In den loop van Vrijdagavond heeft de politie te 's Gravenhage met succes een inval gedaan in een perceel, ten aanzien waarvan het vermoeden was gerezen, dat men er gelegenheid gaf tot hazardspel. Het betrof thans een woning in de St. Jacobstraat en het resultaat van het optreden der poliie heeft dit vermoeden volkomen bevestigd. Nadat een vijftiental rechercheurs, onder leiding van de inspecteurs Douma en Groeneveld, in de omgeving van het pand stelling hadden genomen, werd de deur van het huis met geweld geopend, waarna de in het perceel aanwezige personen bij verrassing werden overrompeld, terwijl hun aandacht op het gokspel was gericht. In totaal werden twaalf personen in de woning aangetroffen, die allen, nadat echter eerst twee van hen nog hadden getracht aan de achterzijde van het perceel te ontvluchten, doch bij die pogingdoor daar geposteerde politiemannen konden worden gegrepen, naar 't hoofdbureau aan het Alexanderplein werden overgebracht. Hier werden zij aan een verhoor onderworpen, waarna zij weder op vrije voeten werden gesteld. Een speeltafel, dobbelsteenen en eenig ander „materiaal" zijn door de politie in beslag genomen.
Limburger koerier : provinciaal dagblad
- 09-04-1938
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Limburger koerier : provinciaal dagblad
- Datum
- 09-04-1938
- Editie
- Dag
- Uitgever
- K. Weyerhorst
- Plaats van uitgave
- Heerlen
- PPN
- 832453390
- Verschijningsperiode
- 1892-1944
- Periode gedigitaliseerd
- 1891-1944
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 51
- Nummer
- 84
- Jaargang
- 93
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
POLITIE-INVAL In woning, waar gokspel beoefend werd.
BLUM LEGT HET LOODJE Daladier tracht nieuwe regeering te vormen.
Zooals verwacht werd, hebben de financieele wetsvoorstellen van de Fransche volksfrontregeering geen genade gevonden in de oogen van den senaat. Met 223 tegen 49 stemmen weigerde de senaat Vrijdagmiddag de voorstellen in bespreking te nemen. ■De regeering-Blum diende haar ontslag in bij den president der republiek die den radicaal-socialist Daladier belastte met de vorming van een nieuwe regeering. Daladier heeft de opdracht aanvaard. Aan journalisten verklaarde hij: „In verband met de ontwikkeling van den internationalen politieken toestand en met de binnenlandsche en financieele moeilijkheden, geloof ik, dat de nieuwe regeering op zijn laatst Zondagochtend gevormd moet zijn". Men zegt, dat Daladier zal streven naar de vorming van een kabinet, bestaande uit een beperkt aantal ministers, doch steunend OP een verbreede meerderheid, namelijk van de socialisten tot de democratische alliantie. In politieke kringen te Parijs achtte men Vrijdagavond de deelneming der socialisten aan de nieuwe regeering echter zeer onwaarschijnlijk.
OORLOGSGEVAAR WIJKT „Doch wij zijn overtuigd, dat een der middelen om den vrede te verzekeren, is, ons gereed te maken voor den oorlog”, aldus Chamberlain. OPBOUW NIEUW EUROPA Hoop op grooteren en beteren Volkenbond.
Twee leden der Engelsche regeering hebben Vrijdagavond in het openbaar het woord gevoerd. Minister-president Chamberlain sprak, te Birmingham en lord Halifax, de minister van buitenlandsche zaken, hield een rede te Bristol. , Chamberlain zeide, sprekende over de Engelsch-Italiaansche onderhandelingen, dat er thans goede hoop bestaat de oude vriendschappelijke betrekkingen, die, totdat zij onlangs werden onderbroken, zoo lang hadden bestaan, dat zij tusschen de beide landen traditioneel waren geworden, te herstellen.
HOEKSTEEN VOOR DEN VREDE Verzoening tusschen Londen en Rome.
Vrijdagavond werd te Rome vernomen, dat de Engelsch- Italiaansche overeenkomst, waarbij de hangende geschillen worden geregeld en de traditioneele vriendschap wordt hersteld, tegen Paschen zal worden geparafeerd. De Engelsche ministerpresident Chamberlain verklaarde Vrijdag in een rede te Birmingham*. ~Ik denk niet, dat het lang zal duren, of onze overeenkomst met Italië zal worden gesloten en openbaar gemaakt."
FORD HOOPVOL GESTEMD Tijdperk van voorspoed nabij ? Jeugdige kracht en rijpe wijsheid.
In een vraaggesprek, dat de Amerikaansche autokoning Henry Ford heeft toegestaan, toen hij te Detroit van een vacantie terugkeerde,
heeft hij o.m. het volgende verklaard: „Niets van wat in de laatste paar weken gebeurd is, heeft wijziging gebracht in mijn geloof, dat een tijdperk van voorspoed voor ons ligt. Het zal komen door een grooter begrip van het feit, dat alle rijkdom uit den bodem komt en dat er een uitgebreidere bodembewerking moet 7 .men." Ford zeide verder
dat hij nog steeds van meening was, dat een oorlog nutteloos is. „Niemand wint een oorlog, behalve de financieele belanghebbenden, die hem bevorderen en voorbereidingen daartoe maken." Een combinatie van jeugdige kracht en rijpe wijsheid is noodig voor de leiding van de wereldzaken. „Beroof de wereld van de hersenen van mannen en vrouwen boven de vijftig jaar en alles moet gaan stilstaan. Rijpe leeftijd alleen, noch jeug alleen kunnen de zaken der wereld aan den gang houden. Samenwerking tusschen beide is noodig."
FORD
NAAR BUDAPEST Tijdens het Euch. Congres.
Het Nat. Bureau voor Euch. Congressen heeft een gewijzigd programma samengesteld van Congresreis C naar Boedapest met bezoek aan Luzern, Triest, Postumia, Laibach. Zagreb, -.ugano en Basel, zonder nachttreinen. Als gevolg van het feit, dat een aantal deelnemers het bezoek aan Weenen en Praag wenschten te behouden en zijn overgegaan op reis B over Duitschland, is momenteel het overgebleven aantal deelnemers aan reis C niet meer voldoende voor een extra-trein. De reis is dan ook gebaseerd op de treinen der gewone dienstregeling. Voor gereserveerde plaatsen zal zorg gedragen worden. De data van aankomst te en vertrek van Boedapest zrjn één dag later gesteld en vallen thans samen met die van reis B. Er is naar gestreefd juist die plaatsen te bezoeken, waar men als regel niet zoo licht komt. Daarom is Venetië vervallen en de verblijfsduur in Lugano tot een halven dag gereduceerd. De reis belooft zeer interessant te worden.
DUITSCHLAND GAAT STEMMEN Maar de voorlichting is wel zeer eenzijdig geweest.
Morgen gaan alle Duitschers, die ia het nieuwe groote Rijk verzameld zijn, stemmen. Ze moeten te kennen geven, of ze "met de veranderingen van den laatsten tijd aceoord gaan en tevens dienen ze hun instemming te openbaren met een door de leiders pasklaar gemaakte lijst van candidaten voor de volksvertegenwoordiging. Die volksvertegenwoordiging is een gezelschap, dat ook slechts den naam gemeen heeft met de instellingen van dien aard, welke men elders kent. Zoodat het geheel wel erg afwijkt van de begrippen omtrent de vrije volksraadpleging, om welker verwezenlijking onder de leuze van het algemeen kiesrecht eens zog hevig gestreden is. In het buitenland kan nog zoon eclatant succes dan ook nimmer diepen indruk maken. Alle leelijks, dat Schuschnigg te hooren kreeg van Duitschen kant, toen hij een volksstemming op touw zette, kan ook tegen dit geweldige) staal van propaganda en regie worden aangevoerd. Verkiezing-redevoeringen pleegt men niet met de loupe te onderzoeken. Dg propaganda wordt niet op een goudschaaltje uitgewogen. Doch op een jammerlijk gebrek in de voorlichting moet) toch wel bijzonder de aandacht vallen. Het is die, welke de houding van heï Oostenrijksche episcopaat met betrekking tot de volksstemming betreft. Er is druk gebruik gemaakt van de brieven, welke het Oostenrijksche Episcopaati spontaan na den Anschluss de wereld inzond. Daar kon op zichzelf niets aanstootelijks in zitten. Echter is op deze verklaring een nadere uitleg gevolgd, waarin duidelijk tot uiting komt, dat de geloovigen er geenszins door in geweten gebonden worden en tevens dat er belangrijke eischen moeten vervuld worden, wil de Kerk in het nieuwe groote Rijk inderdaad de Haar toekomende plaats verkrijgen. Deze verklaring geeft volledige opheldering omtrent de houding, welke de geestelijke herders van het Oostenrijksche land ten opzichte van den nieuwen toestand willen aannemen. Echter heeft de censuur er wel voor gezorgd, dat de katholieken van het Duitsche Rijk van de aanvulling geen kennis konden krijgen. Zelfs werden buitenlandsche bladen in beslag genomen, die de Duitschers daaromtrent zouden hebben kunnen voorlichten. Bij het Berlijnsche kerkblad hebben de uitgevers weer op eigen verantwoording 'n bijlage gevoegd, welke zich aan dezelfde.onvolledige voorlichting schuldig maakt. Het is helaas geen hoopvol begin. D_ officieele voorlichting in Duitschland blijft ook de bisschoppelijke uitlatingen schiften alnaargelang men ze dienstig acht voor partijpropaganda. Er verluidt, dat Mgr. Von Galen te Rome aan Kardinaal Innitzer een boekje open gedaan heeft over de methodes, welke in Duitschland gebruikelijk zijn bij het onderdrukken van de volle waarheid. Thans kan de Weensche Kardinaal reeds zijn eerste beklag indienen bij Gouwleider Bürckel over een inbreuk op de goede samenwerking, welke was beloofd. Het wordt zoo wel moeilijk in een gurtstigen keer te gelooven.
DE KONINGIN TE ROTTERDAM Lof voor Nederlandsche kunstenaars.
H.M. de Koningin heeft Vrijdag een niet-officieel bezoek aan Rotterdam gebracht. Allereerst werd de groote bloemententoonstelling, de Primavera, bezocht. Daarna bezichtigde H.M. de installatie te Pernis van de Bataafsche Petroleum-Maatschapprj. De Koningin toonde vooral belangstelling voor de kraakfabriek, waar benzine uit ruwe aardolie wordt gemaakt en tevens cokes ontstaat. Tenslotte volsde een bezoek aan het nieuwe, machtige vlaggeschip van de Nederlandsche handelsvloot, de „Nieuw Amsterdam", aan boord van welk schip de thee werd gebruikt. Bij het vertrek zeide H.M. het in het bijzonder te waardeeren, dat zooveel Nederlandsche kunstenaars bij den bouw en de inrichting van de „Nieuw Amsterdam" hebben kunnen medewerken.
Offensief der Chineezen.
Het Chineesche gezantschap te Londen heeft van het Chineesche ministerie van buitenlandsche zaken te Hankau een telegram ontvangen, dat de-Japansche troepen uit Taiertsjwang vluchten en door de Chineezen, die Yi-Hsien hebben bereikt, zijn ingesloten.
Voornaamste Nieuws BUITENLAND:
Spoedige onderteekening van de overeenkomst tusschen Londen en Rome. Redevoeringen van Chamberlain en lord Halifax. Wederom regeeringscrisis in Frankrijk.
BINNENLAND:
Overeenkomst in de sïgarenindustrie bereikt. Beslissing der regeering inzake de spellingkwestie.
SPELLINGDRAMA Nadert eindelijk de ontknooping. Minister Slotemaker aan bod.
Naar enkele bladen vernemen, heeft de regeering thans haar beslissing genomen in de spellingkwestie. In de Memorie van Antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer betreffende de onderwijsbegrooting zal Minister Slotemaker, die den laatsten tijd terzake eenige besprekingen heeft gevoerd met den Belgischen minister van onderwijs, den heer Hoste, te Brussel, van een en ander mededeeling doen. Van de vier wijzigingsregels der spelling-Marchant, heeft de regeering zich met d. eerste drie eens verklaard. Zoo zullen we dus, zoodra dit standpunt officieel van kracht wordt, aan het einde van een lettergreep geen cc of oo meer mogen schrijven. En ook sch wordt afgeschaft waar de ch niet wordt uitgesproken. We gaan dus straks ~in zomerse kledij vissen in Morenland". Ook mag men dan niet meer schrijven mijne(n), uwe(n), zijne(n) enz., maar mijn, uw, zijn. tenzij in staande uitdrukkingen als Hare Hoogheid, te mijnen huize, enz. Echter, de vierde regel, die bepaalde, dat de naamvalsuitgang-n bij lidwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden e.d. niet meer wordt geschreven, behalv. in het enkelvoud brj nemen van mannelijke personen en dieren, wordt niet overgenomen. Het tijdstip van invoering van deze tweede spelling-Slotemaker is. nog niet definitief vastgesteld, doch het is niet onmogelijk, dat het 1 Januari 1939 zal zijn. .
Verbetering van de leerlingenschaal Bezwaren van den man in de straat, die geen opgeld doen. Om Versterking van onze geestelijke, dus economische volkskracht.
Wij zouden een lans willen breken Voor een aanzienlijke verbetering van de 'eerlingenschaal bij het lager onderwijs, *3us voor kleinere klassen en meer onderwijzers en onderwijzeressen. Neen, lezer, leg dit artikel nu niet "-6rzi.de. Ook als gij met het lager onderwijs niets te maken hebt, uwe kinderen :(liet naar de kweekschool gaan of niet 'het een akte in den zak werkloos rondlopen, hebt gij, tot welken stand gij °ok moogt behooren. er belang bij. deze kwestie te kennen. Want allicht zijt gij belastingbetaler en verbetering van het onderwijs kost geld en wij gaan nu bepleiten om door het Rijk meer geld — Üw geld — te doen uitgeven. Let dan Soed op, vooral als gij het . niet eens zoudt zijn met onze redactie. Er zit dan *U dit artikel voor U allicht stof tot een ingezonden stuk om van Uw afwijkende naeening te doen blijken... Om het den critischen lezer gemakkelijk te maken, zullen wij „de meest voor de hand liggende bezwaren, die wij hier en daar in den volksmond hebben beluisterd, zelf noemen. Een groot deel van het publiek staat niet sympathiek tegenover het korps der „schoolmeesters". Om allerlei redenen. Vroeger, zegt men, hadden de onderwijzers het hard: groote klassen en lage salarissen. Maar na de gelijkstelling hebben de onderwijzersorganisaties altijd het onderste uit de kan gevraagd: kleine klassen en hooge salarissen. Dat Was niet te betalen en — zoo luidt de conclusie — het is maar _oed, dat het Rijk door opvoering van de leerlingenschaal daaraan paal en perk heeft gesteld. Het grootste deel van de huidige generatie der volwassenen van om enbij de veertig jaar is nog opgevoed in scholen met groote klassen en slecht betaalde leerkrachten. Het onderwijs Was toen goed. De menschen van 'dien leeftijd kunnen, wat hun opvoeding en hun parate schoolkennis betreft, de vergelijking met de jongeren uit de kleinere klassen met ruimer betaalde leerkrachten goed doorstaan,... Dus, zegt *nen, laten de onderwijzers maar wat Steviger aanpakken; hun werktijd is niet te lang en zij hebben lange vacanties om uit te rusten. Dat zegt de man in de straat als men met hem over deze kwestie spreekt. • * Van een deskundige op onderwijsgebied — geen onderwijzer — hoorden Wij twee andere opmerkingen. Hij zeide ons, dat de toeloop naar de kweekscholen, door allerlei omstandigheden, vele jaren te groot is geweest, z°odat er nu teveel jongelieden in het bezit zijn van een akte. Het gaat niet aan deze allen — het cijfer van 14.000 is genoemd — als werklooze onderwij?ers voor te stellen. Een jonge man, die *t*-°_ nooit op een kantoor heeft ge- Werkt, doch met een getuigschrift van >,Mercurius" in den zak loopt, kan zich j°ch ook niet tot de werklooze kantoorbedienden rekenen, niet waar? Het ezit van een akte schept wel de be- maar daarom nog geen *echt od een betrekking bij het ontwijs. Zijn tweede opmerking is, dat van ®en verbetering der leerlingenschaal öet katholiek onderwijs naar verhouk.ftg het minst zal profiteeren, omdat " ons de minste kleine schooltjes zijn. * * * , Wij zunen op deze opmerkingen en Qezwaren thans niet ingaan, omdat — J* al zou de bovenstaande redeneering, cat wij. betwisten, voor honderd proueiu juist zijn — het ons wil voor°hien, dat, uit een oogpunt van naj^l °na a 1 belang, terwille van het be- en de versterking van de geeste- Jke volkskracht, onder de huidige omr ahdigheden een aanzienlijke verbete"* van de leerlingenschaal geboden is. W"of- Goudriaan heeft in zijn voorlelijke rede te Maastricht betoogd, Q-r, Öe werkloosheid in ons land alleen ö n kan worden weggewerkt, wanneer overheid — zij alleen kan het doen — kra c°mPl9mentaire vraag naar werfcjj chten schept om de blijvende gavr g tusschen de totale particuliere vUj.aS en de volledige activiteit aan te gah gaat hierbij, in den gedachten°*h -i Van den genoemden hoogleeraar, d 0 °-e thans braakliggende kapitalen üa.j. de overheid te doen opzuigen en Vi-h net economisch leven als actieve CUthfite doen deelnemen. Door de sterk W latieve werking mag men aanne- Hitga dat elke tien millioen overheidskas n de Particuliere uitgaven nog Vn met een ongeveer gelijk bedrag *ioei st%en, zoodat er, met tien mil- W 'heer uit te geven voor het onder- het' rond twintig millioen in geld aan bat n Wordt gebracht» ge 0£ ls niet alleen in het belang van
Zoolang de salarissen der onderwijzers niet zóó hoog worden opgevoerd, dat zij dure reizen naar het buitenland kunnen betalen, wordt het aldus in omloop gebrachte geld niet aan de nationale economie onttrokken en behoeft men een volksverarming niet te vreezen. Integendeel' de eenige oorzaak van werkelijke verarming, namelijk de werkloosheid, het niet gebruiken van de beschikbare arbeidskracht, zal door een verbetering der leerlingenschaal verminderen. Nu weten wij wel, dat de onderwijzers geen materieele producten afleveren; maar de goede geestelijke vorming der jeugd heeft ten minste evenveel economisch nut als de materieele voorzieningen voor de wèermacht. Een ondragelijke vermeerdering van de staatsschuld, dus van de belastingen, behoeft van deze politiek niet te worden gevreesd. Deze belastingen, overigens, beteekenen geen werkelijke verarming van het Nederlandsche volk; zij brengen alleen een zekere wijziging in de verdeeling van het maatschappelijk inkomen; door middel van de belastingen haalt men geld uit de zakken van alle burgers en brengt dit over naar hen, die het leenings- of belastinggeld verstrekt hebben. Voor een groot deel zijn dit trouwens dezelfde personen. Om de werkloosheid te bestrijden zoekt men zich suf naar werk-objecten. Hier ligt een pracht van een werkobject: de verbetering der geestelijke toerusting van de jeugd, die door kunde en kennis de economische kracht van ons volk moet schragen. Laat de regeering nu eens royaal doortasten! Enkele duizenden onderwijzers meer beteekent geen verarming, maar een goede belegging van braakliggend kapitaal, waarvan wij en het nageslacht de vruchten kunnen plukken. ■ Dat het openbaar onderwijs en de kleine protestantsche schooltjes van een aanzienlijke verbetering der leerlingenschaal iets meer zullen profiteeren, dan het katholiek onderwijs, kan ons koud laten. Het gaat om óns volk als geheel en om de vervulling van een nationale taak. Moge de regeering ook in dezen haar verantwoordelijkheid en dus haar plicht ten volle beseffen.
ONTMOEDIGDE SOLDATEN Geweigerd naar Catalonië terug te keeren.
Uit Pont du Roi wordt gemeld, dat tot de talrijke Spaansche vluchtelingen, die zich thans op Fransch gebied te Val Daran bevinden, duizend volksfrontsoldaten uit Lerida, Barbastro en Tremp behooren. Na 48 uur rust te hebben genomen en na weer wat opgeknapt te zijn, keerden zij aanvankelijk terug' in de richting' van Catalonië. Aangekomen bij Col la Bonj naige weigerden zij echter verdc gaan. Zij keerden naar Val Daran terug' ën verklaarden, dat het nutteloos was voor hen hun leven op te-offeren, en dat zij niet op nuttige wijze tegen de troepen van Franco zouden kunnen strijden.
MEER WERK Enkele vrijwillige bijdragen.
De minister van financiën maakt bekend, dat, met de bedoeling om te worden aangewend voor productieve werkverschaffing, de volgende vrijwillige bijdragen in 's Rijks schatkist zijn gestort: Deventer ouderpaar ƒ 100,—; een Nederlander ƒ 100,— ; M. J. K. te D. ƒ25,—; E. B. te A. ƒ 500,-; J. ten M. te G. ƒ 100,-; een werkende vrouw ƒ 10,—; een 82-jarige weduwe ƒ2.50. .
EEN VLOOTLEENING. Idee van de vereeniging „Onze Vloot”
In een schrijven van de Kon. Ver. „Onze Vloot" wordt de aandacht gevraagd voor de waarde van de zeemacht in oorlogstijd. De Ned. Zeemacht behoeft dringend uitbreiding en versterking. In 't Maartnummer van „Onze Vloot" heeft deze vereeniging aangedrongen op een door de regeering aan te gane leening van ƒ 250 millioen gulden ter versterking van de Ned. Zeemacht. Zij, die hiermee aclhaesie wenschen te betuigen, kunnen hun kaartje met handteekening opzenden aan de redactie van „Onze Vloot", Surinamestraat 15 te 's Gravenhage.
De zevende Primavera-tentoonstelling in de Nenijto-hal, te Rotterdam, is Donderdag geopend door den minister van economische zaken, mr. Steenberghc. De tentoonstelling brengt wederom een weelde aan bloemen, fraaie planten en schilderachtigen tuinaanleg. Een overzicht van den prachtigen rotstuin.
De zevende Primavera-tentoonstelling in de Nenijto-hal, te Rotterdam, is Donderdag geopend door den minister van economische zaken, mr. Steenberghc. De tentoonstelling brengt wederom een weelde aan bloemen, fraaie planten en schilderachtigen tuinaanleg. Een overzicht van den prachtigen rotstuin.
PIJLERS DER BUITENLANDSCHE POLITIEK
Chamberlain herinnerde er verder aan, dat Groot-Brittannië verplicht is Frankrijk en België hulp te verleenen in geval van een niet uitgelokten aanval, doch dat het er van af zag een dergelijke verplichting aan te gaan ten aanzien van andere landen, die verder af liggen en waar geen groote Britsche belangen in dezelfde mate bestaan, hoewel het onmogelijk is te zeggen, welke regeeringen ten slotte betrokken zullen worden bij een geschil in een of anderen uithoek van Europa. De beide pijlers van onze buitenlandsche politiek zijn den vrede te zoeken door vriendschappelijke bespreking en onderhandeling en onze gewapende strijdkrachten op te bouwen tot een peil. dat in evenredigheid is met onze verantwoordelijkheden en met de rol, welke wij wenschen te spelen bij het bewaren van den vrede. De Britsche regeering wenscht evenmin het denkbeeld van een grooteren en beteren Volkenbond prijs te geven.
De minister-iiresidcnt achtte het noodig, dat de bevolking haar deel heeft in de defensieve organisatie van het land, doch hij vroeg haar toch de gedachte — indien zij bestond — uit het hoofd te zetten, dat het zeer spoedig tot een oorlog zou komen. „Juist het tegengestelde is het geval", aldus Chamberlain, „maar wij zijn er van overtuigd, dat een der middelen om den vrede te verzekeren, is ons gereed te maken voor den oorlog."
COLLECTIEVE VEILIGHEID
Lord Halifax verklaarde in zijn redevoering, dat in internationale kwesties de oplossing op twee manieren mogelijk is: te weten door overeenstemming of door oorlog. Ten aanzien van den Volkenbond legde Halifax er den nadruk op. dat „indien wij zouden optreden, zooals sommige kringen voorstellen en de collectieve veiligheid zouden organiseeren op een nieuwen, tegen Duitschland gerichten grondslag, wij juist datgene zouden doen, wat niet alleen de hoop zou vernietigen, Duitschland en andere Europeesche landen terug te winnen voor een nieuwen vorm van Europeesche samenwerking, doch zouden wij ook iets doen, waartegen wij ons steeds hebben verzet, namelijk een verdeeling van Europa in blokken, welke tegen elkander gericht zijn en die, naar de meening der regeering, het gevaar voor een ramp ernstig zouden vergrooten". In het verdere deel van zijn redevoering zeide lord Halifax nog: „Wij wenschen onze betrekkingen te verbeteren overal waar wij dat kunnen, omdat wij gelooven, dat, indien wij de internationale spanning ergens kunnen verminderen, wij deze overal verminderen. Wij zijn er reeds in geslaagd verbetering te brengen in onze betrekkingen met Italië, een van onze oudste traditioneele vrienden in Europa, die, naar ik ten volle vertrouw, niet alleen een goeden invloed zal uitoefenen op de verhouding tusschen onze beide landen, doch in het geheele Middellandsche Zeegebied en in feite in geheel Europa."