Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Kop
- BUITENLAND BULGARIJE EN ZIJN BUREN Toenadering tusschen Bulgaren en Joegoslaven. — Waarom Joegoslavië huiverig is voor een Balkanpakt. — „Van de Alpen tot de Zwarte Zee leeft één volk van broeders, de Zuidslaven!”
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- Algemeen Handelsblad
- Datum
- 04-02-1934
- Editie
- Ochtend
- Uitgever
- P. den Hengst en Zoon [etc.]
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 832337900
- Verschijningsperiode
- 1828-1970
- Periode gedigitaliseerd
- 1828 t/m 1940
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 21
- Nummer
- 34837
- Jaargang
- 107
-
-
Geen zoekvraag opgegeven
-
-
- Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
-
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Kop
- BUITENLAND BULGARIJE EN ZIJN BUREN Toenadering tusschen Bulgaren en Joegoslaven. — Waarom Joegoslavië huiverig is voor een Balkanpakt. — „Van de Alpen tot de Zwarte Zee leeft één volk van broeders, de Zuidslaven!”
- Soort bericht
- artikel
- Krantentitel
- Algemeen Handelsblad
- Datum
- 04-02-1934
- Editie
- Ochtend
- Uitgever
- P. den Hengst en Zoon [etc.]
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 832337900
- Verschijningsperiode
- 1828-1970
- Periode gedigitaliseerd
- 1828 t/m 1940
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- KB C 21
- Nummer
- 34837
- Jaargang
- 107
BUITENLAND BULGARIJE EN ZIJN BUREN Toenadering tusschen Bulgaren en Joegoslaven. — Waarom Joegoslavië huiverig is voor een Balkanpakt. — „Van de Alpen tot de Zwarte Zee leeft één volk van broeders, de Zuidslaven!”
BUITENLAND BULGARIJE EN ZIJN BUREN Toenadering tusschen Bulgaren en Joegoslaven. — Waarom Joegoslavië huiverig is voor een Balkanpakt. — „Van de Alpen tot de Zwarte Zee leeft één volk van broeders, de Zuidslaven!”
Zes maanden geleden reisde ik toevallig in gezelschap van eenige intellectueele Bulgaren dwars door Joegoslavië naar Parijs. Ze "eklaagden zich bitter: aan de Joegoslavisch•Bulgaarsche grens hadden de Joegoslavische gendarmes hun alle Bulgaarsche couranten afgenomen, met uitzondering van één blad dat Joegoslavië gunstig gezind was. Geen Wonder dat zij, toen wij de Oostenrijksche Srens bereikten, luidkeels een „Slava Bogom!" haakten (God zij gedankt!). Dit typeert ■volkomen de houding, die de intellectueele • Bulgaren jarenlang tegenover hun Joegoslavische stamverwanten innamen. En het behoeft geen bctocg, dat de ontwikkelde Masse in Joegoslavië, speciaal de Serviërs, over 't algemeen dezelfde bitterheid ten op-2ichte van Euigarije koesterden. Maar Joegoslavië en Bulgarije zijn gelukkig beide agrarische staten waar 80 % van of door landbouw heeft en de boereii denken over dit Netelig probleem van de nabuurschap heel anders. Hoe, dat kan ik u het beste door een ■klein verhaal verklaren. Vooraf een opmerking: Bulgaren en Joegoslaven kunnen elkaar zonder eenige moeite Verstaan. Het taalverschil, tusschen het Bul- Saarsch en het Servo-Kroatisch, dat door ■°u % der Joegoslaven gesproken wordt, is Weinig grooter dan tusschen Nederlandsch en Vlaamsch. Ongeveer tien jaar geleden woedde in Bulgarije de verschrikkelijke burgeroorlog. Aan öe eene zijde het nieuwe fascistisch getinte gouvernement, dat door een staatsgreep aan 'bewind gekomen was; aan de andere zijde 06 groote Bulgaarsche boerenpartij, wier aanvoerder, minister-president Stamboulisky, °P barbaarsche wijze door de comitadjis was Vermoord; en voorts de weinig talrijke communisten. Vele leden der Boerenpartij vlucht*en het nabije Servië. Zelden hebben twee broedervolkeren zoo hardnekkig gevochten als de Bulgaren en Serviërs; maar toch Werden de uitgeweken agrariërs door de Ser-
Vlërs zonder onwil ontvangen. Een van Stam"oulisly's medeministers, Todoroff, trachtte zoodra hij over de grens was, een tiental boeren die samen met hem gevlucht waren °P Servische boerderijen onder te brengen. Men duidde hem een dorp aan waar genoeg plaats was, maar maande hem tevens tot £r°otr~ tijdens den oorlog Waren de twee jonge zonen van den burgemeester door Bulgaarsche franc-tireurs verboord. De boeren lieten hun weinige have aan 't station en trokken te voet naar de hofstee van den burgemeester, waarheen hun Pleitbezorger hun reeds voorgegaan was. Zoodra Todoroff den ouden boer, een waren Patriarch, uitgelegd had waar het om ging, trok deze zijn voorhoofd in diepe rimpels samen. Maar tot verwondering van zijn bezoeker, die reeds op wilde staan, vroeg de °u<le enkel: „Met zijn hoevelen zijn jullie?" »,Met zijn elven!" De oude boer riep zijn Wouw: „Laat dadelijk twaalf kippen slachten, en twintig liter wijn uit den kelder «alen!" Tijdens het gastmaal dat volgde sprak hij op de schilderachtige wijze die den Balkanboeren eigen is, over de verhouding tusschen de twee volkeren
„Wanneer tusschen onze hoofdsteden, Belgrado en Sofia, twee telefoonpalen omwaaien", Zei hij, „dan is daardoor het contact tusschen •öe heeren stedelingen verbroken. -Hun contact berust enkel op mechaniek. Maar wij, toeren, hebben van zooiets geen last. Wij, Kroatén, Serviërs en Bulgaren, behooren tot vier stammen en twee staten. Maar wij hebben allen hetzelfde Zuid-Slavische
Woed, en er is iets, dat ons voor eeuwig verbindt: de grond. Van den hoogen Triglav, aan het eind der Alpen, waar de Zuid-Slavische wereld begint, tot aan de Zwarte Zee, staan wij ploeg aan ploeg en eg aan eg, één volk van broeders; en alle grenzen, die de staatslieden de eeuwen door tusschen ons gewokken hebben, zijn inbeelding en bedrog." Ziehier, in twee verhaaltjes uitgedrukt, de reden van den grooten ommezwaai in Bulga- die geleid heeft tot de symbolische bezoeken die koning Alexander en koning Boris elkander onlangs brachten. En tevens de verkla*lng waarom het zoolang geduurd heeft eer , e toenadering tot stand kwam: zij werd door £e "intelligentsia" der beide yolkere» tegengehouden, uit kortzichtigheid of eigenbelang; terwijl tevens Italië jarenlang de verhouding duchtig vertroebeld heeft. Reeds in 1922 wandelde Stamboulisky door de straten van Sofia aan het hoofd van een stoet van 40.000 boeren, die transparanten meedroegen met de woorden: „Van de Alpen tot de Zwarte Zee leeft één volk van broeders, de Zuid-Slaven!"
Tien jaar van ergernis, moord, bomaanslagen, wederzijdsche plagerijen en niet al te fraaie perscampagnes zijn verstreken, voor dit woord gedeeltelijk in vervulling kon gaan. Nog is de Joego-Slavisch-Bulgaarsche grens ruig van prikkeldraad, maar plotseling vloeit over en weer een stroom van bezoekers: de advocaten uit Sofia bezoeken hun collega's in Belgrado; de theatertroep uit Belgrado speelt in Sofia. Maar deze vriendschapsbetuigingen zijn pas begonnen nadat de Bulgaarsche regeering twee gewichtige besluiten genomen had: de amnestie voor de gevluchte agrariërs der Stamboulisky-partij, en de interneering der lastige comitadjis.
De Bulgaarsche boerenpartij is altijd fel voor een verbond met Joegoslavië geweest, zelfs voor aansluiting van Bulgarge bij de Kleine Entente. Zij liet geen middel ongebruikt om den Italiaanschen invloed in Bulgarije te verzwakken en 't land zoo uit zijn Balkan-isolatie los te rukken. Geen wonder dat de comitadjis, de soldeniers van het fascistische Italië, den teruggekeerden ex-ministers letterlijk het vuur aan de schenen legden. Maar niet hierdoor kwamen zg ten val. Hun onderlinge twisten en roekelooze schietpartijen in de straten van Sofia, waarbij de onschuldigen als musschen neergepaft werden, veroorzaakten stappen van den Engelschen en Franschen gezant; bovendien stelden de hoogere officieren van het leger bij monde van kolonel Deltcheff koning Boris voor de keus tusschen een militaire dictatuur en de interneering der duizend vfoeste vrijbuiters, wier geliefkoosd schietterrein het openbare park naast het koninklijk paleis was. Koning Boris gaf schoorvoetend toe. Maar den avond van den heimelijk afgesproken dag der interneering was er plotseling in heel Sofia geen taxi meer te krijgen: de comitadji's van „hoogerhand" gewaarschuwd, vluchtten hals over kop naar de provincie, zoodat de troepen slechts een paar honderd meeloopers konden vangen. Ze hadden echter geen tijd gehad om de 20.000 handgranaten en honderden geweren en uniformen mee te nemen, die met behulp van „goedgezinde" officieren uit de legermagazijnen waren ontvreemd. Vantché Mihailov, de ~voivoda" (hoofdman) der comitadji's, zwoer bloedige wraak. Maar tot.nu toe houdt hij zich schuil in Bulgaarsch Macedonië, wachtend op betere tijden en dikke subsidies, waarmee men vanuit Rome echter minder goedgeefs schijnt dan vroeger. En onderwijl legt koning Boris, hun ex-beschermheer, een krans op het graf van den Servischen Onbekenden Soldaat.
Het is van den beginne af aan een psychologische fout van het op orde en tucht ingestelde Italiaansch fascisme geweest om zich voor de Balkanpolitiek van de razende comitadjis te bedienen. Het is de oude geschiedenis van den dol geworden Golem, van het instrument dat zijn meester niet meen gehoorzaamt. Zij hadden zich zelfs gehaat gemaakt bij velen hunner legale partijgenooten in den Bond van Macedonische Emigranten, die nog altijd in Bulgarije een verstrekkenden invloed bezit.
En daarom werden ze na hun (allesbehalve definitief!) verdwijnen vervangen door een gewilligere groep: de Bulgaarsche fascisten, de volgelingen van den ouden verbitterden professor Tsankoff, die Stamboulisky's regeering omverwierp. Zij zijn, zooals vanzelf spreekt, anti-democratisch en pro-Hitleriaanseh.
Het is een van de aantrekkelijkheden van het politieke leven in den Balkan, voor buitenstaanders tenminste, dat de strijd niet alleen gevoerd wordt met redevoeringen en perscampagnes, maar ook met dolken en revolvers. De eerste demonstratie der fascisten was tegen de begenadigde ministers der Boerenpartij gericht. Na afloop van een vergadering in Noord-Bulgarije werd de deur van hun hotelkamer met revolverkogels doorboord. Zij sprongen uit het raam om het veege lijf te redden, achtervolgd door dertig fascisten. Op den politiepost, waar zij een schuilplaats zochten, daar een der Agrariërs, oud-minister Athanasoff, zijn been gebroken had, werden z;j door de politie-agènten met kolfslagen ontvangen. Weldra lagen zij gedrieën in 't hospitaal. Men ziet, hoe eenvoudig het in sommige landen is, om politieken tegenstanders voorloopig het zwijgen op te leggen. Op het ziekbed bereikte hen echter de heugelijke tijding, dat Kraptcheff, de directeur van „Zora" de grootste Bulgaarsche courant, die hun landverraad verweten had, wegens smaad tot een maand gevangenisstraf veroordeeld was. Ct vonnis maakte een enormen moreelen indruk op het volk. Sinds de verdwijning der coodftitadjis zijn de rechters in Sofia weer onpartijdig geworden; deze voor een rechter zoo noodzake'ijkc eigenschap werd tot voor kort nl. altijd door de comitadjis met eenige sohoten in den rug der edelachtbaren beloond...
Maar deze ommezwaai in de volksstemming lost de problemen nog geenszins op. Het feit, dat koning Boris zijn collega's bezoeken bracht, waarbij het volgens de berichten allerhartelijkst toeging, zegt nog zeer weinig van de werkelijke stemming onder het Bulgaarsche volk, ten opzichte van het Roemeensche b.v. Want er is een heel verschil tusschen de koningen van Joegoslavië, Roemenië en Bulgarije en hun hooge ambtgenooten in Zweden, Denemarken en Noorwegen b.v. eerbied voor de grondwet is niet de sterkste zijde der Balkankoningen; en daarom hebben hun bezoeken en overeenkomsten voor de betrokken volkeren slechts zeer gedeeltelijke waarde, Alleen het bezoek van koning Boris aan koning Alexander kan men symbolisch opvatten, daar er in de Zuid-Slavische landen inderdaad een sterk streven is naar verbroedering; een streven, dat echter ook zonder de koningen doorgang zou vinden. In beide landen bestaan zeer sterke republikeinsche stroomingen. Hun ontstaan en groei hangt ten nauwste samen met het autocratisch optreden der tegenwoordige heerschers, en zij worden slechts door een openlijke of vermomde dictatuur in bedwang gehouden. In de beide Zuid-Slavische staten spreekt men reeds openlijk, of liever achter gesloten deuren, van een federale Zuid-Slavische republiek, waarin ook het in stukken gesneden Macedonië, de eeuwige twistappel tusschen Bulgarije en Joegoslavië, een autonome eenheid vormen zou.
De Zuid-Slavische beweging is ouder dan de tegenwoordige heerschers en zij ontwikkelt zich steeds rijker en bezadigder. Maar geen tien bezoeken van koning Boris aan ke: Carol kunnen verhinderen, dat het Bulgaarsche volk het verlies van de overwegend Bulgaarsche Dobroedsja aan Roemenië als onrechtvaardig beschouwt. Ten opzichte van Griekenland geldt hetzelfde: het Bulgaarsche landschap Thracië, waarvan alleen een smalle kuststrook door Grieken bewoond is, werd op tamelijk partijdige wijze bij Griekenland getrokken, door het toetreden van Bulgarije tot het Balkanpact zou het land al zijn aanspraken onvoorwaardelijk laten varen; en vooral wat de rijke Dobroedsja betreft is het volk er vierkant tegen. Daarnaast wrokken nog altijd honderdduizenden Bulgaren over het verlies van Macedonië aan Joegoslavië. Maar de bezadigde elementen des volks, de Bulgaarsche Boerenpartij „Stamboulisky" vooraan, hebben Macedonië reeds lang opgegeven, juist omdat zij er zeker van zijn het terug te krijgen in het groote Zuid- Slavische rijk hunner droomen; doch over den regeeringsvorm van dit komende rijk laten zij zich liever niet uit...
De Kleine Entente daarentegen is onder het Joegoslavische volk slechts matig populair; men ziet er een maaksel van staatslieden in, met vooral Roemenië als noodzakelijke, maar niet al te vaste schakel. De Zuid-Slavische gedachte daarentegen wordt steeds sterker. In 1915 werden tijdens de eerste week van de Bulgaarsche mobilisatie tegen Servië drie duizend Bulgaarsche soldaten wegens dienstweigering gefusilleerd: zij weigerden om tegen hun stambroeders te vechten. En tijdens de tweede helft van de 19e eeuw zette het Servische volk zijn koning Milan, die het in een onrechtvaardigen oorlog tegen Bulgarije gedreven had, uit wraak af. Deze feiten bewijzen voldoende dat de Zuid-Slavische beweging een feit is, waarmee de betrokken regeeringen, en zelfs de koningen, geducht rekening moeten houden.
Daarom ook is men in Joegoslavië huiverig om tot een Balkanpact toe te treden waarvan Bulgarije geen deel zou uitmaken. De Bulgaarsch-Joegoslavische toenadering bevrijdt Joegoslavië van een zware zorg; het is de vijand in den rug kwijt. En daarom is het voor Joegoslavië gewichtiger om in zoo eng mogelijk verband met Bulgarije te komen dan een Balkanpact te teekenen buiten Bulgarije om. In 't eerste geval is het verzekerd dat het met de Italiaansche penetratiepolitiek voorgoed gedaan is, terwijl een ontevreden Bulgarije steeds cpnieuw neiging zal vertoonen zich buiten den Balkan steun te verschaffen. Het najagen van het Zuid-Slavische ideaal kan zelfs nog de meest onverwachte resultaten •hebben wat betreft Joegoslavië's positie in de Kleine Entente. En daarom zijn al deze koninklijke bezoeken r>~~ F'echts een glinsterend, maar weinig zeggend praeludium. A. DEN DOOLAARD.
Koning Boris van Bulgarije in gezelschap van Koning Carol van Roemenië.