's-GRAVENZANDE — De drie Hollandse Landbouworganisaties in het Westland hebben uit protest tegen de volgens hen veel te hoge gasprijs alle Nederlandse glastuinders gisteren opgeroepen tien procent van hun gasrekening niet te betalen. De organisaties vinden dat in de huidige gasprijs een aantal oneigenlijke elementen is opgenomen. Zij willen dat die er uitgehaald worden, waardoor de sinds 1 april geldende prijs van 45 cent per kubieke meter met ongeveer vijf cent omlaag zou kunnen. Voorzitter S. A. de Vos van de 3 HLO's (Christelijke en Katholieke Boeren- en Tuindersbond en Koninklijk Nederlands Landbouw Comité) noemt het niet betalen van de tien procent „een daad om de onvrede kenbaar te maken". Hij rekent er op dat uiteindelijk
meer dan de helft van de kleine tienduizend glastuinders aan de actie mee zal doen. Van de gasbedrijven verwacht hij een loyale opstelling. Hij is niet bezorgd dat gasbedrijven tot afsluiting zullen overgaan als zij hun rekening niet betaald krijgen. De 3 HLO's, de regionale afdelingen, worden niet gesteund door hun overkoepelende, landelijke organisaties. Afgelopen woensdag hebben de HLO-bestuurders gesproken met de bestuurders van de Centrale Landbouw Organisaties. De 3 CLO's hebben zich niet gedistantieerd van de actie, maar willen er niet aan meedoen zolang er nog onderhandelingen lopen over een nieuw contract met de Gasunie per 1 oktober. De gasprijs voor de glastuinbouw is de laatste vier jaar meer
dan verdubbeld. Dat was onder meer het gevolg van protesten van buitenlandse glastuinders bij de Europese Commissie in Brussel. De Commissie honoreerde hun klacht dat zij oneerlijk werden beconcurreerd door hun Nederlandse collega's omdat die veel goedkopere energie kregen. , De oneigenlijke heffingen die de tuinbouw dwars zitten betreffen die voor het aanhouden van een strategische voorraad olie in ons land, de milieutoeslag, transportkosten en de koppeling aan zwavelarme stookolie. Lufthanse. De Westduitse luchtvaartmaatschappij Lufthansa heeft het afgelopen jaar een winst geboekt van 110 miljoen mark, het beste resultaat in het bestaan van de onderneming.
"Organisaties vragen tuinders gasrekening niet te betalen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
Het langste smorgasbord ter wereld. Om zich een plaatsje te verwerven in het Guinness Book of records hebben restauranthouders in Stockholm een smorgasbord van een straat lang uitgestald, (foto UPI)
"Eet stratelijk". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
GRONINGEN, 2 juni — De regering heeft het bureau Berenschot opdracht gegeven de kosten van de spreiding van de centrale directie van de PTT van Den Haag naar Groningen na te rekenen. Het bureau heeft daar acht weken de tijd voor gekregen, zodat het resultaat van het rekenwerk eind juli kan worden verwacht. Dit is gisteren door burgemeester Buiter van Groningen bekend gemaakt. Dat een onpartijdige instantie de kosten van de spreiding zou narekenen, was een van de toezeggingen van het kabinet aan het parlement, na afloop van het debat over de PTT-spreiding. Het Noorden en de PTT verschillen van mening over het bedrag dat de spreiding zal kosten. Volgens de regering en het Noorden moet het lukken voor 250 miljoen. De PTT houdt vooralsnog vast aan haar oorspronkelijke berekening, die uitkwam op een bedrag van 1,3 miljard plus 300 miljoen onvoorziene kosten, als alle 3000 PTT-ers bereid zijn om naar Groningen te verhuizen.
"Berenschot rekent kosten spreiding PTT opnieuw door". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
DEN HAAG, 2 juni — Staatssecretaris De Graaf (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft de gemeentebesturen geschreven dat het aantal WSW-dienstbetrekkingen (Wet Sociale Werkvoorziening) niet verder mag toeneDeze stabiliseringsmaatregel geldt zowel voor de ruim 75.000 werknemers in de A-categorie (zij die in staat zijn om eenderde of meer v an een redelijke minimumprestatie in het normale arbeidsproces te leveren) als voor de ongeveer 4000 in de B-categorie (zij die nog niet in staat zijn deze eenderde minimumprestatie te leveren en van wie mag worden verwacht dat zij na scholing en training in de A-categorie kunnen worden geplaatst). De staatssecretaris maakt hiermee gebruik van zijn bevoegdheid die hem onlangs is verleend in een wijziging van de Wet Sociale Werkvoorziening. Voor werknemers in de A-categorie heeft het kabinet al eerder besloten om het aantal dienstbetrekkingen in de jaren 1984 tot en met 1986 met twee procent te verminderen. Een algemene maatregel van bestuur is daartoe in voorbereiding. Gestreefd wordt deze met ingang van 1 juli in werking te laten treden. Voor het aantal B-dienstbetrekkingen geldt de stabilisering voor het hele jaar 1984.
"De Graaf: niet meer WSW-ers". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
Door onze redacteur PAULINE VAN DE VEN De ABN en de Amrobank zijn bereid twintig miljoen gulden aan leningen aan Van Berkel's Patent, de in financiële moeilijkheden geraake fabriek van weegapparatuur, om te zetten in eigen vermogen. De afgelopen vijf jaar hebben laten zien dat banken de neiging hebben, verliezen die zij lijden in de kredietverlening over te dragen op anderen. Op de overheid, in de vorm van overheidsgaranties op bankkredieten, in de vorm van afdekking van de risico's op politiek gebied via de Nederlandsche credietverzekering maatschappij en op de semi-overheid in de vorm van gemeentegaranties op koopwoningen. Het overdragen van risico's op de overheid is minder schadelijk dan overdracht op het bedrijfsleven. In de Nederlandse praktijk worden verliezen in de kredietverlening eerst door andere bedrijven geabsorbeerd en pas in tweede instantie door de bank die de kredieten heeft verstrekt. Daardoor lijden bedrijven onderling ongeveer drie keer zoveel verlies op hun klanten als de bank. Jammer genoeg hebben de kredietverlenende instellingen pas vrij laat ingezien, dat het afwentel-mechanisme de reden was voor het veel grotere aantal faillissementen in het middenen kleinbedrijf, dat Nederland in vergelijking met omringende landen trof. Véél faillissementen hebben het onplezierige bijverschijnsel, dat er onevenredig veel kapitaal wordt vernietigd. De vernietigingskracht van vreemd geld wordt groter, naarmate er meer faillissementen optreden. Eén miljoen gulden vreemd geld vernietigt in een faillissement niet zijn equivalent aan eigen geld, maar tien of enkele tientallen procenten meer. Hoeveel meer is afhankelijk van de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen van de bedrijven die in dezelfde branche opereren. Gaan er veel gelijksoortige bedrijven failliet, dan is de afwaardering naar liquidatiewaarde veel groter. Vanuit dit oogpunt bezien kan er nog steeds heel wat kapitaal worden vernietigd, in Nederland. De verhouding tussen vreemd en eigen vermogen in het Nederlandse bedrijfsleven is ruwweg: 70:30, een verhouding die ook internationaal gezien heel slecht is. De Zwitserse financiële instellingen lijken het beter te hebben bekeken: daar zijn banken bij de eerste crisistekenen in bedrijven onmiddellijk in het eigen vermogen gaan deelnemen. Het resultaat is dat nagenoeg de hele Zwitserse uurwerkindustrie overeind is gebleven, zij het dat deze nu helemaal in handen van de banken is. De vermogensverhouding in deze bedrijven is nooit aangetast. De Nederlandse banken, van
huis uit net zomin industriebanken als de Zwitserse, hebben er, in de meeste gevallen, gekozen voor het doorgaan met krediet verstrekken, zodat de vermogensverhouding in het bedrijfsleven wel werd aangetast. Tegen de tijd dat het faillissement werd uitgesproken was de vermogensverhouding zo slecht geworden, dat de leveranciers zwaar werden gedupeerd. De sterfhuisconstructie van de ABN is een poging geweest, de zaken minder op hun beloop te laten, maar rechtstreekse deelneming in het aandelenkapitaal, zoals nu bij Van Berkel's Patent gebeurt, is een oplossing die waarschijnlijk zowel het bedrijfsleven als de banken veel ellende had kunnen besparen. Het grote voordeel van rechtstreekse deelnemingen is, dat de leveranciers buiten schot blijven. Het reddingsplan bij Van Berkel vraagt van hen geen financieel offer. De banken voorkomen op die manier, dat ze over twee maanden bij de leveranciers van Van Berkel nog eens zo'n plan moeten maken. De vorderingen van leveranciers bedragen 56 miljoen gulden. De grootste bijdrage aan het reddingsplan moet worden geleverd door de aandeelhouders: zij raken de agioreserve van 6,7 miljoen gulden kwijt en de herwaarderingsreserve van 8,3 miljoen. Bovendien wordt de nominale waarde van het aandeel teruggebracht met veertig procent, van 50 naar 30 gulden nominaal. In totaal komt de bijdrage van de aandeelhouders daarmee uit op bijna 26 miljoen, circa 2,5 ton meer dan de omvang van de verliezen. De banken stellen voor, de 2,5 ton in reserve te houden voor de opvang van het verlies over 1984. Voor de aandeelhouders is het offer weliswaar groot, maar als Van Berkel in de toekomst weer winstgevend wordt, hebben zij in ieder geval hun aandelen nog. Bij een sterfhuisconstructie was dat niet het geval geweest, al bestaat daar wel de mogelijkheid dat aandeelhouders na een jaar of vier nog een uitkering krijgen voor de meerwaarde van de losgekoppelde winstgevende tak van het bedrijf. Als het bedrijf failliet was gegaan hadden de aandeelhouders natuurlijk ook hun aandelen nog wel behouden, maar dan hadden zij er toch minder plezier van gehad. Ook andere partijen zijn bij een reddingsactie beter af, zoals de aandeelhouders van de toeleverende bedrijven, die bij de sterfhuisconstructie gedeeltelijk uit de boot vallen. Boven-^ dien geldt, als banken hier een traditie van gaan maken, het voordeel dat de kredietverlening in zijn geheel moeilijk meer uit de hand kan lopen en dat toeleverende bedrijven, in tweede instantie ook de banken zelf, minder verlies op kredieten lijden. Kapitaalvernietiging en aantal faillissementen kunnen beperkt blijven.
"ECONOMIE DER LAGE LANDEN Eigen risico banken". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
NAIROBI, 2 juni — De Afrikaanse ministers van financiën hebben internationale banken en overheden uitstel van betaling gevraagd voor de volledige buitenlandse schuld van de ontwikkelingslanden in Afrika.
De ministers doen hun verzoek in een verklaring van de economische commissie voor Afrika van de Verenigde Naties, die gisteren is gepubliceerd in Nairobi. De ministers wijzen op de ernstige financiële gevolgen die de jarenlange droogte heeft veroorzaakt, op de enorme schulden van de meeste landen en op de lage prijzen die hun exportprodukten opbrengen op de wereldmarkt. De ministers doen een dringend beroep op de internationale gemeenschap om maatregelen te nemen die verlichting kunnen brengen in de ernstige economische crisis waarin veel arme landen in Afrika verkeren. De buitenlandse schuld van de Afrikaanse staten bedroeg eind vorig jaar naar schatting 150 miljoen dollar. Aflossing en rentebetaling slokken gemiddeld 22,4 procent van de inkomsten uit export op, in sommige landen zelfs dertig tot zestig procent, zodat er nauwelijks voor de binnenlandse markt kan worden geproduceerd. Argentinië heeft voor de tweede keer in dertig dagen uitstel van. betaling gekregen voor de terugbetaling
van een lening die vier andere Latijns Amerikaanse landen hadden verstrekt, zo is gisteren meegedeeld door de Argentijnse minister van buitenlandse zaken, Bernardo Grinspun. De leningen waren verstrekt door vier landen die zelf ook zwaar in de schulden zitten, Brazilië, Colombia, Mexico en Venezuela. De lening van ongeveer een miljard gulden, was bestemd om Argentinië in staat te stellen zijn verplichtingen jegens Amerikaanse banken na te komen. Amerikaanse banken hebben de lening nog eens opgehoogd met driehonderd miljoen gulden en het Amerikaanse ministerie van financiën stond garant voor het hele bedrag. Naar nu blijkt had de lening al afgelopen donderdag afgelost moeten worden. Het Amerikaanse ministerie van financiën heeft inmiddels laten weten nog vijftien dagen garant te zullen staan. Argentiniës moeilijkheden met de terugbetaling worden geweten aan aanpassingen van de lonen, om de werknemers een reële loonstijging van vier procent over de eerste helft van dit jaar te kunnen garanderen. De loonstijging kost Argentinië meer geld dan w^s begroot doordat de geldontwaarding is gestegen. Argentiniës 33.000 mar. overheidspersoneel bij de staatsoliemaatschappij zijn gisteren in staking gegaan. De staking zal 24 uur duren en is uitgeroepen "om een minimumsalaris te bevechten dat recht doet aan de inzet en de loyaliteit van de werknemers en hun families", aldus een verklaring van de bonden. Joegoslavië Joegoslavië heeft overeenstemming bereikt met het Internationaal Monetair Fonds over het interne prijsbeleid van dit land. Het eerste deel van een IMF-krediet van 390 miljoen dollar voor dit jaar kan nu worden overgemaakt, aldus de Joegoslavische minister van financiën, Klemencic, gisteren in Belgrado. Joegoslavië heeft een buitenlandse schuld van 21 miljard dollar. Het akkoord met het IMF maakt ook de weg vrij voor twee miljard dollar aan leningen van banken en overheden, dat werd vastgehouden. Portugal zal eind deze maand een plan voor zijn financiële reorganisatie presenteren aan het IMF. Het land heeft 14 miljard dollar schuld aan buitenlandse banken. Peru probeert deze week in Parijs met zijn buitenlandse schuldeisers overeenstemming te bereiken over een herschikking van 1 miljard dollar schuld die voor juli volgend jaar moet worden afgelost.
"Afrikaanse landen vragen betalingsuitstel". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
TOKIO — De Japanse maatschappij Nippon Telegraph and Telephone Public Corporation (NTT) heeft een nieuw systeem voor beveiliging van in computers opgeslagen gegevens ontwikkeld, zo heeft zij vrijdag bekendgemaakt. Het gaat om apparatuur voor de codering van informatie die niet alleen doeltreffender maar ook goedkoper is dan de systemen die nu worden toegepast. Door de codering van de gegevens is de informatie die in een computer zit zonder de sleutel onbruikbaar, ook al zou iemand er in slagen de computer af te tappen. Volgens NTT zou het zelfs een supersnelle computer nog tien jaar kosten om de sleutel te vinden. Nadere bijzonderheden zijn niet bekend gemaakt. NTT denkt het systeem op de markt te kunnen brengen voor ongeveer 300.000 yen (4000 gulden). Dat is maar ongeveer een vijfde van de prijs van een apparaat dat de Amerikaanse regering en grote ondernemingen in de Verenigde Staten nu gebruiken voor de beveiliging van in computers opgeslagen informatie.
"Nieuwe beveiliging computerdata". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
AMSTERDAM, 2 juni — De Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden gaat ƒ 125 miljoen lenen tegen een rente van 8,75 procent, zo heeft de Algemene Bank Nederland meegedeeld. De uitgiftekoers van de obligatielening wordt donderdag 7 juni voorbeurs bekendgemaakt. Rente en aflossing zijn gegarandeerd door de staat. De looptijd van de lening bedraagt vijftien jaar. Aflossing vindt plaats in tien jaarlijkse termijnen vanaf 1990. Vervroegde aflossing is toegestaan vanaf 15 juli 1994 tegen 103 procent. De inschrijving is open tot vrijdag 8 juni 13.00 uur. De storting is dinsdag 17 juli. (ANP)
"Investeringsbank leent ƒ 125 min". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
Het eksklusieve karakter van een Interfinishwand komt niet in z'n prijs tot uitdrukking. interfinish SCHEIDINGSWANDEN POSTBUS 285 1250 AG LAREN TEL.: 02153-122 44
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011
Door onze redacteur ERIC BOOGERMAN KOUROU/ROTTERDAM, 2 juni — Een nieuwe mijlpaal in de Europees-Amerikaanse concurrentiestrijd om het lanceren van satellieten werd vorige week dinsdagnacht bereikt, toen de tropische nacht op de ruimtevaartbasis Kourou in Frans Guyana in rode gloed werd gezet door de negende lancering van een Ariane-raket. Daarmee bleken de laatste vier lanceringen van Ariane geheel volgens plan te zijn verlopen, wat de- satellietproducenten in de wereld — vooral die in de VS — natuurlijk niet is ontgaan. De operatie met Ariane 9 was om twee extra-redenen opvallend. Niet alleen betrof het de eerste commerciële exploitatie van deze Europese raket. Ook was het de eerste maal dat een Amerikaanse satellietbouwer de voorkeur aan Ariane boven de Space Shuttle (ruimteveer) of conventionele lanceerders in de VS had gegeven. Dit succesvol in een geo-stationaire baan brengen van een Amerikaanse raket gebeurde twee maanden, nadat de particuliere maatschappij Arianespace al een Amerikaanse monopolie had doorbroken met de order van Intelsat voor de lancering in 1986 van een zware communicatiesatalliet. Intelsat is een in Washington gevestigde internationale organisatie, waarin Amerikaanse belangen overheersen. Met deze recente wapenfeiten heeft de Ariane-raket zich nu duidelijk als een zware concurrent voor de VS aangediend. Afgelopen april heeft de Europese ruimteorganisatie ESA de exploitatie van de Ariane-raketten overgedragen aan de in 1980 opgerichte maatschappij Arianespace. De aandeelhouders zijn 36 vliegtuig-, ruimtevaart- en electronische fabrieken in Europa, en de Franse ruimtevaartorganisatie CNES. Arianespace is derhalve een overwegend particuliere onderneming.
De voornaamste aandeelhouders zijn Frankrijk (59,25 procent en West-Duitsland (19,60 procent). Het Nederlandse aandeel (Fokker en Algemene Bank Nederland) is teleurstellend klein: twee procent. Europees succes Na de lancering van vorige week in Kourou sprak de Franse minister van buitenlandse handel, Edith Cresson, op een persconferentie gloedvol van „een Europees succes". Tot op zekere hoogte had mevrouw Cresson wel gelijk. De in Parijs gevestigde ruimteorganisatie ESA vormt een van de weinige voorbeelden van een geslaagde inter-Europese samenwerking. Wel heeft Frankrijk vanaf het begin het voortouw bij de ontwikkeling van de Ariane-raket genoemen. Zo droeg Parijs het leeuwendeel, zestig procent, van de ontwikkelingskosten bij. Nationalistische overwegingen hebben er toe bijgedragen dat het CNES (Centre National d'Etudes Spatiales) tot de derde nationale ruimteorganisatie in de wereld, na die van de VS en Sowjet-Unie, is uitgegroeid. Hubert Curien, die behalve voorzitter van de ESA ook de no. 1 van de CNES is, zei ons vorig jaar: „Een land dat niet in staat is zijn eigen vliegtuigen, raketten en satellieten te maken, telt op den duur onvoldoende in de wereld mee". De Europese ruimteorganisatie ESA heeft de ontwikkeling van de Ariane-raket lange tijd als haar voornaamste taak gezien. Daarnaast geeft de ESA veel geld uit aan research op ruimtevaartgebied. Zo investeerde de organisatie 700 miljoen dollar in Spacelab. die afgelopen november zijn maiden-trip met het Amerikaanse ruimteveer maakte. Voordat de ESA in het midden van de jaren zeventig werd opgericht, was het droevig met de Europese ruimtevaart gesteld. De
uit 1964 daterende organisatie EL DO ijverde tevergeefs voor de ontwikkeling van de Europa-raket, waarvan Engeland, WestDuitsland en Frankrijk de drie trappen moesten leveren. Deze
episode kende -echter voornamelijk mislukkingen. Pas nadat op Frans initiatief de stoot tot de ontwikkeling van het LUI S-project (later omgedoopt tot Ariane) was gegeven, kwam de Europese
ruimtevaart » 0e ia " ren zeventig van de grona. i ici succes van de Ariane-raket betekent dat de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA het monopolie van satellietlanceringen in de westelijke wereld is kwijtgeraakt. Kort na de lancering van Ariane 9 zei een tevreden Hubert Curien in Kourou: "De concurrentie met de Amerikanen is een goede zaak. Als de NASA nu nog een monopolie had bezeten, zouden de tarieven voor de lancering van satellieten veel hoger zijn geweest dan nu het geval is". De toekomst voor Arianespace ziet er tamelijk rooskleurig uit. Zeven van de negen lanceringen zijn tot nu toe geslaagd. Volgend jaar zal in Kourou een tweede startplatform gereed komen, waardoor het tempo van de lanceringen kan worden opgevoerd. De eerste versie van de Ariane-raket, die op 22 mei jl. de telecommunicatiesatelliet van Spacenet lanceerde, zal eind deze zomer door krachtiger versies worden vervangen. Het programma voor de komende jaren voorziet namelijk in de lancering Van steeds zwaardere satellieten. Arianespace heeft nu vaste orders ter waarde van 6,5 miljard francs voor de lancering van 28 satellieten. Voorts zijn er opties genomen voor 19 satellieten, waaronder twee voor de Chinese volksrepubliek. Arianespace heeft de laatste tijd veel exportorders kunnen binnenhalen, waarvan de Franse schatkist vier miljard francs rijker zal worden. Arianespace zegt op 30 procent van de toekomstige wereld-satellieten-markt te mikken. De meeste experts achten dit ambitieuze oogmerk bereikbaar. Overigens zijn de Fransen en hun Europese consortiumgenoten in hun succesvolle doorbraak van de satellietlanceringsmarkt wel een handje door de Amerikanen geholpen. De NASA maakte een zware
beoordelingsfout door alles op de Space Shuttle te zetten, wat impliceerde dat de verdere ontwikkeling van de conventionele draagraketten werd stopgezet. De Fransen spreken van een Amerikaanse blunder. Zij wijzen erop dat de lancering van commerciële satellieten nu verreweg de grootste markt vormt. De lancering in geostationaire banen (36.000 km.) verdient daarbij de voorkeur. De dicht bij de evenaar liggende ruimtevaartbasis Kourou en de Ariane-raketten zijn daarvoor bij uitstek geschikt. Tegenslagen Daarentegen is de Amerikaanse ruimtependel meer geëigend voor de lancering van wetenschappelijke satellieten naar lage banen. Daar komt bij dat de Space Shuttle met tegenslagen te kampen heeft. Zo bracht het ruimteveer begin van dit jaar twee kunstmanen in een verkeerde baan; de twee kostbare satellieten moesten worden afgeschreven. Voor het moment heeft Arianespace betrekkelijk vrij spel in het lanceren van satellieten in hoge banen. Maar dit zal niet zo blijven. De Amerikaanse regering heeft het voorbeeld van Arianespace gevolgd door aan een privéonderneming (Transpace Carriers) de lancering van satellieten met Thor Delta-raketten uit te besteden. Dat betekent het einde van het NASA-monopolie in de Amerikaanse ruimtevaart. Daarbij doet zich voor de Amerikanen wel het probleem voor dat de technologische ontwikkeling van de op zichzelf succesvolle Thor Delta-raketten (twee mislukkingen op 110 lanceringen) enige jaren heeft stil gelegen. Maar het gaat hier om een tijdelijk nadeel. Woordvoerders van de Amerikaanse satellietfirma GTE Spacenet verzekerden mij in Kourou dat de lancering van satellieten in hoge banen door conventionele draagraketten al in 1986
door groeiende Amerikaanse concurrentie zal worden gekenmerkt. Nu de Ariane-raket een succesvol hoofdstuk belooft te worden, wordt de vraag actueel welke kant de Europese ruimtevaart nu zal uitgaan. De Fransen bepleiten de snelle ontwikkeling van een superzware raket, de Ariane 5, die tegen het einde van deze eeuw een "mini-bus" met Europese astronauten de ruimte kan inzenden. Vorige maand hield prof. Curien in Noordwijk een vurig pleidooi voor dit Hermes-project. Volgens Parijs moet het ESAbudget in de komende vijf jaar met vijftig procent worden verhoogd om het Hermes-project en andere plannen te kunnen verwezenlijken. Tot die projecten be,hoort het Westduitse voorstel tot de bouw van Columbus, een Spacelab van de tweede generatie dat deel uit zou moeten maken van het geplande Amerikaanse ruimtestation. Verwezenlijking van deze plannen houdt direct verband met het Amerikaanse programma tot de bouw van zo'n ruimtestation. Afgelopen januari nodigde president Reagan West-Europa en Japan uit om aan de verwezenlijking van dit ruimtestation deel te nemen. Frankrijk en de Bondsrepubliek, die gezamenlijk de helft van de jaarlijkse ESA-begroting voor hun rekening nemen, zijn voorwaardelijk voorstander van dit Amerikaanse ruimtestation-project. Met name woordvoerders van de Franse ruimtevaartorganisatie leggen er de nadruk op dat Parijs alleen dan aan het Amerikaanse project zal deelnemen, indien ook andere dan Amerikaanse ruimtevaartuigen toestemming krijgen om van het ruimtestation gebruik te maken. Parijs doelt daarmee op het project-Hermes, het op de tekentafels staande Europese ruimtevaartuig dat tegen het jaar 2000 astronauten en materiaal naar het Amerikaanse ruimtestation zou moeten vervoeren.
Lancering van de Europese Arianerakèt op 22 mei vanaf de basis in Kourou.
"Europa succesvol in de concurrentiestrijd met de VS om de commerciële lancering van satellieten Plannen voor zware Ariane-raket met Euro-astronauten". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1984/06/02 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 14-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027772:mpeg21:p011