen goed doel, dat niet beter en spoediger door nabuurschappelijke middelen had berecht kunnen worden. Ik denk aan het ware nieuws, dat geen courant durft pubüceeren, niet aan de leugens die zij verspreiden om de aandacht van de waarheid af te leiden.
Iv Amerika kunnen al die dingen worden gezegd, zonder Amerikaansche moeders en echtgenooten tot waanzin te dry ven ; hier hebben wy onze tanden te knarsen en voorwaarts te gaan. Wij kunnen niet rechtvaardig zijn, wij kunnen niet buiten den horizon onzer kanonnen zien. Het geraas van kogels en bommen verdooft ons; de zwarte rook van houwitsers verblindt ons; en wat die dingen onzen zintuigen aandoen, dat doen onze hartstochten onze verbeelding aan. Ten behoeve der rechtvaardigheid moeten wy doen, gelyk de middeleeuwsche steden deden: een vreemdeling te hul)) roepen. U zyt ons wel niet heelemaal vreemd, maar kunt ons allemaal toch onpartijdig beoordeelen. En u zyt de woordvoerder der Westersche democratie ; daarom doe ik een beroep op u !
VELERLEI. Oorlogsvaria.
„It's a long way to Tipp e r a r y." *) Hieronder plaatsen wij den tekst van het liedje, dat op 't oogenblik hèt liedje is van den Britf-chen soldaat. De troepen, men weet het reeds, zingen het, wanneer ze naar het front gaan, de soldaat, die op post staat, fluit het zachtjes voor zich heen . .. Up to mighty London Game an Irishmaa one day. As the streets are pav'd with gold Sure ev'iyone was gay ; Singing songs of Piccadilly, Strand and Leieester square, Till Paddy got excited Then he shjuted to them there : — refrein: It's a loog way to Tipperary It's a long way to go! It's a long way to Tipperary To the sweetest girl I know ! Good Bye Piccadilly, Fareweil, Leieester square, It's a long, long way to Tipperary But my heart 's right there! . It's there! Paddy wrote a letter, To his Molly O', Saying „should you not receive it, Write and let me know ! If I make mistakes in „spelling", Molly dear, said he (* Tipperary is een graafschap in lerland.
Remember it's the pen, that's bad, Don't lay the blanie on me." Refrein : It's a long way, etc. Molly wrote a neat reply To Irish Paddy O', Saying : „Mike Maloney wants To many me, and so Leave the Strand and Piccadilly Or you'll be to blarue, For lovo bas fairly diove me silly — ; Hoping you're the finie! Refrein *. It's a long way, etc. Toen het liedje eenige jaren geied^ü voor 't eerst in de Londensche music-halls w-rd gezongen, sloeg het niet in. In Amerika evenwel werd het kort daarop enorm populair. Allengs woei 't naar Engelsche en lersche garuiz ensplaatsen over en werd daar het deuntje vaa den soldaat. En nadat in het begin van September, in een van de eerste communiqués uit h^t hoofdkwartier van „the English 6xpeditionary army" het bericht voorkwam, dat „Tommy" dit liedje zong op het slagveld, — toen waren componist en tekstdichter meteen beroemd. Elk straatorgel in Londen speelt het liedje, dat, een uitstekende „marsch„-melodie bezit. * * * Ontmoetingen. Tot welke onverwachte, ontmoetingen de tegenwoordige verwarde toestanden leiden kunnen, vertelde een dezer dagen .Excelsior" als volgt: In een tijdelijk hospitaal, ingericht in een jongemeisjes-kostschool te Périgueux komt een korporaal-ziekenoppasser binnen in een der benedenzalen, en ziet er een gewonden soldaat wiens plaats naar hij meende op de eerste verdieping was. Verontwaardigd roept hij hem toe: „Wat moet ja hier'r* Wil je wel eens als een haas maken, dat je weer boven komt ?" „Maar ik ben nooit boven geweest", antwoordt de soldaat verwonderd. „Ik hoor hier. Daar staat mijn bed." De kameraden bevestigen dit. De soldaat, die zwaar gewond geweest wab, had dagen lang bleek en ongeschoren op bed gelegen. Dien dag was hij voor he. eerst op, had zich aangekleed en geschoren, en geleek nu sprekend op een lichter gekwetste, die zich op de eerste verdieping bevond. Zóó treffend was da gelijkenis, dat de korporaal naar boven ging om zich te overtuigen, waut hij geloofde nog maar half aan de hem gedane verzekering. Inderdaad vond hij boven den sosie, die desgevraagd zei Jean Rivière te heeten, De korporaal ging weer naar beneden en vroeg aan den man daar: „Hoe heet je ?" „Paul Rivière," „Heb jo een broer ?" „Ja, we zijn tweelingen." „Weet je waar hy is?" „Noen. Hij was in Madrid, ik in Parijs. We hebben elkaar al vijf jaar niet gezien". „Ga dan maar eens mee..." En de korporaal bracht de twee broers bij elkaar, die elkaar met de gebruikelijke tranen in de armen vielen. Ze hadden geen van beiden geweten dat ze onder hetzelfde dak lagen. En hadden ze niet zoo treffend op elkaar geleken, dan wisten ze het misschien nog niet! Een andere ontmoeting deelt „Het Volk" mede: In het Engelsche partyblad „Justice" maakt korporaal S. Heyhurst van de lichte infanterie uit Shropshire, thans te Cheltenham, melding van het volgende: Eenige jaren geleden was ik als gedelegeerde voor de Onafhankelijke Arbeiderspartij op het internationaal socialistisch congres te Stuttgart en woonde daar ten huize van een Duitscher, genaamd Hans Wolsselhoe_. Na den slag aan de Marne was ik met een strijdmacht bij de vervolging der Duitschers en stond op zekeren dag in een bajonet-gevecht tegenover een Duitschen cavalerist. Hem nader beschouwend, herkende ik myn gastheer uit gelukkiger dagen. Hy herkende mij ook en wij hadden niet het hart om verder te vechten. Hij redde den toestand door zich over te geven en werd met een bezending gevangenen naar Engeland gevoerd. » Eengrapp e n m a k e r. Ëen geschiedenis, die opzijn plaats zou zijn in een boek als „De drie Musketiers", wordt verteld door 'n correspondent van de „Paris Journal". In een der laatste schermutselingen aan het Westelyk front, had een Fransche dragonder zyn paard verloren en bleef achter. Eenige uren later ging een Fransche verkenningspatrouille op weg en vond den man aan den ingang van een dorp. „Wat voer je daar uit •'" — was de vraag. „Ik bezet de stad!" was het lachend antwoord ; ik wachtte tot jullie komen zoudt. De Duitschers zitten daarginds in 't bosch, maar ze hebben 't hart niet't dorp binnen te trekken, zoolang als ik hier sta. Ze gelooveu niet, cUt ik alleen ben!
Oorlogsmuziek. In 'n Duitsch blad, vertelt de Obermusikmeister Becker, thans in actieven dienst, door wat voor soort „muziek" hij den mannen by den aanval moed gaf. Het „muzikale verslag" zegt 0.m.: „Wij lagen na een langen marsch by G. in 't bivak, en verheugden ons op onze porties goulasch en op 't vooruitzicht van eenige uren slaap. Maar 's nachts om half drie werd alarm geblazen, onze voorposten hadden Fransche troepen ontmoet, en spoedig had zich een hevig gevecht ontwikkeld. De Fransche artillerie vuurde onophoudelijk, en fluitend joegen de granaten over het veld, eu explodeerden met vreeselijk gekraak. De vijandelijke infanterie zond een hagel van kogels in onze richting. Met mijn „muziek-mannen" stelde ik my aanvankelijk verdekt op ; totdat overste von R. me gelastte op myn manier" aan het helsche concert deel te nemen. Ik schoof met myn menschen tot in de voorste loopgraven, liet de instrumenten uitpakken, en gaf, tot groote vreugde van onze manschappen, het sein tot het spelen van het lied „0, wie wohl ist mir am Abend!" Na eenigen tyd, toen de maan tusschen de wolken vandaan kwam, en het slagveld met de explodeerende granaten bescheen, speelden we „Guter Mond, du gehst so stille !" —Toen kort daarop de Franschen heftig op ons indrongen, begroetten wy ze met den treffer: „Püppchen, die bist mem Augenstern", en onthaalden onze vyanden vervolgens op den Radetzki-marsch. Juist toen de zon op ging, besloten we het programma met het koraal' „Wie schön leuchtet der Morgenstern", dat door tal van onze mannen medegezongen werd."
Vermoedelijke Postsluitingen.
ss. Loudon naar Batavia 22 Dac. Reynst Singapore 21 „ Medusa Singapore 18 . Ranee Singapore — , Circe Singapore 19 , Perak Penang — „ Malaya Penang — , Alma Penang 17 „ Reyniersz Sabang 19 , Indragiri Langsa 17 , Indragiri Batoe Bahra 24 , v. Hogendorp Asahan en Singap. 23 , ! Madras Mail. Vry dag 18 December. Rotterd. Lloyd Zaterdag 19 December.
Agenda.
Spreekdagen van den Resident.
Maandag, Woensdag en Vry dag, van 9 tot 2 uur 's-morgens.
Spreekdagen van den Gewestelijk Secretaris.
Alle dagen, behalve Zon- en feestdagen, van 8 tot 12 uur 's morgens.
Ontvang-Avonden.
De familie Tjong A Fie, den derden Zaterdag van elke maand in den vooravond. De familie Van Tyen, den lOen der maand in den vooravond. [Voorloopig verhinderd].
Vergaderingen, Vermakelijkheden Enz.
lederen Zondagavond diner-muziek Huize Deßoer _, „ » » » Medan Hotel. ïederen avond Oranje-Bioscoop, Balistr. lederen avond Dcli Bioscoop Hüttenbachstr. „ „ Royal Bioscoop Luitenantsweg. Dcli Sport Vereeniging: Maandag en Woensdag: oefeningsavonden voor de Cricketafd. Dinsdag, en Vrydag : oefeningsavonden voor de Voetbal-afd. Donderdag: oefeningsavonden voorde Hockey afd. Ryclub: iederen Donderdagavond van 67,—77- figuurrjjdeu Vry willigers-corps S. O. K. Deli-commando : 10. Brigade baan Sei.-Sikambing le. & 3de Zoudag. 20. » > > 2e. & 4e. > 3o » » > le. _10e. v. elke rund-40. » » » 2e. & 4e. Zondag. 50. > » » le. & 3e. > 60. > » Klainbir-Lima iederen * 70. » > Sei.-Sikambing 2e. & 4e. > Boven Langkat-Commando 10. Brigade baan Tj.-Djatti iederen Beneden Langkat-Commando 10. Brigade baan Pk.-Brandan iederen » 20. „ „ Tj.-Poera le. & 16e. v. elke mnd Sordang-Commando 10. Brigade aan 8.-Poerba le. & 16e. » > 20. „ „ Sialang le. & 16e. » > Batoe-Bahra- Commando 10. Brigade baan Lb.-Roekoe le. & 16e. » » 2o „ „ Tj.-Kaasau le. & 16e. > > 16 Dec. D. 8. V. Buit. Alg. Verg., Medan- Hotel, 67s u- v- m-17 „ Verg. Alg. Med. Kiesver. Medan- Hotel, 7 u. n.m. 23 , Candidaatstelling Gemeenteraad.
Vervaldagen van Venduschulden.
Debiteuren aan het Vendukantoor te Medan worden er aan herinnerd, hun debet te voldoen op onder-volgende data. Vendutie B. G. Carnachan „ 16 Dec. 19l_ „ Sarianoen „ 26 „
Venduties.
16 Dcc, A. Maurer, Kwala Bingei, 10 u. n.m. 17 , Openb. verk. 2 perceelen te Bindjei, 10 u. v.m. 18 , G. H. Schouten, Benteng, Medan, 6 u. n.m. 19 , A. N. W. Felser, Ond. Dcli Toew», 7 u. n.m. 19 , Th. Verhage, Krugerstraat 63, 67, u. n.m. 2 2 „ Openb. verk. 7 perceelen, te Bindjei. 10 u. v.m.