Door onze kunstredactie AMSTERDAM, 28 okt. — De zorgen over de gevolgen van de komst van het' nieuwe Muziektheater aan het Waterlooplein voor het Amsterdamse kunstleven zijn gebleven, ook nadat gisteren het Nationale Ballet en de Nederlandse Opera Stichting nieuwe cijfers publiceerden over de te verwachten exploitatiekosten.
Voor 1986, wanneer het Muziektheater officieel geopend wordt, verwacht men een ongedekt tekort van ongeveer 10 procent van de begroting. Berekend naar het loon- en prijspeil van 1980 is dat tekort ruim vier miljoen op een saldo van ruim 43 miljoen gulden. Op een forumbijeenkomst, belegd door Jan Kassies van het Instituut voor Theateronderzoek en Steve Austen van het Nederlands Theater Instituut, maakten de zakelijk leiders van Opera en Ballet, Nando Schellen en Anton Gerritsen, de prognoses bekend. Uitgaande van een zaalbezetting van tachtig procent, verwacht men dat kaartjes voor de opera ƒ 25 en voor het ballet ƒ 20 zullen kosten. De becijferingen gaan uit van een zekere integratie van de technische staf van Opera en Nationale Ballet, die een voordeel van ƒ 1 miljoen zou opleveren. Van een totale fusie willen de partijen rtiets weten. De Opera zal per seizoen 120 dagen het Muziektheater in beslag nemen, waarvan 20 roor repetities; het Nationale Ballet rekent op 81 dagen waarvan 6 voor repetities. *■ Het Nederlands Danstheater uit Den Haag zal 24 voorstellingen brengen, zodat tenslotte nog vijfentachtig dagen over blijven voor andere zaken. Men rekent op 40 verhuringen en 45 gastvoorstellingen, waarvan 5 voor repetities. Anton Gerritsen stelde dat de gastvoorstellingen moeten liggen in het verlengde van het bestaande aanbod; hij denkt aan belangrijke buitenlandse balletopVoeringen die nu op het Amsterdamse programma ontbreken. Overigens is nog geen sprake van enig inzicht in het artistiek beleid van het Muziektheater. Onder het talrijke publiek bij de forumdiscussie bleek over de artistieke en financiële gevolgen voor het Amsterdamse kunstleven grote ongerustheid. Benno Premsela, voorzitter van de Amsterdamse
Kunstraad, wees er nog eens op dat vooral de kleinschalige kunstinstellingen schade dreigen te zullen lijden, ook al heeft de gemeenteraad beloofd dat dit niet het geval mag zijn. Ook Berend Boudewijn, directeur van de Stadsschouwburg liet van grote bezorgdheid blijken via een interventie op de videoband. Het forumlid, André Jansen hoofd van de afdeling kunstzaken op het stadhuis, reageerde met de opmerking dat Boudewijn maar eens met antwoorden moest komen in plaats van vragen te stellen. De heer J. Brester van het ministerie van WVC wees erop dat rijksoverheid en Opera afspraken hebben gemaakt over de subsidiering wanneer het Muziektheater betrokken wordt. Zulke afspraken ontbreken nog geheel bij het Ballet. André Jansen wees op het probleem van de aanloopkosten vóór 1986, waarover nog geen beslissingen zijn genomen. Slechts over één kwestie op het door J. Doorman voorgezeten forum bleek zekerheid. Opera en Ballet zullen met instemming van WVC gesubsidieerd worden op basis van "budgetfinanciering", een systeem dat kunstinstellingen beter prikkelt tot het vergroten van eigen inkomsten en meerjarenbegrotingen mogelijk maakt. De capaciteit van het nieuwe Muziektheater is volgens Nandc Schellen ongeveer driemaal zo groot als nu in de Stadsschouwburg voor opera het geval is. Opera en Ballet zullen dan ook meer geld besteden aan publiekswerving. Gedegen marktonderzoek zal daaraan vooraf moeten gaan. Het Amsterdamse ex-gemeenteraadslid Els Agsteribbe vond de gepresenteerde cijfers te optimistisch en vroeg zich af of dat wel verstandig was. Ze namen haai vrees niet weg, dat door de komst van het Muziektheater al het andere in Amsterdam "om zeep geholpen zal worden".
Nando Schellen, zakelijk directeur van de Nederlandse Opera Stichting, legt de financiële situatie van het Muziektheater uit (foto Bert Verhoeff)
"Beleid en financiën onzeker Muziektheater nog in zorgen". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
"NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
DEN HAAG, 28 okt. — Om db artistieke impasse waarin het Nederlandse toneel zich bevindt te doorbreken, moet het toneelbestel worden herzien. Het is nodig de verstarring tegen te gaan, de bedrijvigheid te stimuleren en opnieuw te bekijken wie wat subsidieert. Dit heeft de Raad voor de Kunst minister Brinkman (cultuur) voorgesteld. De Raad vindt ëat een herziening van het bestel aanleiding moet zijn tot een openbare discussie in de toneelwereld en tot goed overleg tussen besturen van de gezelschappen. De Raad voor de Kunst zal al in november, veel eerder dan anders
het geval is, de minister adviseren ten aanzien van de gezelschappen in het komende seizoen. Om te komen tot een herziening is het namelijk nodig, aldus de Raad, dat de artistieke doelstellingen van de gezelschappen in onderlinge samenhang diepgaand worden bekeken. De Raad voor de Kunst constateert dat de gesubsidieerde gezelschappen het grootste gedeelte van het rijksbudget opslokken. Andere interessante initiatieven krijgen nauwelijks kans zich te ontplooien. Binnen de gezelschappen is vaak sprake van weinig durf en geestdrift, zo wordt gesteld. Nieuwe ideeën komen te
weinig naar voren en artistieke credo's verstarren. "De jarenlange subsidies en haast onwrikbare personele situaties zijn hier niet vreemd aan", aldus de Raad. Vijf jaar Verstarring en institutionalisering moeten dan ook worden doorbroken. De Raad stelt voor dit te doen door voor subsidiëring periodes van drie tot vijf jaar in te voeren. Daarna moet op artiestieke gronden worden beslist of subsidiëring wordt voortgezet. De Raad voor de Kunst wil de bedrijvigheid in de toneelsector stimuleren door meer geld vrij te maken voor incidentele initiatieven. Ook dienen subsidies te worden gegeven aan organisaties op verschillende plaatsen in het land: schouwburgen, culturele centra, kleine theaters, onderzoeksinstituten en bedrijven die voorzieningen leveren. Het gaat hier, zo wordt gesteld, om initiatieven met een landelijke functie die op die manier goed artistiek kunnen worden begeleid. Op plaatselijk en provinciaal niveau moeten verder toneelactiviteiten worden gestimuleerd door middel van een bijdrage van het Rijk aan lagere overheden. De Raad voor de Kunst komt tot de slotsom, dat de verdeling van de subsidies aan de verstarring heeft bijgedragen. Bovendien bedreigt ze de spreiding en de gevarieerdheid van het aanbod. De gezelschappen die aan bod komen in de schouwburgen van Amsterdam, Rotterdam en Den Haag moeten, stelt de Raad voor, voor rekening komen van de stad waarin zij gevestigd zijn en het Rijk. Alle andere gezelschappen in en buiten deze steden, die ook landelijk opereren, zouden geheel voor rekening moeten komen van het Rijk. De Raad wil de uitkoopsommen (vaste bedragen voor uitvoeringen ongeacht het bezoekersaantal) handhaven. Ze stelt dit voor met het oog op de niet door het Rijk gesubsidieerde theatergroepen die ervan moeten bestaan. (ANP)
"Raad voor de Kunst wil brede discussie over impasse in toneel". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
■f F deze maand: BIBEB in gesprek met SIENIE STRIKWERDA 'Ik ben geen engel met een toeter en een vlag', zegt de vrouw achter de vredesmars. In Amerika werd ze beschouwd als KGB-agente, in Rusland veroorzaakte ze heftige emoties. In Nederland is ze ook actief in de vrouwenbeweging. 'Het zal best waar zijn, dat ik een lastig portret ben, maar ik doe alles zo goed mogelijk, net als vroeger op school'. Een interview. • De vader- en dochterrelatie' is nog zelden onderzocht. Na alle aandacht voor de rol van moeders, staat nu eindelijk vaders invloed ter discussie. tfi 'a, • Geen onbezorgde oude dag voor een miljoen vrouwen: geen buskaart, geen bloemetje op tafel, geen tijdschrift, geen cadeau voor het kleinkind, geen koekje bij de koffie. Het einde van de verzorgingsstaat? • Stapels vrouwengedichten worden jaarlijks uitgegeven en zelden gerecenseerd. Daarom m Opzij extra aandacht voor veertien dichteressen en hun .. .. werk. •w Lastiggevallen of aangerand: dat overkomt negentig procent van alle Nederlandse vrouwen. Seksueel geweld, geen uitzondering, maar regel. De grimmige uitslagen van een onderzoek. • Moeilijke meiden van dertien Vaak lastig voor hun omgeving, maar vastbesloten bezig met de toekomst, concludeert Heieen Crul in haar boek over pubers. • Slachtoffers van de revolutie Hoe Iraanse vrouwen vernederd, misbruikt en vermoord worden door Khomeiny's politie. Een aangrijpend ooggetuigeverslag. • Verder in Opzij Bestaat MVM nog - De bevrijding van Emmy van Overeen - Huisarts en mishandeling - Studeren met een uitkering - Luther's vrouw. Opzij,voor vrouwen die verandering willen Nu overal verkrijgbaar voor f 4,25
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
REVOLUTIE EN TERREUR DANILO KIS Een grafmonument voor Boris Davidovitsj Verbijsterende verhalen over 'tle zelfvernietiging van dat monsterachtige Trojaanse paard de Komintern! - Joseph Brodski f 26,50/BF 510 BIJ DE BEZIGE BIJ
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
Door een onzer redacteuren AMSTERDAM, 28 okt. — Het Amsterdamse college van B en W heeft oud-wethouder voor financiën Wim H. Sinnige benoemd tot tijdelijk directeur van het Muziektheater dat nu aan het hoofdstedelijke Waterlooplein wordt gebouwd. De gemeenteraadscommissie voor kunstzaken heeft zich gistermiddag in meerderheid echter deze benoeming geschaard. Sinnige wordt formeel "tijdelijk adviseur met directionele bevoegdheden". Hij treedt 1 november in dienst. Eind volgend jaar zal er een definitieve directeur worden aangesteld. In het arbeidscontract van Sinnige is vastgelegd dat zijn functie dan kan worden voortgezet. Als wethouder voor financien heeft Wim Sinnige een belangrijke bijdrage geleverd aan de totstandkoming van de Stopera, het stadhuis annex muziektheater
dat uiteindelijk grotendeels door de rijksoverheid werd gefinancierd. Na zijn aftreden als wethouder enkele jaren geleden benoemde het college van B en W Sinnige tot bouwcoördinator. Die taak verricht hij nog steeds, samen met mr. André W. Jansen, hoofd van de afdeling kunstzaken op het stadhuis. Sinnige is bovendien voorzitter van de landelijke Raad voor de Kunst. De CPN, D'66 en de PPR plaatsten gisteren in de besloten vergadering van de raadscommissie kanttekeningen bij de benoeming. Deze fracties vrezen vooral dat het college volgend jaar bij de aanstelling van de echte directeur niet meer om Sinnige heen kan. B en W zegden toe dat daarvoor dan een open sollicitatieprocedure zal worden gevolgd. De benoeming van Sinnige is niet op deze manier tot stand gekomen.
Wim Sinnige
"Sinnige directeur Muziektheater". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
Door onze kunstredactie AMSTERDAM, 28 okt. — Gisteravond is voor de 25e keer de Erasmusprijs uitgereikt. In de Amsterdamse Stadsschouwburg ontvingen Marguerite Yourcenar, Isaiah Berlin en Leszek Kolakowski uit handen van prins Bernhard de bij deze onderscheiding behorende eretekenen. Ter nagedachtenis aan de vierde laureaat van dit jaar, de vorige week overleden Raymond Aron, werden enige ogenblikken stilte in acht genomen. De plechtigheid werd bijgewoond door koningin Beatrix en prins Claus, prinses Juliana, prinses Margriet en haar echtgenoot, minister Brinkman van WVC en opgeluisterd met twee optredens van het Nationale Ballet. De Erasmusprijs wordt sinds 1958 jaarlijks toegekend aan een of meer personen of instellingen die "een voor Europa bijzonder belangrijke bijdrage op cultureel, sociaal of sociaal-wetenschappelijk terrein hebben geleverd". Aan de prijs is een geldbedrag van honderdduizend gulden verbonden, waarvan de helft door de onderscheidene dient te worden besteed voor een project van Europese betekenis. Het fonds waaruit de prijzen worden uitgekeerd werd oorspronkelijk bijeengebracht met behulp van giften uit het Nederlandse bedrijfsleven en van het Prins Bernhardfonds. Vrijheid "De vrijheid van denken, die in deze tijd zozeer wordt bedreigd", noemde voorzitter G. Wagner het belangrijkste doel waarvoor de Stichting Premium Erasmianum ijvert. De vier bekroonden van dit jaar achtte hij bij uitstek representanten van "een typisch Europese intellectuele traditie die zich kenmerkt door kritische zin, ondogmatisch denken en respect
voor de vrijheid van het individu". Het juryrapport wijst erop dat de Fransman Aron, die boeken en artikelen schreef over economische, sociologische, filosofische en politieke kwesties, steeds de pluralistische maatschappijvorm van het vrije Westen heeft verdedigd en stelling nam tegen "monistische denkpatronen". In de Engelse geschiedkundige en filosoof Isaiah Berlin prijst de jury zijn liberalisme en zijn "pluralisme op ethisch, politiek en esthetisch gebied". De filosoof Leszek Kolakowski heeft, in de overtuiging dat het christendom de basis is van de Europese geest, steeds gewaarschuwd tegen het gevaar van sociale utopieën en in verband daarmee verhelderend licht geworpen op de betekenis van het marxisme, aldus de jury. De schrijfster Marguerite Yourcenar tenslotte verdient de onderscheiding op grond van het bewonderenswaardig invoelend vermogen waarmee zij zich weet te verplaatsen in de geest van andere personen en tijden. Zij toont in haar werk de betrekkelijkheid van de menselijke situatie maar
belijdt daarbij "een fundamenteel humanistisch geloof in de mens". Waakzaamheid Prins Bernhard, sinds de oprichting regent van de Stichting Premium Erasmianum, werkte in zijn lofrede de motivatie voor de toekenningen nader uit. Hij benadrukte dat de vier onderscheidenen niet behoren tot de intellectuelen, "die zich koesteren in ideale wereldbeelden en mythen die zij menen in de politiek en elders te kunnen concretiseren". De vrijheid die in Europa bestaat vereist een voortdurende waakzaamheid tegen deze idealisten en utopisten "wier gedachten gevoed worden door een geseculariseerd vooruitgangsgeloof waarvan totalitaire regimes maar al te graag gebruik maken". Sprekend over Kolakowski zei de Prins dat "ook de kerk dient te beseffen dat zij niet de blauwdruk voor de ideale maatschappij bezit en dat zij de eigenlijke waarde van het christendom niet ondergeschikt moet maken aan wereldlijke waarden en politieke programma's". De kunst van het balanceren tussen extreme uitgangspunten, dat is de kwetsbare kern van onze beschaving en onze vrijheid, aldus prins Bernhard. Namens alle laureaten sprak Marguerite Yourcenar een dankwoord uit. Zij ging in op de figuur van Erasmus, die zij een man van het compromis noemde, een filosoof die christendom en humanisme wist te verenigen. Niet bereid tot schipperen was hij echter in zijn pacifisme. "Wat zou hij hebben gezegd", vroeg Yourcenar zich aan het slot van haar rede af, "als hij had gezien dat wij, deskundig als we zijn in het bedenken van oorlogsgeweld duizendmaal erger dan in zijn tijd, tegen dit kwaad nog altijd niet unaniem nee kunnen zeggen."
Prins Bernhard en Marguerite Yourcenar na de uitreiking van de Erasmusprijs, gisteravond in de Amsterdamse Stadsschouwburg (foto Anefo)
"Uitreiking Erasmusprijs in teken van handhaving vrijheid en vrede". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
VIERDE DRUK HUGOCLAUS Het verdriet van België De grote familieroman 54ste-63ste duizendtal 776 pp geb. f 45,-/B F 860 BIJ DE BEZIGE BIJ
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
LONDEN, 28 okt. — Het Engelse Hogerhuis heeft gisteren met 49 tegen 11 stemmen een voorstel verworpen van oud-Labour-minister Lord Jenkins dat de weg had moeten vrijmaken voor de teruggave aan Griekenland van de 'Elgin marbles', het beeldhouwwerk van het Parthenon in Athene, dat zich nu in het British Museum in Londen bevindt. Volgens de conservatieve minister van kunstzaken Lord Gowrie zou het voorstel leiden tot een aantasting van de collectie kunstschatten die in het British Museum te zien zijn, "een zichtbare uiting van ons eigen culturele erfgoed en van de mensheid." Volgens Gowrie is Engeland in 1816 volkomen wettig aan de sculpturen gekomen. Jenkins zei dat Engeland er ook niet mee akkoord zou gaan als de Britse kroonjuwelen zich in Griekenland zouden bevinden. (AP)
"Engeland blijft tegen teruggave Elgin marbles". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
Concert: eerste avond Utrechts Liszt-festival met liederen, pianowerken en declamatoria uitgevoerd door David Wilson Johnson, bariton; met David OwenNorris, piano; Ronald Brautigam, piano en Hein Boele, declamatie met Fania Chapira, piano. Gehoord 27/10 in het Muziekcentrum Vredenburg te Utrecht. Door ERNST VERMEULEN In zijn standaardwerk French Song form Berlioz to Duparc breekt Frits Noske een lans voor Liszt als bijzonder liederencomponist. "Oh! quand je dors" en 'Commant disaient-ils", aldus de schrijver, overtroeven de liederen van Berlioz in technische perfectie en die Van Meyerbeer in dichterlijke gevoeligheid. In een synthese van de grote Duitse voorgangers als model met toevoeging van de toenmalig actuele Franse trend in de poëzie speelde Liszt zijn hoogste troeven uit. Zulke toppen kwamen echter gisteren, op de eerste avond van het nog tot en met zondag durende vierde Utrechtse Lisztfestival, niet aan bod. Misschien is dat iets voor de volgende aflevering, bijvoorbeeld met Lisztspecialiste Gundula Janowitz, maar de liederenkeus, toegespitst op het Duitse repertoire was er niet minder interessant om. Onder meer door een mogelijke vergelijking met enkel pianotranscripties, met heel veel sfeer vertolkt door Ronald Brautigam. Helaas, de bariton David Wilson Johnson bleef met zijn benadering wat eenzijdig steken in de heroïek, in het pathetische. Zijn forte werd bovendien gauw schel, in het pianissimo ontbrak elke ademsteun en te verstaan viel er weinig. Maar in indringendheid kwamen we niet te kort. Bovendien zijn Liszts liederen soms te verdedigen als kleine drama's. Persoonlijk verkies ik een minder gespannen, om niet te zeggen overspannen, vertolking, eenvoudigweg omdat de beperkte lengte van de liederen, nog afgezien van
de kamerbezetting, in zo'n opvatting gauw karikaturaal werkt. De vier liederen naar Heinrich Heine (gecomponeerd in de jaren 1842-1860) maakten op mij weinig indruk, maar in de vier liederen naar verschillende dichters (1860-1879) wist David Wilson met name in Gebet en Sei Still toch nog aandacht af te dwingen, niet in het minst vanwege de artistieke kwaliteit van de liederen zelf: die kunnen niet stuk. Curieus werkte Liszts voorkeur voor het declamatorium. Als de liederen verkapte opera-aria's zijn, dan zijn de zes declamatoria die Liszt ons achterlicht verkapte mini-drama's. Maar ditmaal bracht Hein Boele, die Madeion Michel had te vervangen, een veel minder theatrale visie, die de lichte klankkwaliteit van zijn stem ook niet had kunnen verdragen. De teksten van Niklaus Lenau in Der traurige Mönch uit 1860 en nog meer die van Gottfried Burger in Leonore uit 1858 die door hun koortsachtige overtrokkenheid meer doen gniffelen dan griezelen, zijn eigenlijk vandaag de dag niet bruikbaar, nauwelijks waar te maken, zodat men zich des te meer kon concentreren op de pianopartij, die hoe schetsmatig dan ook uiteraard het meest substantiële aandeel heeft. Kortom, dat wat David Wilson Johnson te veel had, toonde Boele te weinig. Liet deze informatieve avond enige artistieke wensen onvervuld, wat ons te wachten staat op dit Liszt-festival belooft heel wat: vier concerten in het weekeinde met het meest verscheiden aanbod. En ditmaal alles "echt" in de Grote Zaal! De concerten worden alle opgenomen door de KRO voor uitzending op een nog nader te bepalen datum. Aandacht voor de begintijd van een vierde pianomarathon aanstaande zondag is op zijn plaats: die neemt reeds 19.30 een aanvang. Het meest interessant lijken mij de orkestliederen en enkele hoogstzelden gespeelde symfonische gedichten.
"Liszt Festival Utrecht begint informatief met vocale mini-drama's". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
baal in frascati Nes 63. Telefoon 235723-235724 Nieuw: Baal speelt Maria van Isaak Babel. Regie: Han Römer. v.a. dl 1 «!? . Met o.a Jelmert Woudenberg, Edwin de Vries en Elsje de Wijn: 2030 uur di 1 t/m vr 4 try-outs
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
Voorstelling: Het Nationale Ballet. Première: De lof der zotheid; choreografie: Rudi van Dantzig; muziek: Jean Sibelius, Igor Strawinsky, Brian Eno en Dance Band Music uit de jaren '30. Decor, kostuums en licht: Toer van Schayk. Reprise: Symfonie in C; choreografie: George Belanchine; muziek: Georges Bizet; instudering: Susan Hendl; kostuums: Joop Stokvis; begeleiding: het Nederlands Balletorkest o.l.v. gastdirigent Leif Segerstam. Gezien: Stadsschouwburg, Amsterdam, 27/10. Door INE RIETSTAP In aanwezigheid van Koningin Beatrix, Prins Claus, Prinses Juliana, Prins Bernhard, Prinses Margriet, mr. Pieter van Vollenhoven en een zeer feestelijk aangekleed publiek bracht het Nationale ballet donderdagavond zijn eerste première van dit seizoen uit. Al die belangstelling gold niet in de eerste plaats het nieuwe ballet van Rudi Dantzig maar de uitreiking van de Erasmusprijs tijdens deze voorstelling waarvoor Van Dantzig speciaal De lof der Zotheid (ondertitel: Of What a little moonlight can do) creëerde. De menselijke onmacht tot het perfecte, het desalniettemin voortdurend streven daarnaar, of dat nu in het grote wereldgebeuren of in de kleine huiskamerkring is, is een Erasmiaanse grondgedachte en tevens een steeds terugkerend thema in Van Dantzigs balletten. Het menselijke brein heeft bovendien de mogelijkheden geschapen het heelal te veroveren en tegelijkertijd de totale vernietiging van de wereld te bewerkstelligen, maar het blijkt niet in staat de intermenselijke problemen op te lossen. Van Dantzig heeft al die elementen in zijn nieuwe ballet willen verweven en koos als uitgangspunt de relatie tussen twee echtparen en een kind zoals Toer van Schayk die binnen zijn avondvullende ballet Landschap verwerkt had. Choreografisch zijn er dan ook zeer herkenbare verwijzingen naar die Landschap-gedeelten. Centraal in het zestig minuten durende werk zijn twee huiskamerfragmenten. Een feestelijk bedoelde visite van het ene echtpaar
met kind aan het andere, waarbij eerst de nog wat verheimelijkte verstoorde onderlinge relaties onontkoombaar aan de oppervlakte komen en daarna tot volledige uitbarsting in de eigen huiskamers. Het zijn deze twee delen waarin choreograaf en dansers Alexandra Radius, Han Ebbelaar, Minique Sand en Francis Sinceretti tot een magistrale vormgeving komen. De wederzijdse beïnvloeding en inspiratie is evident, want een dergelijke aangrijpende emotionele en volkomen op elkaar afgestelde geladenheid zoals er nu zichtbaar en voelbaar was kan alleen ontstaan als er binnen het werkproces van beide kanten andere dingen aan de orde gesteld zijn dan het louter bedenken en goed uitvoeren van bewegingsthema's. Knap vond ik ook de manier waarop Van Dantzig het vertwijfelde kind dat zijn ouders uit elkaar ziet drijven een plaats gegeven had. En verrassend hoe hij bewegingen creëert die een nog ongevormde en onervarende geest en lichaam nergens geweld aandoet. Over het totale ballet ben ik minder enthousiast. Het groepswerk en dat van de vijf positieve, ideale alter ego's van de vijf centrale figuren doet te veel denken aan een zwakke, uitgesponnen herhaling van hetgeen hij in zijn ballet onder mijne voeten in dat opzicht gedaan heeft. De samenhang tussen groep, alter ego's en echtparen us brokkelig en niet helder van constructie en dat maakt de lof der zotheid voor mijn gevoel veel te langen daardoor als geheel minder overtuigend. Toer van Schayk had er in alle opzichten functionele, maar niet speciaal opvallende decors en kostuums voor ontworpen. Het programma werd geopend met een reprise van Balanchines Symfonie in C, een ballet dat een trefzekere bruisende uitvoering vraagt die het deze eerste voorstelling niet kreeg. Al dansen Jeanette Vondersaar en Coleen Davis uitstekend en debuteerde John Wisman verrassend in een solistische partij. Veldhoen. De Amsterdamse burgemeester Van Thijn opent 5 november bij Passepartout in Lelystad een tentoonstelling van twintig schilderijen die Aat Veldhoen maakte van Amsterdam.
"Erasmiaanse gedachte in ballet Lof der zotheid". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006
OKTOBER JAZZMAAND bimhuis Oude Schans 73. de meervaart Osdorpplein 67. vr. 28 - 21.00 uur OKTOBER SOLO'S Maarten Altena, Luc Houtkamp, Misha Mengelberg, Wolter Wierbos za 29 - 21.00 uur LEO CUYPERS KWARTET zo 30 - 15.30 uur OAAO Gasten: Elton Deam, Nils Landgren, Keith Tippett JOANNE BRACKEEN / CLINT HOUSTON DAVID MURRAY OCTET
"Advertentie". "NRC Handelsblad". Rotterdam, 1983/10/28 00:00:00, Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000027902:mpeg21:p006