Heeft het ministerie van binnenlandse zaken de gelukkige beschikking over een staatssecretaris? Dat zoeken we op. Jazeker, drs. M.J.J. (Marius) van Amelsvoort, geboren 29 augustus 1930 te Kaatsheuvel, belast met de financiën van de lagere overheden, rampenbestrijding, informatica, de Staatsdrukkerij en Uitgeverij en (samen met minister Rietkerk) gemeentelijke herindelingen.
Naast staatssecretaris Hoekzema, belast met de personeelszaken van defensie, moet de heer Van Amelsvoort een van de minst aan de weg timmerende bewindslieden van dit kabinet zijn. Het is dat af en toe wel moet blijken dat hij bestaat en aan het werk is, anders hadden we hem vermoedelijk al in het vergeetboek opgeschreven.
Terugkijkend op ruim drie jaar staatssecretariaat, kunnen zowel minister Rietkerk als Van Amelsvoort zelf een gevoel van spijt over het functioneren van de laatste niet onderdrukken. In een interview dat het ministerie van binnenlandse zaken bij de begroting voegde, zegt minister Rietkerk: „Nu zeg ik hier op binnenlandse zaken achteraf: ik heb wel erg veel in mijn portefeuille zitten. Als ik alles tevoren had geweten, had ik de portefeuille van de staatssecretaris groter gemaakt.'
En uit het interview met de staatssecretaris: „Staatssecretaris Van Amelsvoort is van oordeel dat wat binnenlandse zaken betreft de portefeuilleverdeling tussen minister en staatssecretaris beter kan. (...) „Als ik bovendien ervaar hoe druk de minister het heeft, dan komt het mij voor dat een zaak als gemeentelijke herindelingen — toch niet van zon zwaar politiek gewicht — beter bij de staatssecretaris kan worden ondergebracht." Wat jammer nou.
"Wat jammer". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
Gisteren was het de derde dinsdag in september. Die dag heeft een speciale naam: Prinsjesdag. Het is enige dag per jaar dat de Gouden Koets door de Koninklijke Familie wordt gebruikt. Toch is dat niet de enige reden dat die derde dinsdag in september zo bijzonder is. Er is nog een andere reden. Op die dag leest de Koningin de Troonrede voor. In die Troonrede staan de plannen van de regering voor het volgend jaar. Dat is zon belangrijk moment, dat de radio en de televisie er altijd bij zijn. Je kunt het gisteren dus zelf gehoord en gezien hebben.
Wat stond er de Troonrede die koningin Beatrix gisteren voorlas? Dat kun je wel raden, althans de onderwerpen. Werkloosheid, koopkracht, sociale uitkeringen, emancipatie, discriminatie, criminaliteit en dat soort zaken werden genoemd. Als je regelmatig de krant leest, Kort & Klein bijvoorbeeld, weet je ongeveer wel wat daarover gezegd is.
Heeft de regering ook plannen met jullie? Tja, er is in de eerste plaats gesproken over zaken die de jeugd indirect aangaan. Regeren is vooruitzien, dat wil zeggen dat er nu beslissingen worden genomen, waar de huidige kinderen als ze groot zijn direct mee te maken krijgen. Van verkeerde beslissingen nü is de volgende generatie de dupe. Neemt de regering daarentegen wijze besluiten, dan kunnen daarvan in de toekomst de vruchten worden geplukt.
Het is voor een regering onmogelijk om tegelijk voor Sinterklaas te spelen en wijs te handelen. Regeren is rekening houden met de toekomst, vooruitzien dus. Een boer moet eerst de grond bewerken, zaaien, onkruid bestrijden en geduld oefenen. Daarna volgt eerst de oogst. Een boer weet dus wat vooruitzien is. Een wijze regering kun je in zekere zin vergelijken met die boer. Regeren is immers vooruitzien.
In het verleden werd niet altijd naar de toekomst gekeken. Vandaar dat wij nu met gifbelten en een torenhoge staatsschuld zitten. Ook de grote omvang van de werkloosheid heeft veel te maken met vroegere kortzichtigheid. Dat soort fouten probeert de regering thans te vermijden. Dat wil niet zeggen dat alles wijs is wat de regering wil.
In de Troonrede staat dat de regering meer solidariteit tussen de burgers wil. We moeten van de regering dus meer rekening met elkaar houden en elkaar helpen. Dat klinkt prachtig, bijna bijbeis. Maar in adem voegt de regering daaraan iets toe over individualisering en emancipatie. Moeilijke woorden, die in feite betekenen dat we dat van die solidariteit maar niet al te serieus moeten nemen. De (school )jeugd werd in de Troonrede alleen genoemd toen het over onderwijs ging. De regering vindt dat kinderen die niet zo gemakkelijk leren extra aandacht moeten krijgen. Dat is op zichzelf een voortreffelijke zaak. Aangezien Nederland vergrijst, hoeft dat niet eens ten koste te gaan van het onderwijs aan de andere kinderen. Er worden steeds minder kinderen geboren. Daardoor zijn er minder 'scholen en leerkrachten nodig. Zo spaart de regering geld uit. Dat geld kan deels gebruikt worden om kansen te scheppen voor de kansarme kinderen.
Maar vergeet niet dat die vergrijzing een probleem op zichzelf is. Steeds minder jonge mensen zullen een groeiend aantal oude mensen moeten onderhouden. Dat is vroeger door de regering in de hand gewerkt. In de Troonrede wordt vermoedelijk daarom slechts met een enkel woord aandacht aan dit probleem besteed. Regeren is vooruitzien, maar dat valt niet altijd mee.
"Kort & Klein onder redactie van Niek van Noort Woensdag 18 september 1985 Schooljeugd krijgt niet zo veel aandacht in Troonrede". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
De Koninklijke Marine moet daarom de fragattenvloot inkrimpen van 22 naar 20 (waarvan 18 operationeel zijn). De onderzeedienst krijgt niet de beoogde zes maar slechts vijf onderzeeërs. Van de dertien marinevliegtuigen van het type Lockheed Orion worden twee toestellen in reserve genomen. Acht nieuwe helocopters zullen twee jaar later in gebruik worden genomen dan aanvankelijk was beoogd. En ten slotte zullen er van de vijftien mijnenbestrijders vijf in reserve worden genomen.
Minister De Ruiter benadrukte op zijn persconferentie dat de bezuinigingen bij de marine niet zullen leiden tot ontslagen. Hij zei zelfs dat er geen sprake was van echte bezuinigingen, maar van een andere invulling van het voor defensie beschikbare budget (twee procent reële groei ten opzichte van dit jaar). Hij voegde daaraan toe dat naar zijn oordeel de gevechtskracht van de Nederlandse krijgsmacht niet wordt aangetast door deze plannen.
In een overzicht over drie jaar defensiebeleid zei de minister dat er natuurlijk problemen zijn. Maar die zijn inherent aan een grote organisatie, zo zei hij. Volgens hem gaan sommige dingen goed en zijn er elders zorgen bij gekomen. Hij benadrukte in dat verband dat de problemen die zijn gebleken bij de landmacht (mishandelingen van minderen door hun meerderen) door de bewindslieden serieus worden opgenomen en in het centrum van de aamdacht staan.
Staatssecretaris drs. J. van Houwelingen (materieel) zei dat het niet langer aanvaardbaar is dat de in NAVO-verband samenwerkende legers met geheel verschillende spullen vechten. Het ideaal van het op elkaar afstemmen van wapensystemen is niet omstreden, zo zei hij, „maar de realisatie is buitengewoon moeilijk". Naar zijn mening komt dat omdat de nationale belangen gigantisch zijn (er gaan vele miljarden om in de defensieindustrie). Bovendien valt het niet mee om tot taakafspraken te komen omdat de grote(re) landen zich liever niet afhankelijk maken van de kleine(re). Volgens Van Houwelingen heeft Nederland bij zijn streven binnen de NAVO om tot afspraken over taakverdeling en standaardisatie te komen daarom „weinig grond onder de voeten". Hij zei daarom de banadering van het defensiebeleid in het program van de Partij van de 'Arbeid wel te kunnen begrijpen, maar niet te kunnen steunen. „Hun benadering zal niet tot succes leiden, omdat er onvoldoende steun voor is", aldus Van Houwelingen.
"Fregatten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
DEN HAAG - De overheid gaat zich minder gedetailleerd bemoeien met het onderwijs. Wetten zullen globaler worden. En het 'inleveren' van arbeidsplaatsen op het departement leidt ertoe dat de bemoeienis met de scholen ook minder groot moet zijn. De 'overheid op afstand' krijgt in het onderwijsbeleid duidelijk vorm. Dat is één van de rode lijnen in de toelichting op de onderwijsbegroting voor 1986.
Minister drs. W.J. Deetman (onderwijs en wetenschappen) zei op een persconferentie ter toelichting op zijn begroting dat dit streven niet politiek omstreden is. Ook een eventueel kabinet met de PvdA zal na de verkiezingen verder gaan methet dereguleringsbeleid'. Op de vraag of er sprake is van een terugkeer van constructief' naar 'distributief' onderwijsbeleid zei de bewindsman dat er „een natuurlijke grens is gesteld aan een constructief onderwijsbeleid". De overheid heeft het onderwijsveld niet „aan een touwtje". Wil je meer dan het onderwijsveld wil, dan loopt alles dood, aldus de minister.
Naast het vormgeven van 'de overheid op afstand' wordt het onderwijsbeleid ook in 1986 bepaald door het afronden van lopende discussies in de vorm van wetgeving. Belangrijkste voorbeeld in dat verband is de Ontwikkelingswet voortgezet onderwijs. Daarmee krijgen alle lopende experimenten vpor middenschool- en voortgezet, basisonderwijs één doorzichtig wettelijk kader. Definitieve besluitvorming over een nieuwe opzet van de eerste fase van het voortgezet onderwijs zal nu pas „in het begin van de jaren negentig" kunnen plaatsvinden. De reden voor het verder uitstellen van deze definitieve beslissing is, dat het niet is gelukt deze wet voor 1 augustus 1985 in het Staatsblad te krijgen. Maar minister Deetman vreest niet dat het project hem onder de handen wegloopt. „Want er ligt nu een wetsvoorstel en dat is nog niet eerder gelukt", zo zei hii desgevraagd.
Op de begroting van het departement van onderwijs en wetenschappen behoeft volgend jaar niet ingrijpend te worden bezuinigd. Er moet voor ongeveer ƒ 160 miljoen worden 'omgebogen', maar
dat bedrag kan worden gevonden doordat lopende bezuini-' gingsoperaties volgend jaar voldoende geld opleveren. Alleen op de academische ziekenhuizen zal volgend jaar ƒ 35 miljoen extra bezuinigd moeten worden. De omvang van de onderwijsbegroting is dit jaar ruim ƒ 600 miljoen hoger dan vorig jaar. Voor een belangrijk deel komt dat door een verschuiving van gelden uit de pot voor de kinderbijslag naar de pot voor studiefinanciering. Die verschuiving vindt beleidsmatige grond in het in te voeren nieuwe stelsel van studiefinanciering.
Uit de begroting blijkt verder dat er afspraken zijn gemaakt met het bedrijfsleven tot het verder inlopen van achterstanden in het informaticaonderwijs. Ook blijft het beroepsonderwijs (kort-mbo, leerlingwezen) alle aandacht vragen. Maar de belangstelling blijft daar soms nog achter bij de inmiddels tot stand gebrachte mogelijkheden. De werkgelegenheid in het onderwijs wordt door arbeidstijdverkorting en herbezetting vergroot met 5915 arbeidsplaatsen. In het kader van de Werkgelegenheidsprojecten
Onderwijs WPO zijn in totaal 11.200 mensen aan tijdelijk werk geholpen.
...werkgelegenheid in het onderwijs wordt door arbeidstijdverkorting en herbezetting vergroot met 5915 arbeidsplaatsen...
"Onderwijsveld krijgt meer de vrije hand". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
Uit de inmiddels jaarlijks terugkerende beschouwing over de 'kwaliteit van het onderwijs' blijkt dat nog voor de jaarwisseling een advies van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid WRR is te verwachten over de basisvorming. De toelichting op de begroting spreekt over „een zeer waardevolle bijdrage aan de oordeels- en besluitvorming", met name waar het gaat om de vraag welke vakken met welke inhoud en welk tijdsbeslag moeten worden gegeven in de eerste fase van het voortgezet onderwijs.
Minister Deetman schrijft verder dat onderwijs en onderzoek belangrijk zijn als grondslag voor een positieve maatschappelijke en economische ontwikkeling. „Het streven naar een blijvend economisch herstel en terugdringing van de werkloosheid in ons land dwingt tot meer nadruk op het investeren in kennis en kunde van mensen. Zij vormen het 'onzichtbare' kapitaal, dat mensen gezamenlijk en individueel in hun economisch en sociaal functioneren steken. Hoe waardevoller die 'onzichtbare' factor is, hoe vruchtbaarder dit is voor de samenleving", zo schrijft hij. Maar hij voegt daaraan toe dat „ook voor de individuele mens kennis en kunde vruchtbaarder is als de eigen waarde daarvan toeneemt."
"Basisvorming". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
DEN HAAG - Het materieelplan voor de Koninklijke Marine moet fors worden bijgesteld. Dit krijgsmachtonderdeel zal daarmee volgend jaar een fors deel moeten dragen van de verschuivingen die nodig zijn in de defensiebegroting. Dit blijkt uit de begroting van het ministerie van defensie.
Minister mr. J. de Ruiter zei op een persconferentie ter toelichting op zijn begroting dat' in de publiciteit vaak een nauw verband is gelegd tussen de financiële problemen op zijn departement en de zogeheten Walrus-affaire. Deze affaire (de Koninklijke Marine heeft de kosten verbonden aan de bouw van twee onderzeeërs van dit type fors uit de hand laten lopen zonder de politieke leiding op de hoogte te brengen) maakt echter volgens de bewind_sman maar een beperkt onderdeel uit van de totale omvang van de verschuivingen die nodig zijn. Hij liet daarom weten dat biistellingen van de plannen voor de landmacht en de luchtmacht in de komende jaren kunnen worden verwacht.
In totaal gaat het bij defensie om een noodzakelijke verschuiving van ƒ 670 miljoen. Oorzaken daarvoor zijn de Walrus-affaire (105 miljoen), de nieuwe afspraken in de NAVO over het zogenaamde infrastructuurfonds (400 miljoen), de eventuele plaatsing van kruisraketten (15 miljoen), het stimuleren van de Europese samenwerking in de Independent European Planning Group lEPG (70 miljoen), 'een nieuwe bezoldigingsstructuur voor de Nederlandse militairen (50 miljoen) en begrote koersverschillen in verband met de hoge koers van de Amerikaanse dollar.
"Marine moet bloeden voor Walrus-affaire". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
DEN HAAG - Het kabinet heeft voor het eerst geld beschikbaar gesteld voor maatregelen om het misbruik van alcohol tegen te gaan. Op de begroting voor volksgezondheid is daarvoor ƒ 1,5 miljoen beschikbaar.
Daarnaast kondigen minister mr. drs. L.C. Brinkman en staatssecretaris drs. J.P. van der Reijden een beleidsnotitie aan waarin staat hoe de ziekte AIDS zou moeten worden bestreden. Daarbij staat het kabinet voor aanzienlijke beleidsproblemen. Kernvraag is, aldus minister Brinkman, of het een technische notitie moet worden, waarin alleen staat omgesomd welke voorzieningen er zijn of dat met de zwaarte van een politieke handtekening moet worden vastgelegd dat deze ziekte „niet of nauwelijks is te genezen".
Volgens staatssecretaris Van der Reijden gaat het bij deze e. andere 'sexual transmitted diseases' om omvangrijke problemen. Hoeveel mensen lijden aan de ziekte is nauwelijks bekend. Het aantal kan net zo goed explosief groeien (en dan heeft de staatssecretaris wellichtleen nieuwe post van ƒ 50 miljoen op de begroting nodig) als meevallen. In dat laatste geval behoeft de overheid geen extra geld hiervoor beschikbaar te stellen. De heer Van der Reijden voegde daaraan toe dat paniekreacties (zowel bij AIDS, als bijvoorbeeld bij het garnalen- en wijnschandaal) vaak meer berusten op onwetendheid dan op de werkelijke stand van zaken. Hij zei om die reden vaak niet geheel open kaart te willen spelen, omdat dat vaak tot schadelijker gevolgen leidt dan een volledig informeren van de burger.
Uit de begroting van welzijn, volksgezondheid en cultuur blijkt verder onder meer dat de noodzakelijke bezuinigingen (ruim ƒ 200 miljoen) gemakkelijk opgevangen kunnen worden. Volgend jaar zal dat met name gebeuren door een verbeterde financiering van de gezinsverzorging. Daardoor 'vangt' de schatkist zoveel rente extra dat er voldoende binnenkomt. In 1987 zal moeten worden bezuinigd op het budget van de ziekenhuizen met ongeveer 1%. Volgens staatssecretaris Van der Reijden is in een volgende kabinetsperiode „een taakstelling van ƒ 3,8 miljard op gezondheidszorg niet meer te realiseren".
"Bestrijding AIDS en misbruik van alcohol". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
DEN HAAG - Vanwege de politieke overeenstemming tussen kabinet en Tweede Kamer over het beleidsplan Samenleving en criminaliteit' is er meer geld uitgetrokken voor politie, rechterlijke macht en gevangeniswezen. Dat blijkt uit de begroting van het departement van justitie.
Voor de politie is ƒ 10 miljoen extra beschikbaar om specifieke opsporingstaken als fraudebestrijding beter aan te kunnen pakken. Om de overbelasting van de rechterlijke macht te kunnen bestrijden is ƒ 17 miljoen meer uitgetrokken. En ten behoeve van het gevangeniswezen is ƒ 24 miljoen uitgetrokken. Daarvoor zullen meer bewaarders aangesteld kunnen worden. Voor verdergaande automatisering bij politie, justitie en gevangeniswezen is ƒ 14 miljoen extra geraamd. In de begroting is er verder vanuit gegaan dat er door de intensievere bestrijding van de criminaliteit zon ƒll miljoen meer aan boetes in de schatkist zal vloeien. Andere bezuinigingen worden gevonden in het doorberekenen van de kosten van de politie aan luchthavens (ƒ 14,5 miljoen) en op subsidies voor de bouw van particuliere instellingen voor kinderbescherming (ƒ 5 miljoen). In totaal heeft justitie evenveel geld beschikbaar als vorig jaar.
Minister mr. F. Korthals Altes en staatssecretaris mevrouw mr. V.N.M. Korte-Van Hemel schrijven in hun toelichting op de begroting dat al deze maatregelen mogelijk zijn omdat in brede kring wordt onderkend dat het recht is te beschouwen als „constante en stabiliserende factor in de samenleving". Wel menen zij dat het een probleem is dat enerzijds veel van wetgeving wordt verwacht (hetgeen zou leiden tot stabiliteit), maar dat anderzijds niet teveel tot in details zou mogen worden geregeld. Want dat zou de noodzakelijke &lexibiteit aantasten. „De roep om beknopte en duidelijke wetten, waarop dit kabinet met zijn streven naar deregulering een antwoord wil geven, kanwaar het volledig afschaaffen van bestaande regels slechts op beperkte schaal mogelijk is
- leiden tot meer globale vormen van regelgeving, die als zodanig ook minder snel aanpassing behoeven. Dan zal echter wel weerstand moeten worden geboden aan de in het wetgevingsproces steeds weer gehoorde pleidooien voor verbijzondering en detaillering ■ zo schrijven zij met een waarschuwende vinger in de ncnting van het parlement.
"Meer geld voor taken politie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008
Minister Winsemius wil een positieve wending geven aan het milieubeleid: niet meer alleen aantasting van het milieu bestrijden, maar positief gericht toewerken naar een algemene milieukwaliteit.
Daarmee bedoelt de minister een zodanige toestand van het milieu, dat wij Nederlanders er met zn allen prettig in leven. „Het idee naar een doel toe te werken is prettiger dan alleen maar nee roepen," zegt de minister in een interview dat voor de pers bij het milieugedeelte van de begroting van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer is gevoegd.
Daarnaast wil de minister voor enkele gebieden een bijzondere milieukwaliteit bereiken, omdat daar bijzondere vormen van leven of van gebruik in stand moeten worden gehouden. Dat betreft bij voorbeeld de Waddenzee, de Veluwe en waterwingebieden. De kosten van milieumaatregelen zullen de komende ja ren met vijf procent per ]» stijgen, van 4,4 miljard guW<* dit jaar tot 5,6 miljard in !y!^ zo verwacht minister Win,jt mius. Bijna driekwart van bedrag is nodig voor afvalv werking, bodemsanering, terzuivering en riolering-
tt Om de verzuring teSe" „ gaan blijft de bewindsi" proberen de uitstoot van jj moniak (met name vanU,.rij) landbouw en de veehou« terug te dringen. De b^r^et bevat verder een lij s ha(ha(je'zwarte stogfen', die sen d lijk zijn voor de gezonon In samenspel met de we overheden, die vergunt»™ moeten verstrekken aa pr0. drijven, wil de minister k. beren deze stoffen uit ne lieu vandaan te houden-deiis de particuliere huishou t of betreft, wordt onderzoo het technisch en eco"%eeii mogelijk is dat in 19»' " {00snog wasmiddelen zondei faat op de markt zijn.
"Positief milieubeleid". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/09/18 00:00:00, p. 8. Geraadpleegd op Delpher op 27-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569698:mpeg21:p008