De tot veredelingvan Volksvermaken," verschafte gisteren in »Irene" aan een aantal genoodigden een genotvollen avond. De voorzitter, de heer P. R. Mees, liet aan de voordrachten eene korte rede voorafgaan, waarin hij te kennen gaf, dat een samenloop van omstandigheden tot nog toe het bestuur verhinderd had iets van zich te laten hooren. Vooral weet spreker deze werkeloosheid aan hen, die door hunne positie in de maatschappij geroepen waren de Vereeniging te steunen, doch dit nalieten. Dit zou, hoopte hij, thans spoedig veranderen. Niet slechts een viertal malen in den winter, wenschte het pestuur enkelen werklieden eenen aangenamen avond te bereiden, doch het moest zoo ver komen, jat vele duizenden iederen Zondag in verschillende lokalen konden worden vermaakt. Een daverend applaus vertolkte de ingenomenheid der aanwezigen met het gesprokene. De rij der voordrachten werd geopend door eenige werklieden van de fabriek van den heer Louis Dobbelman. Een tweetal liederen, het algemeen bekende »Zie de leliën op het veld" en een roeierslied van De Vliegh, werden frisch en opgewekt gezongen. Diezelfde natuurzangers besloten den avond met «Ruiters morgenlied" en drie koppletten van het»WienNeerlandsch bloed", waarvan het laatste vers staande door allen met geestdrift werd aangeheven. Neemt men in aanmerking, dat deze werklieden slechts korten tijd zich onderling oefenden en men slechts enkele dagen vóór hun optreden gelegenheid vond hunne voordracht een weinig te volmaken, dan mag hun debuut veelbelovend genoemd worden, en verdient het voornemen van den heer Dobbelman om uit zijne werklieden een kundig onderwezen koor te vormen, toejuiching.
Willem Van Zuylen trad op met »de Werkstaking" en eenige andere meer opgewekte stukjes. Zijne vertolking van Coppée's schoone schildering is Loven onzen lof verheven, hij was daarin de meester van de taal en de stem, het aandoenlijke kunstwerkje geheel waardig. Doch meer nog dan zijn ontroerende ernst, pakte de onweerstaanbaar jolige losheid, waarmede hij hun, die Willem Van Zuylen nu eenmaal vroolijk willen zien, de kluchtige ervaiingen vertelde van den man, die op een vrijbiljet naar den schouwburg ging en van den beklagenswaardigen stakkert, die »het mopje" maar niet kwijt kon raken. Men schaterde en gierde van 't lachen, enkelen verloren al schuddende zelfs het evenwicht en buitelden van hun stoel, en Van Zuylen had er zelf zooveel pret in, dat hij het eene extra-nummer na het andere gaf. Eenige welbekende dilettanten, de heeren Eugène S., R. I'. v. B. en J. M. hadden met het dubbel kwartet het muzikale deel van het programma op zich genomen. De cellist, zanger en trompettist vielen mede zeer in den smaak; de zanger met zijne warm gezongen Nederlandsche liederen nrtuurlijk het meest. In de pauze dankte de heer P. R. Mees allen, die tot het welslagen van dezen avond hadden bijgedragen,' en in 't bijzonder prees hij de zangers van den heer Dobbelman, wier wederoptreding hij met den meesten aandrang verzocht, want bij alle waardeering van het kunnen der heeren dilettanten, moest hij in de eerste plaats zijne ingenomenheid uitspreken met het feit, dat de werklieden zeiven in staat waren hun huisgezinnen eenig genot te verschaffen door eigen talenten.
Gisteravond circa 8 uur had een man, die in beschonken toestand verkeerde, het ongeluk in de Nieuwehaven te vallen. Op zijn hulpgeroep kwamen eenige personen met een roeiboot en mochten het genoegen smaken den drenkeling met veel inspanning met behulp van een touw op het droge te halen.
Zaterdagavond omstreeks 12 uur ontstond in de Goudsche Wagenstraat twist tusschen eenige jonge mannen, welke zóó hoog liep dat de politie er aan te pas moest komen en van' de sabel gebruik maken om de vechtenden te scheiden.
De afdeling Rotterdam van den Nederlandschen Kalk- en Steenbewerkersbond »Wn streven naar Verbetering" hield gisteren een openbare vergadering, tot bijwoning waarvan ook de patroons waren uitgenodigd. Het bleek, dat geen van dezen aan de invitatie gevolg heeft gegeven, althans er mengde zich geen der patroons in het debat en door den Voorzitter werd er onder de aanwezigen ook geen enkele opgemerkt
In zijn openingswoord verklaarde de Voorzitter dat de Rotterdamsche afdeeling van den Bond wil streven naar een arbeidsdag van tien uren, en gaf daarop het woord aan Van Kasteele, uit Amsterdam, die het streven nog nader zou uiteenzetten. Het betoog van dezen Amsterdanischen spreker kwam hierop neder, dat de werklieden niet moesten wachten tot van regeeringswege verbetering gebracht zal worden, maar dat zij zelf de handen uit den mouw moeten steken om lotsverbeting te verkrijgen. Hiervoor moeten de werklieden zich krachtig aaneensluiten ten einde daarna te bewerken, dat de normale arbeidsdag worde ingevoerd. Voorshands echter moest men hier ter stede trachten de wenschen ingewilligd te krijgen, welke de afdeeling Rotterdam van den Nedei landschen Kalk- en Steenbewerkersbond heeft kenbaar gemaakt, namelijk een arbeidstijd van tien uren per dag, met een loon van '20 cents voor de opperlieden, 25 cents voor de metselaars en 30 cents voor de stukadoors per uur. Lon der aanwezigen meende, dat het beter was, dat men een dagloon trachtte te verkrijgen, ten einde te voorkomen, dat men, slechts enkele uren gewerkt hebbende, naar huis gezonden kon worden, zonder voor die overige uren betaald te krijgen. Een ander repliceerde hierop, dat dan een vast weekloon beter zou zijn, want wanneer per dag het loon geregeld word, zouden vele bazen dikwijls 's morgens niet eens het werk laten aanvangen, wanneer b. v. de lucht naar regen stond en men gevaar liep wegens het slechte weder na een paar uren het werk voor dien dag te moeten opgeven. Van Kasteele i repliceerde beide sprekers. Hij stemde met de beide sprekers in en een maandof een jaarloon zou nog beter zijn, maar eerst moet meer eenstemmigheid onder de werklieden bereikt worden. Eerst moest men trachten de wenschen van de afdeeling Rotterdam van den bond vervuld te krijgen. Na een aanbeveling tot toetreding tot den bond, werd door den voorzitter de vergadering gesloten. Zaterdag werd in de vergadering van leden der »Vereeniging voor den koffiehandel" een belangrijk besluit genomen. Het reglement der vereeniging werd gewijzigd, zoodat nu ook andere goederen aldaar op termijn zullen kunnen worden verhandeld, wanneer de onderhandelingen van het bestuur der liquidatiekas met de makelaars tot een gewenscht resultaat leiden. De artikelen, die het eerst in aanmerking komen, zijn suiker en katoen. Voor Rotterdam is dit van belang, daar eene termijnmarkt een groot depót van het artikel eischt en dus een stapelmarkt met zich brengt en het laat zich begrijpen, dat dit weder meer handel brengt; een inlandsch fabrikant zal zeker liever koopen op een goede markt hier te lande, dan te HavreofLiverpool, waar hij de makelaars niet kent, die monsters trékken of moeielijk zelt zich van de qualiteit kan overtuigen. Het aanbod der Kralingsche muziekvereeniging sApollo" om ter voorziening in de ziekenkas der afdeeling Kralingqn van het »AlgemeenNederlandschWerklieden-Verbond" een concert te geven, is door de afdeeling dankbaar aangenomen. Het concert zal a. s. Donderdagavond gegeven worden. Voor dat doel zal eene lijst bij de ingezetenen rondgaan, waarop zeker voor het goede doel ruimschoots zal geteekend worden. Zaterdag en Zondag gaf de schermvereeniging »De Marine" een concours. De vicepresident, de heer P. P. Stegman, opende het concours met een woord van dank aan de eereleden, die 10 medailles hadden geschonken. Nog laat in den avond ontving de vereeniging een prachtige zilveren medaille van den heer Van btolk, die het eerelidmaatschap der vereeniging aanvaardde. De uitslag was, dat op den degen den len prijs behaalde de heer Krouwel, 2en prijs de heer Oostmerssen; op den sabel de Ie prijs door den heer Martijn, 2e prijs door den heer Vervoort. De overige medailles zullen later verwerkt worden.
Doorßurg. en Wethouders is aan Nijgh & Van Ditmar vergunning verleend tot het plaatsen van een tweede stoomwerktuig van 6 p.k. tot het in beweging biengen van drukpersen in het pand aan de Wijnhaven no 113.
Zaterdag viel een 65-jarige vrouw bij ongeluk te water in een sloot aan den Nieuwen Binnenweg, doch werd, zonder letsel bekomen te hebben, terstond gered door Adriaan Ligtenberg, metselaar, wonende in de Van Speijkstraat 95, die zich daartoe te water begaf.
Bijde heden alhier gehouden aanbesteding van het bouwen eener Klep- en Pelterijenfabriek in de Érasmusstraat, waren 4 biljetten ingekomen: J. H. Stelwagen te Rotterdam, voor f 32950; B. Hooijkaas te idem, voor f 33349'. P. W. Weeldenburg te idem, voor f 35750 en J. G. Blesgraaf te idem, voor f 37800.
Postkantoor te Rotterdam. Hieronder laten wij een staat volgen, aanwijzende de voornaamste ontvangsten en uitgaven van het Postkantoor te Rotterdam over de jaren 1888 en 1889, waaruit men zich een klein denkbeeld zal kunnen vormen van de omvangrijke werkzaamheden en verantwoordelijkheid aan een groot postkantoor verbonden. a. Ontvangsten. over 1888 over 1889 meer over Aanpostzeg. 1889 etc. . . .f 744726.94 f 789743.29 f 45016.35 Uit de kasv. d. betaalm. » 1000000.— » 900000.— Gedep. postwissels . .»1760499.30 »1879373.35 >>118874.05 Gedep. postbewijzen. » 20783.50» 22352.50» 1569.— Ingev.gelden opkwit. i> 123466.76» 127414.16 » 3947.40 Inlagen op Spaarbankboekjes. .» 440574.06 » 618850.50 »178276.44 Ingev.belast. wegens den inv. v. pakk. » 14194.11 » 14186.65 Ingev.gelden op verrek. pakketten. » 16520.04» 18441.07» 1921.03 b. Uitgaven. Aan andere kantoren f 496091.12 f 541308.50 1 45217,38 Uitbetaalde postwissels. » 2765141.34 i> 2824943.61 » 59799.27 Uitbetaalde postbewijz. » 21720.— » 21989.50» 269.50 Uitbetaalde kwitantieg. » 344798.64 » 385712.12 » 40913.48 Terugbet. op Spaarbankboekjes. . » 319764.32» 412403.18 » 92638.86 Uitbet. aan verrekenpakketten. » 1923.35» 2254.97 » 331.62 Terwijl de ontvangsten en uitgaven te zamen over het jaar 1888 hebben bedragen : f 8147073.73 en over 1889 f 8638123.77 alzoo meer over 1889 » 491050.04 Neemt meen nu, om een vergelijking te trekken, de ontvangsten en uitgaven over het jaar 1885, zijnde i 6710529.64 dan krijgt men over !889 eer:,..--ermeerdering van » 1927594.13 waardoor elk commentaar onnoodig is, daar zij geheel het afdoende bewijs levert van de zeer belangrijke uitbreiding der werkzaamheden van de postadministratie. Heden werden aan 't Kralingsche Veer ter markt aangevoerd 17 winterzalmen, die tegen fl.Bo a f 2 per 5 ons werden verkocht.
"Stadsnieuws.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Dit raadselachtige bericht deed den gevangene m gepeins verzinken; kwam het van de Chouans o. wel was het een strik, dien men hem spande ' omstandigheid, dat hij het in een brood van een republikeinschen bakker had gevonden, moest dit laatste doen vermoeden, maar, aan de andere zijde, hoe konden de republikeinen weten, dat de Chouans op zijn redding uit waren ? Daar hij echter vast besloten had den dood te ondergaan was dit bericht hem zeer aangenaam daar zijn dood nu zeker was, zonder dat men hem kon beschuldigen zijn woord te hebben gebroken Immers, ook zelfs wanneer dit bericht van zijn vrienden afkomstig was, dan nog faalden zij in hun berekening, daar zij deze bouwden op een uitstel van vier en twintig uren tusschen de veroordecling en de uitvoering van het vonnis, terwijl de ritmeester volkomen bekend was met de hiermede strijdige gewoonte van den generaal obert, om de vonnissen terstond na de uitspraak te doen voltrekken. In plaats van het briefje te verscheuren, stak J het bij zich. legen het vallen van den avond ontving hij het Bnri°C V ï™11 ('en Cers':cn adjunct Blaireau met een er hd van het gemeentebestuur en een hoofddan T?' ™en hij zijn eigen regimentscommaniei kende. De kolonel reikte hem de hand en sprak, terwijl de aandoening bijna zijn woorden verstikte: — Ritmeester, gij zijt van verraad beschuldigd; wij twijfelen er geen oogenblik aan, dat gij u schitterend zult kunnen rechtvaardigen, maar wij komen u vragen, of gij er in toestemt voor ons terecht te staan, of dat gij een krijgsraad verlangt, uit vreemde officieren samengesteld. Ook het gemeenteraadslid scheen slechts met de uiterste inspanning een uitbarsting van zijn overkropt gevoel te kunnen onderdrukken. Alleen de adjunct Blaireau behield zijn ijskoude onverschilligheid. Dit stelde den ritmeester gerust, daar het hem voorkwam als een zeker bewijs dat het de Chouans waren, die hem het bericht hadden doen toekomen, en hij er vast op bouwde dat zij toch met hun berekening zouden te kort schieten. Hij sprak, de hand van zijn kolonel drukkende, zeer kalm:
—Ik wil door mijn kameraden geoordeeld worden.
De kolonel liet het hoofd op de borst zinken en zweeg, maar de altijd bedaarde Blaireau kon een gebaar van verkropte woede niet onderdruk ken, en terwijl zijn beide metgezellen zich treul rig naar de deur begaven, beet hij Jean Loriot op den toon der uiterste verbittering in het oor: — Gij zocht den dood ? De gevangene drukte liera het briefje in de land. dat hij met de uiterste verbazing aanstaarde, waarna hij, als verstomd, de anderen volgde.
"Feuilleton. De oorlog in de Vendée, DOOR PONSON DU TERRAIL. 14) Vervolg.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Toen La Camolle den vermomden aristocraat die gedurende meer dan een jaar haar minnaar was geweest, had verloren, was zij eerst ontroostbaar geweest, maar met de wispelturigheid aan die soort van schepsels eigen, had zij, in plaats van zich om het leven te brengen, zooals eerst haar plan was, haar troost gezocht bij een republikeinschen huzaar, maar toen ook deze met de legerafdeeling Robert uit Mans Was vertrok- ■ ken, en zij bij de terugkomst der troepen zich had overtuigd, dat hij in den strijd moest zijn gevallen, was zij ten eenenmale wanhopig, sloot zich in haar woning op en wilde niemand bij zich ontvangen. Nadat ten tien ure des avonds de taptoe was geslagen, werd het stil en verlaten in] de Pans de Goron. Nog zat het verlaten meisje te treuren, als de moeder van Apollo en Diana, toen zij plotseling een dreunend kloppen op de deur vernam en een stem, die, die haar deed rillen, sprak: — Modeste, doe open! Over al haar leden rillende, gehoorzaamde zij en een boer trad in de kleeding van de Beneden- Maine binnen en sprak: — Ik weet, dat gij verdriet hebt over den dood van uw minnaar, dat gij mij niet meer bemint, maar ik vertrouw op uw goed hart en houd mij verzekerd, dat gij mij den dienst, dien ik van u kom vragen, niet zult weigeren. Deze boer was niemand anders dan haar vroegere minnaar, de aristocraat, die zich bij de Chouans in de wouden van Opper-Brittanje had gevoegd. Nauwelijks had zij hem herkend, of La Caniolle vloog hem om den hals en weende heftig aan zijn borst, terwijl zij snikte: — Gij verlangt zeker, dat ik u zal verbergen. — Ja en neen; ik verlang, dat gij mij een deur zult openen, die zich in uw woning bevindt. — Ik begrijp niet, wat gij meent. — Dat zult gij wel zien. Met deze woorden ging hij naar een alkoof, ■waarin het ledikant van La Caniolle stond, schoof dit laatste op zijde, en nu zag zij met verbazing een. fijnen, lijnrechten barst in den muur. De aristocraat nam een mes uit den zak en begon het pleister weg te schrappen, waarop zich een deur vertoonde, die hij opende door middel van een
sleutel, dien hij insgelijks uit den zak haalde. Een vochtige lucht woei hen tegen. De aristocraat trok La Caniolle naar het midden der kamer en sprak op ernstigen toon: — Luister goed naar mijn woorden, dan zult gij zien dat de dienst, dien ik van u vraag, zeer gemakkelijk te begrijpen is. Hebt gij dezen morgen de republikeinsche troepen zien inrukken? Buiten staat om te antwoorden, wierp zij zich, wanhopig schreiende, opnieuw aan zijn borst. — Hebt gij dan ook den officier gezien, die gevangen werd binnen gebracht? — Ja, snikte zij krampachtig. — Het is een man van eer, die van verraad beschuldigd wordt, maar ten eenenmale onschuldig is. Toch zal hij worden ter dood veroordeeld, en het is alleen met het doel om hem te redden, dat gij mij hier ziet. Het onderaardsclie gewelf, waarin de trap afdaalt, van welke gij de eerste trede gezien hebt, loopt voort onder de place Du Parvis Saint-Julien. Bijna de geheele stad is hol en rust op een net van gewelven, dat zich uitstrekt tot onder de gevangenis, waarin die ongelukkige is opgesloten. Onderscheidene dezer doorgangen zijn echter in het verloop der tijden dichtgemetseld, en wij zullen vijf of zes nachten moeten werken om die later gemaakte afscheidingen door te breken. Wij hopen, dat de ritmeester niet eerder dan over acht dagen zal terecht staan; dus hebben wij ruimschoots den tijd om hem te redden, zoo gij ons niet verraadt. — Ik heb nog nooit iemand verraden. •— Welnu dan, straks zal er aan uw deur worden geklopt; er zullen twee mannen zijn, die ik verwacht Op dit oogenblik deed zich wer'<"l:jk een zonderling kloppen op de deur hooren.
Alvorens te openen, vroeg La Caniolle door het sleutelgat: — Wat wilt gij ? — Weten, hoe laat het is. Op het hooren van deze woorden, sprak de aristocraat: — Open gerust, zij hebben het woord. La Caniolle opende de deur cn twee metselaars, met kalkbakken en gereedschappen beladen, traden binnen. Nu wendde zich de aristocraat weer tot La Caniolle met de woorden: — Volg nu nauwgezet op, wat ik u zeggen zal. Mijn vrienden en ik zullen ons in het gewelf begeven, vervolgens zult gij de deur sluiten en weer met de gordijnen van uw ledikant bedekken, daarna zult gij u te bed begeven en slapen, tót gij ons tegen deze zelfde deur zult komen hooren kloppen, waarop gij ons terstond zult open doen. Wij zullen iederen avond terug komen, totdat wij met ons werk gereed zijn. Dit gezegd hebbende, ontstak de Chouan een lantaarn, daalde de trap af, gevolgd door de beide metselaars, waarna La Caniolle alle sporen van huil tegenwoordigheid weer deed verdwijnen en zich te bed legde. Alles in de Pans-de-Goron was doodstil, zoodat zelfs het zachte kabbelen der Sarthe tegen de pijlers van denPont-Ysoir duidelijk hoorbaar was. Onverwachts vernam nu La Caniolle, die den slaap niet vatte, een zwaren, afgemeten stap, die een bejaarden ruiter scheen aan te duiden, vergezeld van het gerinkel van spören en het kletteren van een sleepsabel tegen den rotsigen grond. Er werd geklopt; La Caniolle echter, meenende dat het de een of andere soldaat was, gaf geen antwoord,maar na nog eens geklopt te hebben, sprak een zware stem : — La Caniolle, wilt gij dan uw deur niet openen voor een kameraad van den armen Cyprien? (Wordt vervolgd.
"XVI.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Burgerlyke Stand. BEVALLEN: G. v. Vliet, geb. v. Gelderen, levenl. Z. •— A. Jalink. geb. v. der Kleij, D. —G. A. Kooistra, geb. De Boer, D. — \V. Oudgaarden, geb. Mes, Z. — M. J. Roos, geb. Kunst, Z. — T. v. dei- Horst, geb. Mostert, Z. — K. J. G. Bontenbal, geb. v. der Hoorn, Z. — P. Hentzen, geb. De Blom, D. — A. A. Witkam, geb. Siebel, Z. —J. Th. De Caluwe, geb. Bekker, D. — D. De Wit, geb. Zandbergen, Z. — J. Ch. Engels, geb.Troost, D. — T. v. der Vooren, geb. Aulman, Z. — A. C. Vrijdag, geb. Middendorp, D. — J. L.Boogert, geb. Bernard, Z. — P. v. der Wouden, geb. Ter Hennip, D. — A. M. Magnin, geb. Verhoeven,D. — J. De Kiewit, geb. v. der Heiden, D. — J. Bouman, geb. v. der Andel, D. — J. E. v. der Pluijm, geb. Kerklaan, Z. — L. M. Pasman, geb. Verkijk, Z. — C. H. Louwe, geb. Kind, Z. — H. W. P. Kemna, geb. Kempers, Z. — M. Boerse, Dietz, Z. —A. M. v. Duijm, geb. Petershagen, Z. — C. v. Tiel, geb. Nieuwenhout, Z. — A. Jansen, geb.Groendijk, Z. — H. J. Jongkees, geb. Breedveld, D. — G. Langestraat, geb. Groeneveld,Z. —J. Schielaar, geb. Soesman, Z. — G. Lips, geb. Verhagen, D. — E. Muiier, geb. Klutinann, Z. — M. C. Kaak, geb. Ponsen, Z. —A. W. Carati, geb- Bos, D. — A. H. v. d. Vaart, geb. Köhle, D. — F. Douma, geb. Hendriks, D. — P. v.d.Berg, geb.Vis,D. Klein drukwerk wordt geleverd terdrukl&erij van het Nieuwsblad, naar den geest des t{fds, net en goedkoop. OVERLEDEN: A. P. M. Zon, jm. 20 m. — A. C. v. d. Hilst, jd. 76 j- — M. Grashoff, jd.s m. — M. v. d. Sluijs, jm. 3 m. —D. Rogaar, jm. 26 d.— D. Vrins, jm. 2m. —C. C. De Koning, wed. T. J. v. d. Haas, 76 j. — J. P, L. Gommers, jm. 28 j.— A. M. Henzeler, jd. 21 j.— F. W. Külman, jm. 2 m. —• J. 5 m. — F. J. W. Ju, jm. 4 m. — M. A. Engelman, jd. 8 m. — A. IJs;el lijk, wed. v. M. H. Reijnards, 78 j. —J. Du Hen, wed. L. J. Mensink, 71 j. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij van het JS ieuwsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
"Familiebericht". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Parijs . . 5.10 'sm., 8.50 'sm., 1.50 'sn.m., 6.50 'sav. Berlijn . 5.40 'sm., 9.30 'sm., 10.— 'sm., 2.27 'sav. 4.30 'sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav. Londen'. 5.10'5m., 8.50'5m., I.lo'sav., 6.so'sav. Nederlandsch Oost-Indië 6.50 'sav. China, Japan, Hongkong 6.so'sav. N.-Amerika, Mexico 6.50 'sav. Curagao I.ss'sav. Venezuela 1.55 'sav.
"Waterstand. Rotterdam 28 Jan. 1e getij 9.06 2e getij 9.30 Buslichtingen aan het Postkantoor. Dinsdag 28 Januari.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Schouwburg, Aert Van Nesstraat. Holl. Opera. »Hamlet", 7'A uur. Concert te geven door mej. Pia Von Sicherer en den heer Dessau. Nutszaal, 8 uur. Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling. 8 uur. -Rotterdamsch Natuurkundig Genootschap. Spreker : dr. G.H. Leignes Bakhoven. Caledonia, 8 uur.
"Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Maandag 27 Januari.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Vereeniging »Schuttevaer." AJgemeene Vergadering. Rotterdamsche Diergaarde, 11 uur.
"Dinsdag 28 Januari.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Idem, alhier. Voor dagelijksch gebruik ? Wellicht zit aan den gedenkpenning een ringetje om hem als charivari aan den horlogeketting te dragen. Waarde aan zilver zegt u ieder goudsmid.
"CORRESPONDENTIE.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Wie den klank dezer reeds tamelijk lang geleden gegoten, maar nog immer welluidende klokjes nog niet kent, moge ze bij de aanstaande opvoering gaan hooren. Zij luidden den heer S a a 1 b o r n en zijne operette-troep een succes in. Deze opvoering van een in zijne soort schier volmaakt kunstwerkje, werd door de toehoorders met zooveel ingenomenheid begroet, dat men aanvankelijk geloofde ieder onderdeel tezullen hooren herhalen. Doch kapelmeester Jer a 1 was verstandiger en gunde slechts enkele herhalingen aan de toejuichende aanwezigen, en dat zelfs tot teleui stelling van uwen met muziek doortrokken dienstwilligen dienaar. Indien een krantemannetje of zoo iets zich nog vermaakt in den schouwburg, dan moet er al heel wat gebeuren. Dit »heel wat" is vervuld geworden. Daar was de »Amtmann" (S eiffe r t i t z), die den gansclien avond niet op hield op de allerdolste wijze zich te verspreken — grime en spel waren wat te sterk gechargeerd — daar was Eugenie Von Miek, die een kostelijk type gaf van een ribbestooten uitdeelende en kwakende boerenmeid, geklompt en gerokt a la Millet, die, later tot aanzien gekomen, als would be markiezin de oogen verlustigt door hare kostbare kleedij en de lever doet schudden door de goddelijke potsierlijkheid, waarmede zij het pasklaar gemaakte juk van haren uit het stof gezoehten adel draagt, de operettespeelster bij uitnemendheid; die geen oogenblik kan stil staan of zitten en met hare bewegelijkheid het geheele publiek aansteekt; daar was Jean Grenicheux (D ietr i c h) in de eerste akte te sterk gelijkend op een operette-visschertje, doch in spel en zang van het begin tot het einde onbetaalbaar in iedere beteekenis. Daar waren Ludwig Strakosch als markies, Marie Brendel, Germain en zoovele anderen, die alle hunnejnin of meer gewichtige rol onberispelijk vervulden en daar was eindelijk onze voortreffelijke operette-bas Worms, die in de tweede akte als Gaspard bewees een uitnemend tooneelspeler te zijn, ook waar hooger kunst gevorderd wordt. Men is in de opera er zoo aan gewend geraakt onnatuurlijke wezens te zien optreden, die hunne bewegingen bepalen tot zwemoefeningen op het droge, dat deze kunst van Worms het publiek in hooire mate boeide, en hij na de vol waarheid gespeelde scène in de tweede akte tot driemaal teruggeroepen werd. Worms speelde den plotseling bij zijn gestolen schatten betrapten vrek met een verve, die aan de onvolprezen kunst van den oudenAlbrecht herinnerde. De opvoering dezer operette is ditmaal met buitengewone zorg voorbereid, ieder is in zijne rol als in zijn element. De muziek is bekend als behoorende tot het beste, wat in de laatste 15 jaren op dit gebied gecomponeerd is. 26 Jan. 1890. V
"Kunstnieuws. HOOGDUITSCHE OPERA. Die Glocken von Corneville.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001
Een verschrikkelijk ongeluk had gisteravond aan de Noordhollandsche hoek plaats, circa anderhalf uur tan Helder, bij het dorpje Calantsoog.
Daar strandde bij hooge zee en feilen storm uit het westen het Engelsche stoomschip viermaster »Loch Moidart", kapitein Andrew van Pisagna naar Hamburg bestemd, geladen met salpeter. Door de sterke branding aan de kust werd het kolossale schip binnen enkele minuten-letterlijk verbrijzeld. Wel vertrok spoedig de sleepboot «Hercules" om de ongelukkige bemanning te redden, maar deze boot kon onmogelijk iets ter redding uitvoeren, zoodat van al de opvarenden, zijnde 29 man, 27 personen in de golven het leven verloren en slechts een tweetal zwemmende, uitgeput het strand bereikten. — Door den hefitigen Westerstorm werd het water hedennacht op de rivieren krachtig opgestuwd, zoodat te Rotterdam weer eenige kelders vol liepen en vele bewoners van de havens de vloedplanken plaatsten. De stoomboot »Den Bommel" is lieden de reis van Den Bommel naar Rotterdam en terug schuldig gebleven. — De op heden bepaalde uitspraak van het Gerechtshof te 's Gravenhage, in het rechtsgeding van den Staat tegen de gemeente Rotterdam, over de Admiraliteitswerf is tot 24 Februari uitgesteld. — De toestand van baron Van der Goes van Dirxland is niet verergerd. De afgeloopen nacht was zelfs zeer rustig. — Uit Vreeswijk van heden: Het heeft den geheelen nacht sterk gewaaid, met regen. In den morgenstond is het wat bedaard. De schipbrug kon evenwel nog niet geopend worden. Het water blijft sterk wassende. — De waterhoogte in den Rijn voor Arnhem steeg in 48 uren 2'k meter. De buitendijksche waarden en het broek zijn daar hedenacht grootendeels overstroomd. — De Minister van Koloniën ontving heden uit Suriname de officiëele stukken, betrekkelijk het bekende conflict. Volgens particuliere berichten, is het lid vaa het hof van justitie, mr. Kalff, door den Gouverneur met spoed naar Nederland gezonden om te rapporteeren. Uit de mailcouranten blijkt, dat de Staten 27 December uitvoerig debatteerden over de bekende missive van den Gouverneur, die door alle sprekers en den voorzitter ernstig gelaakt werd als inconstitutioneel, onwaar en onwaardig. De zaak zal ter kennis van de Nederlandsche regeering worden gebracht. De Missive is overigens voor kennisgeving aangenomen.
"Laatste Berichten. Ramp te Callantsoog.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1890/01/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 16-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011010009:mpeg21:p001