Aanvaring in de Rode Zee berecht „Oranje" is schuldig aan botsing met de „Ruys" Kapitein Hemmes week bevoegdheid ontnemen
(Van een onzer verslaggevers)
HET MEEST DRAMATISCHE OGENBLIK in Het leven van de gezagvoerder van de 7,Óranje", kapitein H, f, Hemme s, beleefde dezeC in .. de ' dienst vergrijsde zeeman Dinsdagmiddag voor de Raad voor, de Scheepvaart te Amsterdam. . }4&&*t-kr' V Na de urenlange behandeling van de scheepsbotsing tussen de „Oranje" en de „Willem Ruys" zei de inspecteur-generaal van de scheepvaart, de heer C. Moolenburgh, namelijk: „Het gaat mij. bijzonder aan het hart om mijn oude yripnd kapitein Hemmes, die* jarenlang zeer kundig zijn beroep heeft uitgeoefend, hier als de eigenlijke schuldige ■', te moeten aanwijzen. . . ''"'-. T:[ Hij heeft een manoeuvre willen uitvoeren, die in strijd was met het goede zeemanschap. De ernst yan dit feit noodzaakt mij te vragen hem voor vier weken zijn bevoegdheid van kapitein te ontnemen». ~ ■ ■ ■'■'.-,- . - > ; '- " " .■.*.-•. ■ ■ •'■■■; . ~■ ''. . - - ' . --' ■ ■ Nog Dinsdagavond viel de uitspraak: de kapitein van de „Oranje", kapitein H. W. H cm m e s, werd schuldig verklaard, en de raad heeft hem de bevoegdheid om als kapitein te varen ontnomen voor de.tijd van eënweék. i \ f. -
in, de ■ middag: begon. •- de ■ inspecteur-generaal met" zijn! conclusie. Hij' stond|allereerst stil bij de gewoonte van passagiersschepen, om passerende schepen van dezelfde of een bevriende rederij „op te zoeken" en op vrü korte afstand voorbü te varen. „Jarenlang is dit goed gegaan", aldus de heer Moolenburgh, „maar in de nacht van 6 Januari, toen de „Oranje" en de Willem Ruys" in de Rode Zee elkaar tegenkwamen, ging dit mis. Ik wil echter geen aanmerking maken op de beslissing' aan boord van de „Oranje", om de „-Ruys" op ruim twee rrüjl te willen passeren. Ik 'zie in deze aanvaring dan ook geen aanwijzing, uit veiligheidsoverwegingen van dit gebruik af te stappen".
Te laat
Verder ging de inspecteur-generaal uitvoerig na wat er sinds dit besluit is gebeurd. De „Oranje" veranderde van koers, om zodoende dichter langs de „Ruys"' te komen, maar toen deze koersverandering voor de mannen op de brug van de „Ruys" nogal sterk leek, veranderden ook zü van koers. „De „Ruys", aldus de inspecteurgeneraal, „haalde naar bakboord uit, om de „Oranje" meer ruimte te geven om haar allang verwachte draai naar stuurboord te laten maken. Toen dit gebeurde, was het al te laat en de schepen botsten tegen elkaar. De „Ruys". dacht namelük, dat de „Oranje" tegen alle gebruiken in aan stuurboord wilde langs varen", aldus de inspecteur-generaal.
Verantwoord
„Ik acht de uitwijkmanoeuvre van de „Ruys" naar bakboord volkomen verantwoord. Het was de enige mogelijkheid na het verbazingwekkende verloop van de manoeuvre van de „Oranje". ...' de kapitein van de „Ruys" daarom niet mede-schuldig aan de aanvaring. Het ongeluk moet geweten worden aan het gedrag van de „Oranje". De kapitein heeft zich vergist in de afstand tot het andere schip. . . . ,„Maar",' zo ging de heer Moolenburgh verder, „veel erger is, dat hü in strijd handelde met het goede zeemanschap, toen hij die vreemde manoeuvre maakte. Daarom is hij ten volle aansprakelijk voor de botsing. Hü heeft de vereiste voorzichtigheid uit het oog verloren en de er ï het-' gevolg ï van. Niet- alleen de materiële schade is enorm groot geweest.'maar ook''de goede naam van de Nederlandse scheepvaart is er door geschaad". .' Lezing betwist De verdediger van kapitein Hemmes, mr C. P. baron van der Feltz, noemde de lezing, die men op de „Willem Ruys" heeft gegeven, onjuist. „Op de navigatie van kapitein Hemmes, is geen enkele aanmerking te maken", zei hij. „Integendeel, ik ben tot de overtuiging gekomen, dat juist op de „Willem Ruys" aarzelend en in strijd met,de,reglementen is gemanoeuvreerd". j- De verdediger ging vervolgens uitvoerig in op de verklaringen van enkele leden van de bemanning van de „Ruys". waarin hij tegenstrijdige en onjuiste dingen meende te zien. Nadat de inspecteur-generaal gerepliceerd had en de verdediger van de gezagvoerder van de „Ruys" ook nog aan het woord was geweest, werd de zitting beëindigd.