Het Parool

Werkwijze

Die getuigen ontbraken in de zaken tegen twee anderen, althans de voornaamste getuigen waren afwezig. Het gerecht besloot daarom deze zaken later verder te behandelen. Behalve de voorzitter, prof. mr W. G. Vegting, bestaat het scheidsgerecht altijd uit vier leden, van wie er twee door B. en W. en twee door de ambtenarenorganisaties zijn benoemd. In dit geval zijn leden de heren G. v. d. Hoeve en mr G. Baas (ambt.) en A. de Brurjn en ir D. W. Gerritsen (B. en W.). De klager kan zich laten bijstaan door een raadsman. Zijn tegenpartij is meestal mr C. Ensing, die als gemachtigde van B. en W. optreedt. Beide partijen kunnen getuigen meebrengen. Het scheidsgerecht doet „binnen redelijke tijd" uitspraak. De ambtenaar wordt gestraft bij besluit van B. en W. Meent het scheidsgerecht dat de straf volkomen ten onrechte is opgelegd, dan vernietigt het dit besluit. Het beroep van klager wordt ongegrond verklaard als het scheidsgerecht zich met het besluit vokomen verenigt. Indien het scheidsgerecht de straf niet in overeenstemming met de ernst van de misdraging acht, wordt het besluit vernietigd en wordt een bepaalde andere straf geadviseerd. Tegen al deze beslissingen staat beroep open, zowel door B. en W. als door de klager, bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht. De na de staking ontslagen ambtenaren zijn gestraft op grond van artikel 66 van het ambtenarenreglement: „Indien een ambtenaar nich misdragen heeft kunnen B. en W. hem.... een straf opleggen". In artikel 67 worden de straffen opgesomd: schriftelijke berisping, buitengewone dienst zonder bezoldiging, schorsing, niet toekennen van het eerstvolgende periodiek, terugzetting naar een lager salaris of lagere rang en ten slotte als zwaarste straf ontslag.