Sonnet TRIJFEL door nico scheepmaker
ZOALS U ZICH herinnert, heb ik onlangs geschreven over de dichter Joh. W. Schotman, en over zijn dichtbundel „Hellevaart", waarin de gebeurtenissen op een vissers vaartuig in 1915 werden beschieven. Omdat ik niet wist hoe deze, inmiddels historische gebeurtenis, was afgelopen, heb ik beloofd er op terug te komen zodra ik het wist. Inmiddels heb ik van enkele lezer, daarover aanvullend materiaal gekregen, maar ook krees; ik gistermiddag een telefoontje van de jongste dochter van de hoofdpersoon V. in het drama. V. is overigens tien jaar geleden overleden. Zij, de dochter, hoorde er voor het eerst over na het overlijden van haar vader, en ze vond het verschrikkelijk om er nu, 61 jaar na dato, weer over in de krant te moeten lezen. Of ik er in godsnaam over /ilde ophouden. Dat doe ik dus bij deze. Wie er per se meer over wil weten, zoeke het op in de literaire prozabewerking die Joh. W. Schotman ervan maakte in „De Blinde Vaart" (De Plejaden Reeks. 1941), of in „Moorrfenaarswerk" van mr. Hans van Straten. Arbeiderspers 1964. Ik zwijg er verder over. Wel wil ik nog even een sonnet citeren dat J. Slauerhoff over Joh. W. Schotman maakte, en waarop ik geattendeerd werd door mijn collega Jan Kuyk. Het staat in „Al dwalend". Slauerhoff en Schotman hadden met elkaar gemeen, dat zij allebei arts waren, allebei in China woonden, en allebei dichtten. Uit het sonnet maak ik op, dat verdere overeenkomsten ontbraken. Het heet: BENARD ADVIES. Gij heeren der critiek, schrijft nimmer over Schotman, 't Is naar voor hem, voor u, voor allebei, En als ge 't doet, dan liever op een lei, Zoodat het uitgewischt of nog kapot kan. Maar in de kranten komt er altijd mot van; Ik der ' het toch. zoodat ik n ■ nog lij- Onder 't gevolg: er gaat geen dag voorbij, Zonder een brief, een langen brie!. van Schotman. Zijn werk is zwaar, .ij* brief we k nog veel zwaarder; 'k Woon ver van 't dorp, de oude brievengaarder Torst iedren dag en onheilzwangre tasch. Omdat ik 't waagde eens den spot te drijven. — Maar kwam ooit een er toe zijn lof te schrijven, Hulppostbesteller werd heel 't mensenras.