Evolutie is al ingewikkeld. Het is moeilijk voorstelbaar hoe uit een menigte ongerichte mutaties door middel van natuurlijke selectie de precieze aanpassingen aan een omgeving kunnen ontstaan en vooral hoe op deze manier veranderlijke dieren van de ene.soort aangepast kunnen raken aan even veranderlijke dieren van een andere soort is moeilijk voorstelbaar. Toch werkt de co-evolutie blijkbaar. Zelfs planten en dieren, behorend tot verschillende rijken, kunnen op deze manier in vorm, kleur en gedrag tot onverbrekelijke samenlevingen in elkaar groeien. Een voorbeeld: kleur, vorm en honingproductie van bloemen gaat vaak samen met bij elke soort apart passende insecten en andere dieren, die met speciale snuitlengtes of gerichte interesse op kleur en honing die bloemen bezoeken en bestuiven.
Bij al deze gevallen moet je aannemen dat het gaat om parallel-complementaire evoluties. Als de kroonbuis van een bepaalde bloem te lang wordt zal hij niet meer bezocht worden door het gros van de bloembezoekende insecten. Maar als door een even toevallige mutatie bij de insecten een hommel of pijlstaartvlinder ontstaat met extra lange tong vindt dat dier een door niemand anders aangeboorde voedselbron. Dat is een premie op die ontwikkeling (en voor de bloem een premie om de eerst nogal riskant uitziende mutatie uit te selecteren; de kans om via de speciale bezoeker bestuivingscontact te hebben met uitsluitend de eigen soort neemt toe). Het probleem is natuurlijk nog ingewikkelder. Het hierboven genoemde gemuteerde insect moet zich ook nog speciaal aangetrokken voelen door de gemuteerde bloem, anders
gaat het als in het gedicht van Bloem, waarin A wel bestemd was voor B en C voor D, maar waarin de passende paren elkaar niet vinden. Je kunt je voorstellen dat de langtongige vlinder eerst ontstaat en weliswaar moeite heeft met kortbuizige bloemen, maar het leven toch voldoende weet te redden, totdat de langbuizige bloem ontstaat. De eerste ontmoeting zal wel toevallig zijn, maar omdat de wederzijdse voordelen zo groot zijn en het insect bovendien de mogelijkheid heeft om te leren, zal er al gauw een onverbrekelijke relatie ontstaan. Enfin, als je er over nadenkt is er voor elk geval wel een apart smoesje te verzinnen, om met Karei van het Reve te spreken. De opgave is dan natuurlijk om testmogelijkheden te verzinnen. Herpetologisch Niet altijd hoeft het zo ingewikkeld te zijn. Kortgeleden stuurde iemand me een klein artikel toe dat antwoord bood op althans een deel van de hier boven aangeduide ingewikkelde vragen. Zelfs op het kleine gebied der biologie waarin ik me specialiseer, de herpetologie, verschijnen per jaar stapels artikelen waarvan je in de jaaroverzichten hoogstens de titels doorleest en slechts een enkele keer de moeite neemt het hele stuk door te werken. Dat is niet alleen omdat ik met veel onderwerpen niets te maken heb - het orgaan van Jacobson bij de Brughagedis houdt me niet uit de slaap - maar omdat zo weinig artikelen een idee bevatten. Men geeft feiten - prachtig - maar na de waarnemingen eindigt het artikel. Op een congres van herpetologen dat ik kortgeleden meemaakte bestond het grootste deel der bijdragen ook uit beschrijvingen: van chromosoompatronen, van jaarringen in beenderen, van electronenmicroscopische waarnemingen aan hechtschijfjes van gecko's en anolis, aan oogleden van hagedissen, enfin, Van Leeuwenhoek is door dit principe beroemd geworden, maar ik vind het toch pas de
moeite waard als die feiten leiden tot hypothesen, theorieën, verhalen over hoe bepaalde samenhangen in elkaar zitten. Daarom was ik zo getroffen door het bovengenoemde artikel, slechts 2 pagina's, van Doherty en Gerhardt in Science, pagina 1078 in aflevering 220 (1983).Op het eerste gezicht lijkt het op een van die vele nieuwe feitenaandragingen. Alsof er nog niet genoeg feiten zijn. (Vaalegeer was tegen het microscoop, omdat hij vond dat het met het blote oog zichtbare al genoeg onbegrijpelijks had opgeleverd.) Het gaat over bastaarden tussen twee Amerikaanse boomkikkersoorten. De mannetjes van elk van beide soorten hebben een goed herkenbaar eigen kwaakgeluid, dat bij de voortplanting aantrekkelijk is voor wijfjes van de eigen soort. De soorten komen in de natuur niet naast elkaar voor, maar ook als dat wél het geval zou zijn zijn geweest is de kans groot dat vanwege het verschil in gekwaak de wijfjes altijd herkennen wat de mannetjes van hun eigen soort zijn en dat bastaarden weinig zullen voorkomen. Dat is waarschijnlijk zelfs een drijfveer achter het ontstaan van kwaakverschillen. Bastaarden zijn over het algemeen niet goed levensvatbaar en er staat dus een overlevingspremie op het ontwikkelen van herkenbaar andere kwaakgeluiden zodat elk individu weet welk ander individu tot zijn of haar soort behoort en welke niet. In ieder geval moest men in het laboratorium trucjes toepassen om de dieren tot bastaardering te krijgen. Vlak voor de eiafzetting begon verwisselde men de mannetjes, die zich net met stevige greep op de wijfjes hadden gevestigd. De partners waren dan meestal al zover in hun sexuele activiteit dat het hele proces voortgang vond, ook al was het nu met een partner van de andere soort. Kennelijk was de afstand tussen de soorten nog niet erg groot, want de eieren ontwikkelden zich vrij normaal en Vh maand later waren de eerste bastaarden al geslachtsrijp.
Dat houdt bij mannetjes in dat ze gaan kwaken. Hoewel dat zeker niet altijd zo hoeft te zijn bij bastaarden was hier het geluid in een aantal opzichten intermediair tussen dat van de twee oudersoorten. De ene soort had lange perioden van ononderbroken gekwaak met betrekkelijk langzaam op elkaar volgende impulsen. De andere soort kwaakte telkens maar korte perioden, met korte, snel op elkaar volgende impulsen. De bastaard kwaakte in langere perioden en met impulsen die midden tussen die van de ene en de andere oudersoort in lagen. Nu goed, dat is een aardig feit na veel moeizaam laboratoriumwerk en de moeilijkheden van het opvoeden van eieren tot kwakende kikkers enzovoort. Maar er is nog een feit: bastaardvrouwtjes toonden een duidelijker voorkeur voor het geluid van bastaardmannetjes en gingen daar op af inplaats van naar mannetjes van een der oudersoorten. Daar kun je lang over suffen. Het blijkt dus dat het afgestemd zijn op een bepaalde frequentie en duur van het gekwaak tegelijk met dat geluid zelf erfelijk wordt bepaald. Je moet haast aannemen dat dezelfde genen die bij de mannetjes het geluid bepalen bij de wijfjes de bereidheid bepalen om juist daar op af te gaan. Met andere woorden: dezelfde genen leiden onder invloed van mannelijk hormoon tot een bepaald gekwaak terwijl ze onder invloed van vrouwelijk hormoon leiden tot specifieke reactie op juist dat gekwaak. (Daar zit een interessant experiment in.) Hoornwratten Dat is niet vanzelfsprekend. Het geven van signalen en het passend daar op reageren hoeven niet de keerzijden van dezelfde eigenschap te zijn. Julian Huxley meldt ergens dat hij van de harde hoornwratten op paardepoten vermoedde dat het rudimenten van vroeger werkzame geurklieren zouden zijn. Hij verhitte er wat van en merkte op dat paarden in de buurt er heftig op reageerden. Ik kan zo gauw niet vinden waar het
staat en of het om verschillende sexen ging, maar het principe is duidelijk: de taal werd nog verstaan ondanks dat hij normaal niet meer gesproken kon worden. Ik schreef al dat lang niet alle bastaarden (bij andere soorten, onder andere sprinkhanen) zulke mooie resultaten geven, in de zin dat de bastaarden zo duidelijk intermediair zijn. Het is mogelijk dat een van beide oudertypen overheerst en in de meeste gevallen zijn soortsbastaarden sterk verminderd levensvatbaar. Alleen door gelukkig toeval dus nu dat inzicht in een eigenschap die pas functioneel kan zijn als hij in de partner een complement vindt. Hoe je je dat overigens materieel moet voorstellen blijft een raadsel, maar het feit dat blijkbaar zoiets mogelijk is als een hechte genetische eenheid van twee op elkaar passende eigenschappen werpt opeens licht op veel andere paren eigenschappen, die alleen maar een functie hebben als ze gezamenlijk voorkomen.
Ten eerste: zoveel andere sexverschillen, eigenschappen bij de ene sexe die de precies passende prikkel zijn voor een antwoordende eigenschap bij de andere. De vorm van de altijd zo mooi — als lipssleutel en -slot — op elkaar passende geslachtsorganen. Ten tweede: ouder- en kindergedrag, dat minstens even goed op elkaar moet passen als sexueel gedrag; Sociaal gedrag, dominantie en onderdanigheid. Bij sommige auteurs, bij Wynne-Edwards bijvoorbeeld, krijg je de indruk dat leiding geven of tot de top behoren een erfelijk voorbestemd gedrag is, evenals — andere eigenschap — onderdanig zijn, tot het voetvolk behoren. Veel waarschijnlijker is het dat het om één hiërarchische eigenschap gaat, die afhankelijk van omstandigheden, hormoonspiegel, voedingstoestand, ouderdom, lichaamsgrootte, leidt tot dominantie of tot volgzaamheid. Kortom, maatschappelijk relevant onderzoek!
Gouden boomkikker
"D. HILLENIUS BASTAARDEN ONDER ELKAAR". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027758:mpeg21:p019
I Sytze van der Zee ]
Mr. Max van der Stoel, sinds juli van dit jaar Nederlands ambassadeur bij de Verenigde Naties, fungeert deze maand als voorzitter van de Veiligheidsraad. Een goede aanleiding voor een gesprek: over de crisis in de Verenigde Naties, de eigen manoeuvreerruimte, het wederzijdse wantrouwen en de Nederlandse inbreng in de internationale politiek. 'Dit is geen gelegenheid om nationale prioriteiten van stal te halen.'
HET is grotendeels, zoals ik me het had voorgesteld. Veel verrassingen heeft het allemaal niet opgeleverd. Ik kon alleen niet weten dat het internationaal klimaat zo zou zijn verslechterd', zegt mr. Max van der Stoel (59), oud-minister van buitenlandse zaken. Sinds juli is hij Nederlands ambassadeur bij de Verenigde Naties in New York, met als zwaartepunt de Veiligheidsraad. Nederland maakt namelijk dit jaar en ook in 1984 deel uit van het 15 leden tellend orgaan. Deze maand is het zelfs voorzitter van de raad, zodat mr. Van der Stoel politiek nog wat aan de weg kan timmeren. De voormalige bewindsman maakt een frisse indruk, aanzienlijk meer ontspannen dan in 1981 en 1982, toen hij tijdens het kabinet Van Agt duidelijk onder de last van zijn ministersportefeuille gebukt gingHebt u het gevoel dat men vanuit Den Haag u als socialist extrascherp op de vingers kijkt, scherper dan uw voorganger? ik ben er altijd vanuit gegaan dat je een ambassadeur een grote marge moet laten. Je moet niet alle taktische puntjes voorkauwen, maar wel de globale doelstellingen aangeven. De huidige minister denkt daar ook zo over. Ik heb beslist niet het gevoel dat ik als ex-politicus over de schouder wordt gekeken of er geen ongelukken gebeuren. Ik ga nog een stapje verder. Ik zie een grote mate van consistentie in het beleid. De ministers wisselen, maar een aantal centrale uitgangspunten wordt in het beleid kennelijk toch gehandhaafd.' U bent staatssecretaris en minister van buitenlandse zaken geweest. Jarenlang hebt u in de Tweede Kamer gezeten. Is het zoveel anders om nu aan de andere kant te opereren? 'Natuurlijk is Den Haag het beleidsbepalend centrum en voert New York het beleid uit, maar we hebben ook een adviserende stem. Ik zie heel vaak dat het uitgestippelde beleid parallel loopt met de uitgebrachte adviezen'. In hoeverre beschikt u over manoeuvreerruimte? ik zal 'n voorbeeld geven. Twee weken geleden hebben we vrijdag
en zaterdag zeer intensief achter de schermen overleg gepleegd over de vraag of bij de evacuatie van Arafat en zijn mannen uit Tripoli van de VNvlag gebruik zou mogen worden gemaakt. Toen ik donderdagavond als voorzitter van de Veiligheidsraad met dit probleem werd geconfronteerd, heb ik verslag aan Den Haag uitgebracht. Ik heb aangegeven, hoe ik de zaak zou willen aanpakken, en om een reactie gevraagd. 'Vrijdagmorgen kreeg ik te horen dat mijn aanpak die ik alleen nog globaal had kunnen schetsen, de instemming van Den Haag had. Ik ben daarop aan de slag gegaan. Ofschoon het beeld voortdurend wisselde en allerlei nieuwe complicaties zich voordeden, was het niet mogelijk van uur tot uur overleg met Den Haag te plegen. Dat had alleen verwarring gesticht. Wel heb ik vrijdagavond verslag uitgebracht, maar Den Haag zag geen aanleiding om te reageren. 'Zaterdag heb ik de zaak afgemaakt, in die zin dat het mogelijk bleek om na veel vijven en zessen de vijftien raadsleden op één noemer te brengen. Ik wil hiemee zeggen dat Den Haag in zo'n geval de hoofdlijn vaststelt, maar dat gezien de veelheid van het werk de uitwerking ervan wel aan New York moet worden overgelaten. Ik heb dan ook niet het gevoel te weinig armslag te hebben'. Wat voor mogelijkheden heeft de voorzitter van de Veiligheidsraad? 'Je moet je voor ogen houden dat dit geen gelegenheid is om allerlei nationale prioriteiten van stal te gaan halen. Je kan dat wel proberen, maar omdat je een meerderheid in de raad achter je moet hebben, loop je het risico te worden afgestraft. Daarom is grote omzichtigheid geboden. Je kunt wel nagaan of een bepaalde zaak verder kan worden gebracht en hier kom ik weer terug op de kwestie van de VN-vlag bij de evacuatie uit Tripoli. "In een dergelijk geval kan je als voorzitter full-out gaan. Omdat ik bang was dat iedereen zich op posities zou gaan vastleggen die later weer moeilijk zouden worden opgegeven, heb ik zelfs niet eens een plenaire zitting achter gesloten deuren durven bijeenroepen. Ik heb met ieder raadslid afzonderlijk gepraat om te zien of overeenstemming mogelijk was. In zoverre kan je als voorzitter in belangrijke mate je stempel op de aanpak zetten. 'Soms moet je ook als voorzitter inzien dat je met een zaak gewoon niet verder komt. Het tijdselement kan bijvoorbeeld heel belangrijk zijn. Het is bekend dat Nederland er geprononceerde denkbeelden over Namibië en sancties tegen Zuid-Afrika op nahoudt. Het is er voorstander van dat onder het wapenembargo ook de wapenexport uit Zuid-Afrika zal gaan vallen. Dit punt zouden we graag willen binnenhalen. 'Wat zien we? In de laatste resolutie over Namibië heet het dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties vóór 31 december van dit jaar verslag moet uitbrengen. Wanneer hij hiermee niet vóór kerstmis komt, moet ik nog maar zien of we dit punt nog onder Nederlands voorzitterschap
in behandeling kunnen nemen. De frontlijnstaten zullen zich vermoedelijk eerst nog willen beraden en inmiddels is de maand van het Nederlands voorzitterschap verstreken. Deze toevalsfactoren kunnen een grote rol spelen'. In hoeverre bemoeilijken de verscherpte oost - west-tegenstel lingen het functioneren van de Veiligheidsraad? 'Het wantrouwen is zo diep dat elk woord van een resolutie op een goudschaaltje wordt gewogen. Of het niet in z'n uiterste consequentie een voordeeltje voor de tegenpartij zou kunnen opleveren. Er bestaat heel weinig bereidheid meer tot geven en nemen, wat de besluitvorming zeer moeilijk maakt. Om die reden heb ik tijdens het overleg over de VN-vlag de ongebruikelijke procedure gekozen door met alle (15) raadsleden individueel te praten. 'Pas daarna heb ik het aangedurfd om een zitting achter gesloten deuren bijeen te roepen. Toen een informeel akkoord zich begon af te tekenen, moest het nog wel worden bekrachtigd. Om alle risico's te vermijden heb ik de meest simpele vorm gekozen. De secretaris-generaal heeft een verklaring afgelegd, waarna de raad alleen nog maar behoefde ja te knikken. Op die manier werd ik gemachtigd mijn zegje te doen. Als het een meer inhoudsrijke verklaring was geweest, dan waren er ongetwijfeld onoverkomelijke moeilijkheden gerezen". Zijn die Amerikaans-Russische tegenstellingen vooreerst een blijvende zaak of verwacht u op de korte of middellange termijn toch enige toenadering? 'Op de korte termijn ben ik niet zo optimistisch. Op de langere termijn blijf ik hopen dat het besef zal doorbreken dat de VN bij het voorkomen en oplossen van crisissituaties een rol kan spelen. De ervaring wijst uit dat wanneer de nood het hoogst is, men vaak zijn toevlucht tot de VN neemt, in een poging tot conflictbeheersing. Neem de Yom-Kippoer-oorlog die uiteindelijk in een wapenstilstand en VN-presentie is uitgemond. Hetzelfde geldt voor de Cyprus-crisis. Weliswaar heeft de VN-presentatie niet tot een oplossing van de crisis geleid. Maar je kan evenzeer stellen dat de crisis zonder die presentie veel ernstiger zou zijn geweest dan nu het geval is'.
Zou het misschien tot een zekere ontspanning kunnen leiden, wanneer de opstelling van de Pershing-2- en kruisraketten bijvoorbeeld een half jaar zou worden uitgesteld? 'Dit is een vraag die in Nederland nogal wordt bediscussieerd, maar die de ambassadeur bij de VN niet rechtstreeks regardeert. Als belangstellend toeschouwer betwijfel ik evenwel of dit wezenlijk
de Russische opstelling zou versoepelen. De Sovjet-Unie is een harde onderhandelaar. Als ze iets kan krijgen zonder daarvoor een prijs te moeten betalen, zal ze dit stellig proberen. 'Daarom kan ervan worden uitgegaan dat ze deze concessie zal incasseren, maar tegelijkertijd aan haar monopoliepositie op het punt van middellange-afstandsraketten zal vasthouden. Dit laatste is een constante in de Russische positie geweest. En ik betwijfel heel sterk dat in die constante door een concessie verandering zou kunnen worden gebracht'. Hoe liggen de verhoudingen binnen de raad? Zijn die eveneens op het oost-west-schema gebaseerd of bestaat er onder de kleinere landen toch een zeker saamhorigheidsgevoel? 'Nee. Die saamhorigheid zou er misschien zijn, wanneer de vijf permanente leden van de raad onderonsjes met elkaar zouden hebben en de andere uitsloten. In werkelijkheid liggen de scheidslijnen anders. De niet-gebonden landen zitten nogal eens bij elkaar en ook de vier westerse leden. Wij hebben heel veel contact met de Amerikanen, de Fransen en de Britten'. Wat is de bedoeling van het overleg? Wordt er een gemeenschappelijke strategie uitgestippeld? 'We vragen ons af, wat we ermee doen, zoals de kwestie Tsjaad, het Zuidkoreaanse vliegtuigincident, de oorlog tussen Iran en Irak. Vele uren hebben we bijelkaar
gezeten, bij de Fransen, bij de Britten, soms ook in een kamertje bij de raad, in een poging tot een gemeenschappelijke lijn te komen. Natuurlijk beperken we ons hiertoe niet, want we hebben ook contacten met andere delegaties, Pakistan, Malta, Jordanië, Zimbabwe'. Heeft Nederland in de Veiligheidsraad werkelijk iets in de melk te brokkelen of zijn het de vijf permamente leden die de dienst uitmaken? 'Dat hangt allemaal heel erg van de constellatie af. Er zijn onderwerpen, waarvan ik denk dat onze invloed niet zo groot is, maar ook hier kunnen zich ónverwachte wendingen voordoen. In oktober heeft de raad bijvoorbeeld een resolutie over de oorlog tussen Iran en Irak aangenomen. Ik laat in het midden of we er helemaal gelukkig mee waren. Misschien hadden we nog even moeten wachten om de zaak verder door te praten.
in ieder geval heeft Nederland in het overleg voorafgaande aan de stemming een sleutelrol gespeeld, doordat een aantal van onze gedachten twee, drie weken lang achter de schermen centraal heeft gestaan. We hebben uiteindelijk niet het resultaat geboekt dat we hadden willen zien. Dat neemt echter niet weg dat Nederland in het besluitvormingsproces een grote rol heeft gespeeld, ook al behoort het niet tot de groten en is het niet rechtstreeks bij het conflict betrokken. 'Ook in de kwestie Tsjaad hebben we een rol gespeeld, hoewel' niet zo centraal. Wel hebben we na het neerschieten van het Zuidkoreaans lijntoestel een groot aandeel in het besluitvormingsproces binnen de raad gehad. Je kan zonder overdrijven stellen dat Nederland heel actief is en zo actief mogelijk wil deelnemen, maar dat tegelijkertijd de mogelijkheden om te scoren door het verslechterde internationale
klimaat enorm worden beperkt'. Dreigt de Veiligheidsraad' niet steeds meer tot een praatclub uit te groeien, ook als gevolg van het verslechterde internationale klimaat? 'Dat hoeft niet zo te zijn. Wanneer de Amerikanen en de Russen het in de raad over een bepaalde lijn eens zijn, dan heeft dat stellig betekenis en gewicht. Neem de uitspraak over Cyprus, waarin de onafhankelijkheidsverklaring van Turks-Cyprus ongeldig is verklaard. Volgens mij heeft dit ertoe bij gedragen dat behouders Turkije geen enkel ander land Turks-Cyprus heeft erkend. Zodra de raad functioneert en betekenisvolle uitspraken doet, heeft dit vaak effect. Niet altijd, want in het geval Iran-Irak heeft de resolutie niet tot een staakt-het-vuren geleid'. De secretaris-generaal van de VN,
Vervolg op pagina 8
WANTROUWEN OP WERELDSCHAAL
Vervolg van pagina 3
Javier Perez de Cuellar, heeft een reeks van suggesties gedaan om de rol van de Veiligheidsraad te versterken. Zo zou de secretaris-generaal het recht moeten krijgen om in het kader van preventieve diplomatie
een bepaalde crisissituatie ter discussie te stellen. Wat denkt u ervan? 'Dat is een gedachte die ons ook heel dierbaar is. Maar daargelaten de koele, zoniet afwijzende reacties van enkele landen op deze suggestie, in feite beschikt hij over deze bevoegdheid. Zo heeft hij nog onlangs in een verklaring op de ernst van de situatie in Beiroet gewezen. Dat is de realiteit en dat is tevens een stuk preventieve diplomatie. De grote vraag is alleen, hoe de raadsvoorzitter dit initiatief kan overnemen. 'Ik heb zelf ook gedacht hoe we kunnen voorkomen dat het conflict verder escaleert. Wat voor rol kan de raad spelen? Ik heb met verschillende delegaties gesproken, voorop de Amerikanen
en de Syriërs. Het netto-resultaat van mijn peilingen was dat wanneer ik de Veiligheidsraad zou bijeenroepen, ik weinig anders dan een herhaling van beschuldigingen en verwijten kon verwachten. 'Draag ik daarmee iets tot de verbetering van de situatie bij? Integendeel, want op z'n minst leidt dit tot een verbale escalatie. Moet je dan passief blijven? Dat ook niet, want van uur tot uur kijk ik of er iets kan worden gedaan, wat een vermindering van de spanningen ten gevolge zal hebben. In dit kader onderhoud ik voortdurend contact met de secretaris-generaal en diens medewerkers. Ik ben een uitgesproken voorstander van preventieve diplomatie, maar ik vrees dat de
geesten in dit concrete geval hiervoor nog niet rijp zijn'. Vorige maand heeft de secretarisgeneraal zich im een verklaring eveneens uiterst bezorgd over het verloop van het wapenoverleg tussen de VS en de Sovjet-Unie uitgelaten. Was dit geen goede aanleiding om een raadsvergadering over de vastgelopen onderhandelingen in Genève te beleggenJ 'Ook dit heb ik terdege overwogen, maar op grond van de reacties heb ik opnieuw de indruk gekregen dat de geesten voor een dergelijke formule nog niet rijp zijn. De bespreking van deze kwestie zal slechts tot een uitwisseling van de bekende verwijten leiden. Het klinkt allemaal negatief, maar dit is een weerspiegeling van de huidige situatie die
echt heel somber is.' De secretaris-generaal heeft zich in zijn laatste jaarverslagen uiterst pessimistisch over de stand van zaken binnen de VN uitgelaten. Bent u het daarmee eens? 'Ik vrees dat hij gelijk heeft. Het valt niet te ontkennen dat de VN door een crisis gaat. Maar hoewel de verslechterde internationale situatie een negatieve uitwerking op de VN heeft, zeker voor wat haar vredes- en veiligheidsfuncties betreft, mag men desondanks niet concluderen dat ze dan maar moet worden afgeschaft. Het VN-secretariaat is een unieke ontmoetingsplaats, waar de contacten over zulke moeilijke problemen als Afghanistan en Iran-Irak samenkomen'.
Van Amerikaanse zijde is voorgesteld om de VN te laten rouleren, een half jaar in New York, een half jaar in Moskou of elders. Op die manier moeten de delegaties ook tot het inzicht worden gebracht dat het leven in de VS nog niet zo slecht is. Hoe staat u tegenover rouleren? 'Ik heb in een ander verband meegemaakt, namelijk het Europees Parlement, hoezeer een dergelijk systeem afbreuk aan de efficiency doet, afgezien dan nog van de kosten. De VN moet in New York blijven. Er moet werkelijk heel iets onverwachts gebeuren, wanneer hierover opnieuw een serieuze discussie zal beginnen. Reagan heeft bijvoorbeeld gezegd dat wanneer Israël uit de VN wordt gestoten, de VN New York zal moeten verlaten.
Maar uit de stemming over de Israelische geloofsbrieven is opnieuw gebleken dat een duidelijke meerderheid voor de ultieme consequenties terugschrikt'. Verlangt u nog wel eens naar de Haagse slangenkuil terug? 'Den Haag blijft voor mij dicht in de buurt. We hebben net twee ploegen uit de Kamer over de vloer gehad, zodat ik aardig op de hoogte blijf, wat er zich op het Binnenhof afspeelt. Je hebt wel eens dat wanneer je iets hoort of leest er door je hoofd gaat: hierover had ik ook wel mijn duit in het zakje willen doen. Maar aan de andere kant ben ik hier zo druk bezig, met zoveel interessant werk, dat het daarbij blijft'. ■
"WANTROUWEN OP WERELDSCHAAL MAX VAN DER STOEL OVER ZIJN VOORZITTERSCHAP VAN DE VEILIGHEIDSRAAD". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/12/17 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027758:mpeg21:p019