In VERNIEUWING VAN OPVOEDING EN ONDERWIJS staat deze kritiek op het Rijksplan voor de'lessen in de Nederlandse taal: „Nog cei; «>nkel woord over het literatuuronderwijs. Dat de geschiedenis van de leiterkunde een dienende functie heeft ten opzichte van het literaire werk kan ik aanvaarden. Een dienaar kan echter in alles 's meesters rechterhand zijn, maar ook een onverschillige die er de kantjes afloopt. Als men een leerling de opdracht geeft „een aantal belangrijke werken uit enkele perioden te lezen" zoals in het leerplan staat, doet men dat dan omdat die werken zo mooi zijn of omdat de kenmerken van de perioden waarin zij ontstaan zijn, zo goed naar voren komen, omdat men er zelf zo van genoten heeft, of omdat de tijdgenoten van de schrijver ze zo waardeerden? Ik kies de dienaar die altijd bij de hand is, die desnoods de meester wat uit handen kan nemen. M.a.w. ik kies voor een literatuurondenvijs waarbij het kunstwerk getoond wordt als product van de auteur en .zijn tijd, waarbij de leerlingen geleerd wordt verband te leggen tussen werken uit verschillende perioden door ze de opeenvolging van cultuurstromingen duidelijk te maken. Een van de algemene doelstellingen van ons onderwijs is cultuuroverdracht. De eigentijdse cultuur is daarbij het belangrijkste, maar we zenlijk begrip daarvoor is alleen mogelijk als men 'weet wat eraan voorafgegaan is. Ik zie niet in, waarom een vijfdeof zesdoklasser van atheneum of gymnasium bij ons literatuuronderwijs niet verder zou moeten gaan dan „een eerste kennismaking, die ertoe moet leiden, dat de leerling zich later zal willen en kunnen verdiepen in literatuur". Mijns inziens kan men van bovengenoemde leerlingen best verlangen, dat ze rich terdege verdiepen in enkele perioden van de literatuur aan de hand van een aantal belangrijke werken uit die perioden en dat ze daarvan bewijzen leveren door middel van scripties of spreekbeurten. Pas dan doen zij voorbereidend wetenschappelijk werk. En als de leraar Nederlands hun dararbij leiding geeft, pas dan geeft hij voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hetgeen de bedoeling is in deze afdelingen." yi VERNIEUWING VAN OPVOEDING EN ONDERWIJS; maandblad van de gelijknamige werkgemeenschap, postbus 13, Purmerend. •
De tijd : dagblad voor Nederland
- 09-08-1969
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 09-08-1969
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40315
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
TIJDSCHRIFTEN PRODUCT VAN Z'N TIJD
NIEUW KOLONIALISME
DE VRAGENDE MENS richt de aandacht op de consequenties van de enorme machtsconcentratie in de .Amerikaanse industrie: t„De Amerikaanse industriële expansie ro«y)t een nieuwe vorm van kolonialisme op. Het veilig stellen van de afzet van de enorme produktie van alle mogelijke goederen en van de toelevering van grondstoffen die Amerika niet of in onvoldoende mate heeft voor handhaving van deze produktie, Vraagt om ondergeschiktheid van andere landen en volken aan de belangen van het Amerikaans economisch stelsel. Een ingewikkeld systeem van leningen, vestigingen in andere landen, ontwikkelingshulp, militaire bijstand, wapenleveranties, handels-, ruil- en hulpvoorwaarden, politieke druk, agressieve verkooptactiek, gunsten en bedreigingen, wordt daarbij gehanteerd. De beveiliging van een dergelijk imperium, waar aan toegevoegd de door het machtsvermogen van Amerika opgeroepen rol van bevoogder der wereld, eisen een adequaat militair machtsapparaat. Derhalve heeft Noord-Amerika een militair vermogen, dat, naar menselijke maatstaven, onbegrensd is. Dit militair apparaat is nauw verweven met het industrieel complex; men moet hier daarom spreken van een militairindustrieel complex. In 1968 verbruikte het militair apparaat van Noord-Amerika ruim 75 miljard dollar, of 270 miljard gulden; een onvoorstelbaar groot bedrag. Het is hiermee het belangrijkste bedrijf van Amerika, dat niet alleen zelf enorm veel werknemers heeft, maar ook via allerlei leveranciers werk geeft aan miljoenen. Dit betekent dat het militair apparaat niet alleen . het industrieel complex beschermt, maar door reusachtige orders ook aan het werk houdt, terwijl de industrie op haar beurt weer grote invloed heeft op het militair bestel. De verbindingen tussen beiden aan de top zijn sterk en zichtbaar. Er is een wederzijdse stimulering onder de ideologie van het anti-communisme. Hoe werkt een en ander uit in de wereld? In enkele trekken: Op 11 juni j.l. werd aan de president van Amerika door negentien Latijns- Amerikaanse landen een memorandum overhandigd, gebaseerd op rapporten van deskundigen, waarin Amerika er van werd beschuldigd van Latijns-Amerika een wingewest te maken. Voor elke dollar die Amerika in de periode van 1965 tot 19G8 in Latijns-Amerika had belegd in de vorm- van leningen, investeringen en hulp had het drie dollar terug ontvangen. Om de rente en de aflossingen te betalen moeten de zuidelijke landen 34 procent gebruiken van hun uit export verkregen deviezen. Men krijgt te lage prijzen voor de geleverde grondstoffen en moet daar tegenover steeds meer betalen voor de Amerikaanse produkten en aan vrachtkosten voor . het (gedwongen) vervoer met Amerikaanse schepen. De door Amerika verleende kredieten en leningen komen vooral ten goede aan Noordamerikaanse ondernemingen die hun kredieten gedekt en hun leveringen betaald krijgen. De zuidelijke landen werden geprest de dure Amerikaanse goederen te kopen, terwijl zij die goedkoper zelf zouden kunnen maken. De lalden eisten betere betaling, meer export, lagere vrachtprijzen, uitstel van betalingen 1 en hulp bij industrialisatie. Hierbij zij nog opgemerkt, dat in Latijns-Amerika de groei van het inkomen per hoofd van de bevolking na 1960 is teruggelopen van 2,1 procent per jaar tot 1,8 procent. Waarbij men in aanmerking moet nemen, dat de gemiddelde levensstandaard maar 6 procent bedraagt van die der Noordamerikanen. Het officiële getal werklozen is opgelopen van 18 miljoen tot 23 miljoen Het aandeel in de wereldhandel van Latijns-Amerika is van 11 procent teruggelopen tot 5 procent, terwijl de buitenlandse schuld (voornamelijk aan Noord-Amerika) van 10 miljard dollar zich verdubbcldo tot 20 miljard." DE VRAGENDE MENS; twee-maandelijks tijdschrift voor religieuze, ethische, sociale en politieke vraagstukken, Melis Stokclaan 2164, Den Haag.
GELIJK-GELIJKWAARDIG
In DEMOCRAAT dringt mevrouw A. Meyer-Huisman er by. D'C6 op aan, spoedig een standpunt in te nemen in de kwestie of de vrouw in onze maat' schappij als „gelijk" dan wel „gelijkwaardig" aan de man moet worden beschouwd: „Het gaat hier nl. om een fundamentele wijziging in onze inzichten omtrent de rol en de positie van minderheden, in kwantitatieve en „kwalitatieve" zin, in onze samenleving. Het is misschien niet toevallig dat juist in Frankrijk deze zienswijze is opgekomen, omdat deze mening door Sartre reeds vroeger is neergelegd in zijn boek Réflexions sur la question juive, waarin hij (bij mijn weten als enige in de grote hoeveelheid auteurs over het onderwerp antisemitisme) stelt dat wij nog nergens zijn zolang wij de houding innemen van „de jood die zich helemaal aan ons aanpast, accepteren we wel, maar de jood die zo „vreemd" is, moet maar verdwijnen". Sartre wil het recht erkend zien van ieder individu en iedere groep op een eigen gezicht, gedragspatroon, karakter enz. Ik geloof dat . men hier de kern van iedere discriminatie raakt. Een ander voorbeeld; zolang de negers in de USA alleen maar zo goed muziek maken, maar niet een evenredig deel aan ingenieurs opleveren, kunnen de blanke , Amerikanen hen niet als gelijkwaardige burgers aanvaarden. Aangezien het niet bon ton is om andere mensen niet te aanvaarden, komt men dan al gauw tot het besluit: nu moeten we zorgen dat do joden niet van ons te onderscheiden zijn en dat de negers in drommen naar de technische hogeschool gaan. Deze zienswijze nu is ook van toepassin ' op de houding van de maatschappij t.o.v. de vrouw. Als een vrouw niet net zo goed is op alle gebieden als de man, dan is zij niet acceptabel; een intolerante houding die ik niemand kwalijk neem, want je bent nu eenmaal de erfgenaam van een maatschappijopvatting van de voorouders." „De emancipeerders hebben zich vermoedelijk inmiddels geharnast en zitten boven in de pen. Want ook zij, éven conservatief denkend als b.v. de bovengenoemde Amerikanen, kunnen niet zien dat een vrouw evenveel waard is als de man, ook al zou zij anders zijn. In hun ogen betekent anders zijn: minder zijn. Zo wordt er in die kringen altijd naarstig gezocht naar beroemde vrouwen, hetgeen net zo dwaas is als het, opsommen van belangrijke, joden. Maar is de vrouw nu, behalve in haar hormoonhuishouding en anato[\ mie, anders ( van aanleg dan de man? , Vooralsnog kunnen wij slechts kijken naar wat de vrouw presteert, gepresteerd heeft en wat zij wil. We moeten dan vaststellen dat de geschiedenis bijzonder weinig vrouwen met inventiviteit heeft opgeleverd (ik gebruik niet het woord creativiteit, want dan krijg je altijd te horen: kinderen krijgen is ook creatief). De tegenwerping is dan: „ja maar, ze hebben nog pas 50 jaar de mogelijkheid tot ontplooiing". Welnu, nemen wij de verloskunde zo oud als de mensheid, toch werkelijk een vrouwelijke aangelegenheid. Als men de geschiedenis van de medische wetenschap bekijkt, dan blijkt, dat alle belangrijke vindingen en verbeteringen in de obstetrie door de eeuwen heen door mannen zijn gedaan, hoewel, behoudens enkele uitzonderingen (een maitresse van Lodewijk XIV was de eerste bij wie een man het kind ter wereld haalde), alle bevallingen door vrouwen gedaan werden. Een ander voorbeeld: sinds de revolutie is de Russische vrouw volledig gelijkgeschakeld. Op het ogenblik is het zo dat de uitoefening van het medische beroep, dus het verzorgende deel, bijna uitsluitend in handen van vrouwen is, de medische research, het inventieve deel, daarentegen overwegend in die van mannon. Ik zou zo nog een hele tijd door kunnen gaan, maar de ruimte zal dat niet gedogen. Ik meen ook — generaliserend — dat vrouwen bepaalde kwaliteiten hebben die mannen missen (Diactisch denken en handelen, gevoel voor mensen, verzorgend, bemiddelend) en vice versa. Het lijkt me struisvogelpolitiek dit niet te willen zien." DEMOCRAAT; uitgave van D' 66; Keizersgracht 576, Amsterdam.
VVD EN DE KROEG
In LIBERAAL REVEIL staat cm verslag van een VVD-vergadering in Leiden: „De kniesoren, die de gezellige vrijdagavond van de Groningse Algemene Ledenvergadering in een Poolse landdag meenden le moGten omdopen, zullen op 9 en 10 mei in Leiden minder reden tot klagen hebben gehad. Er is tijdens de verdere behandeling van het rapport „Kiezer—gekozene" ijverig en over het algemeen zinnig gediscussieerd. 0f... eh? Een deel van de vergadering beleed zaterdagochtend in de Leidse Stadsgehoorzaal — zij het nu niet metterdaad — zijn liefde voor Het Café en Hoogstdószelven Geneugten. Het ging om de resolutie, waarin wordt aangedrongen op spreekuren van kamerleden, leden van provinciale staten en gemeenteraadsleden. De partijraad voelde voor dit voorstel, maar hij pleitte voor de toevoeging „zo mogelijk ten gemeentehuize". Waarom? zo werd aan de partijraad gevraagd. Waarom toch de meestal wat statige, watv ambtelijke sfeer verkozen boven de meer informele omgeving vdn de herberg? Dr. Nordlohne, die de resolutie moest verdedigen, wilde er niet zwaar aan tillen. Een gezellige kroeg kan beter zijn maar anderzijds is er wat voor te zeggen om op deze manier de mensen het gemeentehuis te laten leren kennen." LIBERAAL REVEIL: verschijnt tweemaandelijks als uitgave van de Kelijknamlge stichting; Badhuisweg 232, Den llaag.
Harvard
VELE CONGRESLEDEN echter weerspiegelen in hun opvattingen de stemming van de kiesgerechtigden in hun districten, die zó krachtig maatregelen eisen tegen de studenten, dat de strafwet, ingediend door het parlementslid mevrouw Green, gemakkelijk door het Huis van Afgevaardigden zal komen. Studenten, die lid zijn van de linkse groep Students for a Democratie Society, welke groepering zeer actief is op vele onrustige campussen, worden nauwlettend in het oog gehouden. Vele hogere scholen zagen hun bestuur gedagvaard om aan Congres-commissies hun vertrouwelijke gegevens voor te leggen inzake acties voerende studenten. Hetgeen dit jaar in Harvard gebeurd is. kan als typerend worden beschouwd. De universiteitsbevolking was al rumoerig bij het begin van het academische jaar. Faculteitsgroepen hielden discussies over actuele onderwerpen zoals het onttrekken van academische steun aan het trainingscorps voor reserve-officieren, het wijzigen van de gradering der juridische studie, en het instellen van speciale opleidingen voor negerstudenten. Over deze drie voornaamste gesprekspunten was in februari van dit jaar vrijwel overeenstemming bereikt tussen de gemengde commissies en de studenten. Maar kleine meningsverschillen gaven in maart aanleiding tot incidenten, waarbij o.a. studenten binnenvielen in faculteitsvergaderingen over het trainingscorps voor reserve-officieren (ROTC) en waarbij protestbetogingen gehouden werden tegen het onthouden van geldelijke steun aan negen studenten, die gestraft waren wegens een betoging tegen het ROTC in december. Daarna werd de spanning verhoogd, door incidenten tijdens colleges, en begin april waren hoogleraren en bestuur geprikkeld en gespannen. Leden van de bovengenoemde linkso Students for n Democratie Society (SDS) verhevigden de discussies door het indienen van een nieuwe reeks van in totaal zes eisen. Ondanks een met 180 tegen 140 stemmen genomen besluit af te zien van de bezetting van een universiteitsgebouw om de administratie tot een beslissing te dwingen werd de aula op zekere ochtend bezet door 70 studenten, die leuzen uitriepen gericht tegen het ROTC. Snel nam de spanning toe en binnen het eerste uui van de bezetting werden zeven hoogleraren met geweld verwijderd en bureaux en kasten opengebroken. Tijdens de lunchpauze herhaalden rond 150 felle betogers hun zes eisen en namen voorbereidende maatregelen voor de duurzame bezetting van het gebouw, terwijl over de campus uit een open raam met groot volume de muziek van een Brandenburgs Concert van Bach weerklonk. Later in de middag waren 3.000 studenten op de campus samengestroomd. Toen werd Bach vervangen door de Beatle-plaat Revolution en een atmosfeer van hooggestemde kameraadschap verbreidde zich over de betogers en degenen, die alleen uit nieuwsgierigheid aanwezig waren. Waarschijnlijk zouden zij eigener beweging wel weer uit elkaar gegaan zijn, maar om vier uur 's middags stormden 325 man staats- en plaatselijke politie de aula binnen, sloegen hard om zich heen en arresteerden 200 personen. De politie was te hulp geroepen door Harvard's president-curator, Nathan Pusey, zonder voorafgaand overleg met het faculteitsbestuur.
TRAUMA is geen te sterk woord voor de toestand van met stomheid geslagen ontsteltenis en shock, waaraan elke geleding van de Harvardse universitaire samenleving ten prooi was na deze inval van de politie. Dat duurde tot begin juni, tot het einde van het academische Jaar. Harvard ontsnapte nog wel aan een massale ontslagneming der hoogleraren, maar onderling vielen zij in twee groepen uiteen, en het dagelijks leven werd geheel in beslag genomen door eindeloze samenkomsten en diskussies. „Hoe kan ik mijn boek afschrijven?", klaagde een hoogleraar. Maar erger nog, de hoogleraren kunnen geen gemeenschappelijk standpunt meer vinden met de administratie, de oud-studenten en de curatoren. Er kwamen evenveel boze brieven binnen van groepen afgestudeerden als bedreigingen met betogingemin het nieuwe studiejaar van de kant van de SDS. Het schorsen van 16 studenten werd bekend gemaakt nadat vrijwel alle studenten met vakantie waren gegaan. Een mooi punt om als basis te nemen, zo meent de SDS. voor grote acties in het komend najaar. ' Overigens was een deel van de eisen van Harvard's SDS reeds ingewilligd. De banden met de ROTC werden verbroken, betere en goedkopere woongelegenheid werd toegezegd, het systeem der juridische opleiding verbeterd, voor neger-studenten werden niet alleen aparte colleges ingesteld maar zelfs een gehele faculteit ingericht, hervorming van de administratie is reeds ingeleid. Maar niemand is tevreden en in het najaar komen nieuwe eisen aan de orde. Want deze academische problemen zijn niet de wezenlijke kwesties; dat zijn: de oorlog in Vietnam, de schande der Amerikaanse grote steden en het rassenprobleem, en deze kwesties zijn op hun beurt weer de uiterlijke vormen van het diepste probleem, dat is het probleem van een samenleving die een Vietnam en een negerkwestie kan voortbrengen. Harvard werd dan ook niet zozeer aangevallen als voornaamste oefenschool voor legerofficieren, als grootgrondbezitter, als -blind voor het negervraagstuk, of wegens zijn verouderde administratie, maar omdat Harvard het symbool bij uitstek is van het Amerikaanse systeem, dat de studenten wensen te vernietigen.
Faculteiten, curatoren en oud-studenten fijn even zovele draden van een web van mandarijnen, die de regering en het zakenleven der Verenigde Staten beheersen. De student geeft op de vraag „Wie regeert in Harvard?" hetzelfde antwoord als op de vraag „Wie regeert het land?", namelijk big business.
NEGERS ZOEKEN CONTACT MET BLANKE STUDENTEN In Amerikaanse universiteiten overal rassenconflicten UNIVERSITEIT BRANDT
Van een bijzondere medewerker WASHINGTON, augustus. NATHAN PUSEY, presidentcurator van Harvard, zegt naar aanleiding van de kritiek van zijn studenten op de Amerikaanse samenleving: „Zij leven in een droomwereld". Maar voor die studenten zelf is de wereld van Nathan Pusey erger dan een droomwereld — zij vinden het een ware aanfluiting van wat een samenleving zou moeten zijn. , In het liefelijke Cambridge, Massachusetts, glijden roeiers geruisloos over de brede Charles-rivier, langs de glinsterend gouden koepels en de diep beschaduwde gebouwenblokken van do Harvard-universiteit. Maar dat vredig schouwspel is bedrieglijk. Fair Harvard, het mooie Harvard, is hard op weg even ugly, even lelijk en onaangenaam te worden als de minder beroemde universiteiten aan de westkust en in andere staten. Voor vele Amerikanen was de opstand der studenten van Harvard, in april jongstleden, te vergelijken met het instorten van het laatste bastion der beschaving, de alma mater van het esfnbüshment aan de oostkust der Verenigde Staten. In het afgelopen jaar vonden er op meer dan 200 van de 2000 Amerikaanse universiteiten en hogere scholen stakingen, sit-ins en betogingen plaats, waarbij zelfs de grootste en beroemdste instellingen niet ongemoeid bleven. De protestbeweging greep naar boven tot de hoogleraren en omlaag naar de middelbare scholen, waar de tieners het onderwijs bij meer dan de helft van de junior high schools hebben verstoord.' Deze protestbeweging weerspiegelt èp bevordert de toenemende polarisatie in de Amerikaanse samenleving. Elko bezetting van een universiteitsgebouw, elke nieuwe serie eisen van studenten levert nieuwe stemmen voor gouverneur Reagan, terwijl de hagelkorrels en het traangas, die in Berkely uit helicopters over de betogers gesproeid werden, of de politieauto's, die in Madison (Wisconsin) op de betogers inreden, de studenten van hun kant versterken in hun overtuiging, dat de Amerikaanse maatschappij hopeloos verziekt is. Universiteitsbesturen en faculteitsleden zijn ijverig doende met zelfkritiek, en Congresleden reizen rond langs de universiteiten, ook de president laat zich uitgebreid voorlichten. Dezer dapen zette een groep Republikeinen gesteund door een klein aantal Democraten ren wetsvoorstel op stapel om als strafmaatregel federale betalingen te onthouden aan ieder lid van een universiteit, dat bij betogingen zóli zijn betrokken, en bovendien nog de federale subsidies te onttrekken aan elke universiteit of hogere school, die in gebreke zou blijven met de strikte handhaving van de orde en eigen strafmaatregelen tegen betogende studenten of hoogleraren zou nalaten. Een groot aantal leidende figuren wit het hoger onderwijs en zelfs de presidentiële commissie inzake het gebruik van geweld hebben er al op gewezen dat dit wetsvoorstel tot rampen zal leiden en van de samenleving vervreemde jongere generaties alleen nog maar erger zal verbitteren.
Eeri student van het City College van New York kijkt naar een brandend universiteitsgebouw. De brand was gesticht door protesterende studenten.
Confrontatie
HET GROTE ZAKENLEVEN van de Verenigde Staten is het eigenlijke doelwit van de SDS, die er nu openlijk voor uit komen, dat zij academische en universitaire kwesties aangrijpen om confrontaties te bewerkstelligen, en hun ledental uit te breiden, dat thans 6000 telt op 7 miljoen studenten in het gehele land. ledere keer dat de autoriteiten de politie te hulp roepen, groeit de aanhang van de SDS. Hoezeer de politie gewelddadig en brutaal optreedt, is herhaaldelijk bewezen, en vooral het politieoptreden tijdens het congres der Democraten in Chicago, in augustus vorig jaar, vond zijn weerklank in alle universiteiten van het gehele land. Naarmate de invloed van SDS toeneemt, dank zij de confrontatie-politiek, zwenken zij ideologisch meer naar links. Harvard heeft twee groepen, zoals ook landelijk de SDS verdeeld is, een gematigde groep die zich de New Left Caucus noemt, en een radicaler marxistischer groep, de Student-Worker Alliancc genaamd. De opvattingen lopen uiteen van het standpunt van verwende rijkeluis-zoofitjes, die alleen maar tegen èlk gezag zijn. via serieuze gematigde idealisten, die alleen maar de universiteit willen hervormen, tot aan het andere uiterste: degenen, die naar een revolutie def werkers en studenten streven. Bij deze linkse groep zijn zowel studenten als docenten aangesloten. De leden van deze linkervleugel zijn zeer harde werkers met grote intellectuele overtuigingskracht. Voor deze zomer heeft de Student- XVorker Alliance een actieprogram ontwikkeld. dat de studenten in de fabrieken moet brengen om zo hun denkbeelden uit te dragen tot de arbeiders, met het doel de daar heersende denkbeelden vart blank racisme en van traditionele ordehandhaving af te breken. Cambridge heeft een sociale situatie, die voor zodanige acties aanknopingspunten biedt, omdat de arbeiders ontevreden zijn. Zowel de universiteit zelf als het bekende Massachusetts Institute of Technology en de NASA hebben de laatste jaren zoveel grond opgekocht of gehuurd, dat le grondprijzen hemelhoog gestegen Jjn. Onder invloed van de wetenschappelijke ontwikkeling is er ook nauwelijks meer werk te vinden voor ■ gewone arbeiders, en eigenlijk alleen nog maar voor technici. Zo heeft Cambridge zich ontwikkeld tot een stad van technocraten, geheel in dienst van het militair-industriële complex. Daardoor kunnen de studenten aanknopen bü ontevredenheid onder de arbeidersbevolking, zoals dat vorig jaar het geval was in Berkeley naar aanleiding van een volkspark.
Rassenkwesties
VOORNAAMSTE WIJZIGING in de tactiek der studentenbeweging in het afgelopen jaar was de verschuiving van de klemtoon van Vietnam naar de rassenproblemen. Radicale negers, met name de Zwarte Panters aan de westkust cn in New York, zijn voorzichtig begonnen contact op te nemen met de blanke, linkse studenten. Inmiddels heeft het rassenconflict op de campus een nieuwe gevaarlijke wending genomen. Men heeft over de gehele wereld de foto gezien van negerstudenten in Cornell, die een universiteitsgebouw verlaten met het geweer in-de hand. Algemeen heeft men bij diev«,foto gedacht aan een rassenconflict tussen studenten. De negerstudenten waren echter niet gewapend naar.de campus gekomen, 'maar hadden deze geweren later ontvangen toen zij bedreigd werden van buiten door blanke niet-studenten, de vigilantes. Rassenconflicten zijn uitgebroken aan alle universiteiten, van het liberale noorden naar het oude zuiden, waar van integratie nog maar nauwelijks sprake is. Door de negers worden eigen woonruimten, eigen faculteiten, éigen studierichtingen verlangd, maar ook hier zijn de eisen slechts de voorgrond voor dieper liggende problemen, in hoofdzaak de overgeërfde sociale achterstand der negers in de Amerikaanse samenleving. Het gaat bij de negert als bij de linkse studenten: elke concessiè, die aan hun verlangens beantwoordt, wordt direct door nieuwe eisen gevolgd. Ook de negersiudenten verlangen eerder een radicale wijziging der gehele maatschappij- dan dat zij met bepaalde revisies van het stelsel tevreden zouden zijn. Het is een teken aan de wand dat de ongeregeldheden in de middelbare schalen, waar naar verhouding veel meer negers zijn dan op de universiteiten, veel algemener over het land versvreid zijn en veel sterker het karakter van rassenconflicten hebben dan het geval was bij de moeilijkheden aan de universiteiten.
ZOMERUNIVERSITEIT VAN NIJMEGEN „Wij gaan door met de strijd" Van een speciale verslaggever NIJMEGEN, 9 aug. Werkgroepen op zoek naar een strategie
Wie niet wil aannemen dat de stuccnten bij het begin van het komende studiejaar opnieuw in opstand komen, doet er goed aan een snipperdag te nemen en naar Nijmegen te trekken De zware deur die toegang geeft tot de aula van de katholieke universiteit van Nijmegen staat tot eind augustus uitnodigend open. Al snipperend kan iedereen die dit wenst horen en zien dat de studentenrevolte zich verdiept. Zelfs in een temperatuur waarbij de mussen trekkebekkend van het dak vallen. De zomeruniversiteit van Nijmegen verloochent de doelstellingen niet. De koortsachtige activiteiten van een kleine tweehonderd activisten zijn gericht op: inhoud te geven aan de eis van het medebeslissingsrecht; le bepalen welke globale strategie gevolgd moet worden om dat medebeslissingsrecht te krijgen; te zoeken naar samenwerkihg met groepen buiten de universiteit om concrete politiek-maatschappelijke problemen aan te grijpen. Van de barricades naar de schrijfmachines is een moeilijke stap. Efficiency, is studenten vreemd. Ze willen er zelfs niet van horen. Discussiëren kan ook moeilijk efficiënt werken. En elk op papier vastgelegd probleem is oeverloos doorgepraat. Elke avond is er een plenaire vergadering, waarin de resultaten van de uit vier tot acht man bestaande werkgroepen opnieuw kritisch worden getoetst. Op dc dag kunt u de werkgroepen overal bezig zien. Zo op het eerste gezicht lijkt het nutteloos Maar als u kennis zou nemen Van de geproduceerde rapporten dan houdt' u de adem in. Het legt een visie bloot die naar een ideale maatschappij moet voeren. Ken maatschappij die anders is dan die we nu kennen. In de dagen die zijn verlopen sinds de start van de zomefuniversiteit zijn er drie brochures vol getikt. Eentje over corporatisme, een tweede over parlementarisme en een derde over technologie. Het zijn basjsrapporten. Zeg maar leidraden voor een nieuwe, beter toegespitste discussie. Er is een groep die zich bezighoudt met welzijn. In hun mond ligt het woord „zwartboek" te sudderen. De vraag werd' ogeworpen hóe minister Klompé (CRM) te benaderen. Gewoon, per telefoon. Ja, die mogelijkheid lag open. Volgende discussie-punt: dat gesprek moet op band worden vastgelegd. Of iemand moet in staat zijn mee te luisteren. Hoe, wat. waar? Techniek is deze studenten vreemd. Het probleem werd opzij geschoven. Dat was ook niet relevant, dat probleem, want men koesterde geen hoop dat minister Klompé waardevolle dingen zou zeggen. Men was zelfs bang dat men minister Klompé helemaal niet te •spreken zou krijgen. Het zwartboek over het welzijnsbeleid zal er komen. Op het secretariaat ligt een brief van de curatoren. Daarin staat dat het de studenten verboden is om 'n de aula te slapen. De curatoren, typisch trekje van de autoriteiten, beweren in dat briefje zelfs dat ook de NSU (Nijmeegse Studenten Unie) de lijkheid van de overnachting in de aula niet kan dragen. Dat is natuurlijk onzin. De NSU durft die verantwoording heus wel aart. De curatoren niet, zo blijkt. Mochten de studenten dit verbod in de wind slaan, dan zien curatoren, zo laten zij minzaam weten, zich gedwongen de aula te sluiten. Dus werd gezocht naar een ander onderkomen voor die studenten die geen kamer in
Nijmegen hebben. Dit probleem was snel opgelost. Men kreeg de beschikking over ruimte in een huis van een failliet gegane studentenvereniging. Daar liggen nu ook de matrassen, dertig stuks, die voor een spotprijs (twee gulden vijftig) van liet Canisiuscollege zijn overgenomen. Pikant detail: er zijn wel twee bars in dat huis. Maar er is geen drank. En geld om die te kopen is er ook niet. En tijd om zich aan drank over te geven is er nog minder. Het werk is omvangrijk en moeilijk en veeleisend. De discussies gaan soms door tot ver in de kleine uurtjes. Op de vraag naar het praktische nut van al dit gezwoeg kijkt men u meelijwekkend aan. Toegegeven wordt dat men bezig is „theoretisch te snuffelen". Of, zoals iemand dit anders formuleerde: „Wij verzamelen theoretische informatie voor directe actie". Of, weer een ander: „wij roberen de verbinding te. leggen met buiten-universitaire kringen". Samenvattend zou je kunnen vaststellen dat die bezeten groep bezig is met de maatschappij. Dat dwingt bewondering af, respect ook. Want, ja, dat mag toch gezegd worden, hoevelen klagen niet zonder iets te doen? De studenten aanvaarden het als iets vanzelfsprekends. Praat niet over opoffering om je verdiende vakantie zó door te brengen. „Je kunt niet spreken van offers. Je weegt preferenties af. Echt, we doen niets tegen onze zin in." Eind september, begin oktober zal de snipperende vakantieganger die Nijmegen één dag bezocht beter begrijpen waarom op de Nederlandse universiteiten zoveel onvrede heerst. Dan zijn de rapporten gewogen, geproefd op het puntje van de radde tong. De neerslag ligt vast, zwart op wit, in begrijpelijk geformuleerde brochures. En de leesgierige massa der studenten die nu ligt te slapen langs de gouden stranden in Europa zal de vergaarde kennis opzuigen en verwerken.
De kleine gróèp activisten van nu nog „slapende" universitaire gemeenschappen — geregelde, bezoekers in Nijmegen— zal dan weinig moeite hebben ook elders de zaak in beweging te brengen. leder volgens de normen van de eigen gemeenschap. Want denkt u nu niet, dat Nijmegen een broeinest van rebellie is waarin men de draden kan ontwarren van een strak geleide organisatie. AI snipperend valt namelijk duidelijk te merken dat--iedere strijd zijn eigen actie kent. Dat iedere universiteit haar eigen ideologie ontwikkelen moet. In Nijmegen is de harde kern eigenlijk alleen maar bezig zichzelf te legaliseren. Onder het motto: „Dit is het begin, wij gaan door vict de strijd."
Thema's
De Nederlandse Studenten Raad en de Unie van Studenten te Nijmegen organiseren met de studentenraden twee reeksen van seminars, in de aula van de Katholieke universiteit van Nijmegen zullen zich, naar verwacht wordt, rond de tweehonderd stuCenten bezig gaan houden met concrete maatschappelijke problemen. Het is vanzelfsprekend dat de sWjdpunten van de afgelopen maanden opnieuw worden bestudeerd. Tijdens de z.omeruniverBiteit, de noemer oaa-i>nder wordt gewerkt, zal nog een brainstorm gehouden worden of er misschien andere' thema's aan de orde moeten komen. Deze studentenactiviteit zal duren tot 25 augustus. De onderwerpen die in ieder geval aan de orde zullen komen zijn: economie en Imperialisme, internationale samenwerking, wis- en natuprfcunde, medicijnen, rechten,' sociologie,' sex en maatschappij, Nederlands en bestuursstructuur.