ZWERVER IN „ONBEKEND" EUROPA. A. den Doolaard vertelt. Stof voor een nieuwe roman van twee werelden: „Orient- Express".
Wie den schrijver van „De Druivenplukkers" en „De Herberg met hel Hoefijzer" tegen het lijf loopt, staat altijd voor de vraag, of hij uit den Kaukasus. uit Macedonië, van den lavendelpluk of den wijnoogst in Zuid-Frankrijk, of van de Poolsche grenzen komt. Den Doolaard heeft het goede voorbeeld der oude handwcrkslui gevolgd, die met hun werktuig onder den arm de halve wereld afzwierven om het vak te leeren. Hij heeft met een vulpenhouder en een fototoestel in den rugzak reeds een paar jaar geleefd in zuidelijke wijngaarden. Albanlsehe bergdorpen, in moerassen aan de Russische grens en tusschen de blauwe bloemenvelden der lavendel. Kn het laatste nieuws was, dat hij voor een verzamelaar op weg was om arendseieren te zoeken, in den Kaukasus.... Men is even versteld, als men zulk een mensch in alledaagsche kleedij ontmoat, op het Amsterdamsche plaveisel, en de eerste vraag is natuurlijk: — Waar kom je vandaan? — l'it Utrecht, zegt Den Doolaard, hoogst ontnuchterend. Lezing gehouden— Van nieuw werk? Nogmaals alle complimenten over „De Herberg"! Ken mooi boek!.. — Dat zeggen ze. en het doet me pleizier dat ze het zeggen.' Neen, ik hel» wel nieuw werk onder handen, maar af is het niet. Het wordt pen roman, waar ik al twee jaar aan bezig ben: „Oriënt-Expross".
— Vertel eens.... — Ken interview? Knfin, ik hel) zelf ook veel onschuldige menschen geïnterviewd; zoo straft het kwaad zirhzelf. Maar prettig is het niet — Dus ..Oriënt-Expross" wordt.... — Ken Balkan-roman. Twee werelden. Die van den internationalen trein, die door het land suist, met zijn inhoud van diplomaten, eerbare reizigers, oplichters. fielten en cocaïnesmokkelaars. En die van het land zelf. de hoeren, het in grond en bodem gewortelde volk. Men kent dit volk niet. Trouwens, als men. de algemeene ..men", over Europa spreekt, denkt men aan de landen, wier taal op school geleerd worden, of waar men wel eens reisde. Oost-Europa kent nagenoeg niemand. liet volkselement in de samenlttving is hier veel sterker dan in West-Europa. Tachtig procent der bevolking is boor, tegen, laten wij zeggen, in Frankrijk vijftig, in Nederland een goede dertig. Deze Oost-Kuropeesche hoerenvolken zijn geestelijk nog geheel onverhruikt. lichamelijk gestaald door eeuwcnlangen harden strijd om het bestaan. I.ange onderdrukking heeft hun geweldige sluimerende energie niet gebroken. Iteeds alleen wat krachtsverschil en werkvermogen betreft is het verschil zeer groot: een boer of soldaat leeft van zonsopgang tot een uur of negen, tien. op een kop zwarte koffie, en bij heeft reeds een halve dagtaak of een 2."> K.M.-marseh achter den rug. eer West-Europa begint te werken. Voeg daarbij, dat in deze volken nog een groote natuurlijke beschaving leeft: aartsvaderlijk, gastvrij en nog steeds zich uitend in sterke en rijke volkskunst — en men ziet, wat een conflict met de moderne W'estersche techniek en leefwijzen, dat thans begonnen is, hier kan beteekenen. — Is het verschil in aard en gastvrijheid tusschen een Franschen en een Macedonischen boer wel zóó groot? ■— En of, zegt de lavendelplukker, kennelijk met ervaring. Als een Fransche boer u goed kent. zal hij u aan tafel vragen en er zijn beste eten. drinken en zilver op zetten. Maar kent hij u niet. dan stuurt hij den hond op u af. In den Balkan ls welkom wie honger heeft. De menschen leven broederlijker, er bestaan oneindig veel sterker gemeenschappelijke gedachten. Misschien kan men van West-Europa zeggen: „Chacun pour s/ci". Van de Macedonische boeren zeer zeker: ..chacun pour tous". Autobus en intellectueelen zijn in deze sfeer de factoren der verandering. De intelligentsia is vrij talrijk, maar volkomen losgeslagen van de wortels. Velen studeeren Zeer weinigen vinden werk. en hun groote toevlucht is de politiek. De beroeps-politiek, die weinig of geen contact met het volk heeft, die vaak uiterst onbetrouwbaar is. en door cic hoeren veelal met bedriegerij vereenzelvigd wordt. Ook hier conflicten te over, en dus prachtige romanstof.. Van den roman zelf zeg ik verder niets, ik werk er aan en ik houd niet van vooruitpraten over wat nog niet volschapen is. — Nieuwe reizen in den zin? — In den zin zeker. Spanje. Finland, de Baltische staten, zoo mogelijk Rusland. De andere wereld trekt mij niet zoo sterk aan: ik zou eerst graag Europa goed kennen, van Noord tot Zuid en van Oost tot West. — En hoe ziet de Nederlandsche kunst er uit, als men ze. zoo eens per jaar, terugkeerend uit den vreemde, ziet — N0ga1.... moet ik dat zeggen? Nogal bekrompen, wat. de onderlinge verhoudingen aangaat. Wel erg een slagveld van jaloezie eu partijschap.
Laat ik vooral eerst zeggen, dat mijn definitie van kunst, luidt — voor zoover het over literatuur gaat — het schrijven van wat men niet laten kan. Dat schrijven is niet prettig. Men verzet er zich tegen: maar het möèt. Kn daarom heb ik een ingekankerden hekel aan de romanfabrikanten en de graas-schrijvers; het automatengevaar in de literatuur. Men werpt een goed honorarium in de gleuf en er komt een nieuwe roma n uit de 1a... . Ik geloot wel. dat de eerste teekenen van een ommezwaai thans zichtbaar worden. Overal, in alle landen, teekent zich een scherpe scheiding af tusschen het aestheticisme en de ware kunst, die van het gevoel en den eerbied voor het menschelijke. Gundolff heeft eens geschreven dat een kunstwerk de resultante is van drie factoren:, de persoonlijkheid, het tijdsgewicht en het eeuwige, dc vonk der inspiratie. Dat persoonlijk element is wel al te zeer op den voorgrond getreden, en het leven zelf is wel zeer verwaarloosd. In de kunst en in de critiek. Is de critiek niet al te vaak te veel met kunstproblemen, te weinig met levensproblemen bezig? Het heeft onzen jongsten generaties ontbroken aan levensinzicht en aan gevoel voor ordening. Hoevelen der jongere schrijvers zijn niet blijven steken in een puberteitsmentalitcit? Kr is fel. knap werk gemaakt, maar het ware leven is maar al te vaak niet benaderd.... Overigens moet ik bekennen dat ik meer en meer een in „het nieuwe" onbelezcn mensch ben. Ik lees liever klassieke romans, boeken, waar ik van leeren kan: Conrad, Balzac, Stendhal, en» ik heb over "t algemeen liever te maken met een boer, een schoenlapper of een zeeman, dan met een „literator". Ik geloof dat ik niet de eenige ben. ... Als ik het dus eens zoo zeggen mag: ik geloof dat er een strijd van twee kampen op handen Is: van de aesthetische kunst tegen de kunst die meer direct in mensch en leven wil doordringen, en die waarschijnlijk veel heftiger een tendenz-kunst zal worden, omdat z* niet zoozeer een bijzondere kunstuiting, dan wel een strijdbare uiting van de beele persoonlijkheid van den schrijver is Kn hoe die strijd verloopen zal? — Het zal voor een gord deel afhangen van Oundolff's tweeden factor: het tijdsgewricht: de politieke en economische ontwikkeling die wij legemoet gaan....
Al den Doolaard op «eg i» Macedonië.