Den 19en dezer namen w(j uit de N. Ra(t, ( t een artikel over De EereschulJ in Cijfers getïteld, wsarin het H d rao eec. terugg^v» gan Indië van de door N#derlacd genoten millioenen niets wilde weten. Hetartikel was in hoofdzaak gericht tegen een opstel in Om» Eeuw van den Heer E B. Ki«lstia, dia op schadeloosstelling aandrong, Genoencde he r beantwoordt het artikel van de A. R. Ct. op de volgende wijze in het Alg. Ildbl. van 24 Januari j.i.
iïet zal aan mij liggen, maar van ds redi* ne"r:ng?n der A. R. C. in haar opstal van 18 Januaii. I'e Rerstzhuld in Cijfets, moet ik verklaren, niet veel te begrijpen. Hoe, mag ik vrapen, is bet mrgelijk dat m< o, et kernende det er een eerepebuid bestaat, er als in één adem byvoe^t df>t asn de efdoening »in cyfers" niet meg werden gedacht. iaitr e ?nA er ig?^ z t5 h iiffi l 4tV.i^ c iti' >ïr #ÏCT,A? daarestegenover een beroep wordt p dian cp da wetten vad 1836 (Stbl. co. 12\ 1837 (btbl. co. 10) sn 1838 (Jtbl. ro, 9 en 50), die bspsalden dat de van Iudiè geleende gelder ten hehoeve van de rer.tsbetaüng der Nationale Schuld, milde >r£ntt" zouden worden teruggegeven, dan doet mm het voorkomen a!se>f alle weiten trouw moeten worden geëerbiedigd — behalve deze. Immer?, over die wetten wordt verder niet uitgeweid; wei worden breed uitgemeten de z geriogeu die (zscdtr dat het moederland daarvoor een cent betisldel) door het moederland over ds kolot iëa zijn uitgestort. Maar die zegeningen gaan builen de quaestie om. Kan een voogd, die zjjn pupil te k;rt deed, volstaan m< t de verklaring; »wy fijn quitte, want ik heb u d k^ij's goeden raad ge» geven ? Ik heb, ten uwen koste, Rata viaasehe havenwerken en spoorwegen aangelegd; ik heb u in de gelegecheid gesteld, so,mmige persoonlijke diensten af te koopec; ja ik heb een andere wijze vao belasliog op hef opiumgebruik irgevoerd... laat ons du ever de fiaancieele quaestie iraar niet me>r spreken?" Dat gaat, dunkt rcy, toch niet aan. Wie volmondig erkent dat er een eereechuld bestaat, kan zich bezwaarlijk verschuilen achter (xerpties, maar tracht tot een regeling te komen d>e,zijn eer niet te na komande, hem van de schuld ontheft. Men kan de zaak van verschillende kanten beschouwen: gaat men uit van het (i ooit bij de wet erkecda) stelsel v n fiaancieele eenheid van moaderlauG en kolonie, dan is de tegenwoordige ret tepost, als met dat stelsel in vierkanten strijd, niet te verdedigen; erkent men de fioancieele eenheid niet, dan zouden nóg da weiten van 1836, 1837 ea 1838 behooren te worden uitgevoerd. In ieder geval is een dading noodig, die aan de van Indisehe zijde bestaande rechtmatigs grieven een einde maakt; noodig, om de ontevredenheid in Indië over het financieel gedeelte van Nederlands beheer te doen ophouden; nocdig, om aan alle verwijt van baatzucht voor deu vervolge te ontkomen. Fraaie woorden, getuigenissen van goede bedoelingen, kunnen dergelijke dading riet onnoodig misken. Wanneer ^het moederland verklaart: ik wil Irdie zoo goed mogelijk, in zijn eigen belang, besturen, dan worde zoodanige verklaring op prijs gesteld; maar daarmede is de iinancieela verhouding niet in het reine. Hat is mogelijk, dat de N. R Ct ., indien het blad z ch tot antwoorden op hst bovenstiande mocht geroepen gevoelen, zou zeggen: al wat gij my in den mond legt, heb ik ook niet beweerd. Want inderdaad, helder is n>ij, gelyk ik reeds opmerkt», sijne gansche re' aeneering niet. Misschien is dit daaraan te wijten, dat het blad nijne redeneeringen blijkbaar evennm begrepen heeft. Het heeft den itdruk gekregen,dat ik van meening zou zyn: ....»Dat ludië geholpen wordtzcodra cr maar op de koloniale begrootiog róiveel geld vrijkomt als van het door «igen be* heeften gepreste moederland loste krijjen is Hoe hst geld gebruikt wordt, gaat het moederland dan ciet meer aan .. »Het moederland — zoo heet het verder — xcu noch zy i »jereschu!d" kwijten, noch zijne Dadelijke verplichting nakomen wanneer bet, els een scort van afdoener, zyn goede geld befcchikb arsttUe en vader vioieu «>rgen lie},"
Tot der^Ujfce gevolgtrekking geeft r.efc, duLkt mii, mijn art k i in het /asurl-no. y?-. -inze Eeuw ail,rm)isscbuldeD ; ei n v. rantwocrdelykhoid, die op den duur veel te zwaar zou mott&ndrukk n en daarom tan volge zoule hebben dat fan ^lincr DUB'InHia au - nooci,e geld kon worden bssteed. de ontwikkelinor van niet het n y> - Leert de otdi rvindiüg dat niet reets au f Is er in de laatste — laat ons zeggen twintig j ren niet altijl een krachtig etreven g. wt est om de buitengewone uitgaven, waarvoor elk er der gouwrnemsiit zonder b « zwaar geldleeniiigen zoudi aangaan, te bestrijden uit de gfcwoae inkomsten, m, a. w. den Indicchen 1 elastingscbuldige sneer tedo^u opbrengen dan nsar go^de regelen vat financieel beheer noodig was? Dat het opperbeheer over de kolociëa by de^regeering in het moederland berust, schijnt mij allerminst vei Wcipslyk; doch op één voorwaarde: d t die rej eeiiijg de belangen van Ind'ë geheel objectief ksri beechouwtn, — wat natuurlijk e>nmogf!yk is zool, rgde Nederlatdsehe linarcien daarin rechtstreeks of middellijk gemoeid zyo, Mkvsrstai. j schijnt er o> k te w»zen, wanneer
ds A, R Ct. zich geroepen gevoelt >ertstig te waarrchawen tegen het beschikbaar stallen van groote sommes g ids" voor Indië- Man zou het geld ginds immers maar vermorsen I Da strekking van mijn opstel in Onze Eeuw was boveoal, aasi le tooien het onverdedigbare lan den t&ars op de Indische begrooting voorkomenden rentepost van bijta 4miliioea; al» deze verva.tzuli u de jiar'ijksche budgatten nog slechts sen batrekkelyk kleine w^zigiog onderpaan. i3j bsgrooting voor 1933sluit thana met 154 mi iioan aan onlvanesten en ruim tfifi milh. bracht ? *»Men xcu riob vorhong«n aio de belaaliagen of domeinen in Iad ë eenige millioeoen 'sjsars meer opbrschten ; maar ela van de begrooting een uitgaaf van 4 millioen vervalt die er niet op behoort, zou men in Indië het b schikbare geld maar vermorsfn ? Als Atjeh geheel gepacificeerd is, dalen de uitgavan licht 4 mt'lioen; daartegen z;u geen bezwaar rijzen, integendeel; welk bezwaar k?n er dan voor I dié zijn ais de uitgaven uit anderen hoofde daien mat genoemd bedrag? De N. R. G. erkent ze t, dat er vele onvervulde Behoeften zyn, die bij gebrek aan vol» doende middelen niet kunnen worden bsvre d«gd : afschaff ; ng van he< re diensten, irrigatie, landbouwkrediet, decentralissatie, inlaadscti 0-derwys, geüondhei hsorg, hulp aan behoeftiges Indo-Europearcs, «alles dringt om den voorrang"... E ü dus moet Nederland de 4 millioen 's jaars, waarop het geen recht heett, maar uit Iadie blijven trek ken ?
Een dergelyke redeneeriig ware toch absurd, Ik hen geenszins van meening, dat met die 4 millioen inlndiëzal kunnen werden gedaan w&i noodig is. Integendeelde schrapping van den rentej ost wordt vooral door my voorgestaan c p dat ut een daad *an het moederland ziu bl yken dat voor den vervolge van baatzuchtigebedoelingen geen sprake meer zou zyn;m > zal deze daad de eerst noodige aijn rm h 1 vertrouwen te herstellen in het Nederlandsen cpperbesluur. Zou men zich sympathie iu Indië kunnen voorstellen voor het beste decentralisatie-ontwerp, zoolang het niet volko men vaststaat dat plaatselijk te heffen belastingen niet zullen kunnen dienen om weder ïbijdragen voor het moaderland" te kweekt t ? Wil het moederland néér doen dan >!<* afschaffing van den rentepost, —ik zou er ü y in verheugen, mits, door verdere hulp, vooi de toekomst geen nieuwe aanspraken \ ooiIndische bijdragen zouden ontstaan. Maar wei wetende dat ook hier te lande voor de voor zieniog in'srciale nooden veel geld noodi/ ia — ocdarks de zeer belangrijke styging van 's Unds inkomsten in dè laatste jaren, werdt nog beiaslingverhooging in het vooruitrient gesteld I — heb ik niet meer durven vragen, en kwam ik tot dj slotsom dat Indië tevreden zoude moeten zijn met de kwijtschelding van verdere rentebetaling en definitieve scheiding der geldmiddelen vao moederland en koloniën. Wat Indië verder noodig heeft om tot octwikkellcg en welvaart te komen, zal moeten verkregen worden door Indische leeningtn, waarvoor de Neleilandsche schatkist geea veractwoordeüjkh-id dra gt; leeningen, volgens het bestaande art. 14 der Comptabiliteitswet, »ïen laste ct onder waarborg "au Neierlandech Indië Wie bevteren mocht dat Isdiê aan zooda lige leen ngen geen behoefte hveft, bedenke wat beter is: een land als Nederland, dtt veel schuld heeft maar zonder bezwa r rente en aflossing betaalt, of een land als I d ë waar de hulpbronnen der welvaart gesU ten blyven omdat de belasticgen, reeda veel te hoog opgevoerd, onvoldoende zyn om o, k de noodige buitengewone uitgaven te b?stry-ler, en waar staatsschuld onbekend is? Z-ju het thacs arme, uitgeputte Indië er niet beter a n loe zjjn wanneer het gaandew 'g óók, g^ijk het zooveel kleinere moederland, 1000 millioen gu'den sct 'u 'd had, naar dan cok b-hoorlyk gt Irriteerde velden, goed* bavens en?, faeza', zoodal minder djrukkjiide be a iin^u 100 iöilii»en'» jaari metr zouden opbr oge»
dan Oinns 1 Zijn 'n ons land de belastingen niet belangrijk gestegen nadat »ponrwep»n, kanalen, havens enz. nieuw leven baddnj gewekt? De schnM d#r Remonte Rotterdam i* in de laatste 90 jaar vervi>fvoiidi?d; w ; e «'I d't voer de algemerne welvaart b»treurpn f Nederland kan voor dit nelfde doel azijn (roede Reld" ni®t geven, Indië moet seholpen worden veor eigen rekening. Nederland bdi ? hierbij niet »vin!en laten zorgen", ma* r houdt, door de vaststelen? van de Indische begrnotinpr b\i de wet, fen aaniien van de wijze waarop de Indische inkomsten, gewone en buitengewone, tallen worden besteed, het heft in handen. Het zal van den wetgever afhangen, of die inkomsten op doeltreffende wijze sullen worden aangewend ; van offeren — sooala de »2V. R. C." vreest — aan »al die wanen van den dsg die In Tndië zoo dikwijls bun spel reeds gedreven hebben'' zal, wanneer die wetgever «iin plicht doet, ginds evenmin sprake zijn als hier te lande, al blijft, natuurlijk, altijd het geval mogelijk dat men zich in ziin voorspellingen vergist, — dat voor het een of ander doel geld wordt uitgegeven zonder evenredig nutNiemand zal eehter willen dat men, uit vrees om eens iets verkeerd te doen, maar niets doet en het reeds overbevolkte en mis • sehien daardoor tot zekere hoogte reeds uitgeputte Java tot achteruitgang doemt, of dat men de weinig bevolkte en te veel verwaarloosde buitenbezittingen riet tot de ontwikkeling brengt waarvoor zij vatbaar ziin. Indlg — het kan niet genoeg herhaald wor * den — heeft z • e r v e 1 e millioenen noodig om tot belangrijk grootere welvaart te worden gebracht; en wat mij bstreft, — Ik begrijp de ïtaetiek" niet van hen, d!e al wat men t?r verkrijging van die grootere welvaart zoude willen voorstellen, bij voorbaat verdacht naken door te spreken van dilettantisme, stokpaardjes, »wanen van dan da?", »?rootsche hemrmingsplannen, verkeerden aandrang, onvertrouwbare opwellingen''.. Nederland kan slechts, naar mijne overtuifinp,zijn plichtdoen wanneer het afz'et van den bet niet toekomenden rentepost, en verder Ind'ê instaat stelt tot krachtige ontwikkeling te geraken; en dit laatst» kan het alleen doen wanneer betgeene geldelijke verantwoordelijklieiu tuui ovy i u ju v it« («culu^vu uibfi draagtBljift de rentepost besttan, dan zal de verwijdering tueecben Nederland en Indiëtoenenoen ; wordt de vooruitgang van Indië begrensd door het financieel vermogen van het moederland,
"De afrekening met Indië. (Uit de mail tot 28 Jan. j.l., gister-avond ontvangen.)". "De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001
"De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001
Dit nummer bestaat uit drie lahonriiead: Hel eermte Btad, fm Patten ln MaaUn; Paai^nrabrftk; pe linkenlng met Indië; CU §e*»»r«r»g; Uit de Indische bladen ; Per telffrwf en telejthooi llwrteRi'Sa. Bel tweede ftlad. Nteim wit Nederland; Feuilleton t 4 Het C ehelm van den plllloanafr.) Advertentlên. Bet derde Alnd. De doodstraf voor Lynch; Schaak ; Alléén; (9e hinde.) Opwekkeitfes (le blndz.; Adrertentlen
"Dit nummer bestaat uit drie". "De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001
Corrie, die blijkbaar eerst een weinig ontstemd was geweest over de inmenging van den vree mdeling, zat spoedig, nu en dan een hapje nemende uit haar gevuld rijstbord, met alle aandacht naar hem te luisteren. Toen hij had uitgesproken en kolmeenigevandehem door den jongen j_ _.i. B . aangebodene ramloetans van de schaal nan^^as er een oogenblik van stilte, tot Corrie met den haar eigen eenvoud zei: Ik voel dat uw inzicht het juiste is en dat ik een dwaasheid zei door te vertogen dat de Begeericg aan den opiumvloek maar eer s plotseling een einde zal maken. Ik was echter ook zoo onderden indruk van een bezoek, dezen morgen met mijnheer—op mij wijzende—aan de opiumkit gebracht, en ... en .. - Eu -i-u. -rrcl eens moor leidén door haar gevoel dan door haar verstand, antwoordde de vreemde glim lachend. Corrie,die meer gezond verstond ir haar pink heeft dan menig kamerlid onderzijn kalen schedel,teonde ditook nu door op de versleten hatelijkheid geen vuut te vatten. Zij was er steeds op uit, van verstandige voorlichting zooveel zij kon partij te trekken. Wat ik nog wel gaarne eens van u zou hooren, zei ze bescheiden, is of uw? inziens de Regeering thans voor Bantam en de Preanger niet een dier handelingen beeft gedaan, waartoe u haar in ieder geval het recht ontzegt, een daad namelijk waardoor het opiumgebruik onder de bevolking bier zou kunnen worden aangemoedigd. Manheer en ik — weêr op mij wijzende — denken daar"verniet geheel eenstemmig. Mijnheer meent, geloof ik, dat het Gouvernement best had kunnen voortgaan met in Bantam et de Preanger maar zoo go^d en kwaad als 't ging de smokkelwaar te we ren en dat dit minder gevaarlijk voor de
bevolking zou zijn dan verkoop van opium bier door het Gouvernement. Mijnheer meent blijkbaar — het schran dere ding begreep, geloof ik, mijne bedoeling beter dan ik zelf —dat diebtwe 'tig over het niet in handen hebben der smokkelarij itaareen foelje i?, en dat de. Regeering zelve volstrekt niet blind is v oor het gevaar, dat ook <3e Soendanee sche bevolking i;u aan 't schuiven zal ra ken, maar dat zij deze stem van 'l Ü e weten smoort omdat zij eigenlijk begerig i s> het geld dat nu door den smokkelaar wordt verdiend tot de schat «tót te trekken, en dat dit zoo goed a's de eenige drijfveer is voor hare han^•wijze. Heb ik uwe bedoeling goed weêrBegeven, mijnheer van Putten ? u heeft me zelf pas goed doen begryPeD,wai ik eigenlijk bedoel, zei ik oprecht: be vreemdeling lachte. Gorrie liet zich °or m\jn compliment volstrekt niet van > brengen, maar vervolgde kalm : Nu dan, ik ben van een andere meeIk geloof dat de Regeeriug volko . e ^ te goeder trouw en ook dat haar in* ëu het Juiste is, want dat van het regiePium hier volstrekt geen propaganda is vreezen, ja dat de politie nu zelfs beter n vroeger de aanwezigheid in de kam lee^ S Van amfioen za l kunnen coatro da» 611 6h te g en g aan - Zoudt u > die 0055 lioki Straks 200 uitstekend hebt voorge3 ons ook ïj n ze ggen ? vertJu lk er van denk wil ik u 8 aarBe öia" ;1 ' an t w °ordde de vreemde. Maar hierover uwe meening J' eers t mijn sigaar opsteken ? de u urlijk, antwoordde Gorrie, die tol HjJa £ ten was genaderd. BevreemdeguIlermet Zijne woorden dan aant«K? j 8igaren > waDt ^nder er mij een i'iftden stak hy een uitstekende havanna
op, blies me een wolk rook in 't gelaat, en vervolgde: Wel, ik moet dan zeggen, dat ik mjn& xi ' n" tl ' ^ keek m U vragen 1 aan. van i utten mompelde ii, schoon hij zich eerst zelf had behooren voortestellen. an Dorsen zei hij op zijn beurt, met een lichte buiging naar Gorrie. Juffrouw van der Hoeven, viel ik m, met een pisang die ik niet terstond kon neerleggen een sierlijken handzwaai makende naar mijn overbuur. Nu dan, ik geloof dat mijnheer van Putten niet zoo geheel ongelijk heeft (ik zag Lorrie niet aan, om den schijn te vermijden van me te verheugen in de overwinning). De goede trouw van de regeering en den resident, die haar tot dezen stap
beeft geadviseerd, betwijfel ik heelemaal niet. Ook berust de beweegreden, die baar heeft geleid en door juffrouw van der Hoeven zeer juist is aangegeven, namelijk dat zij tóch het smokkel-opium niet kan weren, op goede gronden. Ik heb daareven hetzelfde biïtoosfd voor geheel Java, en zal het nu zeker niet ontkennen voor de Preanger en Bantam. Ja zelfs blijft het ook voor deze gewesten waar dat de regeering heeft rekening té houden met tal van Ghineezen, die niet buiten opium kunnen en die zij toch maar
niet kan laten dood gaan, zoodat zij wel verplicht was een oogje dicht te knijpen. Maar als zij beweert en, om zich voor de Staten-Generaal te verantwoorden, aan den minister van koloniën heeft geschreven dat er nu, met de regie-opium, niet ™.r!he!dsualv/IZi m 0t fin fc ( om J iet ^r in -icisiiaive zoo te noemen") voOr elan 0 , noemen) voor den boendanees bestaat dan vroeger, dan dwaalt de regiering, meen ik, hetzij te goeder trouw, betzij om den nu eenmaal noodzakelijk geachten maatregel in alle opzichten te verdedigen. De regeering slaapt misschien al te vast op de overtuiging, dat een combinatie van historische, godsdienstige en geographischs oorzaken het gebruik van amfioan bij den Soendanees nu eenmaal adats-widrig heeft gemaaW, o» dat hcigeen die taaie waakhond achterdeur of venster of zoldefraampje kan binnenkomen. Dit vertrouwen op de adat is echter te absoluut. Oude
geschiedverhalen maken wel degelijk melding van opium-gebruik, ja zelfs misbruik, in Bantam. Het is bekend dat in den sultanstijd pryajis, die de eer wilden hebben den sultan of een der pangerans of zelfs een der to^bagoss, bloedverwanten van het vorstelijk huis, bij zich te zien, hen moesten onthalen op af.oen, die zij rookten liggende op een bijzonder soort zeer dikke bultzakken, al hetwelk bij 't bezoe k van hooge personages nauwkeurig in 't programma van ontvangst
werd 1 edongen. In later tijd, toen het sultanshuis begon te ontaarden, was de kraton te Banten zelfs getuige van tooneelen die herinnerden aan de buitensporigheden van de degenereerende romeiasche k-rizers, en daarbij vervulde ook de afioen of apjoen een groote rol. Van ean soort Bantensche Galigula, onder het volk bekend geb'even als Sultan Gamoek, zijn nog verhalen in omloop dat hij zich, na ruim gebrui * van amfio 3n, verkleedde ais Bomantara, de hoofdpersoon van een wajang voorstelling, en de leien zijner hofhouding hetzelfde moesten dojn en dan allerlei schandalen plaats hadden. Maar ook veel later, misschien een jaar ol 60 geleden maar nog vóór dat Banten was verklaard tot verboden kring, was er een regent van Tjaringin, bij het voik beken t gebleven als regent Soleiman, die zich dagelijks te bu ten ging aan opium. Ik erken, dat deze overleveringen alle be trekking hebben op hooger geplaatsten, maar van het mindere volk weid vooral vroeger de geschiedenis niet ge^chre ven, en wie weet hoeveel er toen ook hier door zulke voorbeelden van boven zijn besmet. Ook tegenwoordig is de bevolking niet geheel opiumvrij. Ik kom door de omstandigheden met enkele hoofden nogal intiem in aanraking, en mij is o a. door eenwedonode heerlijkheid van het gebruik van opium, in verband met andere handelingen, afgeschilderd met een welsprekendheid, die ik hier niet zal herhalen. Of de man reeds schoof, kan ik niet verzekeren, maar dat is Zeker dat zoo iemand cp de nominatie staat. Ook we*.t ik van enkele mindere menschen die schuiven, o. a. een gunstig bekend ambachtsman en een bediende van een Europeaan—liever noem ik geen namen. Nu beweei ik niet, dat deze menschen door de regie zijn bedorven, integendeel meen ik (schoon de gevallen mij eerst dezer dagen ter oore kwamen) dat zij reeds vroeger schoven,en in dat geval zou het de zienswijze versterken, dat smokkeltóch niet was te weren en het opium — -- - dus hoog tijd werd dat de regie de leiding in handen nam. Ik meen ech er dat men, streDg eerlijk bet gevaar voor volksbesmetting willende wikken en we| gen, anders moet redeneeren namelijk:
die voorbeelden (ik weet natuui lijk alleen meêtedeelen wat mij zelf ter kennis kwam, maar hoavele zijn er misschien meer ?) die voorbeelden bewijzen, dat ook de boe idanees niet onva'baar iss'voor de verleiding van het genotsmiddel; zal nu de verkrij g baars telling van gouver.nements-opiurn, zij het dan uitsluitend voor Ghineezen en militairen, hierop gunstig werken of óngunstig ? En dan lot voor mij het laatste. Schoon net t godsdienstige deel der bevolking, de santri s, hadji's, godsdienstleeraars, .ich zaer zeker doir een maatregel var het kafir bestuur niet ten gunste van he een of ander zal doen influjnceereu, bestaat er ook een meer vrijzinnig cdemeit, dat door de moderniseering der hoofdïn ze ■ ker meer en meer zal toenemen m wel degelijk het bestuur naar de oogen k kt. Hdt zijn lo de volgelingen cbr bestuurshoofden
; 2o de godsdiensti| meer onverschilligen,-die gewoon hunmgodsdiei stplichten waarnemen maar zi
Gb n ' 0£ f a of inlsn Ische milit.iren het rro/en Irnnnw vo\ „i„„i.._ i * doen oagekoop 3q, zal velen slechts denken: indien hat zoo slecht of zond was, zou het Gouvernenent toch ook voor die lieden or niet toe meêwerken. Miar vooral ook dit: de Cb neezen, dia steeds en altij 1 cie groote vereerd n zij-, zullen m met meet a plomb durven spreken. Da onderste lagen der inlandsche ma itschappij, die als bedienden, verkoopers, koelies, medegestraften met Ghineezen in aanraking komen, zullen het argument hoer«"v u niet? Vele Ghineezen zullen, nü zij niet meer durven smokkelen, een centje trachten te verdienen door opium voor anderen te koopen (iedere Chinees raag eeuthailin zijn bezit hebben, en bij bijzondere licentie zelfs meerj en hen dat heimelijk in een chineescta krotje doen gebruiken. Dit is veel minder gevaarlijk dan smokkelen, daar men niet strafbaar is voor het bezit van regie opium in beperkte hoeveelheid en dus alleen wanneer
de schuiver en flagrant délit wordt overvallen—-wat niet gemakke ijk is — straf kan worden beloopen. Het meest gewone argument waarmeê Ghineezen, als zij er iets aan kunnen verdienen, anderen tot opiumgebruik trac'aten overtehalen, kan ik in het bijzijn eener dame moeielijk noemen, maar zooveel is zeker dat zij dergelijke overredingen met meer brutaliteit zullen aan den man brengen nu zij gouvernements-opium te hunner beschikking hebben en fis rechtvaardiging kunnen aanhalen. Ook het voorbeeld der soldaten en hunne huishoudsters is niet zonder gevaar. Het is een leit dat zij niet — zooals hun is voorgeschreven—schuiven in de kit, en ook dat het in de kazerne krachtig wordt tegengegaan. Er blijft dus niet anders over dan dat zij het in't geheim in de kampong doen, waar voor een pair centen een arme slokker hun daartoe graag zijn baleh baleh zal afstaan. De soldaten-vrouwen hebben een paar kampongs dicht bij de kazerae, waar zij geregeld komen. Wat daar gebeurt, is niet twijfelachtig. En ik herhaal, dit alles geschiedt veel gemakkelijker, en meteen sojrtolficiëelcachet, nu net opium verkrijgbaar is bij het Gouvernement zelf dan vroeger tosn het, altijd met eenig gevaar, moest worden binnengesloken. Uw slotsom is dus — zei Gorrie, toen de heer van Dorsen zweeg — dat het Gouvernem ent verkeerd heelt gedaan door den maatregel van October 1902? Althans gevaarlijk, antwoordde hij, uit het oogpuut van 't belang der bevolking. Maar il£ voeg er bij, dat eerst de toekomst kan beslissen, ofis wellicht te zwaartillend ben. Ook kan ik niet met j uistheid be - oordeelen, of de toestanden van densluikhandel er wellicht niet toe dwongen. . Ik voor mij — zei Gorrie beslist — blijf bij mijne overtuiging dat nu slechts wettelijk geschiedt wat vroeger oogluikend moest worden toegelaten, dat de sluikhandel er door zal worden gefnuikt, en dat dus de bevolking niet in grooter ver* leiding zal komen. Boem I kon ik mij diet weerhouden te roepen. Gorrie keek mij verontwaardigd aan gaf ons ieder een stijf knikje en verdween m hare kamer.
"Van Putten in Bantam. XI.". "De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001
De hoofdredacteur van
dit blad afwezi* zijnde voor een korte onderzoeksreig wordt men verzocht stukken en brieven nlel aan hem ue^ooiiljjk te adresseeren, • *■ ■ Mtetlelie M^econtoffef <£" emttrangf.
"De hoofdredacteur van". "De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001
Diners, bals, matiüéeg, concerten, soirées, alle» ia in voila gang. Bygevolg is de slappe tijd voor de magazijnen aangebroken. We worden nu naar binnen gelokt door verleidelijke aanbiedingen van extra koopjes! spctprijsenl Finale uitverkoop! Alles moet weg I Ea toch lijn de straten leêg. De garderobe voor de jen winter is voorzien. Voor officieele diner«, hofbals, etc. een lanp, sleepeed, wjlkig lyden gewaad, bezaaid met sl d? juweelen en piarlea die maar in de by mteriskastjas ta viniao waren. Daarop volgend in rang de lichte hooge japonnen of de smaakvolle gekleed) blonsj waar het gadslies of mousseline den huls iaat doorschemeren, Dan de blouses van dikkere stol als fluweel, velveteen, de schittfrende tea gowo voor »le jiur de madame", de huif japonnen, het straattoilet, een costuum voor schaatsenrijden, plus avondmantel, sortie, hoedeo, aiof, boi, csls, ec —madame is voorzien van al t noodige voor de wintermaaoder. Zueven lees ik in een Engelsch tijdschrift dat M-ii. Potner y het > uitengcwoon gedistingeerde" vak uitoefent om het gelaat te verfraaien. Deie industrie schijnt verbazend op te nemeD, want de kleine woning in O d Bjnd Street heeft ze moeten verlaten en een paleis betrokken waar ze bet »tout Londres" kan ontvargen, De middelen, dia Mrs. PomeT m t .*AAVaAj..*l19 Aa Janlrt . A Voor vaartig gulden heeft men een nieuw gfzicht! Wie zcu v.or zutk een bagatel terugdein zat ?
rugdein zat Ia Fratikr\jk wordt da bewsrking d«r huid bijna een iodustria. In een Parijsch bind las ik de volgende mas«agemethode die met succèj schyat te wordun toegepast om verloren frischlï6id terug ta bekomen. Allereerst most de huid een heele bewas* schiog ondergaan djor middel vf.n i ylrophile katoen; in plaats van z^ep uaoeï bet geel van een ei genoaaeo, verdund met helder witer, waarin enkele druppels benzoêti ctuur. Da huil wordt hierdoor belangrijk versterkt. Voor de massage 's avonds moet de vol» gfnda crème gebruikt. Spsriascjti, tO drachma's Witte was, 10 » Geprepareerde reuzel, 240 gram. Koolzure soda, 15 gram. Rozewiter, 120 gram. W\jn,regen gespaard wordt. Uit Aanerika komt het bericht van een nieuwe modegril dia ir^e on ne peut plus yankee lyjkt. De New-Yorksehe mondaine» nebben de monocle ingevoerd, doch een verfraaide editie, omringd dooi* brillatten, robynen enz, , Dj uitvinder van dit ondoelmatig glaasje is nooit bekend geworden. Do eerste monocle waarvan in oude perkamenten gewaagd wordt, behoorde aan Nero, destij ls bestond za uit een prachtig geslepen smaragd, En da Ro» meinsche keuer dont le üom p raitra dans Ia race fature aux plus cru ils tyrins une crueile Icjure, bedient er zich van oude felle zonstralen er door ta laten schitteren. Da hedenlaagsche monocl* is een verbasteriug van de loope uit da 17e ea 18a eeuw, waarmïde men toen de platen en miniatuurportretten bikeek. Tudens het Keizerrijk bracht da Sagan de lorguet in dj mode met schililpid moaluur, aan een moiré lint bengelend, ben andere »priocö" had het glas a n een koordje om zyn hoed bevestigd. Doei de naam van Auré« lien Scholl zal onsterfelijk blijven, want hij vond de kunstige wijze uit om door een plotselinge gelaatsvertrekking de monocle uit net oog te doen vallen I • Niet aan ieder o.iwtMt deze dracht. Pe
geestig tintelende blik scheen nog d eper achter het ronde glas. Aan de monocle dackt het gladde,uitgerekte gezicht v*n Cl aajfcerlain dat hij tiet voor etn »c!er^ yaoai." wordt aangezien. Misschien dient daarvoor ook de onafscheidelijke bloem ia zijn kooopsgat Jn Frankrijk rija bjj na alle letterkundig en •getconoded", in het leger zjja het hoofdznike. U k de eavalerie-officierea. De lorgnet is de directe opvolgster van de binocle, in de mode gebracht door de >1 D . cri y ibles bijnaam voor de modeheertjes «U^ers het Directoire. Deze binocle, gelijkend op de »faca k main", werd aan een lint om dan hals gedragen. Maar de bicoc'e heeft iets onbescheidens,, hetgeen coait het geval is met de lorgnet. Wat de bril aangaf deze ver! dw B nt hoe langer hoe meer. De reusachtipe glazen vsn vroeger die op de punt van den E ƒ "W. wer I d T en » 'hans kleioe be - f' n glassjes. H( t opkomende ge lac t verklaart nch voor lorgnet en monocle, dus »les lunettes ont véeu," Denllaag, 17 Jar uari. PArititiuni
"Damesrubriek. (Part. corr. van De Locomotief).". "De locomotief". Samarang, 1903/02/27 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 22-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBDDD02:000205461:mpeg21:p001