Ir. Joseph Th. J. Cuypers te ROERMOND wordt a.s. Woensdag 10 Juni vijf en zeventig jaar. Een gebeurtenis, welke een dankbare gelegenheid schept om. de vele verdiensten van dezen jarige als bouwmeester en beoefenaar der aangepaste kunsten in een zij het beknopt, bestek te releveeren. Ir. Jos. Cuypers zal, daarvan zijn we maar al te goed overtuigd, niet gaarne zien, dat hij bij deze gelegenheid het middelpunt wordt van een openbare hulde, welke hij in zijn grooten eenvoud en bescheidenheid als mensch bij de herdenking van zijn zeventigsten verjaardag ook ontliep.
Het bereiken van een leeftijd van 75 jaar — een ouderdom, welke de allermeesten onzer niet bereiken en zeker niet beleven in het genot van een vitaliteit, geestkracht en werklust, welke ir. Jos. Cuypers thans nog kenmerken, en hem ook in dit opzicht een goed zoon van zijn grooten vader doet zijn — is echter een té merkwaardige gebeurtenis om onopgemerkt voorbij te laten gaan. ■^—^^^ Ir. Jos. Cuypers is een van die groote figuren, ■welke Limburg aan ons land heeft geschonken en waarop ons Zuidelijk gewest niet recht trotsch mag zijn... onze provincie hoopt ir. Cuypers nog lange jaren te behouden in al de blijmoedige vitaliteit en merkwaardige productiviteit, welke hij ook op dezen leeftijd nog zoo overtuigend bezit. •.< Ir. Joseph Cuypers werd te Roermond geboren op 10 Juni 1861 in het bekende dr. Cuypershuis, waarin thans het Cuypers-Luyten-Museum van de gemeente Roermond is gevestigd. Reeds tijdens zijn studiejaren te Rolduc openbaarden zich bij den eenigen zoon van den grooten dr. P. Cuypers de aanleg en de lust voor het vak, waarin zijn vader zulkwn vooraanstaande, vooral ook in den laatsten tijd weer meer gewaardeerd wordende, plaats innam. Nadat hij aan de Polytechnische school te Delft met uitstekend gevolg zijn examen voor civiel-ingenieur had afgelegd, lag zijn levensbaan voor hem afgelijnd.
"Ir. JOSEPH CUYPERS te ROERMOND Woensdag 10 Juni bereikt hij den leeftijd van 75 jaar. ZOON VAN EEN GROOT BOUWMEESTER EN ZELF EEN BEGAAFD VEELZIJDIG KUNSTENAAR". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
"Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Ir. Jos. Cuypers maakte, na Delft, ongeveer een jaar de practijk mee in de kunst-ateliers van zijn vader. Toen ondernam hij een studiereis door Frankrijk. Italië, Noord- en Zuid-Duitschland, op welke reis hij zijn groote belangstelling in de geschiedenis der bouwkunst, in het wezen der architectuur en in de uitingen van de sierkunst verder kon ontwikkelen, en zijn eigen inzichten kon toetsen aan de architectonische pronkstukken, welke voorj, gaande eeuwen ons hebben geschonken. Bij de zeer individueele opvattingen, welke zijn vader in de door hem geleide kunstateliers welhaast dwingend tot in de details deed toepassen, zien we niettemin ir. Jos. Cuypers toch zijn eigen persoonlijke kunstinzichten ontwikkelen. Natuurlijk heeft hij in de 25 jaar, dat hij onder directe leiding van den „ouden" dr. Cuypers op de Roermondsche kunstwerkplaatsen werkte, den invloed ondergaafi van de Cuyperiaanschen stijl en opvatting, maar tevens ontwikkelde zich daar ook in hem een uitgebreide kennis van de aangepaste kunsten: beeldhouwen, houtsnijwerk, schilderen, brandschilderen enz. Ir. Jos Cuypers' eerste grooto zelfstandige werk werd de bouw van de Haarlemsche kathedrale kerk, de Sint Bavo, waarvan hij reeds in 1895 de eerste plannen ontwierp en waarvan de algeheele voltooiing eerst in 1930 tot stand kwam. Dit kunstwerk legt toch wel duidelijk getuigenis af van de rijpende inzichten en opvattingen van een kunstenaar, die het zeldzaam voorrecht heeft de algeheele voltooiing van zulk een grootsch monument door tientallen jaren heen zelf te kunnen leiden en inspireeren. Het kan natuurlijk niet in het bestek liggen van een korte levensschets als deze, 'n overzicht te geven van de talrijke reeks bouwwerken, welke de zeer vruchtbare geest van dezen kunstzinnigen bouw-ontwerper in zijn lange leven heeft opgeleverd. Vele kerken, overal in den lande, door Jos. Cuypers ontworpen, getuigen allen van de groote toewijding en de liefdevolle zorg van dezen veelzijdigen kunstenaar, om zoowel in de architectonische vormen als in de kunstzinnige aanpassing van zijn tnterieurswerk den stijlvol geheel te verkrijgen, dat sijn eigen, persoonlijke opvattingen tot uiting brengt. Ook op het gebied van de burgerlijke bouwkunst bracht ir. Jos. Cuypers vele bekende monumenten tot, stand; noemen we hier b.v., naast een groot aantal juweeltjes van woonhuizenbouw, het uit latere jaren dateerend Effectenbeurs-gebouw te Amsterdam, waaraan al reeds vertegenwoordigers van een nieuwe Cuypersgeneratie medewerkten, n.l. Joseph Cuypers' zoons Pierre en Michel.
"ZIJN EIGEN WEG GEVONDEN!". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Ook in de laatste jaren nog kwamen, in samenwerking dan met zijn zoon, architect Pierre Cuypers te Amsterdam, naast vele kleinere, o.m. de volgende grootere werken tot stand: Afbouw der H. Hartkerk te Tilburg; restauratie van de abdijkerk te Rolduc en nieuwbouw eener aula aldaar: kapel en noviciaat-gebouw der Franciscanessen te Roozendaal; restauraties aan 't R. C. Godshuis Roermond; kerkbouwen te Lutterade, Kelpen-Oler en Altweert; kerkuitbreldlng te Mechelen (L.), patronaatsgebouwen en K. J. V.-huizen, restauratie van den gemeentetoren te Vleuten, enz. Momenteel nog werkt de 75-jarige met jeugdigen ijver en veel liefde aan de plannen voor de restauratie en uitbreiding van het juweel onder de kerken van ons bisdom: de Sint Bartholomeuskerk te Meerssen; aan de restauratie van den ouden St. Plechelmustoren te Oldenzaal en van den gemeentetoren te Sint Michielsgestel. Uit deze zeer onvolkomen opsommingen van bouwwerken van ir. Jos. Cuypers blijkt intusschen wel beel duidelijk de bijzondere, liefdevolle aandacht, welke van den kunstenaar Cuypers uitging naar de restauratie van bouwschatten uit vroeger eeuwen, een voorliefde, welke bij den zoon van den grooten dr. Cuypers eigenlijk wel begrijpelijk is. Tallooze kasteelen en groote behuizingen zijn dan ook door Joseph Cuypers gerestaureerd of in kunstzinnige vormen passend en aangepast hersteld.
"OOK THANS NOG ZEER PRODUCTIEP.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Opmerkelijk is, dat deze productieve architect en bouwkunstenaar nog tijd en gelegenheid vond om in de leiding der Cuypers-kunstwerkplaatsen, welke dr. P. Cuypers indertijd als „school van handwerklieden" had opgericht, het levenswerk van zijn beroemden vader op waardige wijze voort te zetten. Ir Jos. Cuypers wilde niet, gelijk de oude dr. Cuypers, het alleen-scheppend geestelijk middelpunt vormen van de kunstateliers, maar hij gaf altijd slechts in groote trekken zijn bedoelingen aan, het aan zijn uitgezochte en bekwame medewerkers overlatend, naar eigen inzichten de details uit te werken Nog in den laatsten tijd werden op deze ateliers, waarvan ir. Jos. Cuypers dan de aesüietische leiding voert, vele belangrijke werken uitgevoerd, waarvan we slechs vermelden: Hoofdaltaar, zijaltaren, Communiebank en Kruisweg in de Franciscanessen-kapel te Roozendaal; hoofdaltaar in de St. Augusünuskerk te Lutterade; beglazing met gebrandschilderd glas ln de kerk te IJsselstein (U.); beschildering van de kerk te Meyel; mozaïek-kruiswegstaties in de kerken te Rijssen en Lonneker; beschildering van de Franciscanessenkapel te Etten; hoofdaltaar en zijaltaren, met beschildering van de kerk te Steenwijkerwold; bisschopstroon voor de Seminariekapel in het Bisdom Breda, enz.
"LEIDER DER KUNSTWERKPLAATSEN.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Ir. jos. Cuypers is, naast zijn veelzijdige werkzaamheid als bouwer en interieur-kunstenaar, ook zeer productief geweest op ander gebied: uitstekend spreker en schrijver, was hij altijd zeer gewild als docent, en als auteur in bouwkundige tijdschriften. Indertijd heeft hij een tijdlang het leeraarschap aan de Museumscholen (de toenmalige Rijksnormaalschool voor teekenonderwijs en de Rijksschool voor Kunstnijverheid) waargenomen, welk leeraarschap hij van zijn vader had overgenomen. Bij de omzetting van de Polytechnische School te Delft in de Technische Hoogeschool wees hij echter het hem aangeboden hoogleraarschap af, wijl hem dit van zijn eigenlijk scheppend architectenwerk zou afhouden. Talloos zijn de artikelen, welke hij in binnen- en buitenlandsche vakbladen schreef: vol leven, klaarheid en deskundig oordeel, werden zij steeds met belangstelling gelezen. Van vele vereenigingen in binnen- en buitenland op 't gebied van bouwkunde, letterkunde en monumentenzorg, is hij lid, bestuurslid, voorzitter of eerelid. In deze provincie bekleedt hij o.a. het voorzitterschap van de Provinciale Schoonheidscommissie te Maastricht, van de Ver. Ambachtsschool voor Roermond e.0.; van Natuur- en Letterkundig Genootschap Roermond, enz.; hij is adviseur inzake welstandseischen voor de gemeente Heemstede id van het uitbreidingsplan der gemeenl. Maastricht! lid van de vaste commissie voor uitbreidingsplannen ia Noord-Holland, enz.
"DOCENT EN AUTEUR IN DE BOUWKUNST.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
De laatst genoemde functies wijzen in de richtin, waarin ir. Jos. Cuypers zich voor ons land óók nog heel bijzondere verdiensten heeft verworven, n.l. op het gebied van steden-bouw, steden-aanleg en streekbebouwing. In zijn leven heeft hij zeer vele plannen tot uitbreiding of aesthetisch-verantwoorden aanbouw van steden ontworpen. Hierbij gingen zijn groote kennis van de technische mogelijkheden onzer hedendaagsche bouwkunst alsmede de aanwending en gebruikswaarde van allerlei bouwmateriaal, als het ware hand in hand met zijn uitgebreide kennis van bouwstijlen en bouwhistorie. Tengevolge hiervan slaagde Joseph Cuypers erin op kunstzinnige wijze zijn nieuwbouw-plannen steeds aan te passen aan het bestaande, echter niet door middel van starre nabootsing, maar door met eigen vormen oorspronkelijke, artistieke aanpassingen te vinden. Wijzen we in dit verband slechts op het zorgvuldig overwogen en uitgevoerd ombouwingsplan van de Munsterkerk en het Munsterplein. Ir. Jos. Cuypers werd door Z. H. den Paus begiftigd met de Ridderorde van den H. Gregorius den Groote, terwijl H. M. de Koningin hem vereerde met verschillende onderscheidingen. De vi.fen zeventig jaar tellen bij dezen vitalen, levenskrachtigen man nog niet. Zijn werkkracht en werklust zijn onverminderd, zijn productie geest werkt nog onverflauwd, terwijl zijn werk geen spoor verraadt van den, voor anderen dikwijls zoo verzwakkend werkenden, ouderdom. Bij zijn zeventigsten verjaardag schreven we, dat als ir. Joseph Cuypers ook wat zijn leeftijd betreft, het voetspoor van zijn grooten vader volgt, hem nog een reeks van productieve jaren wacht, waarin hij de Nederlandsche architectuur en interieur- Kunst nog met veel schoons kan verrijken. Datzelfde geldt nog ten volle voor den thans vijf en zeventig jarige. Daarom een van harte gemeend ad multos annos" tot ir. Jos. Cuypers ter gelegenheid van het bereiken van dezen merkwaardigen leeftijd. CUYPERS' BETEEKENIS VOOR °E SCHOONHEIDS-COMMISSIE VAN MAASTRICHT. Morgen Woensdag io juni zal de Heer Ir. Jos. Cuypers zijn 75ste levensjaar voleind hebben. Voor zeer velen zal dit een gelegenheid zijn om dezen grooten Nederlandschen bouwmeester en niet minder grooten Limburger van hunne belangstelling te doen blijken. Hij zal geëerd worden om zijn vele en schoone bouwwerken, welke hij heeft daargesteld en waarvan de Haarlemsche kathedraal wel de parel genoemd mag worden. Men zal getuigen van zijn werkzaam leven, van zijn groote gaven van geest en hart. Hy mag herdacht worden om zijn groote kennis van de architectuur, waardoor hij destijds werd aangezocht voor hoogleeraar aan de Technische Hoegeschool te Delft. Al deze herdenkingen zijn echter van algemeenen aard. Bij dit vijf en zeventigjarig levensjubileum mag ik wijzen op de buitengewone verdiensten, welke deze groote meester zich voor Maastricht heeft verworven als lid en voorzitter van de Schoonheidscommissie. Toen op 14 December 1920 de Schoonheidscommissie werd geïnstalleerd, was dhr. Cuypers daarvan een der leden; reeds spoedig daarna op 4 November 1921. werd hij tot voorzitter aangewezen. Als voorzitter en leider der besprekingen in de vergaderingen was hij de aangewezen man. Het is moeilijk om in een paar woorden zijn vele en groote verdiensten in deze functie hier uiteen te zetten. Wanneer in de Commissie de beoordeeling van 't een of ander plan in bruisende bewoordingen tot uiting kwam, dan was het de taak van den voorzitter om het oordeel van de commissie aan den belanghebbende of aan den ontwerper mede te deelen, waarlijk een niet altijd eenvoudige en gemakkelijke taak, doch voor een man als Cuypers was dit blijkbaar geen moeilijke opdracht. Met groote en innemende bescheidenheid en op een bepaald onderwijzende manier, wist hij de fouten en tekortkomingen duidelijk te maken en vaak dankbaar, doch steeds zonder morren of wrevel vertrok men in de overtuiging, dat Cuypers het juist voor had en men zelf ongelijk had en dat een beter plan moest worden ingezonden. Vijftien jaren heeft hij ais voorzitter thans de leiding van de Commissie en vijftien jaren heb ik het groote voorrecht van zyn g^te bekwaamheden te mogen getuigen. Nooit of nimmer valt deze geniale man uit zun verband, steeds is hü waardig, hoffelijk en voorkomend, terwijl dit aUes WOrdt gedragen door groote kennis en buitengewone liefde voor zijn beroep. Het is voor mij moeiiyk te moeten gelooven, dat deze voortreffelijke man thans vijf en zeventig jaar is, doch het is helaas waar. Dankbaar gedenk ik hem, dien ik vijftien jaren lang mocht ontmoeten en van wiens groote kennis ik mocht profiteeren. Ook Maastricht mag hetn dankbaar zijn voor alles, wat hü op dezen belangrijken post voor onze stad heeft gedaan. Moge hem de lust en de kracht nog lang gegeven zijn, om van zijn verdienstelijk leven nog veel te blijven schenken voor onze goede stad Maastricht. Groote meester, op Uw vijf en zeventigste verjaardag de oprechte en dankbare gelukwenschen. H. V. Maastricht, Juni 1936.
"OP GEBIED VAN STEDENBOUW". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Hlheumaf Neemt dan alleen \j_/ Uitsluitend verkrijgbaar In de oranje-bandbuisjes van 30 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. a 10 cis. (Recl.-adv. no. 8308)
"Advertentie". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Zaterdag 20—23 Juni. Congreg. en K.J.V. Wijk. Dinsdag 23—26 Juni. Geh. en oudere leden D. O. Zaterdag 27—30 Juni. Zaterdag 4—7 Juli. Congr. en K.J.V. Wijk. Maandag 17—22 Aug. Maria-retraite. (Naar believen een 3 daagsche f 6.50 of 6-daagsche f 10.—).
"KERKNIEUWS BISSCHOPPELIJK RETRAITENHUIS VOOR VROUWEN EN MEISJES. Heerlen Telefoon 820.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
s—B Juni Amstenrade, Nieuwenhagen, Schinveld Vóerendaal e.a.pl, 12—15 Juni Rumpen. Terwinselen. 19—22 Juni Haanrade, Nieuwenhagerheide, Treebeek. 27—30 Juni Heeren-Congregatie. Maastricht. 3—6 Juli Brunssum. Holz, Nuth. 11—14 Juli Heeren Mijnbeambten 11. 17—20 Juli Kerkrade. 25—28 Juli Heeren Ambtenaren. 31 Juli—3 Aug. Heeren Onderwijzers I. 3—6 Aug. Heeren Onderwijzers H 6—14 Aug. Achtdaagsche priesterretraite
"EERSTVOLGENDE RETRAITEN OP ST. IGNATIUS TE SPAUBEEK.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Vrijaf .. IV^*^?"6** Roermond. S-A^MSfi re-rai-e' WeCTt '"Ss.7-10 JUU- Derde o*è- en oudere D-nsdaag_ll24J..5RrC°^eCtie Huism- Deke»- Echt. Dinsdag 14—21 Juli. Gereserveerd. Zaterdag 25—28 Juli Kantoor Dames.
"RETRAITENHUIS, KAPELLERLAAN. Roermond Telefoon 149.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
In de ontwikkelingsgeschiedenis van de scheepvaart in ons land, aldus spr., speelt Limburg pas in de jongste tijden een rol. De trits Luik—Maastricht—Aken heeft altijd op een andere wijze zijn stempel gedrukt op deze landsgedeelten. De omgeving van Maastricht heeft steeds een anderen indruk gegeven dan een, die aan streken van handel en scheepvaart eigen' is. Door het diep in het land dringende vaarwater, der thans gekanaliseerde Maas, is dit anders geworden. Deze streek is thans opgenomen in de groote binnenvaart; de Rijnvaart en de Binnenlandsche scheepvaart heeft er thans de Maasvaart bijgekregen. Spr. beschouwt vervolgens het belang van de Rijnvaart in het kader van het Europeesch verkeer. De beteekenis van de Maaskanalisatie gaat ver uit boven een Limburgsch belang; zij beteekent een verbinding tusschen de Noordzeehavens en het diepe achterland van België en Frankrijk tot aan den Rijn toe. Bezien in de omraming van de groote industrialisatie in West- Europa is deze zeer economische verkeersweg van onschatbaar belang. Sinds de helft van de vorige eeuw heeft dat streven bestaan, om in het groote waterwegennet te worden opgenomen. Nederland was in dat opzicht echter niet souverein. Ook België behoorde erkend te worden en mede door technische en politieke moeilijkheden ontstond daardoor vertraging. De plannen kregen niettemin een hoe langer zoo wezenlijker vorm en zoo is het Juiana-kanaal tot stand gekomen, als verbindingsweg tusschen een aanzienlijk industrie-land en het noorden des lands, welke verbinding echter niet het bezwaar mee kreeg, van tweemaal de grens te moeten passeeren. Zoo is er op beide oevers van de Maas een onafhankelijke verbindingsweg tot stand gekomen. Na de kanalisatie van de Maas is de vaart op deze rivier, trots alle crisis-verschijnselen, grooter
geworden dan de vaart, voor den oorlog, door het kanaal van Zuid-Beveland. dat toen het drukst bevaren kanaal van Europa was. Men kan zich gemakkelijk indenken, hoe het gaan zal, zoodra landbouw en industrie wederom een normaal leven zullen leiden. Zij, die de kanalisatie van de Maas bepleitten, mogen daarom gelukgewenscht worden met hun arbeid, waarbij gewis de Kamer van Koophandel van Maastricht op een der eerste plaatsen staat. Spreker beschouwde vervolgens de algemeene politiek, die er ten opzichte van de groote rivieren is gevoerd. Voor Nederland valt daar uit de conclusie te trekken, dat het tractaat van 1839 is vastgeloopen. Maar de heer Bongaerts legt bijzonderen nadruk op de noodzakelijkheid, om, nu er sinds 1918 niets meer gebeurd is. niet met de handen in den schoot te blijven zitten, het niet te laten bij woorden van geneigdheid tot vriendelijke verstandhouding, doch ook iets te doen, om tot een gezamenlijke oplossing te komen. De behoefte aan waterwegen ondergaat niet den invloed van welke politieke overwegingen ook, aldus de heer Bongaerts. In alle landlen gaat het kanaliseeren van natuurlijke waterwegen voort. De teekenen wijzen er thans op, dat ook in Maastricht eerlang de haven komen zal, die niet enkele een regionaal belang vertegenwoordigt. De groote zeehavens hebben immers ook belang bij een bloeiend achterland. Indien alle nijverheidsgebieden gaan voelen, dat het in hun belang is met elkaar door waterwegen verbonden te zijn, leidt zulks tot het uitoefenen van druk in het eigen land, wat de betrekkingen tusschen de landen onderling eveneens ten goede zal komen. Het belang van Limburg hoeft daarbij nauwelijks nog omschreven. De Maas zal Limburg een grooten opbloei kunnen verleenen, die ook voor de Nederlandsche zeehavens van groot belang is. Op dezen grondslag zouden ongetwijfeld verdere discussies kunnen plaats vinden. Het is in 'het belang van Nederland en België beide, dat zij de ontwikkeling van zaken niet maar op hun beloop laten, doch in samenwerking een oplossing zoeken voor de problemen. De bloei van de zeehavens is afhankelijk van den bloei van het achterland. Dit laatste vooral weze daarom de leus. Spreker kwam derhalve tot een drieledige conclusie: le. Er moet niet gewacht worden op de afhandeling de tractaat-kwestie; 2e. Men moet de handen in elkaar slaan, om intusschen in onderlinge samenwerking tusschen de bevriende nabuurlanden te werken aan den opbloei der achterlanden.in Noord-West Europa; 3e. Dient gestreefd naar een goedgeregeld burenrecht voor de waterwegen, op grondslag van algeheele reciprociteit.
In de Redoutezaal werd een diner aangeboden door de Kamer van Koophandel te Maastrichtop bijgaande foto in het midden dhr. Schaepkens van Riempst, rechts naast hem de eouver neur van Belgisch Limburg, links oud-minister van Waterstaat Minister Bongaerts On d. beide hoekpunten der hoofdtafel onze senatoren mr. F. Janssen en mr. Janssen de Limpens
"REDE IR. M BONGAERTS.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
9—12 Juni Werkliedenvereniging Helmond 13—16 Juni Bestuursleden Limb. R.K. Middenstand Juni Middenstand. 27—30 Juni Parochies Krayenhoflaan en Waterkwartier, Nijmegen 4—7 Juli H.H. Ambtenaren 11—14 Juli H.H. Vincentianen 18—21 Juli H.H. Handelsreizigers. 25—28 Juli Eindhovensche parochies. I—4 Aug. Nuyensclub, 's-Gravenhage. 4—7 Aug. H.H. Onderwijzers.
"EERSTVOLGENDE RETRAITEN OP MANRESA TE VENLO.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
Maandagmiddag ving in den Stadsschouwburg te Maastricht het aan de Binnenscheepvaart gewijde congres aan onder auspiciën van de Maastrichtsche Kamer van Koophandel, welker voorvoorzitter, de heer J. Schaepkens van Riempst, deze bijeenkomst leidde. Met hem was het dagelijksch bestuur van de Kamer op het tooneel in den Schouwburg gezeten; de heer Cl. Smeets, als voorzitter van de afdeeling Groot-bedrijf, de heer Van Noorden, als voorzitter van de afdeeling Klein-bedrijf en de secretaris der Kamer, mr. W. Kom. Uit stad en provincie was er voor dit congres, waarop oud-minister ir. M. Bongaerts over de Limburgsche Waterwegen spreken zou, wederom veel belangstelling. Men kon er o.m. opmerken den Gouverneur van Belgisch Limburg, den heer Verwilghen, de oud-minster van Economische Zaken de heer J. Verschuur, mr. Janssen de Limpens, lid der le Kamer, ir. E. van Konijnenburg uit 's Gravenhage, mr. L. F. H. Regout, voorzitter van de R.K. Limburgsche Werkgeversvereniging, ir. Witteveen, directeur van den Rijkswaterstaat, ir. de Ronde, directeur van den Provincialen Waterstaat, mr. Reymer, Burgemeester van Roermond en oud-minister van Waterstaat, mr. Berger, burgemeester van Venlo, baron de Loë, burgemeester van Eysden, de heer ir. Kortland, directeur der Stroomverkoopmaatschappij, de heer Jos. Mous, voorzitter der Kamer van Koophandel te Heerlen, mr. Gielen, directeur van het E.T.1.L., ir. Koomans, directeur der Havenbedrijven te Rotterdam en voorts nog vele andere vertegenwoordigers van Kamers van Koophandel in ons land en de vertegenwoordigers der gemeenten Rotterdam en Amsterdam, die ook reeds bij de opening der tentoonstelling tegenwoordig geweest waren. De heer Schaepkens van Riempst opende deze vergadering met de mededeeling, dat de Ministers Gelissen en van Lith de Jeude wegens dringende ambtsbezigheden Den Haag niet konden verlaten om dit congres bij te wonen. Ook minister Van Isakker, minister van Economische Zaken in België, kon wegens politieke omstandigheden het congres niet bezoeken. Spreker begroet vervolgens de Belgische vrienden en Duitsche gasten, alsook de vele vertegenwoordigers van Kamers van Koophandel in Nederland. Spreker verklaart vervolgens, dat dit congres noch de scheepvaart-tentoonstelling, niet alleen maar locale, doch nationale beteekenis heeft. Ir. M. Bongaerts, oud-minister van Waterstaat, nam daarna het woord.
"CONGRES VOOR DE BINNENSCHEEPVAART te Maastricht De bloei van het achterland is het belang van de zeehavens". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
De voorzitter der vergadering gaf vervolgens de gelegenheid tot gedachtenwisseling. Naar aanleiding van het door ir. Bongaerts gesprokene werd door geen' der aanwezigen het woord verlangd. Daarna werd met algemeen goedvinden de volgende resolutie aangenomen. Nederland en België zijn in vele opzichten in beider belang op onderling samengaan en samenwerken aangewezen. Daarbij zal de economie van het vervoerwezen, meer speciaal van de binnenvaart, een Voorname plaats innemen. Daarom moet worden gestreefd, naar het samenvoegen en afronden van hetgeen in het gebied tusschen Maas en Schelde reeds aan scheepvaartwegen voor de binnenvaart bestaat of is ontworpen, met inbegrip van de gekanaliseerde Maas, tot een sluitend kanalenstelsel alsmede tot eene betere regeling van het burenrecht voor de vaart op die waterwegen. Hierna werd aan de deelnemers aan het congres nog eens de dagorde voor dezen en den volgenden dag medegedeeld en werd nogmaals de film „Over Nieuwe Wateren" vertoond.
"RESOLUTIE.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003
In de Redoutezalen wachtten feestelijk opgesmukte tafels de gasten; de witroode tafelversiering was door de bekende Maastrichtsche firma Frissen-Pieters zoo smaakvol aangebracht, dat
ze de prettige stemming niet weinig ten goede kwam. De voorzitter der Kamer van Koophandel, de heer J. Schaepkens van Riempst sprak het welkom aan de gasten uit, eerst de Consuls der vreemde mogendheden, dus den gouverneur van Belgisch Limburg, daarna dhr. Pholien, voorzitter Kamer van Koophandel Luik, verder de Duitsche gasten uit Aken, ten slotte de vertegenwoordigers der Nederlandsche Kamers van Koophandel. Een apart woord had dhr. Schaepkens voor oud-minister Bongaerts, wien hij den zilveren eere-penning der Kamer aanbood voor alles, wat hij deed in het belang van Limburg, van Maastricht, en van geheel West-Europa in het algemeen. Heel bijzonder richtte hij zich ook door onzen senator mr. F. Janssen en tot den vermaarden ingenieur van Konijnenburg, wiens naam aan Maastricht en de Maas zoo nauw is verbonden. Met een heildronk op koningin Wilhelmina, koning Leopold en op het Duitsche Volk besloot de voorzitter zijn hartelijke toesprak. Dan vroeg de gouverneur van Belgisch Limburg dhr. Verwilghen, het woord, om met veel hartelijkheid een dronk te wijden aan Koningin Wilhelmina, aan ons Vorstenhuis, en om te getuigen van zijn innige verlangens, dat de hartelijke gevoelens tusschen beide landen zich steeds breeder zullen ontwikkelen. De vertegenwoordiger der Kamer van Koophandel te Aken, dhr. Schiffert, had veel bewondering voor wat hij hier heeft gehoord en gezien; hij wenschte den werkers langs de Maas de schitterendste bekroning van hun arbeid in den vorm van rijke economische vruchten. Dhr. Pholien, voorzitter Kamer van Koophandel Luik, bepleitte een gemengde commissie voor handelsbelangen om aldus tot een genoegzame formule te komen, welke de economische belangen van beide landen het beste zal kunnen dienen. Na al dezen spraken nog dhrn. mr. Hartog, lid K. v. K. Rotterdam, die het genotene uit de Maastrichtsch wijnkelders prees en met eenige schroom over water durfde keuvelen, dhr. Jansen, voorzitter Handelskamer Hasselt, die van de beide Limburgen een druk op beider regeeringen vroeg, om rekening te houden met hunne belangen. „Behalve de Antwerpsche en Rotterdamsche zijn er ook andere belangen", getuigde deze spreker onder algemeene instemming. Dhr. Engelbregt, voorzitter K. v. K. Rotterdam, voerde nog het woord, waarna ir. van Konijnenburg een korte, geestige speech afstak. Ir. Kolmans, directeur van het Havenbedrijf te Rotterdam sloot de rij van sprekers, waarna de heer Schaepkens allen nog eens met nadruk aanspoorde, de helpende hand te reiken aan de bewoners van de Maasoevers, aan Maastricht vooral, opdat werkelijkheid worde wat in het algemeen belang is van Nederland, van Limburg en van België óók. Oud-minister Max Bongaerts bracht dien werkers langs de Maas hulde en hij spoorde hun aan niet te versagen. De weivoorziene disch had intusschen de bijna honderd gasten goed gedaan en na elven duurde het gezellig samenzijn in echt gemoedelijke Limburgsche sfeer nog lang na.
"VEEL WELSPREKENDHEID AAN HET BANKET.". "Limburger koerier : provinciaal dagblad". Heerlen, 1936/06/09 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 04-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010362392:mpeg21:p003