(INGEZONDEN MEDEDELING) EXAMENTRAINÏNG op de PC Bezoek onze demonstraties Zaterdag 29 oktober bij: Boekhandel Donner Lijnbaan 150 ■ Rotterdam openingstijden: 9.30 uurtot 17.00 uur Vergroot uw kans op slagen! Stenfert/fraese f ii SOFTWARE COURSEWARE)" 3j
Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
- 26-10-1988
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad
- Datum
- 26-10-1988
- Editie
- Dag
- Uitgever
- De Arbeiderspers
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832737143
- Verschijningsperiode
- 1945-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1945-1991
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 12701
- Jaargang
- 44
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Advertentie
(INGEZONDEH MEPEOBJHO) PRIJSTREFFER I ■ .?•$: & ■ ■ w*S" ■■' $■ ■■■' 1 ] Malse Schouderkarbonade. PerkiloQ9A'^WQQ Zolang de voorraad strekt. wt #K% Geldig donderdag 27 t/m zaterdag 29 oktober 1988. VW'Vt f VW
Advertentie
(INGEZONDEN MEDEDELING) NIEUW! N/kon F 4 REFLEX ~~JKË V- SNELLER AUTOFOCUS SYSTEEM ÜïïiiSH Professionele AF retlexcamera met veel mogeliikheden, -f' MlZl BïÜa zowel automatisch als handmatig. 1/8000 sec. Alle infor- ~sJm > matie v'a de instelknoppen of m m f\f\ '*-c A taJHR uityebreid via LCD in zoeker. #1 #É_l 111 ■ •, ™ Wfi> J~fffcrjjPjJr Body in standaard-uitvoering ■ UITGEBREIDE DEMONSTRATIE üyi FOKfl FOTO-VIDEO-SHOW 24 t/m 29 OKTOBER \IZT Oostzeedijk/Admiraliteitsstraat Dagelijks9.oo-18.00uur, o„*»„„/ , t-„/ n-§r> Air>n ion vrijdag 21.00 uur toegang vrij. V Rotterdam. Tel. 010-4130.180
Ook homovaders moeten verlof 'zwangerschap' kunnen krijgen Kamerlid Groenman over de uiterste consequentie van adoptie door homoparen Door Hans Maas
DEN HAAG — Een homopaar kan net zo goed een kind opvoeden als een getrouwd koppel. Een homopaar moet dus ook een kind kunnen adopteren. Uiterste consequentie hiervan is dat een van de homovaders ook zwan-1 gerschapsverlof' moet kunnen krijgen. „Alleen moeten we het dan natuurlijk geen zwangerschapsverlof maar ouderschapsverlof noemen," zegt desgevraagd Louise Groenman, D66-lid van de Tweede Kamer. We praten na over het adoptiedebat met minister Korthals Altes van Justitie. Groenman zegt gefrustreerd te zijn, omdat de minister 'nee' zei tegen adoptie door homoparen. Een kamermeerderheid van D 66, PvdA, PPR, PSP en VVD steunt het liberale standpunt dat in de Haagse wandeling heet: „Gelijke kunne? Moet kunnen!" Gaandeweg het debat zwakte VVD-woordvoerder Dijkstal deze week zijn standpunt af. Hij wilde zijn geestverwante minister niet helemaal laten vallen. De ontsnapping die hij vond bestaat er uit dat er nu eerst een wetenschappelijke studie volgt naar de juridische mogelijkheden die er zijn om een kind twee vaders of twee moeders te geven. Esn argument tegen adoptie door homoparen is dat de belangrijkste donorlanden India, Sri Lanka en Brazilië geen kinderen meer zullen afstaan. Groenman: „Inderdaad zou het de donorlanden kunnen afschrikken. Maar dan zeg ik: het gaat om onze eigen standaarden. In de praktijk kunnen we het beperken tot adoptie van Nederlandse kinderen. We zien nu al dat veel kinderen door homo's worden opgevoed, bijvoorbeeld na een echtscheiding. Ook is het mogelijk dat een homopaar pleegkinderen opvoedt. Waarom zou zo'n paar dan geen kinderen kunnen adopteren?" Hef kan zijn dat de kinderen een stempel opgedrukt krijgen door hun omgeving, zogenoemde stigmatisering, bij voorbeeld als er sprake is van een militant duo dat de gerichtheid op eigen sekse paart aan een diepe afkeer van het andere geslacht. Groenman: „Niemand kan beter dan de potentiële homo-ouders bepalen of er stigmatisering zal zijn. Je moet er naar kijken of de kandidaat-ouders in staat zijn genegenheid voor een kind op te brengen en of ze gemakkelijk communiceren met anderen, met familie, met vrienden en vriendinnen." Een ander tegenargument dat je wel hoort is dat het verstorend zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van de identiteit van het kind, de sekse-rol met name. Groenman: „Niet alleen de ouders bepalen die ontwikkeling. Er zijn ook onderwijzeressen, meesters, ooms, tantes, voetbaltrainers, balletjuffen. En er zijn vriendjes en vriendinnetjes die in elke leeftijdsfase andere invloeden hebben. De sekse-rol wordt sterk ontwikkeld in de puberteit en het is de vraag of de ouders in alle gevallen dan nog zo belangrijk zijn voor de identificatie."
Maar voor een mooi ouderwets Oedipusconftict vóór de vierde verjaardag zijn toch een vader en een moeder nodig?
Groenman: „Ik weet niet of de ontwikkeling van de sekse-rol in het traditionele gezin altijd wel zo goed is. Wat doen peuters met vaders die zich nergens wat van aantrekken en met moeder de vrouw die altijd thuis is. Vanuit de emancipatie-gedachte denken we daar juist anders over."
Tijdens het debat in de Kamer zag je weer die conservatieve uitstraling van het magische jaartal 1992, het jaar van de economische eenwording van Europa. Korthals Altes wil in de pas lopen met de Duren.
Groenman: „Dat speelt mee. Andere Europese landen zijn minder ver met homo-adoptie. Daarentegen zijn ze soms verder met één-ouder-adoptie. Natuurlijk is het wel raar dat Korthals Altes nu naar de Raad van Europa toestapt om regels op elkaar af te stemmen, terwijl hij daar een standpunt gaat verkondigen waar de meerderheid van de Kamer tegen is. Het enige waar ik hem gelijk in kan geven is in het argument van het afstammings- en familierecht. Het schijnt dat in dit recht moeilijk twee vaders of twee moeders aan een kind kunnen worden gegeven. Wat we gewonnen hebben is dat daar nadere informatie over volgt en dat de Universiteit van Utrecht nu waarschijnlijk onderzoek mag gaan verrichten naar het (wel)bevinden van kinderen met homoseksuele ouders."
Praten we eigenlijk wel over een nijpend probleem? Vorig jaar zijn er in totaal slechts 44 Nederlandse weeskinderen geadopteerd. Daar tegenover staat een wachtlijst van pakweg....?
Groenman: „Inderdaad, het is eigenlijk alleen maar een principiële zaak."
Noodweer of doodslag: hoe beslecht je een caféruzie? Door Arnoud Riethof
ROTTERDAM — „Mevrouw de officier heeft mooi praten, daar in haar stoel op het podium. Kritiek achteraf is zo gemakkelijk. Ze had er zelf eens bij moeten zijn, in de noodtoestand waarin verdachte verkeerde. Wat had zij dan gedaan? Ik zou het in ieder geval precies eender als hij gedaan hebben." Strafpleiter mr. S. Ivens schudde gisteren meewarig zijn grijze hoofd, om het onbegrip en zijns inziens formalistische gedrag van mevrouw mr. J. Mooijen, officier van Justitie te Rotterdam.
Ze had even tevoren twaalf maanden gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk, geëist tegen bedrijfsleider R.R. (29) van een Rotterdams café. De man had twee cafébezoekers gestoken met een koksmes en mr. Mooijen vond dat poging tot doodslag. Dat lijkt op het eerste gezicht niet zo'n gekke omschrijving, ook al omdat een van de slachtoffers in zijn milt werd geraakt en zonder operatief ingrijpen waarschijnlijk zou zijn overleden.
Maar rechtbankpresident mr. J.W. Heyman wist dat de zaak ook anders zou kunnen liggen, en in ieder geval veel ingewikkelder was dan het simpele woord doodslag doet vermoeden. Daarom nam hij samen met de verdachte alle details door, op zoek naar de waarheid. Maar vooral op zoek naar het antwoord op de vraag: hoe beslecht je op de juiste, althans op niet strafbare, wijze een caféruzie?
Het was 4 juli 1987, de dag van het Antilliaans Carnaval in Rotterdam. Het café-restaurant van R. zat propvol, toen twee wat aangeschoten mannen kwamen vragen om jus d'orange met pernod. Maar het café had geen pernod in huis, dus de sinaasappelsap werd aangelengd met cointreaux. Daar waren de twee al niet zo tevreden over. Toen de klanten met de glazen in de hand de zaak uit wilden lopen, kwam R. achter het buffet vandaan om ze tegen te houden. Glazen mogen de zaak niet uit. Maar een van de mannen wilde z'n glas niet teruggeven; R. pakte hem na enig aandringen en weigeren vast, de man sloeg en R. sloeg terug. De bedrijfsleider kreeg toen „een paar goeie linksen en rechtsen en een trap in de maag", tot een kellner en de kok te hulp schoten. De weerbarstige mannen werden de zaak uit gezet en de rust keerde weer. Tot een uur later acht personen, onder wie de twee pernodklanten, dreigend op een rij voor het caféraam kwamen staan. „Dat gaat niet goed," dacht de bedrijfsleider, die eerst de kok liet bellen om politiehulp. De politie kon overigens later niet bevestigen dat er toen een telefoontje uit het café was geweest.
„Mijn tweede reactie was tijdrekken," vertelde R. de rechtbank. „Er was geen gelegenheid meer om bijvoorbeeld de deuren te sluiten de en groep buiten te houden. Ik ging dus door met de bestellingen. Maar ineens waren de acht binnen. Ze bestelden bier, maar dat kon niet omdat de zaak vol zat. We serveren alleen aan de tafels. Intussen was kellner John naar het buffet, waar ik achter stond, gelopen om een bestelling van het terras door te geven. De kleinste van de groep trok John tegen de grond en drie anderen begonnen hem te slaan en te schoppen. Weer anderen begonnen met serviesgoed te gooien.
Toen ze John in het gezicht schopten," aldus R., „en hij begon te bloeden, schrok ik me dood. Ik moest wat doen, niemand anders deed iets. Ik dacht dat elke klap de laatste voor John kon zijn. Daarom liep ik naar de open keuken, pakte een mes en liep om het buffet heen naar de vechtende groep. Een van hen kwam op me af en gaf me een stoot voor m'n kop. Toen stak ik hem. Ik liep verder naar John toe. Een van de groep schoppers liet hem los en gaf mij een rechtse. Toen stak ik ook hem twee keer."
President mr. Heyman: „Er lagen ook gummiknuppels in een la van het buffet. Waarom nam u die niet, die lagen veel dichterbij." R.: „Ik moest degenen die John mishandelden afschrikken, en een mes heeft dan meer effect. Ik heb wel even aan de gummiknuppels gedacht."
R. zei het, mes vooral als dreigmiddel gezien te hebben. Maar toen hij geslagen werd bleef er volgens hem niets anders over dan te steken. Uit de vele rapporten die mr. Heyman voorlas bleek overigens dat maar weinig getuigen R. met het mes hadden gezien, zodat het dreigen kennelijk geen effect had gehad en de vraag open bleef of de bedrijfsleider niet van het begin af aan op 'steken' uit was.
De twee slachtoffers liepen bloedend de zaak uit. Inmiddels hadden de kok en een kellner zich voorzien van de gummiknuppels uit de lade en waren op de vechtenden ingesprongen. Daarna werd wederom de politie gebeld, die enkele minuten later arriveerde, toen het in het café weer wat rustiger was.
Officier mr. Mooijen zei in haar requisitoir dat er van noodweer door R. geen sprake was geweest. „Hij had de eerste ruzie om het glas kunnen vermijden; hij had het terugkeren van de groep dreigende personen kunnen voorkomen; hij pakte een mes terwijl hij ook een knuppel had kunnen nemen. Het was bepaald een overreactie van verdachte. Hij gebruikte vermijdbaar geweld, met bijna fatale gevolgen voor een van de slachtoffers. Ik erken dat hij in paniek handelde, maar vanwege de ernst van het feit eis ik toch gevangenisstraf."
Mr. Ivens was het daar in de verste verte niet mee eens. „Als mijn secretaresse in m'n kantoor door een man wordt aangevallen, pak ik ook het eerste wat er voor de hand ligt. Dan sla ik met een bureaustoel z'n hersens in. Je laat je personeel toch niet afslachten? En kellner John was in een wanhopige positie, hij lag op de grond en werd in z'n gezicht getrapt. De officier zegt: verdachte had geen mes moeten nemen. Maar wat had-ie dan moeten doen, in die sfeer? Z'n hele zaak werd afgebroken. Het ligt ook voor de hand dat een bedrijfsleider die bij de keuken staat een mes pakt. En trouwens, met een gummiknuppel kun je ook iemand de hersens inslaan." En, fel tegen de officier: „Over vermijdbaar gesproken. Als uw politie meteen na het eerste telefoontje was gekomen, was dit allemaal niet gebeurd. Nee, het was het prototype van een noodtoestand waarin R. verkeerde. Hij stond ervoor, hij moest iets doen. Ik vraag de rechtbank om ontslag van rechtsvervolging."
R. zelf zei in zijn laatste woord: „Ik weet dat het niet goed is om een mes te pakken, omdat je er iemand mee kunt verwonden. Dat is het verstand. Maar m'n hart sprak anders: ik moest John snel en afdoende helpen."
De rechtbank, die moet kiezen tussen poging tot doodslag of noodweer, doet op 8 november uitspraak.
Bever vreet zich 'n weg naar de Biesbosch Door Wim van Wijk
BRABANTSE BIESBOSCH - De be(v)er is los! Zes stuks zelfs waarvan de eerste bovendien sneller dan de bedoeling was. Binnen vijf minuten had de eerste bever, die minister Braks van Landbouw gisterochtend in de Biesbosch losliet in zijn nieuwe burcht, zich een weg naar buiten gevreten. Boven het geluid van de plaatjes schietende camera's uit was duidelijk het geknaag te horen van tanden die bezig waren wilgestammetjes door te bijten. Nog voordat de minister de tweede bever uit zijn kist de burcht had ingestuurd, waren in het water al de rimpelingen te zien van het eerste baantje dat 'Castor Fiber' sinds ruim anderhalve eeuw in Nederlands water trok.
Het was een drukte van jewelste, gisterochtend om acht uur op de aanlegsteiger van Staatsbosbeheer in Werkendam. Wat stilletje had moeten gebeuren, vond in werkelijkheid onder grote belangstelling plaats. Nederland zou weten dat de bever terugkeerde.
Toen ook minister Braks met zijn limousine was gearriveerd, zette de stoet van twee kleine en een grote boot zich in beweging, boswachter Dirk Fey volgend. Deze leidde de stoet hotemetoten van het ministerie van Landbouw, Staatsbosbeheer en het Wereld Natuurfonds plus de verzamelde pers naar een van de drie burchten die Fey en zijn medewerkers voor de bevers in gereedheid had gebracht.
De mist was net opgetrokken, de contouren van de Biesbosch werden wazig zichtbaar, toen de boten afmeerden op een kade waar brandnetels en bramenstruiken welig tierden. Twee grote houten kisten met het opschrift 'Biber aus der Dübener Heide' (Biber is Duits voor bevers) markeerden het einde van de korte wandeling.
Aan Braks en mevrouw J.C. Noordwijk-van Veen, voorzitter van het Wereld Natuur Fonds (de organisatie die de aanschaf van de bevers betaalt) kwam de eer toe de schuif voor de kist weg te halen. Om de camera's de gelegenheid te geven de bever te fotograferen, was er een gazen kooi neergezet, waardoor de bever moest lopen voordat hij het veilige donker van de burcht in kon glippen.
Intussen vertelde Dirk Fey de minister dat de Oostduitsers deze bever Bartholemeus hadden gedoopt. „Naar Bart Nolet, onze bioloog die mee gegaan is om de bevers te vangen," aldus Fey.
Bartholemeus gedroeg zich echter geenzins zoals was verwacht. In plaats van zich haastig uit de voeten te maken, liep hij doodgemoedereerd de
paar stappen door de gazen kooi, zich niets aantrekkend van het zenuwachtige gedoe van fotografen rondom hem heen.
Ook toen hij eenmaal in het donker van de burcht was verdwenen hield hij zich niet aan de afspraak. De bedoeling was dat hij zijn nieuwe hol
aandachtig zou bestuderen; dat hij tot de ontdekking zou komen dat zijn uitgang naar het water was versperd door een stevige wand wilgetakken en dat hij een poosje bezig zou zijn die versperring weg te werken. Bartholemeus begon daar echter meteen werk van te maken. Met zijn vlijmscherpe, beitelvormige tanden zette hij Fey voor schut: binnen vijf minuten zwom hij vrij rond.
Voordat Braks zich terug zou spoeden naar Den Haag, zou hij nog een bever loslaten. „U bent er toch zeker van dat dit het wijfje van Bartholemeus is?" vroeg hij voor alle zekerheid voordat hij de schuif van de tweede kist omhoogtrok. „Anders laat ik haar hier niet binnen gaan, dat zult u begrijpen."
Met het uitzetten van het eerste beverpaar was de officiële plechtigheid ten einde en keerde
vrijwel het hele gezelschap terug naar de vaste wal. Zodra de stilte In de Biesbosch was teruggekeerd en Fey en zijn mannen een bak koffie hadden gedronken, werd het tijd de andere bevers los te gaan laten.
FOTO ANP Doodgemoedereerd komt bever Bartholemeus met behulp van minister Braks uit zijn kist tevoorschijn
Simon Carmiggelt TRIJFEL door Nico Scheepmaker
Stel u voor: een grasperk, van het water van de Stadhouderskade afgescheiden door struiken. Voor die struiken staat iets dat door een rode doek aan het oog onttrokken wordt. Daaronder, dat weten we, zit het bronzen borst- beeld dat Kees Verkade op initiatief van Ton van Duinhoven met financiële steun van 4000 anonieme Amsterdammers c.s. van Simon Carmiggelt heeft gemaakt en dat over een kwartiertje door burgemeester Ed van Thijn zal worden onthuld in het bijzijn van Tiny, Carmiggelts vrouw, de kinderen, de kleinkinderen en nog een kleine vierhonderd Carmiggelt-fans.
Op enige afstand van het nu nog in het rood geklede standbeeld staan op een groot zeildoek enige rijen klapstoeltjes. Op alle stoeltjes ligt een papier met gereserveerd' erop, dus dan mag ook iedereen erop gaan zitten. Een tiental filmers en fotografen staat al klaar om alles vast te leggen voor het archief. Uit het huis dat aan het grasperk grenst komt de hele familie Carmiggelt naar buiten en wandelt in ganzenmars naar de 'tribune'.
En een meter of twintig terzijde van al dit gedoe, met zijn rug naar het beeld, helemaal in zijn dooie eentje als er niet een knielende fotograaf naast hem had gezeten die het wel een mooi plaatje vond, staat een meneertje in een regenjas met zo'n lampekappehoedje op doodstil op een papiertje te staren. In een flits zie ik het volgende standbeeld al voor me, precies op die plek, levensgetrouw met regenjas en hoedje door Verkade gebeeldhouwd: Ton van Duinhoven! Hij staat nog even zijn toespraakje te repeteren...
„Lieve mevrouw Carmiggelt, familie Carmiggelt, burgemeester," zo begint Ton van Duinhoven zijn speech. Heel goed! Menigeen zou andersom zijn begonnen: „Mijnheer de Burgemeester, mevrouw Carmiggelt, familie Carmiggelt!" Voordat Ed van Thijn het beeld kan onthullen, onthult Ton van Duinhoven iets anders: de plus minus 4000 overschrijvingen die het beeld mogelijk hebben gemaakt, zitten verzegeld in een zinken kistje dat in de sokkel is verstopt. „U ziet ze nooit meer terug." Dat visioen van mij: Ton van Duinhoven als beeld in het Eerste Weteringplantsoen, blijkt bij nader inzien zo gek nog niet, want Ed van Thijn vertelt dat Carmiggelt hem een keer om belet had gevraagd en toen een warm pleidooi had gehouden voor een standbeeld van Wim Kan. Het kwam er: Wim Kan en Corrie Vonk, op het Leidseplein, als het turnen was geweest zouden ze van de jury cijfers in de buurt van 3,6 hebben gehad. Simon Carmig-
geit gewon het standbeeld van Wim Kan, Ton van Duinhoven gewon het standbeeld van Simon Carmiggelt, enzovoort. Ed van Thijn noemde het een voorbeeld van 'historische continuïteit'. Van Thijn had een aardige
speech, en was ook zo attent om halverwege zijn blaadjes tekst te verwisselen, zodat Carmiggelts navolgers daar iets aardigs van konden maken. „Een miljoen Nederlanders lazen hem veertig jaar lang elke dag," zei hij, de oplage van Het Parool sterk overschattend. Van Thijn vertelde dat Carmiggelt eens een gesproken column speciaal voor hem had gemaakt waarin hij had uitgelegd wat een Amsterdammer was: „Er ligt een kind in de gracht, een man trekt zijn jasje uit en springt het kind na. Dat is een Amsterdammer. Er komt een tweede man voorbij die het jasje wegjat, dat is ook een Amsterdammer!" De burgemeester begaf zich vervolgens naar het roodgedoekte beeld, onmiddellijk omzwermd door filmers en fotografen, zodat Tiny Carmiggelt, wat minder snel ter been, vanuit de verte moest toekijken hoe haar man aan de blikken der camera's werd blootgesteld. Het is een mooi beeld, goed gelijkend, daar houd ik altijd van als bestaande personen moeten worden uitgebeeld. Dan kunnen ze maar het beste lijken! Het is wel een borstbeeld zonder armen, zodat ik vijf minuten later toen de drukte rond het beeld wat geluwd was een ongeveer 11-jarig meisje met gevoel voor humor kon horen zeggen dat het haar lastig leek voor een schrijver: geen armen! Op een bronzen plaquette in de belettering van Helmut Salden staat de eerste regel van het gedicht 'De schrijver' dat Carmiggelt onder de naam Karel Bralleput schreef: „Als ik u raden mag: wordt schrijver." Ik zou het wel leuk hebben gevonden als ook de tweede regel er nog onder was gezet: „Ik ben 't ook en het bevalt mij goed." In overleg met de familie had daar 'Ik was het ook en het beviel me goed' van gemaakt kunnen worden, maar Ton van Duinhoven zei me dat het dan te lollig zou zijn geworden. Soit. Hij vertelde me ook nog dat hij die ochtend nog gauw even tien paraplu's bij de Hema had gekocht, voor het geval het plotseling zou zijn gaan regenen. Dat deed het niet. „Wat ga je nu met al die paraplu's doen?," heb ik hem gevraagd. „In cafés laten staan," zei hij carmiggeltiaans.
Doek valt voor Man Vrouw Maatschappij
AMSTERDAM — De Actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM) wordt na twintig jaar opgeheven; haar bestaan wordt op 29 oktober beëindigd met een 'Dag MVM Dag', een manifestatie in Krasnapolsky in Amsterdam.
De groep richtte zich op het totale emancipatiebeleid en beschouwde zich als een aanzwengelaar van discussies. Nu het beleid op onderdelen gestalte krijgt, is de fase aangebroken van het verdedigigen van de rechten die vrouwen hebben verworven, een fase die vraagt om andere strijdmethoden, zo vindt MVM.
MVM maakt op 29 oktober de balans op, samen met vertegenwoordigsters van vrouwenorganisaties, emancipatiegroeperingen, politieke partijen en overheidsinstanties waarmee werd samengewerkt en gestreden. Drs. H. d'Ancona, voor de PvdA lid van het Europees Parlement, spreekt over 'Van walging naar weerstand' en de juriste dr. J. Soetenhorst-de Savornin Lohman over 'Blazen tegen de paardebloem'.
MVM presenteert die dag bovendien haar laatste publikatie 'Spoor van vernieuwing'. Aan dit 'slotakkoord' hebben 31 werkgroepen en totaal 48 leden van de MVM een bijdrage geleverd. In negen hoofdstukken wordt twintig jaar actievoeren onder woorden gebracht. Thema's zijn: anti-discriminatiewetgeving, werken, taal en sekse, onderwijsvorming-scholing, sociale zekerheid en belastingen, personen- en familierecht, bevolkingspolitiek, persoonlijke bewustwording en mentaliteitsverandering.
Beloning voor tip beschietingen
UTRECHT - Justitie heeft een beloning van 25.000 gulden uitgeloofd voor de tip die leidt tot het bekend worden van de dader die vorige week maandag op inwoners van Soesterberg heeft geschoten. Een 24-jarige automobilist uit Soesterberg overleed nadat hij die avond door een kogel in het hoofd was geraakt. Ook twee andere mensen waren op ongeveer dezelfde plaats beschoten. In de garage van een woning een paar kilometer verderop vond de politie een paar dagen later weer een kogel. De politie heeft nog niet het flauwste vermoeden van de identiteit van de dader en zijn motief. De beschoten mensen bleken geen enkele relatie met elkaar te hebben.