Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]

„Daartegenover zullen wij danken. Omdat God voor ons heeft gekozen. En we gaan ons met elkaar verbinden, omdat Hij ons heeft verbonden door Zijn bloed en Geest. Mede-soldaten. Samen Zijn Woord onderzoeken om te doen wat de Bondsgod van je vraagt. Dus niet tégen de mensen, maar vóór God. We zijn gedoopten in een ontredderde wereld. De man bevrijd als man en de vrouw als vrouw: geen gelijkheidsideaal zoals de wereld dat stelt, maar prinsen en prinsessen, zoals God ons heeft gemaakt".

Ds. «Arnold gaf aan wat dat leven als gedoopte nu concreet moet betekenen: temidden van kankerende collega's, falende overheden, zwakke ouders en dreigende werkloosheid; ten opzichte van evangelisatie, gezagsverhoudingen, abortus, euthanasie en moord.

„Je geeft je in alles in liefde aan je God. En je weet: God heeft de mens als Zijn beeld geschapen en Hij houdt de mens daaraan. God stelt zelfs de doodstraf in, om doodslag te wreken. Zij die buiten staan, demonstreren ten gunste van de mensendoders: in guerrilla's, in klinieken waar ongeboren kinderen worden gedood, straks in klinieken waar gepensioneerden uit dit leven worden „verlost". Wij echter zullen zelfs de vijand liefhebben: hij is eens naar Gods beeld gemaakt".

Wij moeten, zo drong ds. Arnold aan, aan het werk: helpen als andere mensen dat nodig hebben, bijvoorbeeld in de gezinszorg, oog hebben voor hun nood; hun leven zoeken.

En de „boze" baas kan rekenen op onze trouw; overheid en politie krijgen te maken met onze doop, al snappen ze er ook niets van". „Mede-soldaten", zo besloot ds. Arnold, „djt is onze strijd. De strijd van onze bekering. Om Vader, Zoon en Heilige Geest, tot Wiens naam wij gedoopt zijn, eeuwig te verheerlijken".

In zijn referaat „Het evangelie en de revolutie" liet de heer P. Jongeling de geschiedenis van de kerk na Christus zien, door tegenslagen heen en in confrontatie met de geest der revolutie. „Kerk en wereld vierden weer Pinkstèren", zo begon hij. „Maar voor de wereld is Pinksteren tot een „feest van de geest" geworden. Onder „geest" kun je dan van alles verstaan: revolutie, bevrijding, enz. De kerk daarentegen erkent de heilsfeiten van God, van Christus' komst in de wereld tot de uitstorting van de Geest op Pinksteren, toen al Gods kinderen tot profeteren gemaakt zijn. Hier begint de opmars van de kerk over de wereld; het evangelie te verkondigen aan alle creaturen".

De heer Jongeling schetste de tweede zendingsreis van de apostel Paulus: doelgericht naar het Westen, tot in Europa. Paulus kwam in Athene en later in de politieke hoofdstad van het Romeinse Rijk: Rome, door moeiten en gevangenschap heen. Daar dreef de Heilige Geest hem heen. De heer Jongeling: „Zo kwam het tot een triumferend slot van het Boek Handelingen: Paulus, die vrijelijk het evangelie mocht verkondigen in een eigen gehuurde woning in Rome". „De twee daarop volgende eeuwen", zo ging de heer Jongeling verder, „werd het Romeinse Rijk van binnenuit veranderd. En na deze eerste kerste-

ning drong het evangelie door tot in de Germaanse wereld. Nederland werd tot Christus bekeerd. „Mensen zonder hoop in de wereld", zoals Groen van Prinsterer ze typeerde, gespierde Germanen en toch zo ellendig". De heer Jongeling Het zien hoe na deze bloei in de Middeleeuwen een periode van verval intrad. „De kracht van het evangelie was geweken en aan het eind van de Middeleeuwen stak de revolutie de kop op. Atheïsten trachtten het juk van de Rooms-katholieke kerk af te werpen. Maar de Here bracht redding door reformatie met mannen als Luther en Calvijn".

De revolutie ging het toch winnen in Europa. De Franse revolutie in 1789 betekende de doorbraak voor revolutionaire praktijken in het openbaar. „Vrijheid, gelijkheid en broederschap" stond in haar vaandel. De heer Jongeling: „De Bijbel spreekt ook van vrijheid. Voor de mensen van de revolutie betekent het echter: volkssoevereiniteit. Christus heeft gezegd: door Mij regeren de koningen. De revolutie stelt het volk in de plaats van God. De Bijbel zegt ook dat men zich moet onderwerpen aan de overheden. De revolutie: „Geen heer en geen meester". En vervolgens: de staat is neutraal, terwijl de Bijbel de overheid „dienaresse Gods" noemt". „Neutraliteit bestaat niet", aldus de heer Jongeling. „Als het niet „vóór" is, dan is het tegen, revolutionair". Legde de Franse revolutie het accent op de vrijheid, de revolutie na Marx benadrukte de gelijkheid. „Via klassenstrijd alles aan de gemeenschap". Volgens de heer Jongeling heeft zich intussen een revolutie van de broederschap ontwikkeld. De tendens dat iedereen voor iedereen beschikbaar moet zijn, voor al ook lichamelijk, komt daarin uit. „De sexualiteit wordt buiten de kaders getrokken waarin God ze heeft geplaatst".

De leus van de Franse Revolutie is ons vanuit de Bijbel niet vreemd. De mens wil eigen baas zijn, zelf eigen wetten stellen. „Groen van Prinsterer heeft dat gezien", zo vervolgde de heer Jongeling. „Zijn leven was één strijd om met het evangelie de revolutie terug te dringen. Het is een waarschuwing voor ons. Kijk uit voor die revolutionaire geest. Als je getrouw bent, voel je die strijd. Toch is het tevens een troost: eerst moet dit geschieden, en dan kunnen we Christus' komst verwachten. Eerst moet de tekening aan het hoofd plaatsvinden. De christenen ontvangen bij hun doop het merk onuitwisbaar aan hun voorhoofd. Maar het is ook een veldteken: het kleine gedoopte kindje draagt reeds het vaandel van Christus". De heer Jongeling riep de meisjes op in de vrijheid te staan, waarmee God hun heeft vrijgemaakt. „Het lijkt soms alsof er geen toekomst meer is, maar die is er wel".

Ter illustratie daarvan droeg hij een gedicht van G. Bogaert voor: Mijn zoon studeert en mijn dochter wil fröbel-lerares worden - Soms denk ik: waarom? Waarom moet je boetseren met klei en waarom de namen van bloemen leren. We gaan naar de wildernis en ieder ding verliest zijn naam.

Maar ik zeg tot mijn zoon: studeer - en tot mijn dochter: boetseer maar. Je doet het nooit voor niets. Je doet het voof een aarde die bloeien zal als een roos en voor een wereld die nieuw wordt cider Gods Handerf. Het bestuur van de Meisjesbond nam afscheid van de bestuursleden mej. Smids, die in het huwelijk is getreden, en mej. Ph.M. de Vries. Op initiatief van een paar meisjes werd de handtekeningenactie die op de Vrouwenbondsdag gestart was voor een adhesiebetuiging aan minister van Agt, voortgezet. De vele honderden handtekeningen werden maandagavond aan de minister verstuurd.

[van onze redactie geestelijk leven]

NIEUW-BEIJERLAND - De Stichting Nederlands Gereformeerd Seminarie, in 1973 opgericht door een aantal predikanten en kerkleden uit de Gereformeerde kerken [vrijgemaakt buiten verband], wil zo mogelijk op korte termijn komen tot oprichting van een nieuwe, eigen opleiding voor predikanten, waarin „in tegenstelling tot de bestaande theologische opleidingen, Gods Woord centraal staat en niet de wetenschappelijke theologie". Dit streven heeft de stichting verwoord in een brochure, die het waarom van een eigen opleiding uiteenzet en lijnen aangeeft voor een mogelijke verwerkelijking van een dergelijke opleiding.

Het motief dat leidde tot de overweging van een nieuwe opleiding is volgens de stichting „de toenemende verwetenschappelijking van de theologische opleidingen in binnen- en buitenland, die Gods Woord van Zijn kracht berooft, de profetie dooft en de toekomstverwachting vervaagt. Een totale breuk met de traditionele onderwijsmethoden is daarom noodzakelijk,"aldus de stichting. „Wij willen de studenten leren om de theologische literatuur te lezen in het licht van de Schrift en niet de Schrift in het licht van de theologische literatuur".

„De strijd tegen de verwetenschappelijking", meent de stichting, „gaat het belang van onze Vrijgemaakte Gereformeerde kerken buiten verband ver te boven. De zaak raakt niet minder de vrijgemaakte kerken binnen verband, de Christelijke Gereformeerde kerken, de (syn.) Gereformeerde kerken en de Nederlandse Hervormde kerk, evenals de kerken buiten onze grenzen. Of wij het zien of niet, de feiten zijn naar onze overtuiging niet anders. Of men het in de broederschap binnen verband erkent, of dat men het niet erkent, ook daar gaat de verwetenschappelijking van het kerkelijk leven en van de opleiding tot de dienst des Woords aanwijsbaar door", meent de stichting in zijn brochure.

„Toch betekent het streven van de stichting naar „reformatie" allerminst een miskenning van het getrouwe werk dat door vele broeders in net verleden voor de opleiding tot de dienst des Woords is verricht. De strijd in de vorige eeuw voor eigen christelijke scholen betekende evenmin een miskenning van de arbeid die gelovige broeders op de openbare scholen onder moeilijke omstandigheden hebben verricht. Het gaat niet om het werk van gelovige broeders maar over het weerstaan van geesten in de lucht in het systeem van het onderwijs. Daarom dienen we te streven, nu het mogelijk is, naar een reformatie van onderwijsprogramma en onderwijsmethoden", aldus de stichting.

(ADVERTENTIE) EEN GOED VERSTAANDER heeft maar een half woord nodig, maar je kan nooit weten! Het zal helemaal niet in de bedoeling gelegen hebben van de Stichting DDET om de naam van ónze stichting en óns Papoeafonds te laten funktioneren voor eigen doeleinden. De advertentie van zaterdag jl. in dit blad zou die indruk kunnen wekken. DAAROM TOCH HET HELE WOORD: de Stichting Hulp aan Papoea's in Nood blijft met haar Papoeafonds gewoon zichzelf met gironummer 243000 • Postbus 2100 - Eindhoven of Amrobank. Eindhoven. Secr. Scholeksterstraat 7, Amersfoort. Tel. 033 - 28690.

Donderdag 10 juni 1976:

ROTTERDAM - Afsluitende vergadering van de mannen- vrouwen- en jeugdverenigingen te Rotterdam in de Elimkerk, Bollenland 55 te Rotterdam-Zuid. Spreker: de heer S.J. Sietsma uit Zuidhom over „de contourennota en de schoolbegeleidingsdienst, een voorwerp van aanhoudende zorg". Aanvang 20.00 uur.

LEIDEN - Aan de Rijksuniversiteit te Leiden promoveerde gistermiddag tot doctor in de letteren de heer M.K.C. A. In 't Veld, medewerker aan het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie te Amsterdam op een proefschrift getiteld: „De SS en Nederland. Documenten uit SS-archieven 1935--1945".

Het proefschrift is een bronnenpublikatie,Aan plusminus 700 documenten voorzien van aantekeningen, waaraan een toelichting van ruim 400 pagina's voorafgaat. De schrijver geeft een uitvoerig overzicht over ontstaan ên ontwikkeling van de SS zowel in Duitsland als in Nederland, waarbij centraal staat de vraag: wat wilden de Duitsers en hun Nederlandse handlangers met Nederland?

De stichting voert bij haar pleidooi voor een reformatie van de theologische opleidingen aan dat de „broederstrijd van de vrijgemaakte kerken in de jaren '60 een conflict was met één van de grootste geestelijke machten van onze tijd, te weten de-„wetenschappelijke denkwijze", die een geweldige greep op het kerkelijke leven in de wereld heeft gekregen". Door de invloed van deze „verwetenschappelijking" of wel „vertheologisering" van het kerkelijk leven is, evenals die van 1944, ook die laatste broederstrijd ontstaan".

De organisatievorm van de nieuwe opleiding zou volgens de stichting uit kunnen gaan van een stichting die op haar beurt onder toezicht staat van de kerken, door middel van een Raad van toezicht en advies. „Voor een goede gang van zaken", meent de stichting, „zou het noodzaak zijn, dat deze Raad en het bestuur van de stichting nauw met elkaar samenwerken" De Raad heeft een representatieve functie, zij representeert de kerken in zaken die de opleiding aangaan. Er moet een goede balans ontstaan tussen enerzijds de bevoegdheden van het bestuur van de stichting, dat in deze zakelijke tijd efficiënt moet kunnen werken en anderzijds de toezichthoudende en adviserende functie van de Raad, die de kerken vertegenwoordigt

VATICAANSTAD - De Osservatore Romano, het semi-officiële blad van het Vaticaan, heeft op Pinksteren verklaard, dat paus en bisschoppen „de onbestrijdbare competentie hebben hun oordeel le geven over de politieke beslissingen van de roomskatholieken. De rooms-katholieken op hun beurt zijn verplicht zich naar het oordeel van hun kerkelijke leiders te voegen". lemand die deze bevoegdheid van paus en bisschoppen op dit gebied ontkent en zijn eigen geweten volgt, gaat uit van een niet roomskatholieke kijk op zijn geloof. Aldus de Italiaanse theoloog Carlo Caffara, lid van de internationale theologencommissie.

Paus en bisschoppen zijn volgens Caffara ertoe geroepen alle politiek in het licht van het evangelie en vanuit een totale visie op de mens te beoordelen. Van daaruit kunnen zij dan de gelovigen praktische aanwijzingen geven opdat hun politieke beslissing met hun geloof overeenstemt. Dit anders zien is volgens Caffara eenvoudigweg onmogelijk voor iemand die in de kerk staat.

WASHINGTON - De Bank of America heeft haar basisrente verhoogd van zeven tot 7,25 procent, met ingang van gisteren.

(van onze correspondent)

ESSEN - Twaalfduizend jongeren uit Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland zijn gistermorgen na een gezamenlijke slotbijeenkomst van „Christival '76" in één van de Gruga-tentoonstellingshal-, len naar huis gegaan met „nieuwe perspectieven voor het evangelisatiewerk." Óp deze laatste dag werd benadrukt dat een christen lijden mag als het erom gaat de wereld van het reddende evangelie van Christus door te geven en die wereld is, aldus bijbelstudieleider ds. Conrad Eisler, daar waar Christus niet is. We leven, aldus de Stuttgarter predikant, in die wereld en onze opdracht is getuigen te zijn van Christus. En daarop [reageert de wereld met haat en spot,; Het leven Van een christen is met lijtien verbondenf>Lijden'j-Myl^ alj wel werkelijk om Christus wil? Zes dagen lang werd in Essen door de 12.000 deelnemers gedurende de massale bijbelstudie of in kleine groepen nagedacht en gestudeerd over de betekenis van het getuigen van christenzijn met als uitgangspunt Joh. 15: Wie in mij blijft en Ik in hem, die draagt veel vrucht. Vrucht dragen is niet zonder moeite, want - zo merkte één van de leidinggevende predikanten op: „Vandaag nog leef je als deelnemer op een berg. Maar als je van hier gaat zul je je in een dal wanen. Vaak sta je eenzaam in deze wereld, maar je bent nooit alleen. De Heilige Geest zal met je zijn". Maar, zo voegde de spreker hieraan toe: God zal je dan leiden als je getrouw bent in het gebed en in het doen wat God in Zijn Woord van je vraagt.

De ruim 10.000 „christivallers", zo blijkt uit een opiniepeiling, hebben het -.congres als zeer positief ervare.n.en de 'visie op evangelisatiewerk bleek bij de •meeste ondervraagden veranderd te zijn. Veel deelnemers kwamen met vragen die in de loop van het congres zijn beantwoord. Vooral de nastudies in kleine groepen werden het meest gewaardeerd vanwege het persoonlijke contact.

Een overzicht van één van de samenkomsten tijdens Christival in Essen,

meer gesteld dal de kerkeS. „ ' salorisehe e_heid StfffiC rijkste in de verhouding met de christelijke gereformeerden is. De betekenis daarvan mag niet worden overschat- Gods weg ligt in een gehoorzame wandel, met de gevolgen daarvan.

De Christelijke Gereformeerde kerken en onze kerken worden alle geroepen tot de goede strijd van het gel loof. De Her- roept beide broeder schappen te br» ken met datgene wat niet is naar Zijl. Woord. Zij worden beide geroepen naar vermogen •' strijden tegen de a 'goden van deze tijd en de aanvallen v.ui de boze, waaronder die met behu'p van de „verwetenschappelijking" van het kerkelijk leven en van de opleidingen, zo hevig is".

„De Christelijke Gereformeerd' kerken en de onze zullen ons inzie"5 elkaar het meest tot zegen zijn, indien zij beide trouw zijn in de taken die d* Here hun te doen geeft. Dan kan <*■' onderlinge band worden versterkt en de wederzijdse waardering verder tof nemen. Dan werkt de Here eenheid > aldus de stichting.

In het bestuur van de stichting h*-** ben zitting: ds. L.W.G. Blokhuis, drs* A.. Keizer, F.J. Kerkhof, C. van * Linden, ds. H. van Ommen, G. rul tenstein.

Beroepen te Ferwerd-Hallum: kand T.S. Huttenga te Groningen.

Aangenomen naar Assen: B. Van Zuijlekom te Groningen-Zuid; naar Bedum (2e pred.pl.): H.J. Boiten te Zuidwolde (Dr), die bedankte voor Ommen en Steenwijk.

BUSSUM - Ds. José de Segovia, dje namens de kerkeraden van de Gerefor. meerde kerken van Bussurn en Rijswijk in Madrid als evangelist werkzaam is brengt momenteel samen met zijn echt! note een bezoek aan Nederland. Dit op uitnodiging van de commissie „Steun Broederschap Spanje". Zijn adres in ons land is: p/a fam. Schreuder Jac. Bellamylaan 34 te Bussurn. Het echtpaar De Segovia hoopt op 18 jUni a.s. naar Spanje terug te keren.

HOLLUM - De samenkomsten van aanstaande zondag in Hollum op Ameland dreigen te worden afgelast wegens gebrek aan preekiezers. Predikanten, ambtsdragers of belijdende leden van de Gereformeerde kerken, die aanstaande en volgende week zondag indien enigszins mogelijk kunnen voorgaan in de leesdiensten in Hollum, wordt zeer dringend verzocht contact op de te nemen met de heer J. Polet, Yme Dunenweg 10 te Hollum (Ameland), tel. 05191-4064.

Beroepen te Leersurn: A. Boelhouwer, kand. aldaar die dit beroep heeft aangenomen.

Beroepen te Diemen ca.: L.D.T. Steenstra te Eerbeek; te Leiderdorp: B. Koekkoek te Waddinxveen.

Bedankt voor Assen: G. A. Westerveld te Apeldoorn.

Aangenomen naar Soest er berg: J.G. Luinstra, kand. aldaar;de benoeming tot pred. in tijdelijke dienst te Vuren: K.J. Schaafsma emeritus pred. te Utrecht; naar Aduard: drs. H.T. Bochove te Delfzijl, die bedankte voor Oldekerk. Door de classis Zeist is prep. geëxamineerd en beroepbaar gesteld: A. Boelhouwer, te Leersurn en J.G. Luinstra te Soesterberg.

(van onze red. geestelijk leven)

BOKSUM - Op 68-jarige leeftijd is overleden ds. D. de Boer, emerituspredikant van de (syn.) Gereformeerde kerk te Boksum en voorheen [vu 1958 tot 1967] predikant van de Vrije Gereformeerde kerk te Wolvega.

Deze kerk ontstond na een conflict in de (syn.) Gereformeerde kerk te Wolvega over de evangelisatie. Ds. De Boer keerde in 1967 naar de (syn.) Gereformeerde kerk terug en werd in dat jaar verbonden aan de kerkelijke gemeente Boksum.

Op 1 april 1973 ontving hij zijn emeritaat en is daarna nog ruim anderhalf jaar werkzaam geweest als hulppredikant in de kerk van Boksum.

[van één onzer redacteuren]

OMMEN - „Juist in een wereld van revolutie is het zaak bewust als gedoopte te leven. Dan leef je niet maar tégen iets, maar in onderscheid van hen die dé (eest van de revolutie hebben, vóór iets, nog meer: voor lemand". Hiermee gaf ds. J.J. Arnold het thema aan voor de op Pinkstermaandag in Ommen gehouden bondsdag van de Bond van Gereformeerde Meisjesverenigingen in Nederland. In zijn referaat - getiteld „Danken, niet bedanken" - ging ds. Arnold dieper in op het leven uit de doop, terwijl de beer P. Jongeling in zijn middagreferaat bet accent legde op de strijd tegen de revolutie.

In haar openingswoord riep de bondspresidente mej. A. Anneveldt de jeugd op zich voor te bereiden op haar plaats in de „ketting" van de geschiedenis der kerk. „Jullie generatie is de volgende schakel in die ketting en het is van levensbelang wat voor schakel dat zal zijn. Is die zwak, dan breekt de ketting; is die sterk, dan zal het volgende geslacht daaraan houvast vinden. En dan zal Christus bij Zijn komst geen verbroken ketting aantreffen".

DS. J.J. ARNOLD

Met de aanspraak „mede-soldaten" gaf ds. «Arnold aan, dat allen, dames zowel als heren; meisjes zowel als jongens, samen aan het front staan en in dat opzicht eikaars gelijken zijn, „Zij het wel ieder op zijn eigen plaats en duidelijk onderscheiden", aldus ds. Arnold.

„ledereen weet dat meisjes en vrouwen kunnen vechten", zo zei hij. „Het kan zelfs zo worden, dat een minister van justitie met hun vechtcapaciteiten rekenen moet. Maar vrouwen en meisjes kunnen ook de goede strijd voeren. Op dit punt weet ook de Bond van Geref. Meisjesverenigingen van haar plaats en taak. Sinds Pinksteren worden immers ook meisjes in de kerk en vrouwen uit de heidenwereld geroepen en tot de Drieenige God gedoopt?"

Op Golgotha is het vrouwendienstrecht verworven, dat op Pinksteren in vrouwendienst-plicht gestalte kreeg. Pinksteren is daarmee de dag van de grote emancipatie geworden. Maar, zo liet ds. Arnold zien, daarbij is geen spraxe van mannelijk of vrouwelijk. IMan en vrouw zijn beide geëmancipeerd, dat wil zeggen: onder het slavenjuk van zonde weg. „Beiden tot Christus gedoopt, dat is: tot vrije mensen. Buiten de kerk blijven ze onder het juk. En die het hardst op hun emancipatie pochen, zitten het meest bekneld".

Wijzend op de tegenstelling: zèlfbevrijding en verlossing door genade, benadrukte ds. Arnold, dat de vrijheid van de christen uitsluitend door het bloed van Christus bewerkt is en door de kracht van de Heilige Geest. Hiertoe gaf hij eerst de inhoud weer van de woorden „bloed" en „Geest". Om het bloed van Christus mogen de kinderen der kerk weten de vergeving der zonden te hebben en door de gave van de Heilige Geest de vernieuwing van hun leven. „Om een soldaat te kunnen zijn in het grote leger van Christus, moet je elke dag bidden en danken voor dat bloed. En dan gaat ook de Heilige Geest in je werken, hoe langer hoe meer, en duidelijk merkbaar voor je omgeving: in je persoonlijk, in ons met elkaar".

„Gedoopt zijn tot de Naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest betekent dat we zijn overgegaan in Zijn bezit. We zijn van Hem en voor Hem. Dat is allereerst positief. Maar het kost ook strijd. En de eerste strijd moet gevoerd worden in jezelf: vlees tegen Geest. „Je stoot je aan die Geest", zo vervolgde ds. Arnold. „Wij zijn hard materiaal* voor de Here, maar Hij wil dat bewerken en doet dat ook".

Gods kinderen moeten zelf bidden om de Heilige Geest. En als bidders samenkomen, vormen zij tezamen ook een kracht: van 's vijands dienstbaar juk bevrijd, om God te dienen zonder vrees. Wij zijn ook slaven. Ds. Arnold: „Eerst dan komt het woord „soldaat" tot zn recht: geen fiere Calvinisten, maar gekochte slaven".

Hij wees vervolgens op de mensen die dit alles ontkennen. „Ze bedanken er stichtelijk voor de doop van de jonge kinderen te aanvaarden. Wat de jongeren betreft: ze vinden het beneden peil, dat al over hen beschikt is, toen ze nog als onmondige kinderen in de wieg lagen. En de ouderen? Die zijn met hun theologieen van de revolutie en de bevrijding de oorzaak van deze opvattingen van de jeugd: „De doop van jonge kinderen is opium van het volk. Ze gaan berusten in Gods wil; de revolutie heeft niets aan ze". Ze praten zij. Nee, in hun ogen moet jezelf beslissen of je gedoopt wilt worden of niet, is het een toetredingsdaad van de mens zelf tot de stoottroepen van Gods revolutie. Ze bedanken ervoor God te danken al zo vroeg in zon positie te zijn gesteld". Ds Arnold benadrukte dat zij juist tégen zijn. „Zij moeten tegen zijn, waar hun ouders en grootouders vóór zijn geweest. Zij stellen de antiantithese".

De nieuwe opleiding moet uitgaan van „de vorming van jonge mensen die God vrezen; een vorming op academisch niveau ter voorbereiding op het ambt van dienaar des Woords. Een dergelijk niveau is noodzakelijk omdat Gods Woord moet kunnen worden gelezen in de oorspronkelijke talen".

Men voorziet voor het seminarie een leergang van vier jaar. Daarvan werkt het eerste jaar toe naar de propaedeuse. In het onderwijsprogram zullen dè uitlegging van de Schrift en wat daarbij in deze tijd te pas komt centraal dienen te staan. Kennis van de grondtekst is daarbij onmisbaar. Ook hecht de stichting grote waarde aan het geloofsdogma van de kerk en aan de geschiedenis van de kerk. De wetenschappelijke dogmatiek zou daarbij „in plaats van een leidinggevende functie, een dienende functie moeten krijgen": „Bedoeld is allerminst verachting van goede wetenschap in de goede zin des woords, maar wel een duidelijk streven de wetenschappelijke theologie terug te brengen op haar dienende plaats".