STADSNIEUWS. „Hulp voor Onbehuisden”.
In de groote zaal van het Concertgebouw hield' gisteravond de ijverige directeur van „Hulp voor Onbehuisden", de heer T. Jonker, eene lezing, met lichtbeelden opgeluisterd, voor een talrijk gehoor. De heer Jonker wilde aan de toehoorders eens vertellen, wat de vereeniging doet, wat de werking was van „Hulp voor Onbehuisden". Spr. vertelde hoe hij voor jaren 's nachts in Amsterdam ging rondwandelen om zich op de hoogte te stellen van den toestand der ongelukkigen. En dan vond hij een massa zwervers, mannen, vrouwen en kinderen, die al heel erg voldaan waren, wanneer ze een portiek hadden om te slapen of een warm raam van den Stadsschouwburg om zich te verwarmen. De ellende, zeide spr., was vreeselijk, en als de Amsterdammers wisten, dat zoo iets bestond, zouden zij zeker helpen. In 1903 richtte de heer Jonker met zijn vrouw een tehuis op voor onbehuisden, om die erg ongelukkige menschen te helpen.
De spreker liet daarna verschillende kijkjes zien van het tehuis, dat gevestigd is in het Oude Buitengasthuis: de slaapzalen, werkzalen, hoe ieder nieuw aangekomene gereinigd wordt enz. en lichtte dit verder toe. Dank zij de giften, kon in 1904 aan 36.000 personen nachtverblijf worden verstrekt en is dit geklommen in 1912 tot 170.000.
De rede van den heer Jonker ging tot het hart van velen. Menigeen teekende de kaart — die bij den ingang aan ieder verstrekt werd — voor het een of ander bedrag, om den heer Jonker in staat te stellen zijn nuttigen arbeid te kunnen volhouden en uit te breiden. De vereeniging bestaat thans tien jaar. Dit zal wellicht voor velen een aanleiding zijn om eens flink over de brug te komen, want de arbeid der vereeniging is een zeer nuttige.