pEN HAAG (ANP) - Minister Rietkerk (overheidspersoneel) en de ambtenarencentrales zijn het in het ambtenarenoverleg in Den Haag niet eens geworden over een nieuwe structuur voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP)- Minister Rietkerk is in zijn ontwerp-wetsvoorsteUen je ambtenaren weliswaar op punten tegemoetgekomen maar de greep van de overheid op het fonds (en zijn middelen) „lijft nadrukkelijk aanwezig.
Vooral de vinger in de pap van de minister van financiën is de bonden een doom in het oog. Deze krijgt in de nieuwe structuur - een uitvloeisel van de rapportage van de commissie-Polak naar aanleiding van problemen bij het ABP die in 1983 aan het licht kwamen - een aanwijzingsbevoegdheid en een forse greep op de beleggingscommissie. Het ABP-bestuur, waar de centrales zitting in hebben, kan geen feitelijke invloed op deze commissie uitoefenen. De centrales vinden dit veel te ver gaan. Hoewel de centrales in feite een volledig verzelfstandigd ABP willen naar het model van de pensioenfondsen in het bedrijfsleven, zouden ze kunnen leven met de rol die de minister van binnenlandse zaken krijgt (het algemeen beheer van het fonds). Maar de financiële greep van financiën is onaanvaardbaar, aldus Th. Sonneveld van de FNV-ambtenaren. Tevreden is hij wel over de mogelijkheid van overleg tussen beleggingscommissie en bestuur, indien het bestuur het oneens is met een negatief advies van de commissie.
Minister Rietkerk verzekerde de ambtenaren opnieuw, dat ze in 1986 niet onder de werking van het nieuwe sociale zekerheidsstelsel zullen worden gebracht. Daar zal een aparte maatregel voor nodig zijn, waarover open en reëel overleg met de centrales zal worden gevoerd, aldus de minister.
"Ambtenarenbonden wijzen ABP-opzet minister af". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
DEN HAAG (ANP) - Vanaf 1 november mag er minder nitraat in andijvie, sla en spinazie zitten. Dat heeft staatssecretaris Van der Reijden van welzijn, volksgezondheid en cultuur besloten, samen met zijn ambtgenoten van landbouw en visserij en economische zaken, nadat uit onderzoek en praktijkgegevens was gebleken dat een dergelijke verlaging mogelijk is.
Het hoogst toelaatbare nitraatgehalte zal worden verlaagd met 500 milligram per kilo. Aan de Keuringsdiensten van Waren is gevraagd tot het einde van het jaar bij het toezicht rekening te houden met de korte tijd die de tuinders ter beschikking staat om eventuele maatregelen te treffen. Het nitraat in de groenten komt voor een groot deel van bemesting.
Het maximumgehalte is in het nieuwe besluit afhankelijk gesteld van de oogstperiode (1 april tot 1 november en 1 november tot 1 april) en wordt niet, zoals tot nu toe, gekoppeld aan de herkomst van het gewas: volle grond of niet volle grond (kas). Dit is gebeurd om de controles te vereenvoudigen en omdat de hoeveelheid licht in een bepaalde periode invloed heeft °P de nitraatvorming in de groente.
"Straks minder nitraat in bladgroenten toegestaan". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
DEN HAAG (ANP) - WDvoorzitter J. Kamminga is alsnog in voor een (verkorte) nieuwe termijn in die functie, kamminga heeft dat het hoofdbestuur van de VVD laten weten nadat van die zijde aandrang op hem was uitgeoefend aan te blijven na de algemene vergadering in april 1986, zo heeft de VVD meegedeeld.
De Groninger makelaar had eerder laten weten dan een Punt te willen zetten achter *}}n voorzitterschap, omdat ftiJ meent zijn functie niet lan- Ser goed te kunnen combineren met zijn zakelijke besognes.
Kamminga, die in 1979 vicevoorzitter van de WD werd e" m 1981 de huidige minister justitie, Korthals Altes, opvolgde als partijvoorzitter, ls alleen bereid het voorzitterschap (na een herbenoeming) voor beperkte tijd voort te zet-
"Kamminga wil eventueel VVD nog blijven leiden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
Omdat alle standpunten en adviezen, waaronder die van de Raad van State en de Onderwijsraad, wezen in de richting van een lagere opheffingsnorm dan gemiddeld 60 per leerjaar, heeft staatssecretaris Ginjaar nu voorgesteld tot 1991 te werken met een norm van 45. Dat betekent dat in de dichter bevolkte gebieden scholen die in de gevarenzone verkeren, langer de kat uit de boom kunnen kijken. Na 1988 kunnen zij echter geen gebruik meer maken van de voordelen van het aan de operatie verbonden sociaal plan. In dunbevolke gebieden zouden scholen wel eens gunstiger uit kunnen zijn met de aanvankelijke norm van '60 met uitzonderingen. Als dat zo is, dan is de staatssecretaris bereid die gunstiger norm direct toe te passen, zo staat in het voorstel. Ook is op basis van een voorstel van Gedeputeerde Staten van Zeeland in het voorstel opgenomen dat de laatste school in een bepaalde plaats op het platteland, van welke richting dan ook, altijd kan blijven bestaan, ook al zou deze onder de nieuwe opheffingsnorm blijven.
Mevrouw Ginjaar zei gisteren op een persconferentie dat zij de eerste zal zijn om te weten welke bezwaren er zijn verbonden aan haar nieuwe voorstel. Maar als alle adviezen en standpunten van betrokkenen getuigen van grote bezwaren tegen het aanvankelijke voorstel „wil ik ze dat niet door de strot duwen", zo zei ze. Volgens haar dienen de besturenorganisaties ook het voortouw te hebben bij de operatie en niet het departement van onderwijs en wetenschappen. Financieel zit de staatssecretaris op rozen. Ook bij het nieuwe voorstel zal zij de beoogde bezuiniging van ƒ 58 miljoen per jaar kunnen halen. Er zijn zelfs berekeningen die wijzen op een veel grotere opbrengst.
"Kat uit boom". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
UTRECHT (ANP) - „Het terrein van de gezondheidszorg is grondig verkaveld met de daarbij behorende omheiningen, hekken en prikkeldraad". Dit constateerde prof. dr. H.J.J. Leenen (Amsterdam, sociale achtergronden van gezondheid en gezondheidszorg) gisteren in Utrecht op een bijeenkomst van 'Het congres voor openbare gezondheidsregeling' over gezondheidszorg op lokaal niveau.
„Het eigen terrein wordt streng bewaakt en met historische en andere overwegingen verdedigd", zei hij. Verbindingen in de gezondheidszorg blijven over het algemeen beperkt tot overleg en samenwerking op basis van gebiedsafbakening, met het oog scherp gericht op grensoverschrijdingen. „Er wordt een schijn van integratie en een grandioos vergadercircuit in het leven gehouden, terwijl een effectievere en misschien ook wel goedkopere gezondheidszorg wellicht alleen door herverkaveling is te verwezenlijken", aldus Leenen.
Hij zei, dat een versterking van de eerste lijn meer vraagt van verklaringen dan politieke wil, beleidsnota's, subsidies, overleg en samenwerking. De zorg moet niet georiënteerd op de er in werkzame beroepsbeoefenaren maar op doelmatige en praktische dienstverlening. Daarvoor is volgens Leenen misschien in een aantal opzichten herverkaveling nodig van de nu door de verschillende sectoren geclaimde terreinen van gezondheidszorg.
Zo zouden de terreinen van huisarts en wijkverpleegkundige veel meer in elkaar kunnen overlopen dan nu het geval is en zou ook de scheiding tussen het terrein van de basisgezondheidsdiensten (GGD 'en) en de terreinen van huisarts en kruisverenigingen moeten worden doorbroken.
Ook de tegenstelling tussen de eerste en tweede lijn moet volgens Leenen worden overbrugd: de specialist zal weer buiten de ziekenhuismuren moeten komen. Daardoor kan de specialist ook meer kennis krijgen van de dagelijkse gezondheidszorg waarvan hij vaak is vervreemd. Bovendien krijgt de eerste lijn dan de beschikking over deskundigheid die zich nu, zo zei Leenen, 'intramuraal heeft verschanst. De deskundigheid moet volgens hem naar de mensen in plaats van an-
dersom
Leenen pleitte voor een grotere inzet van technische middelen in de eerste lijn, waardoor huisartsen diagnostisch en therapeutisch meer zelf kunnen doen, en voor uitbreiding van de mogelijkheden voor thuisverpleging.
"„Gebiedsafbakening houdt vernieuwingen gezondheidszorg tegen"". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
Een binnnenmeer van twee voetbalvelden groot met een diepte van 9 meter: dat zijn de afmetingen van de bouwput die door de cutterzuiger Prins Claus momenteel op de luchthaven Schiphol wordtgebaggerd ten behoeve van de nieuwe bagagekelder en Cpier. Nog drie schepen zullen de luchthaven het komende halfjaar als 'haven' kiezen. De nieuwe bagagekelder krijgt de afmetingenvan een mammoettanker.
"Een binnnenmeer van twee voetbalvelden groot met een diepte van 9 meter: dat zijn de afmetingen van de bouwput die door de cutterzuiger Prins Claus momenteel op de luchthaven Schiphol wordtgebaggerd ten behoeve van de nieuwe bagagekelder en Cpier. Nog drie schepen zullen de luchthaven het komende halfjaar als 'haven' kiezen. De nieuwe bagagekelder krijgt de afmetingenvan een mammoettanker.". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
(van onze politieke redactie)
DEN HAAG - De herschikking^- en fusieoperatie in het voortgezet onderwijs zal plaats kunnen vinden op basis van een norm van gemiddeld 45 leerlingen per leerjaar. Die operatie dient in 1988 te zijn voltooid. Vanaf 1991 zal alsnog de aanvankelijk voorgestelde norm van 60 leerlingen met uitzonderingen bij bepaalde afstanden tussen scholen van dezelfde richting gaan gelden. Dat voorstel is opgenomen in het definitieve wetsvoorstel Herschikking en fusie (HEF-wet), dat staatssecretaris mevrouw drs. N.J. Ginjaar-Maas (voortgezet onderwijs) gisteren aan de Tweede Kamer heeft gestuurd.
De HEF-operatie in het voortgezet onderwijs wordt door alle betrokkenen noodzakelijk gevonden omdat het aantal leerlingen in die sector van het onderwijs sterk aan het dalen is. Tussen 1983 en 1990 wordt die daling op ongeveer 30% becijferd. Wanneer er niets zou gebeuren zou dat snel kunnen leiden tot de noodzakelijke sluiting van een groot aantal scholen voor voortgezet onderwijs, omdat de wettelijke basis voor bekostiging zou wegvallen. Vorig jaar is al overeenstemming bereikt over de noodzaak van een aparte wettelijke regeling voor de herschikking en fusie (globaal het spiegelbeeld van de bekende 'Planprocedure' op basis waarvan bepaald wordt of scholen in het voortgezet onderwijs voor subsidie in aanmerking komen) in een gemengde werkgroep van ambtenaren en vertegenwoordigers van de besturenorganisaties. Alleen over de hoogte van de opheffingsnormen kon geen overeenstemming worden bereikt.
"Staatssecretaris Ginjaar verandert normen voor opheffing Herschikking in voortgezet onderwijs op basis 45-norm". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
SCHIPHOL (ANP) - Nederland en de Verenigde Staten zullen een gezamenlijke werkgroep instellen, die zal nagaan hoe nieuwe materialen kunnen worden toegepast in de defensie-industrie. De werkgroep, waarin experts van beide overheden zitting zullen hebben, zal nog dit jaar worden gevormd. De vorming van deze groep moet worden gezien als een nieuwe filosofie inzake de compensatiecontracten en 'two-way'-streetafspraken.
Dit heeft staatssecretaris Van Houwelingen van defensie gisteren op Schiphol meegedeeld na zijn aankomst uit Washington. Hij heeft een bezoek van bijna een week aan de Verenigde Staten gebracht. Voornaamste doel was met vertegenwoordigers van het Pentagon en met senatoren te praten over de Nederlandse eis, dat er meer evenwicht in >de wapenaankopen moet komen en over de Nederlandse onvrede over de gang van zaken rond de afspraken over het plaatsen van tegenorders inzake het Patriot-contract.
Staatssecretaris Van Houwelingen zei te verwachten dat de technologie van de nieuwe materialen, die als grootste voordeel hebben dat ze lichter zijn, even belangrijk zal worden voor de defensieindustrie als de elektronicatechnologie. Het Nederlands bedrijfsleven heeft, aldus de heer Van Houwelingen, op dit moment een zekere voorsprong in deze technologie. De toepassingen van nieuwe materialen in de defensie-industrie zijn op dit moment zeer bescheiden. Deze nieuwe materialen worden vrijwel uitsluitend toegepast in de vliegtuigbouw en dan nog op bescheiden schaal.
De Nederlandse bewindsman heeft op het Pentagon vooral zijn onvrede uitgesproken over de manier waarop de VS de Patriotzaak behandelen. Nederland heeft twee jaar geleden voor 900 miljoen gulden luchtdoelraketsystemen gekocht van het type Patriot met de afspraak dat Amerika voor 300 miljoen gulden aan tegenorders zou plaatsen bij de Nederlandse militaire industrie. Die tegenorders moeten binnen twee jaar worden gedaan, maar tot dusverre is daar niets van terechtgekomen en dat is volgens staatssecretaris Van Houwelingen politiek onaanvaardbaar. De Amerikanen hebben volgens Van Houwelingen begrip getoond voor de Nederlandse irritatie hierover.
Onderminister van defensie Taft heeft binnen enkele weken nieuwe Amerikaanse voorstellen toegezegd van het Pentagon om deze slepende zaak op te lossen. Van zijn kant heeft de heer Van Houwelingen laten weten dat eerst de bestaande problemen moeten worden opgelost voordat er nieuwe wapens in de VS worden gekocht, al wilde hij niet van een 'ultimatum' of 'opschorting' van aankopen spreken. „Het zal duidelijk zijn dat, als er toch op een belangrijk punt sprake is van enige problemen, dat in algemene zin enige gevolgen heeft", zei de staatssecretaris diplomatiek.
De filosofie van de Patriottransactie was dat het Amerikaanse bedrijfsleven compensatie-orders zou plaatsen in Nederland. Het bondgenootschap moet van een wederkerigheid uitgaan tussen de VS en Europa. Die filosofie van wederkerigheid heet twoway-street'. Maar het Amerikaanse bedrijfsleven voelt er bitter weinig voor aankopen te doen in Europa voor zaken die zij ook zelf kunnen produceren. En de Amerikaanse overheid, inclusief het Pentagon, heeft maar heel weinig invloed op de Amerikaanse industrie.
Staatssecretaris Van Houwelingen heeft nu aan de on-
derministers van defensie Taft en Perle de suggestie gedaan van gezamenlijke projecten en produktie, waarbij het Pentagon en de Amerikaanse industrie zich op een specifieke taakverdeling bij ontwerp en produktie vastleggen. De Amerikanen staan daar volgens de bewindsman positief tegenover omdat zij in toenemende mate bereid zijn op grond van gelijkheid binnen het bondgenootschap zaken te doen.
Staatssecretaris Van Houwelingen heeft met onderminister Perle eveneens gesproken over het weglekken van westerse technologie naar Oost-Europa. „Nederland ondersteunt de noodzaak om de spelregels te verscherpen die dat voorkomen", aldus de heer Van Houwelingen. De keerzijde daarvan is dat het volgens hem onjuist en onaanvaardbaar is op grond van deze argumenten aan de bondgenoten technologieën te onthouden.
"Nederland en VS komen tot werkgroep defensie-industrie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
De staatssecretaris wil verder met de HEF-wet toewerken naar een situatie waarin alleen nog scholen bestaan die voldoende onderwijskundige mogelijkheden hebben. Daardoor worden ook kleine scholen die zelf geen last hebben van een daling van het leerlingenaantal ook door de HEF-
operatie bereikt. Gebleken is verder dat er waarschijnlijk voldoende scholen (ook grotere) als fusiepartner willen optreden. „Het aantal scholen dat opgeheven moet worden vanwege gebrek aan fusiepartners zal beperkt blijven tot enkele', zo zei mevrouw Ginjaar gisteren.
In een sociaal plan, waarover in hoofdlijnen overeenstemming is bereikt met de onderwijsbonden, staat dat er niet onmiddellijk ontslagen behoeven te vallen als gevolg van fusies. Er is echter opnieuw overleg over dat plan nodig omdat de hoofdlijnen nog zijn gebaseerd op de aanvankelijk voorgestelde norm van '60 met uitzonderingen.
De heer J. van den Berg van het Landelijk Verband van Gereformeerde Schoolverenigingen zei gisteren in een eerste reactie op de plannen van de staatssecretaris dat het wijzigen van de voorgestelde opheffingsnormen voor het gereformeerde voortgezet onderwijs weinig uitmaakt. De enkele maanden geleden begonnen besprekingen over herschikking in deze tak van het gereformeerde onderwijs dienen dan ook naar.zijn mening met kracht worden voortgezet. Er is bovendien haast geboden omdat scholen al met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 1984 worden beoordeeld op de leerlingenaantallen. Hij zei verder dat er een aantal scholen in de bedreigde zone kunnen geraken. Maar hij wilde niet zeggen welke dat zijn. Overigens zei hij de stelling van mevrouw Ginjaar dat de '60-norm' om onderwijskundige redenen noodzakelijk is „uiterst aanvechtbaar" te vinden.
"Fusiepartners". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
(van onze politieke redactie)
DEN HAAG - Staatssecretaris Van der Heijden heeft de kosten van de gezondheidszorg zo goed als onder controle, op twee onderdelen na: de specialistische hulp en de geneesmiddelen. Dat blijkt uit het Financieel Ovezicht gezondheidszorg en maatschappelijk welzijn, dat deze week door de bewindslieden van WVC is gepubliceerd.
Nu de definitieve cijfers over 1984 bekend zijn, blijkt dat aan de specialistische hulp en aan geneesmiddelen veel meer is uitgegeven dan begroot, zonder dat de staatssecretaris daar greep op heeft. Wat de specialisten betreft, is het overleg dat de regering met hen en met de ziektekostenverzekeraars voert over de beheersing van dit deel van de gezondheidszorg, hun norminkomen, nog steeds niet afgerond.
Ten aanzien van de geneesmiddelen verwacht de staatssecretaris veel van de zogeheten plaatselijke commissies, waarin apothekers, medici en verzekeraars overleggen over het in medisch en economisch opzicht verantwoord voorschrijven van geneesmiddelen. In 1984 zijn er veel meer duurdere geneesmiddelen voorgeschreven.
Het instrument van de budgettering van de ziekenhuizen en instellingen heeft het meeste resultaat gehad voor de beheersing van de kosten in de gezondheidszorg. Dit instrument houdt in, dat de instellingen van tevoren worden gebonden aan een bepaald jaarbudget. Deze budgetten zijn voor 1984 vastgesteld op het kostenniveau van 1983, en voor 1985 en 1986 tweemaal met twee procent verlaagd. De ziekenhuizen hebben in 1984 wel te veel uitgegeven. Dat komt vooral doordat de beddenreductie trager verloopt dan de bedoeling was. Staatssecretaris Van der Reijden verwacht dat dit uiteindelijk wel weer goed komt, zodat compenserende bezuinigingen niet nodig zijn. Voor 1986 w>rdt het beleid voortgezet, dat gericht is op versterking van de gezondheidszorg buiten het ziekenhuis ten koste van die erin. Wel zijn in de aanvankelijke plannen een paar dingen veranderd. De voorgenomen groei van het kruiswerk en de ambulante geestelijke gezondheidszorg wordt gehalveerd van vier tot twee procent, zodat het algemeen maatschappelijk werk kan worden ontzien. De budgettering van twee procent wordt per soort instelling gedifferentieerd. Voor 1987 staat de instellingen een budgetkorting van een procent te wachten ten gunste van de gezinsverzorging. Staatssecretaris Van der Reijden wil tegen die tijd ook meer geld besteden aan bejaarden en gehandicaptenzorg.
"Kosten gezondheidszorg vrijwel onder controle". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
(van onze correspondent)
UTRECHT - Als het voorzieningenniveau in principe gehandhaafd wordt, zullen door de wijziging van de bevolkingssamenstelling de collectieve lasten in 15 jaar met ruim 10 miljard gulden stijgen. Het is mogelijk dat er in die 15 jaar economische groei komt, waardoor we dit kunnen opbrengen, maar daar kunnen we niet van uit gaan. Dit zei de heer A.J. Gijsbers, directeur-generaal welzijn van het ministerie van WVC op het zilveren jubileumfeest van de Protestants Christelijke Ouderenbond (PCOB), dat gisteren in Utrecht gevierd werd.
De heer Gijsbers voorspelde dat de groei van bejaardenvoorzieningen - van aow tot bejaardentehuizen - geen gelijke tred zal houden met groei van het aantal bejaarden en de toename van de behoeften daardoor. Daarom voorzie ik dat de toekomst voor bejaarden minder rooskleurig zal zijn dan ze tot op heden was, aldus de heer Gijsbers. Het leek hem goed dat ouderenbonden, ook al leggen ze terecht de nadruk op volwaardige deelname in de maatschappij, niet te lichtvaardig moeten praten over de voorzieningen die ze nu nog hebben
Voorzitter Zwaag, die eerder zijn feestrede uitsprak onder de titel 'Nemen en geven' liet weten dat de PCOB zich zorgen maakt over het beleid ten aanzien van het behoud van de identiteit van bejaardentehuizen. Hij pleitte krachtig voor het behoud van die eigen identiteit.
De heer Zwaag sprak eveneens zijn bezorgdheid uit over de gezondheidszorg, waar steeds vaker de vraag wordt gesteld naar het financieel bereikbare. We moeten een gezondheidszorg die het leven beveiligt; de gebeurtenissen in De Terp hebben velen angstig gemaakt, zei hij. We wijzen echter af dat we proefkonijnen worden voor medischtechnische hoogstandjes, die' het ons onmogelijk maken als mens te overlijden. Als PCOB stellen wij ons voor ons terdege op dit alles te bezinnen, vanuit onze christelijke identiteit. De PCOB wil een eigen visie kunnen aandragen.
De heer Gijsbers wees de ongeveer duizend genodigden erop dat bejaarden een meer dan evenredig gebruik maken van de medische voorzieningen, met name van verpleegtehuizen en ziekenhuizen. Hij verwachtte dan ook zware tijden. Steeds minder geboorten en steeds meer ouderen veranderen de samenstelling van de bevolking drastisch. Hij vroeg de ouderen niet te lichtvaardig te spreken over het sinds de oorlog verworvene, waardoor ze een rustig en onbezorgde oude dag kunnen genieten. Met de heer Zwaag benadrukte hij dat de staat ook weer niet de zorgzaamheid op moet dringen als een ouder die zijn kind niet op eigen benen kan laten staan.
steeds meer ouderen(...) een onbezorgde oude dag
"Directeur-generaal welzijn van WVC op jubileumviering PCOB: Komende tijd collectieve lasten tien miljard hoger". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003
(van onze binnenlandredactie)
DOETINCHEM - Vrijheid van rolverdeling, bescherming van het gezin en geen overwaardering van betaalde arbeid. Dit eist de Stichting Vrije Vrouwen uit Doetinchem in een deze week verstuurde brief naar de leden van de Uitgebreide Commissie voor het Emancipatiebeleid. De Vrije Vrouwen zijn hiertoe gekomen na bestudering van het beleidsplan, zoals dat ingediend is bij de Tweede Kamer.
De Stichting wil dat het beleidsvoornemen wordt teruggenomen „te streven naar economische onafhankelijkheid voor iedereen door invoering (in materiële zin) van een sollicitatieplicht voor iedereen". Ook al is de betrokken persoon van mening dat hij of zij economisch verantwoord functioneert binnen een huishouding, zo schrijven de Vrije Vrouwen.
Ze vinden verder dat de overheid het gezin, dat wil zeggen de sociale eenheid man, vrouw, kind(eren) dient te beschermen tegen destructieve invloeden, ongeacht van welke aard, en zich te onthouden van al die maatregelen die gevaren inhouden voor het gezinsleven".
In het huidige beleidsplan worden gediscrimineerd, aldus de Stichting, „al diegenen die niet de kans hebben door arbeid een inkomen te verwerven, zoals gehandicapten en werklozen, en die derhalve in de filosofie van de overheid niet voldoen aan het ideale emancipatiebeeld". Vandaar het verzoek van de Vrije Vrouwen betaalde arbeid niet over te waarderen.
In het slot van de brief stellen de vrouwen dat tot op heden niet is aangetoond dat hun uit het emancipatiebeleidsplan getrokken conclusies onjuist zijn. „Integendeel, de reacties die de Stichting mocht ontvangen wijzen op haar gelijk. Zou de Stichting zich desondanks vergissen, dan verneemt zij dit gaarne maar dan onderbouwd met passages uit het beleidsplan", zo daagt zij de emancipatiecommissie uit.
"Vrije Vrouwen dagen commissie uit, want: „Emancipatiebeleidsplan bedreigend voor gezin"". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1985/10/17 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010569723:mpeg21:p003