Deze Courant verschijnt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. ABONNEMENT: Per drie maanden ƒ 1.25. Franco per post f 1.95. Afzonderlijke nummers 2ct. Zondagsblad ƒ0.25. BUREEL: voor Abonnementen, Advertentiën en Drukwerk ZUIDBL AAK 16. Eedactie Wijnstraat 73. Telephoonnummer 56.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 10-07-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 10-07-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3778
- Jaargang
- 13
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
ADVERTENTIEN: 16 Cent per regel. Groote letters worden berekend naar plaattroimte. Betrekkinggids 30 Cents per geheele Advertentie. Kleine Advertcntiën a 50 Cent per geheele Advertentie. Agent voor Frankrijk, Engeland en Zwitserland de Cie. Générale de publicité étrangifé JOIIN F. JONES & Co. Parijs 31 bis Fg. Montmartre. London. 166. Fleetstreet. ]
Inhoud van het Letterkundig Bijvoegsel: Im-
Inhoud van het Letterkundig Bijvoegsel: Impressionisten, door A. De Tourmaiine; De » Laatste" wil, De weggeloopen slaaf; Geschiedenis en Kunst: Uit het leven van Walter Scot, ll;Wetenschap en Industrie: Postduiven, Olie op de zee; Allerlei. Feuilleton: »Doubrovsky", door Alexandei Pouchkin.
Stads-Editie.
Door de afdeeling »Kralingen" van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond is de salonboot »Merwede I", der stoomboot-reederij Fop Smit & C°., afgehuurd, teneinde op 20 Juli a. s. een pleziertocht te doen van Rotterdam naar Arnhem en terug. De opbrengst zal strekken ten voordeele der ziekenkas. De tocht zal opgeluisterd worden door de muziek der Rotterdamsche Harmonievereeniging sKunstmin."
Op verzoek der Justitie te Brussel is door de politie alhier een Belg aangehouden, die in het jaar 1886, door de rechtbank aldaar, tot ruim 2 jaar gevangenisstraf veroordeeld was geworden ter zake valschheid en oplichting. Hij is naar het huis van bewaring alhier overgebracht, in afwachting zijner uitlevering aan België.
Een man in de Rottestraat heeft zich gisteren bij het rooien van boomen, meteen bijl in het linkerbeen getroffen, waardoor hij een wond heeft bekomen, die hem belette voort te gaan met werken. Hij is naar zijn woning overgebracht.
Door de afdeeling sKralingen" van het Algemeen Nederlandsch Werklieden Verbond werd gisteravond btsloten, dat leden van de Bootwerkers-Vereeniging 2De Nederlandsche Vlag" niet als leden der afdeeling zouden toegelaten worden, daar het reglement der afdeeling voorschrijft, dat men niet tegelijkertijd lid mag zijn van twee vereenigingen, welke bij ziekte uitkeering doen.
Door het kiescollege der Ned. hervormde gemeente, alhier, is het volgende drietal uit eene alphabetische lijst samengesteld : In de vacature-Theesing (nog voortdurende door het bedanken van ds. J.M.Snethlage): ds. 11. H. Barger, te Vlaardingen ; dr. L. Heldring O.Gzn., te Middelburg, en ds. A. Loeiï, te Dordrecht. In de vacature-Muller heelt het kiescollege keuze uitgebracht op ds. O. Schrieke, te Zandvooi t. Door den Provincialen Inspecteur der directe belastingen enz., te Rotterdam, is op den 7en dezer maand executoir verklaard :
Een kohier van het patentrecht, dienst 1890/91, behoorende tot de eerste af deeling dezer Gemeente. Dit kohier is ter invordering gesteld in handen van den heer Ontvanger, en ieder daarop voorkomende is verplicht zijn aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen, teiwijl heden de termijn van drie maanden ingaat, binnen welken de reclames behooren te worden ingediend.
Tot organist aan de Prinsenkerk, alhier, is benoemd de heer J. G. Litzau.
Burgemeester en Wethouders van Rotterdam hebben de volgende vergunningen verleend:
10. aan A. Van der Linden voor het plaatsen van een stoomwerktuig van 12 met een stoomketel van 14 paardekracht tot het in beweging brengen van verschillende houtzaagtoestellen in bet pand aan de Crooswijksche kade No. 27/28; 20. aan J. Vurtheim & Zoon, tot het oprichten van een drukkerij met een stoomwerktuig van 4 paardekracht tot het in beweging brengen van snelpersen, op het perceel aan de Linker Rottekade en Dirksmitsstraat.
Bij Zijner Majesteits besluit is aan mr. W. J. liarsten en aan dr. C. P. Burger Dz., eervol ontslag verleend als lid van het college van regenten over de gevangenissen te Rotterdam, onder dankbetuiging voor de door hen in die betrekking bewezen diensten, en zijn benoemd tot lid van gemeld college van regenten, mr. B. C. J. Loder, advocaat en procureur te Rotterdam, en dr. P. H. Simon Thomas, arts, alhier.
De Nederlandsche Zendingsvereeniging. te Rotterdam ontving van 16 Mei tot 15 Juni 11., met inbegrip van een legaat groot f2OO van wijlen mej. C. A. v. d. Poel, de hoogst aanzienlijke som van f 4849.28. Het bestuur der Nederlandsche Zendingsvereeniging stelt bij vernieuwing voor jongelingen, die lust gevoelen zich te wijden aan den zendingsarbeid van deze Vereeniging uitgaande, de gelegenheid open om zich daartoe bij hen aan te melden.
Poster ij en. De directeur van het Postkantoor bericht, dat, tengevolge van de staking van den dienst van de [Jsdstoomtram-maatschappij in de gemeente Rotterdam, de buslichting voor de correspondentie naar Ouwerschie, ten 8 ure 's avonds, is teruggebracht op 7,30 's avonds.
In het bericht over de werkzaamheden der afdeeling Rotterdam van de »Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van Zondagsrust" aan het hoofdbestuur, werd medegedeeld, dat het ledental met 58 gestegen is, tegen een verlies van 42, zoodat het gezamenlijk aantal leden bedraagt 218. Ook de iinanciën staan gunstig. Betrekking werd aangeknoopt met de afdeeling Rotterdam van het Algemeen Nederlandsch Werkliedenverbond, dat onze af deeling sympathie betuigde en leden schonk. Hetzelfde geschiedde met de smidsgezellenvereeniging »St. Eloy", maar mislukte met de Rotterdamsche Typografen-Vereeniging »Door Oosters Fakkel voorgelicht, enz." Naar aanleiding van de circulaire van het hoofdbestuur, antwoordde de afdeeling: Ten aanzien van de gemeente-ambtenaren kunnen wij u mededeelen, dat de toestand hier zeer gunstig is. Wellicht maakt eene enkele categorie van politie-beambten hierop eene uitzondering. Daarom richtte hetafdeelingsbestuurin hun belang een schrijven dd. 10 October 1889, aan de bevoegde autoriteit, dat echter niet veel uitwerking schijnt gehad te hebben.
Wat betreft de Zondagsrust, van arbeiders in fabrieken, is ons van vertrouwbare zijde bericht, dat de van gouvernementswege ingestelde enquête heeft aangetoond, dat behoudens enkele aan het gouvernement bekende uitzonderingen, in de 1420 in de provincie Zuid-Holland bezochte fabrieken de toestand gunstig is te noemen. Onze afdeehng besloot daarom,deze zaak voorloopig te laten rusten. Omtrent de Zondagsrust van personen, werkzaam in sigarenwinkels, koffiehuizen en hotels, besloot de vergadering der at deeling, dat het afdelingsbestuur achtereenvolgens de eigenaars van alle dergelijke inrichtingen tot eene bijeenkomst zal uitnoodigen, om te trachten, langs den weg van persoonlijke bespreking, de Zondagsrust voor dat personeel zooveel mogelijk verbeterd of verzekerd te krijgen. Op den internationalen schietwedstrijd voor scherpschutters, welke deze week te Berlijn wordt gehouden, h eeft de heer J. "Van Mens, president der Scherpschutters-vereeniging «Rotterdam", een eere-prijs behaald.
De Roei- en Zeilvereeniging sde Maas" zal Zaterdag des namiddags een onderlingen roeigedstriid houden, welke door hot muziekkorps » Kunstmin", onder directie van den heer P. J. Ooijkaas zal opgeluisterd worden.
Door de politie wordt een vervolging ingesteld tegen een 17-jarigen jonseling, die ten nadeele van zijn patroon zich schuldig heeft gemaakt aan verduistering.
Gistermiddag werd door een agent van politie op het Kerkplein een jongen gearresteerd van 13 a 14 jaren, die in het bezit was van een zak met gebrande koffieboonen, waarvan hij de herkomst niet kon bewijzen. Bij onderzoek bleek, dat die koffieboonen waren ontvreemd bij een winkelier in de Goudsche Wagenstraat, door een anderen jóngen, die, zeker gevaar ziende, een kameraad had opgezocht, die voor hem dat zakje met den gestolen inhoud zou brengen naar iemand, die, naar hij meende,deze waar wel zou willen koopen. Een man, die de ontvreemding gezien had, volgde den jongen, en maakte een agent van politie op de Hoogstraat er opmerkzaam op, waarop de arrestatie volgde; hij is echter voorloopig op vrije voeten gesteld, terwijl de politie een onderzoek naar den dader instelt.
Aan de Hoogere Burgerschool met driejarigen cursus alhier, is de uitslag van de overgangsexamens de volgende: Ie klasse 33 bevorderd, 6 herexamens, '20 niet bevorderd ; 2e klasse 37 bevorderd, 5 herexamens, 15 niet bevorderd ; totaal 70 bevorderd, 11 herexamens, 35 niet bevorderd. De Uitslag van de eindexamens is: van de leerlingen der 3de klasse ontvingen 2 een diploma voor zeer goede vorderingen, 15 voor goede en 5 voor voldoende vorderingen. Aan 8 kon geen diploma worden uitgereikt. Voor zeer goede vorderingen ontvingen het diploma : 1. A. G. A. Sas en 2. I. v. Vollenhoven.
Voor goede vorderingen: 1. S. v. d. Berg, 2. D. Blauw, 3. A. Bijdebeeke, 4. L. I. Corbeau, 5. K. A. Dasbach, 6. B. Schönberg, 7. E. W. G. Vijzelaar, 8. C. Westerborg, 9. G. Dake,lo. C. Heusdens, 11. L. Hulstkamp, 12. A. v. d. Lek,l3. F. Mahler, 14. L. D. I. Reeser en 15. P. Gogarn. Voor voldoende vorderingen : 1. A. M. C. De Roon, 2.1. F. Vermeulen, 3.1. Hartog, 4. P. Penn, 5. I. H. Roos.
De volgorde is willekeurig. De fruitma.rkt, die dagelijks gehouden wordt aan den Punt, einde Scheepmakershaven, is thans door den aanvoer van kersen, vooral uit de Betuwe, in vollen gang. De kleine neringdoenden komen aldaar om hun inslag te doen ; negen lichters liggen daar, waarop de fruithandel en gros wordt uitgeoefend, ook wat betreft den uitvoer naar het buitenland. De aanvoer van Meikersen is afgeloopen ; tlfans volgen de latere soorten,zooals Spaansche zwarte enßlanche Kersen. De prijzen varieeren van 12 tot 16 gulden de 50 kilo netto.
De oogst van die soorten is gering, hetgeen toegeschreven moet worden aan het vochtige weder.
De heer Saaiborn deelt ons mede, dat in het aanstaande speelseizoen door hem nog als gasten zijn geëngageerd de tegenwoordig in Duitschland met groot succes optredende Italiaansche tenor Luigi Ravelli, van het Covent Theater te Londen, en Signorina Prevosti, vermaarde Italiaansche coloratuurzangeres. Nog is 't ons aangenaam te kunnen mededeelen, dat in den loop van den winter een wederopvoering voorbereid wordt van de opera »A!eida van Holland", van onzen talentvollen stadgenoot den heer W. F. Thooft. "Vanwege de Rotterdamsche vereeniging voor Gezondheids-koloniën zijn gisteren 42 Rotterdamsche kinderen naar buiten vertrokken. 22 vertrokken onder leiding van den heer J. L. Schouten en echtgenoote, naar het Ulvenhoutsche bosch bij Breda, terwijl 20 onder leiding van mejuffrouw M. H. Friedhof, een drietal weken te Üostvoorne van de buitenlucht zullen genieten. Gisteren is aan den Oudend ij k te Kralingen een wagen, bespannen met een paard, waarin twee personen gezeten waren' .door het woeste rijden te water geraakt. Door de spoedige hulp van een paar gemeentewerkers is alles uit het water gehaald en zijn menschen en paard met den schrik er van vrijgekomen. Gistermiddag had een 13-jarige jongen het ongeluk in een sloot in de Lambertusstraat te Kralingen te geraken, hetwelk gelukkig opgemerkt werd door Lauwer, die zich gekleed te water begaf, en het geluk mocht smaken, den drenkeling, die reeds zinkende was, op den kant te brengen. Gistermiddag viel een 7'-'jarig jongentje in den grooten vijver van het Park Honingen te Kralingen. De heer Stevens, dit ziende, sprong den kleine gekleed na, en mocht er in slagen, hem, ofschoon met veel moeite, op het droge te brengen.
Feuilleton. Op Wankelenden Bodem. DOOR EWALD AUG. KöNIG. 26)
(V er volg)
— Gij gelooft dus, dat een ongenoode gast het huis is binnengedrongen ? vroeg Adalbert. — En zou dat onmogelijk zijn ? — Gaan wij naar binnen! zeide Paul, een schielijk besluit nemende. Zoo wij slechts licht hadden. — Wacht, fluisterde Theodor, een kaars en vuurgereedschap vind ik altijd hier — zoo, ik heb het reeds, nu zullen wij ons zekerheid verschaffen. De kaars brandde, de beide vrienden volgden den bankierszoon. De geheele benedenverdieping van het groote huis werd, met uitzondering van twee vertrekken, die de oude portier bewoonde, tot kantoorlokalen gebruikt. Twee groote kamers, wier verbindingsdeuren er uitgenomen waren, vormden het kantoor, daar achter lag het nette particuliere kabinet des bankiers en daarnevens de kamer van de kassier. Uit iederafzonderlijk vertrek leidde een bijzondere deur op den corridor, buitendien waren alle lokalen door deuren met elkander verbonden. De vrienden traden het eerst in het kantoor. Theodor was voornemens, de deur tot het kabinet te openen, toen deze onstuimig werd opengeduwd en twee in lompen gehulde gestalten hem voorbij stormden. Adalbert wilde hun den weg afsnijden, viel echter onmiddellijk in elk ander, in hetzelfde oogenblik trof een tegen de slapen gerichte vuistslag van Paul den vagebond, op wien zich nu ook Theodor wierp. De kerel was weldra onschadelijk gemaakt, Paul hield hem met de knie op den grond, terwijl Theodor, zoo goed het ging, hem handen en voeten boeide. Thans eerst vonden de vrienden gelegenheid, zich omtrent het voorgevallene zekerheid te verschaffen, het was immers alles het werk van weinige minuten geweest. Ben der beide misdadigers was ontkomen, en Adalbert lag bewusteloos op den grond, in de borst een gapende wond, waaruit langzaam het bloed druppelde. Het met bloed bedekte dolkmes lag naast hem; waaraan herinnerde Paul toch de aanblik van dit wapen ? Ja, zeer juist, de rechter Sommer had hem gevraagd, of hij een zoodanig mes in de hand van den matroos gezien had. Een mes met een greep van ebbenhout, op de eene zijde een zilveren schildje — dat stemde immers nauwkeurig overeen! Verrast boog Paul zich over den geboeide, nu herkende hij in hem den koddebeier, dien hij dien nacht in den tuin te Hohenhausen ontmoet had. — Ik ken u, Spiegelberg! ze-ide hij. De politie heeft u reeds gezocht, gij waandet u veilig, maar rekendet er niet op, dat de misdaad nooit ongestraft blijft. —Dat de duivel je hale! bromdeßeimann. — Nu, die zal u spoedig een goed hotel aanwijzen. Kent gij dit mes nog? — Wat gaat u dit aan? — Wees maar niet tfoo brutaal! Den man, dien gij het ontroofd hebt, is in het meer gevonden. — Ik weet niet, wat ge wilt. — Natuurlijk zult gij loochenen — — Ik loochen niets. Mij spijt het alleen, dat wij hier ons doel niet bereikt hebben. — Is het geld van den matroos reeds verbrast ? Vermetel en onbeschaamd zag de vagebond den vrager aan, hij poogde onvermoeid zich van zijn boeien te bevrijden, en indien het hem gelukt ware, dan zou de strijd wellicht in zijn voordeel zijn uitgevallen, want Paul bevond zich alleen met den zich in vertwijfeling wentelenden misdadiger. Theodor had het lokaal verlaten, om de bedienden te wekken, den dokter en de politie te ontbieden. — Ik weet niet, wat gij wilt! zeide Reimann barsch, ik ken geen matroos. — Uitstekend! spotte Paul. Maar gelooft gij, dat dit kluifje u geschonken wordt? Gij zult natuurlijk beweren, het mes en het geld gevonden te hebben — — En dat is de waarheid! Paul trok dewenltbrauwen bijeen en ging den bankier te gemoet, die nu in gezelschap van zijn zoon binnentrad. — Hoe is het met den gewonde? vroeg Romberg ontroerd. Ik hoop, dat er voor het behoud van mijnheer den baron geen gevaar bestaat. — Ik heb reeds naar onzen huisdokter gezonden, zeide Theodor, wij zullen zoo lang geduld moeten hebben. Waar de agenten toch blijven? Zoo het dien kerel gelukte, zich van zijn boeien te ontdoen — — Dan zou het er voor een van ons leelijk uitzien, viel Paul hem in de rede. Die man is dezelfde, die den matroos vermoord heeft. * — Weet gij dat met zekerheid? vroeg de bankier hevig ontsteld. — Ik twijfel er geen oogenblik aan. Romberg voelde zich van een zwaren last ontheven, toen nu eenige politiebeambten binnenkwamen, om den misdadiger in de gevangenis te brengen; het daarmede in verband staande onderzoek gaf tot uitkomst, dat de kerels met hehuln van valsche sleutels inbraak hadden gepleegd, in het kabinet des bankiers de schrijftafel hadden opengebroken,enhet kistje, dat de particuliere kas bevatte, hadden meegenomen.Aan de ijzeren,vuurvaste kasten in de kamer vond men geen verdachte sporen; öf de misdadigers hadden geen tijd gevonden ook hier de inbraak te beproeven, öf zij waren tot de overtuiging gekomen, dat die poging vruchteloos zou blijven. In het kabinet vond men ook den stok met den looden knop, dien Reimann als zijn eigendom erkende. Er kon dus geen twijfel meer bestaan, dat de koddebeier den moord had bedreven, hoe beslist hij zei! ook tegen die aanklacht protesteerde. Spoedig kwam ook de dokter; men had Adalbert, die nog niet uit zijn onmacht ontwaakt was, intusschen uit de kens en kussens een legerstede bereid. De uitspraak van den geneesheer luidde ver van bevredigend. De verwonding was levensgevaarlijk, de patiënt mocht onder geenerlei omstandigheden getransporteerd worden, daar iedere aandoening zijn dood tengevolge kon hebben, en slechts de zorgvuldigste verpleging, gepaard aan volkomen rust kon de genezing bewerkstelligen. Natuurlijk verklaarde de bankier zich aanstonds bereid, den gewonde een kamer in zijn huis beschikbaar te stellen, en voor zijne verpleging zoo goed mogelijk zorg te dragen, en onder toezicht van den dokter werd Adalbert eenige oogenblikken later in deze kamer gebracht.
Waterstand en Weerbericht.
Rotterdam 10 Juli le getij 9.47 2e getij 10.11 De temperatuur aan de Kralingsche Zwem- en Badinrichting was hedenmorgen 7 uur: in de lucht 59°, in het water 60'/2°. 's middags 12 uur. 8 Juli 9 Juli Barometer bij 0° Celsius 753.3 mM. 757.3 mM. Thermom. in de schad. 12.1°C.54°F. 15.2°C.59°F. Minim. temp. 's nachts ÏO'C.SO'F. 12°C.54°F. Maxim. temp. vor. dag 15°C.59®F. 16°C.61°F. Windrichting en kracht Z.Z.W. 4 Z.W. 3 Bewolking der lucht Betrokken BeÖökken
Faillissementen in het Arrondissement Rotterdam.
Uitgesproken faillissementen. Woensdag 9 Juli. Josephus Molenaar, winkelier in mode-artikelen,
Meermanstraat te Rotterdam. Rechtercomm, mr. A. H. Van Tienhoven, curator mr. P. Van der Crab. Elisa Christoffels, echtgenoote van Josephus Molenaar, winkelierster in mode-artikelen, Botersloot te Rotterdam. Rechtercomm. mr. A. H. Van Tienhoven, curator mr. P. Van der Crab.
Familiebericht
Burgerlijke Stand. GEHUWD: B. F. v. d. Beek, jm. 21 en C. C. W. v. Look, jd. 19 j. D. H. v. Brakel, jm. 25 en 11. M. Kooijman, jd. 24 j. W. J. Fieken, jm. 30 en L. Poppe, jd. 21 j. L. Fuchs,jra. 23 en W. J. v. d. Spek, jd. 28 j. G. Koelewijn, jm. 28 en M. Sintnicolaas, jd. 21 j. W. Knoop, jm. 27 en H. C. E. Hammer, jd. 28 j. C. W. -v. Meesen,jm. 28 en A.J.Th. Weekema,jd. 22 j. W. Meijer, jm. 42 en J. A. Lüneburg, jd. 27 j. H. Palm, jm. 31 en J. C. v. d. Waarden, jd. 29 j. J. Th. C. Peschke, jm. 33 en E. C. Den Haring,jd.29j. J. F. Poulie, jm. 28 en J. Bellaard, jd. 25 j. A. H. Slotboom, jm. 32 en G.Sonius, geseh. \r.v.D.F. v. d. Tak, 30 j. W. de Zanger, jm. 26 en M. v. Buren, jd. 27 j. J. H. Bosse, jm. 38 en H. Siebrands, gesch. \r. v. W. Paulson, 48 j. Ph. C. v. Dusschoten,jm. 25en E. Meijburg,jd. 27 j. J. G. L. Groen, jm. 20 en J. v. Leeuwen, jd. 22 j. W. A. M. Hulsman, jm. 39 en A. G. F. Sijbersjd.26j. W. J. Jansen, jm. 24 en C. Iburg, jd. 24 j. G. J. H. Marcussen, jm. 30 en A. D. B.Schweitzer, jd. 27 j. H. Pouderoijen, jm. 24 en C. Burghout, jd. 24 j. C. H. v. d. Schaft, jm. 26 en M. M. Lommerde,jd.2lj. H. de With,jm. 29en W.M. v. Veldhuizen, jd. 26 j. Huwelijks-Brieven en Perlovings-Circulaire» worden gedrukt en spoedig afgeleverd, desverlangd geadresseerd, ter drukkerij van het Nieuwsblad. Goedkoop. Fijner papier naar keuze van den besteller. BEVALLEN: J. Van Luipen, geb. Sneepels, Z. — H. Vis, geb. De Klerk, ü. — H. A. Wolfs, geb. Gerards, D. — J. M. Kreukniet, geb. Hakman, 1). — I. Dehnert, geb. Göbelsmann, D. — E. Persoon, geb. Snijders, Z. — M. v. Andel, geb. De Klerk, Z. — A. A. Oudens, geb. John, D. — J.Reimert, geb. Kruger, D. — J. De Jong, geb. De Jong, D. —J. Hoffman, geb. Krook, Z. — M. J. Walop, geb. Lambillion, Z. — M. E. Mahie, geb.Bakker, Z. — W. F. Ilillen, geb. Buijs, D. — M. A. Ch. De Valk, geb. Bolk, Z. Klein drukwerk wordt geleverd terdrukkerij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: J. .B. Polak, wedn. A. De Jong, 78 j. — C. v. Schaik, jm. 2 j. — C. M. v. Ravensteijn, jd.l3m. —= A. C. Lucas, vr. v. A. J. Eigenheer, 55 j. — A. Lampen, jm. 5 m. — E. M. Alers, jm. 15 m. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij van het Nieuwsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Woensdag 9 Juli.
Officieren-Societeit. Concert, 8 uur. Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, B'U uur. Tooneel-Vereeniging sMelpomene". Zomerfeest. Salon en Plaats Doele, B'/s uur.
Gemengd Nieuws.
Het onderwerp'van aller gesprekken te Wiesbaden is op het oogenblik de verdwijning van den eigenaar van het loterij- en bankiershuis Fischer & Co., Krüger, die aldaar de hoofdagent der Schloszfreiheit-loterij was. Krüger heeft de gelden van de loten medegenomen, terwijl de koopers slechts voorloogige bewijzen en nog niet de origineele loten hebben. Onder de houders dezer voorloopige bewijzen heerscht een groote opgewondenheid. Het aantal personen, die bij de politie hun beklacht komen doen, neemt met den dag toe. Krüger was vroeger kellner. Zijn hospita komt 2500 Mark aan hem te kort, die zij hem voorgeschoten had; bovendien maakt zij aanspraak op een gedeelte van een prijs van 75000 Mark, die door Krüger werd gewonnen. Zoo'n onmensch! Te Berlijn is een onderwijzer gearresteerd, die een zijner leerlingen zoo hevig had geslagen, dat het kind des nachts aan hersenaandoening en verwonding van den ruggegraat overleed. 'De brand te Fort de France. De gouverneur van Martinique heeft aan den onder-staatssecretaris van koloniën de volgende inlichtingen omtrent den brand te Fort-de France gezonden : Alles is verwoest; 1015 bezittingen en 1600 huizen zijn een prooi der vlammen geworden. De schade bedraagt acht millioen, zonder de koopwaren, het meubilair en de geldwaarde mede te rekenen, die de aangerichte schade tot 20 a 25 millioen doen stijgen. De eerste dagen verschafte Saint-Pierre de noodige levensmiddelen, daarna werden die uit Guadeloupe en het eiland Sainte-Lucie gezonden. Indien deze zendingen ophouden, zullen de levensmiddelen ontzettend duur worden en staat de grootste ellende voor de deur. De mededeelingen eindigen dan ook met een beroep op de liefdadigheid der Franschen. Waar een menscli al niet toe komen kan! In het gasthuis te Eastbourne (Engeland) werd dezer dagen een man opgenomen, die zich met een hamer vier spijkers drie druim diep in het hoofd had geslagen. De man leed dikwijls aan hoofdpijn. De geneesheeren verklaarden nog nooit voor een dergelijk feit te zijn gesteld. Slechts na veel moeite slaagde men er in de vreemde aanhangsels te verwijderen. -- Een levende worgspin werd onlangs in de Kaltenbrunner verfhoutlabriek bij het verwerken van een hoop verfhout, dat uit Zuid-Amerika was aangevoerd, gevonden. Het dier behoort tot de afs vogel- en struikspin bekende spinoort, waarvan wordt verhaald, dat zij zelfs kleine vogels, zooato colibris, overvallen en uitzuigen. Het lijf van het gevonden exemplaar had een lengte van 5 cM., terwijl de totale lengte van het dier, met uitgestrekte pooten, 18 cM. bedroeg.
Buslichtingen aan het Postkantoor. Donderdag 10 Juli.
Parijs . . s.lo'sin., B.sÓ'sm., 1.50 'sn.m., 6.50 'sav. Berlijn . 5.40 'sm., 9.30 'sm., 10.— 'sm., 2.27 'sav. 4.30 'sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav.
Londen . 5.10'5m., B.so'sin., I.lo'sav..6.so.'sav. Kaapland, Natal, 0.-Vrijstaat, Transvaal 8.50 'sm. West.-Afrika, Curafao 6.so'sav.
Noorwegen 6.3o'sav.
Ingezonden Stukken. De Schotelboschlaan.
Mijnheer de Redacteur! Beleefd noodigen bewoners der Schotelboschlaan, tusschen Zomerhofstraat en Holdijk, U uit, eens een kijkje te komen nemen naar den toestand der bestrating dier laan. Bestrating ? zult ge zeggen bij uw bezoek. Noemt ge dat bestrating, wanneer ge tot ver over de enkels in den modder zakt ? Noemt ge dat soms bestrating, wanneer uw voet op de hier en daar verspreid liggende steenen uitglipt, welke onder of gelijk met het oppervlak de r modderlaag ligen en daardoor de mede door dien poel baggerende voorbijgangers met modderspatten decoreert, als belooning voor het betalen der belasting, waarui toch ook de kosten van bestrating en verlichting worden bestreden. Bij dag is de weg te begaan, ten koste van de reinheid van uw linnengoed en kleeding ; bij avond is hij bovendien werkelijk gevaarvol, door de onzichtbare, den modder schuilende steenen en en door de bijna Egyptische duisternis, welke door die enkele lantaarns onmogelijk kan worden doorboord. Nieuw aangelegde straten worden onmiddellijk bestraat, waarom dan niet bedoelde laan ? Waarom die Schotel boschlaan zoo stiefmoederlijk behandeld? En, wanneer wij eenmaal weer de zon mogen aanschouwen, zal uit dien modderpoel ongetwijfeld een geur opstijgen, welke bepaald hoogst nadeelig zal zijn, te meer in een zoo dicht bevolkte buuit. Het is werkelijk te verwonderen, dat Burgemeester en Wethouders, de leden van den Raad of de directeur van publieke werken zulk een onhoudbaren en onrechtvaardigen toestand in eene stad als Rotterdam kunnen laten voortduren,terwijl zij zoo dikwijls toonen, een geopend oor en oog te hebben daar, waar het de volksgezondheid geldt. Maar, helaas — zij zien het niet, want de Schotelboschlaan is zoo ver van het centrum der stad.
Wij willen echter hopen, ééns nog het geluid te hooren van — stratenmakers, een vak, dat, zoo ergens, in de Schotelboschlaan met succes kan worden uitgeoefend. U dank zeggende, Mijnheer, voor de plaatsruimte in 't belang der gezondheid van de belasting betalende
Bewoners der Schotelboschlaan.
X. Oorzaak en gevolg.
Op de vochtige, nevelachtige dagen was nogmaals eenzonnige najaarsdaggevolgd, een echte jachtdag, zooals de baron Von Buchenau hem verlangde
De buks in den arm trad hij juist uit het bosch te voorschijn; op geringen afstand van hem klotsten de golven van het meer. Een hooge, schrale gestalte in een grijs jachtgewaad, volgde hem, een man, die nog niet oud was, wiens ernstige, scherp geteekende trekken echter ondubbelzinnig te kennen gaven, dat hem reeds vele droefenis te beurt was gevallen. — Hier zijn wij op het gebied van mijnen buurman, zeide de baron. De haas is ons ontkomen. Hebt gij lust, een bezoek op het slot Hohenhausen met mij af te leggen, kapitein? — Neen! luidde het korte antwoord, dat met een zoo in het oog loopende haast gegeven werd, dat de baron zijn begeleider uitermate verbaasd aanstaarde. — Hebt gij iets tegen den graaf ? vroeg de baron, terwijl hij den tromp van zijn buks neerzette. — Wat zou ik tegen hem hebben? antwoordde de kapitein met saamgetrokken wenkbrauwen.Hij heeft mij bijde eerste ontmoeting niet bevallen, daarom geef ik er de voorkeur aan, geen nadere kennismaking met hem aan teknoopen. — Dat zijn szienwijzen — — Die wellicht van alle gegrondheid ontbloot zijn, ik geef het toe, maar wanneer men zich eenmaal een oordeel over een mensch gevormd heeft, dan bepaalt men zich daarbij, tot men overtuigende bewijzen van het tegendeel ontvangen heeft. — En die bewijzen moet men immers ook zoeken? — Moet men dat? — Ja,indien men den schijn van onrechtvaardigheid niet op zich wil laden. — Ik zie dat niet in, zeide de kapitein met een hoofdschudden, terwijl hij nevens zijn jachtgezel op een gevelden
boomstam plaats nam, en zijn korte pijp met tabak vulde; de graaf Von Hohenhausen is mij alleszins onverschillig, zoolang hij mijn wegen niet kruist, wat immers tot dusver nog niet geschied is. En van een man, die mijn geen belang inboezemt, houd ik mij op een zekeren afstand. — Maar graaf Hohenhausen moet u immers belang inboezemen ? — In hoe verre, mijnheer de baron? — Hij zal binnenkort mijn schoonzoon zijn, en het kan dan niet uitblijven, dat gij vaker zich in zijn gezelschap bevindt, aangenomen natuurlijk, dat gij onze vriendschappelijke betrekkingen tot elkander in eere wilt houden. Ik veronderstel, dat met het oog daarop, het u impiers niet onverschillig zijn kan, den graaf nader te leeren kennen. Reeds bij de eerste woorden des barons : had een doodelijk bleek het gelaat des ■ kapiteins overtogen, in zijne oogen ' straalde een verteerende gloed, en het ! krampachtig beven zijner lippen gaf te jennen, dat een verschrikkelijke storm in zijn binnenste woedde. — Heeft de verloving reeds plaats gevonden? vroeg hij met bevende stem, zonder den blik op te slaan. — Nog niet, antwoordde de baron, maar verwacht met zekerheid 's graven aanzoek. Deze verbintenis was de laatste t wensch zijns vaders, en ge zult moeten toegeven, mijnheer de kapitein, dat daar tegen niets valt in het midden te brengen. Ik zal ditzoo onvoorwaardelijk niet beweren,zeide de kapitein,wiens wenkbrauwen gich somber bijeen hadden getrokken. Indien barones Alma den graaf niet bemint— — Mijn waarde kapitein, dit vermoeden Êheeft voor mij geen de minste waarde. $raaf Hohenhausen is, volgens mijn beheiden meening, een man van eer e n nakter, en kan hij zijn bruid ook niet . de dweepende liefde eens jongelings aanbieden, Alma zal zich daarvoor weldra in de diepe, kalme liefde van den aan ervaring rijken man schadeloos zien gesteld. — En wie geeft u de zekerheid, dat die graaf Von Hohenhausen inderdaad een man van eer en karakter is ? vroeg de kapitein, met moeite zijn opgewondenheid beheerschend. — Kan hij niet even goed een avonturier zijn? — Mijnheer de kaptein — — Met uw verlof, wie heeft hem vroeger zoo nauwkeurig gekend, dat hij thans met zekerheid mag aannemen, hij hem weder herkende ? Ik geloof, er bestaan slechts twee personen, die hem vroeger kenden, gij en Daniël — — En de jager Hackert! — Goed, dit drietal heeft vóór achttien jaren een baardeloozen jongeling gekend, die nu als door de zon gebruind, weder voor hen treedt; kunnen deze drie met de volste zekerheid beweren, dat hij al dan niet de verdwenen erfgenaam is? Baron Von Buchenau schudde het grijze hoofd, een sarcastische trek vertoonde zich op zijn lippen. — Den bedrieger zou ik terstond ontmaskerd hebben, zeide hij, ik begrijp niet, hoe gij trouwens een dusdanig vermoeden kunt uitspreken. De verklaring daarvoor moet ik zoeken in de ergernis over het schipbreuk lijden eener hoop, een hoop, waarde kapitein, die zich nimmer zou verwezenlijkt hebben. De kapitein klemde de onderlip tusschen de tanden, hij verstond de beteekenis dier woorden. — De vereeniging onzer beide familiën is steeds onze werisch geweest, vervolgde de baron, de oude graaf Hohenhausen heeft de vervulling van dien wensch . zijn zoon tot pUoht gemaakt, en ik vind geen aanleiding daartegen in verzet te komen. — Ook dan niet, wanneer barones Alma dien wensch niet deelt. — Neen, ook dan niet. . De baron was bij deze woorden opgestaan, ook zijn gezicht vertoonde een ernstige, sombere uitdrukking, en de zijblik, die den kapitein kruiste, gaf te kennen, dat de inhoud van het kort gesprek wel gewogen en zelfs berekend was geweest. Indien kapitein Von Gronau een hoop had gekoesterd, dan moest hij nu weten, dat het dwaasheid was, in die hoop te volharden, daar van zijn verbintenis met barones Alma nooit sprake kon zijn. Maar kapitein Von Gronau was niet de man, die voor hindernissen en bezwaren zoo schielijk terugdeinsde, wanneer het gold, een ingeslagen weg te vervolgen. En hier stonden de zaken ook anders, als de baron geloofde en beweren wilde. Alma had haar neef steeds gaarne gezien, de kapitein geloofde zelfs met zekerheid te mogen aannemen, dat zijn liefde beantwoord werd. Voorts had zij zich over den graaf Hohenhausen uitgedrukt op een wijze, die voor den laatste ver van streelend was, ook hieruit meende Gronau de gevolgtrekking te mogen maken, dat hij gerechtigd was, in zijn hoop te volharden en de vervulling er van door moed en wilskracht te verwezenlijken. Bovendien was hij op de verklaringen van den graaf eenigermate voorbereid. Sedert het eerste bezoek van graaf Hohenhausen en nog meer sedert de verloving van Werner met Unika was de baron tegen den kapitein koeler geworden. De vroegere vertrouwelijkheden hadden plotseling eén einde genomen, en de oude * hoer sjjheen. 2slfs hét bezoek van zijn neef niet gaarne meer te zien. Waaraan dit alles zijn oorsprong te danken had, begreep Gronau schielijk, en het kon niet uitblijven, dat zijn verborgen gramschap nu in de eerste plaats den graaf Von Hohenhausen trof, in wien hij immers den begunstigden medeminnaar moest ontwaren. — Gij vergezelt mij dus niet, kapitein ? vroeg de baron ten tweeden male. — Naar het kasteel, neen. — Graaf Hohenhausen zal u die weigering euvel duiden,hijheeft u uitgenoodigd, en gij wijst deze van de hand. Ook gij zoudt dit kwetsend vinden! — Zeker niet; ik zou tot mij zelve zeggen, dat mijn uitnoodiging een dwaasheid ware geweest, antwoordde de kapitein. Ik heb hem niet beloofd, dat ik zou komen, hij kan mij dus niet verwachten. De baron reikte zijn neef de hand, hij scheen te beseffen, dat hij hem te hard had bejegend. — Ik weet niet, wat gij tegen den graaf hebt, zeide hij, en zoowel in zijn blik als in zijn stem spiegelde zich een warme deelneming af. Ik weet het niet, maar ik vermeen het te kunnen raden, en het zou mij voor u hartelijk leed doen, indien mijn vermoeden den spijker op den kop had geslagen. Doe afstand van eenwensch en hoop, die nimmer in vervulling kan komen, gij verbittert slechts u zeiven het leven. Gronau zweeg; voor een openlijke verklaring was dit oogenblik niet geschikt, en de goede verstandhouding, die tusschen hem en zijn oom heerschte, wilde hij niet verbreken. Voorshands had graaf Hohenhausen immers nog geen aanzoek gedaan, en dan kon de kapitein nog altijd afwachten, welk antwoord Alma den huwelijks! candidaat zou gavejfi. De toarou aohsdde zijn de hand, , en schreed langs den oever van het meer, om aan den anderen kant den weg tot het slot Hohenhausen door het struikgewas te vervolgen. Hij had zich ter nauwernood een korten afstand verwijderd, toen achter den kapitein de jager Hackert uit het bosch trad. — Gij wilt niet mede naar Hohenhausen, mijnheer de kapitein? vroeg hij. — Neen! antwoordde Gronau barsch. — Wellicht zal zich spoedig menigeen van hem afwenden, die heden nog zijn vriend is. — Hoe bedoelt gij dit? — Dat weet ik zelf niet, het is misschien niets meer dan een vermoeden, maar voor mij is dit voldoende, zeide Hackert met gerimpeld voorhoofd. — Een vermoeden? herhaalde de kapitein, wiens nieuwsgierig- en opmerkzaamheid die woorden moesten opwekken, men grijpt dusdanige vermoedens niet uit de lucht. — Zeker niet! — Gij moet dus ook iets meer weten, Hackert! — Ik weet in het geheel niets, mijnheer de kapitein, ik zeg slechts, dat weldra zich menigeen van hem kan afwenden, die heden op zijn vriendschap boogt. Mij wordt niets gevraagd en ik heb ookgeen recht te spreken en het is mijne gewoonte niet, iemand te beschuldigen, zoolang ik geen bewijzen tegen hem heb. Wij zullen het immers vernemen. — Wat zullen wij vernemen ? De jager wendde zijn gelaat van don vorschenden blik des kapiteins af, hij scheen te vreezen, dat de uitdrukking zijner trekken meer verraden zou, dan hil wel verraden wilde. {Wordt vervolgtL)