Der Stand der Dinge. Amsterdam, Desmet; Rotterdam, Venster III. Hoewel Hammett, het Hollywooddebuut van Wim Wenders dat tot stand kwam onder de dwingende supervisie van Francis Coppola, nog niet in Nederland werd uitgebracht, zal menig filmliefhebber al wel hier of daar hebben opgevangen dat die film niet aan de verwachtingen voldoet. Hammett mag een mislukking zijn, één bijzondere verdienste heeft hij: de frustraties die Wim Wenders opdeed bij de produktie van deze film dreven hem tot zijn voorlopig beste werk, Der Stand der Dinge, waarvoor hij terecht in Venetië een Gouden Leeuw ontving. Midden in de produktieperiode van Hammett gaf Coppola Wenders plotseling vier maanden vrijaf. Producent Coppola had al zijn tijd nodig voor zijn eigen film One from the Heart en kon geen seconde missen voor Wenders' werk. De intussen al diep ongelukkige Wenders die al zijn jongensdromen over Hollywood aan scherven had zien gaan, vertrok naar Portugal. Daar zette hij in 12 dagen een nieuwe film op poten. In die korte tijd schreef hij een scenario, organiseerde hij een stel prachtige acteurs, en wist hij zijn project onafhankelijk te financieren. Daarenboven wist hij Henri Alekan, één van de meest geniale Europese cameramannen van dit moment, te strikken. Wenders kende Alekan noch zijn werk, maar ontmoette hem bij toeval doordat hij in Portugal de laatste hand legde aan een film van Raul Ruiz. Deze onorthodoxe opzet is nog maar een klein onderdeel van Wenders' absolute revanche op het conventionele Hollywood met zijn rigide regels voor filmmaken die zijn ingegeven door commercie en de verstikkende bekrompenheid, die niets aan het toeval durft over te laten. Hij bewijst tevens met de beeldschone zwart-witfotografie van een overwegend geometrische mise-en-scène hoe dat ook kan zonder verlies van spanning en vervolmaakt met de inhoud effectief zijn wraak op Hollywood als straf voor het frustreren van zijn idealen. Wenders noemde deze film Der Stand der Dinge , waarmee hij naar De Stand van Zaken in zijn eigen carrière verwijst. Hoofdpersoon van Der Stand der Dinge is een Duitse regisseur van 35 jaar oud, net als Wenders zelf op dat moment. Anders dan Wenders heeft deze Europeaan al 10 jaar Hollywood achter de rug. In de loop van de film ontvouwt
deze regisseur zijn filosofie over het filmmaken. Eigenlijk gelooft hij niet in verhalen, 'die bestaan alleen in verhalen'. Het leven ver-loopt doorgaans zonder ooit een verhaal te worden, het enige dat het eventueel oplevert is 'geschiedenis' in de zin van 'historie'. Wanneer je toch zou proberen verhalen te vertellen binnen de realiteit is dat niet meer dan 'een stok steken tussen de wielen van het leven'. Als enige mogelijkheid voor films beschouwt de regisseur het 'een beetje vooruitlopen' in de toekomst, in het onbekende, kortom het nemen van, vooral niet te veel, afstand tot de werkelijkheid. Alleen op die manier ziet hij kans film en de immanente herhaling daarvan — eerst in de montage, dan op het scherm van de bioscoop — een verhaal te laten vertellen. En een verhaal is noodzakelijk. 'Leven zonder verhalen is de moeite niet waard', zegt één van de acteurs uit de film die hij aan het maken is. Vorm In het verlengde van deze theorie ligt de keuze van de regisseur voor een film in zwart-wit, net als Wenders dat deed. 'Het leven is in kleur, maar zwart-wit is Realistischer', stelt de regisseur vast.
Zwart-wit-fotografie registreert de 'vorm van de dingen'. Eén van de actrices schildert in haar vrije tijd. Haar schieten de tranen in de ogen wanneer ze de schoonheid van het landschap niet vast kan leggen, ik weet alleen dat het een kwestie van licht en donker is.' Wenders toont de regisseur op de lokatie van diens 10de film, de eerste film die hij volgens zijn theorieën zal verwezenlijken. Met een fikse cast en crew verblijft de filmmaker in een gehavend Portugees hotel op een afgelegen plek aan de Atlantische oceaan.
De film die wordt gemaakt zal een remake zijn van Roger Cormans SF-produktie The Day the World ended ('56), ofte wel van een film uit het ouderwetse Hollywood dat nu niet meer bestaat. Dat die film The Survivors gaat heten zal dan ook niet toevallig zijn. Het omkleed met visuele theorieën voortborduren op een oude pulpfilm herinnert aan Wenders' eigen pogen met Hammett. In die film probeerde hij een 'private Eye-story', een film noir, te stileren aan de hand van de klassieke vormvoorwaarden. Wat Wenders overkwam, doet hij ook zijn eigen schepping, de regisseur, aan zij het op desastreuzer wijze. Plotseling ligt de produktie stil. De producent verdween naar de Verenigde Staten en houdt zich daar schuil. Het geld is op, er zit geen centimeter celluloid meer in de camera's. Alleen twee kleine meisjes die deel uitmaken van de cast van de film, de ene als ,'Superwoman', beschikken nog over gevoelig materiaal: in een 8 mmfilmapparaat en in een polaroid-fototoestel waarmee ze hun gezelschap met een zwatelend geluid blijven fotograferen. Filmen is kinderspel geworden. De werkeloze acteurs nemen rust, ontspannen zich ieder op eigen manier, steeds alleen, ook al zijn ze in gezelschap. De 'ruimte tussen de mensen' zoals de regisseur dit later voor Wenders formuleert, kan een film dragen bij wijze van een conventioneel verhaal. Voorwerpen Henri Alekan legde vooral dit gedeelte optimaal profiterend van de schoonheid van zwart-wit-beelden vast. Allerlei voorwerpen laat hij het felle zonlicht van het vroege voorjaar weerkaatsen of ze het zelfstandig uitstralen, iedere plooi in een kledingstuk of laken wordt uitgebuit met een schaduw, het hotelcomplex, opgetrokken uit scheurend beton en vale formica, gaat dank zij de fotografie bijna natuurlijk over in de barre natuur. Portugal heet in deze film 'the Far West' van Europa, de plaats waar 'the land runs out and the sea gets in'. Wenders illustreert deze uitspraak ogenblikkelijk met een adembenemend beeld van een grote golf die, over de rand spoelend van het slecht onderhouden zwembad, daar alvast bezit van neemt. De regisseur verlaat de hoekige rust van Europa voor de nerveuze snelheid van de VS om zijn producent te zoeken. De muziek is nu
hard rock uit de autoradio, torenflats vullen de horizon. Tempo en mise-en-scène van Der Stand der Dinge veranderen radicaal en dreigend. Per ongeluk treft de regisseur de producent verwilderd en paranoïde aan in een kampeerwagen langs Sunset Boulevard. Zijn financiers zijn tot alles in staat, impliceert hij, nu ze weten dat The Survivors in zwart-wit wordt gedraaid. In Hollywood mag de kunstenaar niet uitmaken wat hij schept, hij heeft zich te houden aan de wensen van hen die er voor betalen. De producent vond de film, voor zover hij hem zag, 'prachtig, maar dat doet er niet toe. De financiers zijn niet gek, wij zijn gek!' Vervolgens barst hij uit in een wrange gezongen elegie met als refrein 'Hollywood, Hollywood, never was a place people had it so good', terwijl de regisseur in een bloedstollende monoloog zijn verloren Paradijs beweent. Reminiscenties daaraan'zijn overal langs de weg aanwezig: een gedenktegel voor Fritz Lang, een bioscoop waar The Searchers van John Ford draait, gebaseerd op een boek met als tweede titel 'Mensen die de moed hebben om door te gaan met het onmogelijke'. Het Hollywood, dat Wenders en zijn regisseur zo hardnekkig blijven zoeken, bestaat niet meer. Wenders laat zien hoe het nieuwe Hollywood de halsstarrige, bij blijvende ongehoorzaamheid door vazallen laat vermoorden. Het slachtoffer verdedigt zich nog met een kleine camera. Hij dreigt ermee als was het een pistool, maar gaat ten onder door de 'echte' kogels. Met dit wrede portret van Hollywood als de gevoelloze moordenaar die zijn eigen kinderen ombrengt, voltooide Wenders zijn wraak. Wenders ontkent iedere directe gelijkenis met zijn eigen ervaringen of overeenkomst met zijn verhouding tot Coppola. Hij wil dat Der Stand der Dinge wordt bekeken als een film over Hollywood. Dat recht moet hein worden gegund. Maar Wenders moet zijn publiek ook het recht gunnen parallellen te ontdekken tussen hemzelf en de regisseur, en vooral tussen de producent, een cinefiel met archivarische filmkennis, en Francis Coppola. De hierboven beschreven theorie van de regisseur in de film schrijft immers voor afstand te nemen van de werkelijkheid, maar verbiedt haar uit het oog te verliezen. JOYCE ROODNAT
Sam Fuller en Patrick Bauchau in Der Stand der Dinge
Sam Fuller en Wim Wenders
"REVANCHE OP HOLLYWOOD". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
Rosi und die grosse Stadt, Amsterdam, Cine 'D' (matinees op zaterdag, zondag en woensdag) Wil een filmmusical tegenwoordig no g succesvol zijn, dan moet het jeugdige publiek de doorslag geven. Dit is een van de redenen, waarom er zo vaak kinderen te zien z'jn in musicals. Het maakt een ■'lm als Annie echter nog niet tot een 'kindermusical'. Dat genre, w aarin belevenissen van kinderen verwerkt zijn tot een fantasierijk s Pektakel, kom je alleen nog tegen °P de televisie en bij schoolopvoerin gen. Desalniettemin werkt het no g steeds ontwapenend om kinderen te zien zingen en dansen, alsof nun leven ervan afhangt, in op het eerste gezicht daar nauwelijks toe nodende situaties (een schoolklas, een drukke straat). Dat het een en ander verre van vlekkeloos uitgevoerd wordt, verhoogt de attractieve waarde alleen maar. ! ?si und die grosse Stadt van Gloria Behrens is zo'n lieve, sympathieke kindermusical, gemaakt ln herlijn in 1981. Een Engelse les J^oet welhaast ontaarden in een allet bovenop de schoolbanken oner aanvoering van de leraar. Te jfieer daar in die leraar de Ameriaanse rock 'n' roll-clown Jango -dwards te herkennen valt, die tekens voor de choreografie van Rosi tekende. e film draagt duidelijk het stemPel van Edwards. Alledaagse elementen worden tot show-onderdeen getransformeerd, elk rond voor.?fP is om mee te jongleren en 'Jdens een wandeling over het enoolplein ziet Rosi hoe na afloop
van elke paar maten rockmuziek enkele kinderen zich ritmisch omdraaien. Rosi speelt zich niet af in een sprookjeswereld, maar maakt de grote stad zelf tot een muzikaal sprookjesbos. Het verhaaltje heeft weinig om het lijf; de 12-jarige Rosi is vanuit Beieren met haar vader en oudere punkbroer in Berlijn terechtgekomen. Ze verstaat de Turken noch de autochtone Berlijners, maar doet toch in beide groepen een vriendin op. 's Avonds gaan ze gedrieën op avontuur en zetten een flipperhal muzikaal op stelten. Rosi begint dé grote stad leuk te vinden en weet haar vader te weerhouden van een overhaaste terugkeer naar het platteland. Intussen slagen haar vriendinnen Jutta en
Ayla erin om hun ouders ervan te overtuigen dat ze niet in zeven sloten tegelijk lopen. Na een gezamenlijke logeerpartij moet de brandweer eraan te pas komen om de rook uit Ayla's droom te doven; in een grootscheepse finale lopen fantasie en werkelijkheid in elkaar over. De visie van regisseuse Behrens op het leven van tieners in een wereldstad is nogal rooskleurig, maar dat mag wel eens een keertje. Gebrek aan 'sociaal engagement' heeft de feministische filmverhuurster Cinemien in ieder geval terecht niet belet om deze vrolijke en lichtemancipatorische meidenfilm in Nederland uit te brengen. H.B.
"VROLIJKE MEIDENMUSICAL". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
Tron. In 9 theaters. Ik kan het nauwelijks geloven, maar de jeugd schijnt te zijn uitgekeken op de ouderwetse tekenfilms uit de Walt Disney-studio's. Kinderen komen niet meer naar de bioscoop voor de lieve figuurtjes getekend in de bekende ronde lijnen. In de beursjes van hun iets oudere broertjes wordt nu een nieuwe markt aangeboord. Steven Lisberger schrijft tien- tot vijftienjarigen een volstrekte verslaving toe aan elektronische spelletjes en denkt daar, voor Disney, met zijn gecombineerde animatie-acteurs-film Tron op in te spelen. Allerlei spelletjes die tot nu toe slechts bekend waren op een klein schermpje na inworp van een muntstuk, worden werkelijkheid. Een levende jongen komt terecht in het brein van de spelcomputers en is genoodzaakt te vechten voor zijn leven door ieder spel 'echt' mee te spelen. (Het in Nederland zo populaire 'Pacman' ontbreekt overigens.) Een en ander resulteert in een ouderwetse strijd tussen goed en kwaad in een supersonisch jasje. Uiteraard overwint het goede. De meeste effecten in de animatie kwamen met een computer tot stand en herhalen zich talloze malen. Zo bewijst Tron dat een computer veel kan, maar dat hij nog steeds weinig fantasie bezit.
"COMPUTERFILM". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
Author! Author! ('n Goed stuk is nooit weg), Amsterdam, Tuschinski 1; Rotterdam, Lumière 3; Den Haag, Odeon 3. Het stormachtige publiekssucces van An Officer and A Gentleman zou wel eens veroorzaakt kunnen zijn door het feit dat Richard Gere er een eenvoudige, uit het stoere mannenhout gesneden hoofdrol in speelt. De meeste mannelijke sterren voortgebracht door de jaren zeventig houden zich immers verre van dit macho-beeld; Dustin Hoffman speelt een vrouw in Tootsie, Robert DeNiro heeft een voorkeur voor aan lager wal geraakte schlemielen en Al Pacino houdt zich ook al bezig met veranderingen in het sociale verwachtingspatroon ten aanzien van moderne mannen. In zijn vorige film, Cruisin', speelde Pacino een politieman die zijn
homoseksualiteit ontdekt, en nu is hij in Author! Author! een toneelschrijver die na het vertrek van zijn vrouw de zorg voor vijf kinderen op zich neemt. Ook de voorlaatste film van regisseur Arthur Hiller, Makihg Love, bevatte de visie van Hollywood op homoseksualiteit, maar dat neemt niet weg dat hoofdrolspeler en regisseur van Author! Author! de opnamen met knallende ruzie beëindigden. In het eindresultaat valt een zekere discrepantie te bespeuren tussen de lichtvoetige comedy-stijl van Hiller en de meer ernstige en maatschappelijke betrokkenheid van Pacino. Laatstgenoemde benadering is ongetwijfeld meer in overeenstemming met de bedoelingen van scenarioschrijver Israël Horovitz, tot nu toe meer bekend als Broadwayauteur. Pacino moet aan hem gedacht
hebben bij het vorm geveh aan de hoofdpersoon Ivan Travalian, een toneelschrijver van Armeense afkomst, die het cruciale moment na de première, namelijk het ogenblik dat de recensie van de New York Times in de kiosken verschijnt, bij voorkeur in gezelschap van zijn kinderen doorbrengt. Ook de titel van de film verwijst naar 'het moment van de waarheid': zal het publiek de schrijver naar het toneel roepen om zijn ovaties in ontvangst te nemen"? Author! Author! is onder meer een impressie van de intriges, problemen, professionele routine en onzekerheid bij het repeteren en vorm geven van een Broadway-stuk. Charmant is het portret van eeti filmactrice (Dyan Cannon) in haaf eerste toneelrol. Iedereen houdt zijn hart vast voor haar grillen, maar na een mislukte flirt met de schrijver blijkt ze professioneel genoeg om gewoon door te werken zonder een kik te geven. Onder de talloze andere betrokkenen bij de toneelwereld valt ook André Gregory (uit My Dinner. with André) te herkennen. De hoofdmoot van Author! Author! wordt echter gevormd doof Pacino's familiale beslommeringen nadat zijn vrouw (Tuesday Weid) vertrokken is. Een vrouw laat haar kroost in de steek, en wordt niet als onmens afgeschilderd. Een man bekommert zich om de kinderen, van wie er slechts één eigen vlees en bloed is en geen enkele uit het laatste huwelijk. Op onnadrukkelijke wijze is hij door zijn kameraadschappelijke benadering de ideale vader in de ogen van alle vijf. UilIer laat de sentimenten soms wat al te veel de vrije loop, maar dat kun je de regisseur van Love Story nau{ welijks verwijten. Author! Author! is aan de lange kant, en bevat veel overbodige zijintriges. Als geheel is het een onderhoudende, goed geacteerde film met een sympathieke strekking. Als over een jaar of twintig nog eens gediscussieerd wordt over de vraag wie in de jaren tachtig de auteurs waren van populaire Amerikaanse films, dan kan de invloed van de linksige supersterren (denk ook aan Fonda, Newman en Redford) moeilijk overschat worden. Hun macht is een overblijfsel uit het vorige decennium, want het jonge publiek houdt er inmiddels andere voorkeuren op na. HANS BEEREKAMP
"Al Pacino en het moderne vaderschap". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
My Favorite Year, Amsterdam, Alfa 1. Wie zich wel eens beklaagt over de smakeloosheid van de humor in menige komisch bedoelde televisieserie, zou zich gelukkig moeten prijzen dat het meeste historische materiaal uit de begintijd van het medium verloren gegaan is. Daardoor kon de vermeende reputatie van de dagen dat televisieshows nog per definitie live de lucht ingingen, tot mythologische proporties uitgroeien. Het is de verdienste van My Favorite Year — gedoeld wordt op 1954 — (fat om de zouteloosheid van de televisieshow Comedy Cavalcade (voor gastheer King Kaiser staat Sid Caesar, leermeester van onder meer Mei Brooks, model) geen doekjes gewonden worden. Al dan niet met opzet is de hele film doortrokken van die van-dik-hout-zaagt-menplanken-humor, die we met een beetje goede wil maar als hommage zullen opvatten. Er zijn meer personages waarop een sleutel past. De alcoholistische Hollywoodster Alan Swann, wiens carrière in avonturenfilms bergafwaarts glijdt en die nauwelijks nuchter voor de tv-camera's verschijnen kan, is gemodelleerd naar Errol Flynn, hoewel hoofdrol vertolker Peter O'Toole de nodige autobiorafische elementen — ijdelheid en drankzucht — inbrengt. De jongste bediende van ,de televisieshow, belast met de opdracht om Swann in acceptabele toestand voor de camera's te brengen, heet in de film Benjy Stone, maar hij vertoont fysieke en historische overeenkomsten met acteur Richard
Benjamin, die met My Favorite Year zijn regiedebuut maakt. Naast een flinke dosis nostalgie, die tot uiting komt in kleding, het noemen van destijds populaire film- en songtitels en voornoemde mythe van de kwaliteiten van de tv-prehistorie, is de clou van de film dat werkelijkheid en fictie constant door elkaar lopen en dat publieke persoonlijkheden in werkelijkheid nauwelijks verschillen van hun door gossip en publiciteitscampagnes gevormde imago. Een wat mager uitgangspunt voor een hele film, maar meer dan uiterst licht amusement pretendeert Benjamins grotendeels mislukte debuutfilm dan ook niet te zijn. De onverwachte Oscarnominatie voor O'Tooles hoofdrol — zijn zesde alweer — lijkt dan ook meer ingegeven te zijn door sympathie voor een moderne Errol Flynn dan door waardering voor zijn acteerprestatie. Niet ten onrechte roept O'Toole als Swann uit: 'Fm not an actor, Fm a movie star!' H.B.
Peter O'Toole als Hollywoodster Alan Swann alias Errol Flynn
"De bakermat van het tv-amusement". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
KRITERION EN STUDIO K Roetersstraat 170 Amsterdam 020-231708 Dag. 19.30 en 22.00, Zo. ook 14.30 The Red Shoes Dag. 19.45 en 22.15 Who's Afraid of Virginia Woolf Do. vr. en za. nacht 0.30 Bye Bye Brasil Le Mouton Enragé Zo. 14.00 KRITERION * SKOOP lidmaatschap ƒ 10.Trash ('70) Heat ('72)
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025
Faux Pas de Deux (1976) wekt meer interesse, vooral door de actrice Sylvia Heidemann als de bijna bejaarde vrouw die haar leven besluit met wat ze het liefste wil doen: een aantrekkelijke jongeman verleiden en in huis halen. Dat die jongen haar gebruikt, kwetst h maar laat haar in wezen koud. midden van een wulps Berlijns par tijtje sterft ze een mooie dood. Net als Faux Pas de Deux is Die Alptraumfrau (1980) interessa doordat Lambert er consequent kant van de vrouw — ditmaaLeen jonge vrouw, bezeten door een minderwaardigheidscomplex v en seksuele fantasieën — in kiest, zonder wee te worden. Lamberis vormgeving is ruw, bijna ongeïnteresseerd, wat, vooral door de langdradigheid van de scenario's, soms tegen hem werkt. In Puppe Kaputt speelt Lambert één van de hoofdrollen, maar hij regisseerde de film niet. Vanaf het eerste shot is dat duidelijk: Lambert zou nooit zo theoretisch de valse noten in een treurigmakende man-vrouwrelatie aanscherpen Zijn vriendin Dagmar Beiersdorfï is verantwoordelijk voor deze film waarin irritant eenvoudig wordt weergegeven hoe een onderdrukte juffrouw zich, onder de hoede van een vriendin die het licht al zag, bevrijdt van haar ellendige machovriend. Ze kiest voor een bijnaideale, tedere, liefhebbende, inschikkelijke, bezorgde, begrijpende, spraakzame man die haar zelfs met rust wil laten als ze geen zirt heeft om met hem te vrijen. Ja, als het zo gemakkelijk was... J.R. Ex und Hopp, Puppe Kaputt, Faux Pas de Deux (vr za), Die Alptraumfrau (zo), Amsterdam, Rivoli. De Berlijnse filmmaker Lothar Lambert laat zich indelen bij de semi-experimentele, marge-filmers waartoe ook Herbert Achternbusch, Hans Noever en Rosa vön Praunheim gerekend kunnen worden. De Berlijnse afdeling van deze stroming heeft echter zo zijn eigen obsessies: het leven in de Gross-Stadt met alle decadentia van dien. Praunheim weet dat op zeer opmerkelijke, eigen wijze weer te geven, Lambert lukt het minder. In het bescheiden retrospectief dat het Amsterdams Filrrihuis (Rialtó/Rivoli) dit weekeindt op zijn werk organiseert, is vooral Ex und Hopp (1972) een te verwaarlozen film. Het Berlijnse nachtleven dat ons wordt gepresenteerd (homofielen, drugsgebrui kers, travestieten, allemaal hebben ze voor Lambert dezelfde curiositeitswaarde) is al te knullig geregistreerd, zonder sprake van een aparte visie.
"JONG BERLIJN". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/03/18 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 15-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027827:mpeg21:p025